Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023

Geldend van 24-10-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 11 juli 2023

gelet op:

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    de Invorderingswet 1990;

  • -

    de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende:

"Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023"

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Geen kwijtschelding wordt verleend voor de navolgende belastingen en rechten geheven op grond van de voor het betreffende belastingjaar geldende verordeningen:

  • a.

    BIZ-bijdrage, geheven op grond van de “Verordening BIZ-bijdrage”;

  • b.

    hondenbelasting, geheven op grond van de “Verordening hondenbelasting”;

  • c.

    leges, geheven op grond van de “Verordening leges”;

  • d.

    liggelden Bataviahaven, geheven op grond van de “Verordening liggelden Bataviahaven”;

  • e.

    lijkbezorgingsrechten, geheven op grond van de “Verordening lijkbezorgingsrechten”;

  • f.

    marktgelden, geheven op grond van de “Verordening marktgelden”;

  • g.

    parkeerbelastingen, geheven op grond van de “Verordening parkeerbelastingen”;

  • h.

    toeristenbelasting, geheven op grond van de “Verordening toeristenbelasting”.

Artikel 2 Geautomatiseerde kwijtschelding

  • 1. Voor degene die in het voorafgaande belastingjaar in aanmerking is gekomen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding, wordt door middel van bestandvergelijking tussen de gemeente, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de Belastingdienst en de Dienst Wegverkeer (RDW) nagegaan of betrokkene voor het lopende jaar wederom in aanmerking komt voor kwijtschelding. De bestandsvergelijking wordt uitgevoerd door de Stichting Inlichtingenbureau.

  • 2. Degene die in aanmerking komt voor de geautomatiseerde kwijtschelding, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, dient voorafgaande aan de toetsing schriftelijk toestemming te verlenen om het recht op kwijtschelding geautomatiseerd vast te (laten) stellen.

  • 3. Over de toewijzing of afwijzing van automatische kwijtschelding wordt betrokkene schriftelijk door de gemeente geïnformeerd.

  • 4. Bij een afwijzing via automatische kwijtschelding is het voor betrokkene alsnog mogelijk een schriftelijk kwijtscheldingsverzoek te doen op het daarvoor bestemde formulier.

  • 5. Degene die reeds in voorgaande jaren in aanmerking is gekomen voor geautomatiseerde kwijtschelding is gehouden periodiek alsnog een schriftelijk verzoek in te dienen op het daarvoor bestemde formulier.

Artikel 3 Behandeling aanvraagformulier

Indien een aanvraagformulier onvolledig wordt terugontvangen of de gevraagde bescheiden niet door de aanvrager zijn bijgevoegd, wordt de aanvrager eenmaal in de gelegenheid gesteld de stukken alsnog te completeren en wel binnen twee weken. Wordt daaraan niet voldaan, dan wordt het verzoek zonder verdere beoordeling afgewezen.

Artikel 4 Uitvoeringsregeling

Een verzoek om kwijtschelding wordt beoordeeld op grond van de regels uit de “Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990”.

Artikel 5 Berekeningswijze kosten van bestaan

  • 1. Bij de kwijtscheldingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt overeenkomstig artikel 3 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de vaststelling van de kosten van bestaan van pensioengerechtigden in plaats van de bijstandsnorm het netto-ouderdomspensioen gehanteerd.

Artikel 6 Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 7 Extra toegestane financiële middelen

In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met:

  • a.

    het maximumbedrag genoemd in artikel 4, onder a van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de belastingschuldige en zijn echtgenoot,

  • b.

    75% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande, en

  • c.

    90% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande ouder.

Artikel 8 Kwijtschelding aan ondernemers

Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 9 Leidraad invordering

Op de behandeling van kwijtscheldingsverzoeken van gemeentelijke belastingen is de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen overeenkomstig van toepassing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en vindt toepassing voor verzoeken die zijn gedaan op of na 1 januari 2023.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2023 vervalt de “Verordening kwijtschelding gemeentelijke Belastingen 2013” vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2012, met dien verstande dat genoemd besluit van toepassing blijft op verzoeken die zijn gedaan voor 1 januari 2023.

