Treasury statuut gemeente Gulpen – Wittem 2023

Geldend van 21-10-2023 t/m heden

Intitulé

Treasury statuut gemeente Gulpen – Wittem 2023

Overwegingen

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 juni 2023 inzake bovengenoemd onderwerp.

Besluit

  • 1.

    tot het vaststellen van:

    • a.

      Het Treasury statuut gemeente Gulpen-Wittem 2023;

    • b.

      De beleidsregels publieke taak leningen en garanties gemeente Gulpen-Wittem 2023

  • 2.

    deze regelingen per 1 januari 2023 in werking te laten treden.

Inleiding

Dit statuut is een kaderstellende nota en bevat de regels voor de uitvoering van de treasuryfunctie in de gemeente Gulpen-Wittem. De uitvoeringsregels zijn gebaseerd op landelijke wetgeving en de kaders die zijn vastgelegd in de financiële verordening. Geldende wettelijk kaders zijn (1) Wet Financiering Decentrale Overheden en bijbehorende ministeriële regelingen, (2) Gemeentewet, (3) Besluit Begroting en Verantwoording, (4) Wet Houdbare overheidsfinanciën, (5) de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, (6) ‘Regeling Uitzettingen Derivaten Decentrale Overheden’ en Europese regelingen aangaande staatssteun en de Wet Markt en Overheid.

Doelstelling treasury statuut

Artikel 1 Algemeen

Het treasurystatuut van de gemeente Gulpen-Wittem heeft tot doel een formeel kader te scheppen waarbinnen de financierings- en beleggingsactiviteiten van de organisatie dienen plaats te vinden. In algemene zin zal het financieel beleid dienen bij te dragen en ondersteuning te bieden aan het uitvoeren van de publieke taken van de gemeente. Meer specifiek zal de continuïteit van de gemeente op korte en lange termijn gewaarborgd dienen te worden. De gemeente Gulpen-Wittem houdt zich bij de uitvoering van de financieringsfunctie aan de kaders, zoals onder andere gesteld binnen de Wet Financiering Decentrale Overheden (“Wet FiDo”) en de ‘Regeling Uitzettingen Derivaten Decentrale Overheden’ (“RUDDO”).

Artikel 2 Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente heeft tot doel:

  • Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals rente- en liquiditeitsrisico’s;

  • Het beheersen van mogelijke renterisico’s;

  • Het verankeren van de treasuryactiviteiten in de (administratieve) organisatie;

  • Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet FiDo en RUDDO respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut;

Artikel 3 Voorbereiding van de besluitvorming en uitvoering

Het treasurybeleid wordt ontwikkeld, voorbereid en uitgevoerd door de afdeling Financiën.

Risicobeheer

Artikel 4 Uitgangspunten risicobeheer

Een van de elementen van treasury is het beheren en beheersen van