  • 3. Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2023.

  • 4. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 september 2023.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier,

Toelichting

1 Algemeen

1.1 Wet- en regelgeving gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

1.1.1 Vindplaatsen wet- en regelgeving

Bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen zijn de volgende wettelijke bepalingen en regelingen van toepassing:

  • -

    artikel 26 van de Invorderingswet 1990;

  • -

    hoofdstuk I en II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

  • -

    artikel 255 van de Gemeentewet;

  • -

    Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden.

Een nadere toelichting op de uitvoering van de kwijtschelding heeft de staatssecretaris van Financiën opgenomen in de Leidraad Invordering 2008 (Rijksleidraad). Omdat gemeenten formeel niet aan de Rijksleidraad zijn gebonden en zij hun eigen beleidsregels moeten vaststellen, heeft de VNG een model-Leidraad invordering gemeentelijke belastingen opgesteld (gemeentelijke Leidraad). De beleidsregels over kwijtschelding van belastingen staan in artikel 26 van de (gemeentelijke) Leidraad. De gemeente Lelystad heeft een eigen Leidraad, die gebaseerd is op de Leidraad van de VNG.

1.1.2 Mogelijkheden gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Artikel 255 van de Gemeentewet regelt de mogelijkheid voor gemeenten om kwijtschelding van belastingen te verlenen. Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De Invorderingswet 1990 zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. Hoofdregel bij het verlenen van kwijtschelding is dat gemeenten de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 (hierna: Uitvoeringsregeling) volgen. Als de gemeente met betrekking tot een belasting niets regelt, geldt deze ministeriële regeling automatisch ook voor deze gemeentelijke belasting.

De Uitvoeringsregeling stelt onder andere regels over de vaststelling van het vermogen, de uitgaven en het netto-besteedbare inkomen van de belastingschuldige, de wijze waarop kwijtschelding wordt verleend en de omstandigheden die aan het verlenen van kwijtschelding in de weg kunnen staan. Bij de berekeningsgrondslag is de rijksregeling uniform voorgeschreven. Afwijkingen waarbij vermogensbestanddelen, inkomsten of uitgaven niet of maar beperkt worden meegenomen in de vermogens- of inkomenstoets, zijn niet toegestaan.

1.1.3 Strakkere of ruimere kwijtschelding

Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet kan de raad bepalen dat in het geheel geen dan wel gedeeltelijk kwijtschelding wordt verleend. Daarnaast kan de raad met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan en de wijze waarop het vermogen in aanmerking worden genomen bij verordening afwijkende regels stellen. Lelystad gaat uit van de meest ruime normen, zijnde 100%. Ruimer is niet mogelijk.

1.1.4 Afwijken van de Uitvoeringsregeling gebeurt bij raadsbesluit

De raad bepaalt of en zo ja, van welke belasting(en) kwijtschelding wordt verleend. Het raadsbesluit dat de kwijtschelding regelt, is vormvrij. Naast een afzonderlijke verordening kan de raad de afwijkende kwijtscheldingsregels ook in de betreffende belastingverordening opnemen. De afwijkende regels hebben dan alleen betrekking op de in die verordening geregelde gemeentelijke belasting.

1.1.5 Wanneer wordt geen kwijtschelding verleend

Een belastingschuldige komt voor kwijtschelding in aanmerking als hij geen vermogen en geen betalingscapaciteit heeft. Los van de vraag of belastingschuldige al dan niet over voldoende vermogen of betalingscapaciteit beschikt, kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor geen kwijtschelding wordt verleend. Een inhoudelijke beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek blijft dan achterwege. De uitzonderingssituaties moeten bij elke aanvraag om kwijtschelding in de beoordeling worden betrokken. Deze bijzondere omstandigheden waardoor geen kwijtschelding wordt verleend, zijn opgesomd in artikel 8 van de Uitvoeringsregeling.

2 Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Het verlenen van kwijtschelding is geen verplichting maar een bevoegdheid. De wet zegt namelijk dat gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend aan een belastingplichtige die zijn belastingaanslag of een deel daarvan niet anders dan met buitengewoon bezwaar kan betalen. De raad bepaalt of en zo ja, van welke belasting(en) kwijtschelding wordt verleend. In dit artikel is opgenomen waarvoor kwijtschelding niet wordt verleend. Zo wordt bijvoorbeeld voor individuele aanvragen (leges etc.) geen kwijtschelding verleend. Ook mag geen kwijtschelding worden verleed aan bedrijven.

Artikel 2 Geautomatiseerde kwijtschelding

Als een belastingschuldige al een keer kwijtschelding heeft aangevraagd kan deze toestemming geven voor een geautomatiseerde toets bij het Inlichtingenbureau. Dat zorgt voor het wegnemen van onnodige administratie bij zowel belastingschuldige als de gemeente. De toets vindt plaats bij Stichting Inlichtingenbureau, dat in 2001 is ontstaan als informatieknooppunt voor gemeenten. De toets wordt voorafgaand aan de aanslagoplegging gedaan en wordt verwerkt op het aanslagbiljet. Leidt de geautomatiseerde toets niet tot kwijtschelding, dan heeft belastingschuldige altijd nog de mogelijkheid om zelf via een formulier een kwijtscheldingsverzoek te doen.

Artikel 3 Behandeling aanvraagformulier

Van een belastingschuldige wordt verwacht dat deze zich coöperatief opstelt in de procedure. Daarnaast is het van belang dat een belastingschuldige zo snel mogelijk weet of deze voor kwijtschelding in aanmerking komt.

Artikel 4 Uitvoeringsregeling

Uitvoering op grond van deze rijksregeling is verplicht.

Artikel 5 Berekeningswijze kosten van bestaan

Eerste lid

De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de bijstandsnorm. Op grond van artikel 255, vierde lid, van de Gemeentewet hebben gemeenten echter de mogelijkheid om dit percentage hoger vast te stellen. Aan een hoger percentage zijn wel grenzen gesteld. Gemeenten mogen het percentage voor de kosten van bestaan vaststellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm. Lelystad hanteert het maximum van 100%.

Tweede lid

Voor pensioengerechtigden bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet kan de raad bepalen dat bij de berekening van de kosten van bestaan in plaats van de bijstandsnorm het netto-ouderdomspensioen in aanmerking wordt genomen. Het tweede lid voorziet daarin. Hierbij geldt hetzelfde percentage als in het eerste lid. Deze maatregel voorkomt dat pensioengerechtigden minder aanspraak kunnen maken op kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

Artikel 6 Netto kosten kinderopvang

Eigen bijdrage kinderopvang

Gemeenten mogen bij het verlenen van kwijtschelding rekening houden met de kosten van kinderopvang. Op grond van artikel 28, derde lid, van de Uitvoeringsregeling kan de gemeente - als de raad daartoe besluit - bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding rekening houden met de netto-kosten van kinderopvang. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven als bedoeld in artikel 15 van de Uitvoeringsregeling.

Netto-kosten

Het gaat om de kosten die huishoudens voor kinderopvang moeten maken, na aftrek van ontvangen kinderopvangtoeslag. Als het huishouden een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang van de gemeente dan wel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) ontvangt, gaat het om de kosten van kinderopvang na aftrek van deze tegemoetkomingen.

Voor de berekening van de kosten van kinderopvang mag maximaal worden gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang. De maximale uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 7 Extra toegestane financiële middelen

In artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling is geregeld welk bedrag aan financiële middelen bij het verlenen van kwijtschelding niet tot de bezittingen wordt gerekend.

In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling kan de raad besluiten dat het bedrag aan financiële middelen dat niet wordt meegeteld bij de berekening van het vermogen, op een hoger bedrag wordt vastgesteld. De maximale verhoging is afhankelijk van de leefsituatie van de belastingschuldige:

  • -

    voor echtgenoten bedraagt de maximale verhoging € 2.000,

  • -

    voor een alleenstaande bedraagt de verhoging 75 procent van de verhoging die voor echtgenoten is gekozen, en

  • -

    voor een alleenstaande ouder bedraagt de verhoging 90 procent van de verhoging die voor echtgenoten is gekozen.

Artikel 8 Kwijtschelding aan ondernemers

Privé belastingschulden

Natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefenen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden. Voorwaarde is dat de raad de kwijtschelding voor deze groep heeft opengesteld. In de praktijk gaat het om rioolheffing en afvalstoffenheffing.

De voorwaarden waaronder kwijtschelding aan een ondernemer wordt verleend, zijn gelijk aan de voorwaarden die voor natuurlijke personen/niet-ondernemers gelden. Dat wil zeggen dat van dezelfde betalingscapaciteit en van hetzelfde vermogen wordt uitgegaan.

Op het moment dat een ondernemer om kwijtschelding verzoekt, is het netto besteedbare inkomen doorgaans nog niet in te schatten. De gemeente zou dit kunnen oplossen door de belanghebbende van wie zij vermoedt dat hij voor kwijtschelding in aanmerking komt, te vragen te zijner tijd een inkomensverklaring van de Belastingdienst over de betrokken periode te overleggen aan de hand waarvan dan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tijd die ligt tussen indiening en beslissing kan de gemeente uitstel van betaling verlenen. In de praktijk kan er ruime tijd zijn gelegen tussen het moment waarop een ondernemer om kwijtschelding verzoekt en het moment waarop het netto besteedbare is in te schatten.

Belastingschuldigen die hun onderneming in een rechtspersoon (B.V. of N.V.) hebben ondergebracht, zijn in loondienst van hun onderneming. Zij oefenen dus geen bedrijf of zelfstandig beroep uit. Als de vermogens- en inkomenstoets dat toelaten, kunnen ook deze belastingschuldigen als natuurlijk persoon/niet-ondernemer in aanmerking komen voor kwijtschelding van hun privé belastingschulden.

Zakelijke belastingschulden

Voor zakelijke belastingschulden komen ondernemers uitsluitend voor kwijtschelding in aanmerking als de kwijtschelding wordt verleend in het kader van een akkoord met alle schuldeisers en er geen redelijke mogelijkheid aanwezig is om een derde aansprakelijk te stellen. Deze omstandigheid zal zich over het algemeen alleen voordoen bij een schuldsanering in het kader van uitstel van betaling bij een (naderend) faillissement. Daarom geldt als hoofdregel dat ondernemers voor zakelijke belastingschulden niet in aanmerking komen voor kwijtschelding. Als reden hiervoor wordt aangedragen dat kwijtschelding voor ondernemers als een verkapte overheidssubsidie kan worden gezien die de concurrentiepositie verstoort.

Artikel 9 Leidraad invordering

In de leidraad wordt verder uitgewerkt hoe kwijtscheldingsverzoeken worden behandeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Omdat de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023 de Verordening kwijtschelding gemeentelijke Belastingen 2013 vervangt, wordt de oude regeling uitdrukkelijk ingetrokken. De nieuwe regeling geldt voor kwijtscheldingsverzoeken vanaf belastingjaar 2023. De oude regeling blijft echter van toepassing op verzoeken van vóór 1 januari 2023.

De verordening is een algemeen verbindend voorschrift en moet dus worden bekendgemaakt voordat zij in werking kan treden (artikel 8 Bekendmakingswet). Bekendmaking vindt plaats door plaatsing van de integrale tekst van het besluit tot vaststelling of wijziging van de verordening in het elektronisch gemeenteblad. Op grond van artikel 10, tweede lid, van de Bekendmakingswet treedt het bekendgemaakte besluit in werking met ingang van de achtste dag na de dag van de bekendmaking, tenzij in het besluit een ander tijdstip is aangegeven (vroeger of later). In dit besluit is gekozen voor de eerste dag na die van bekendmaking.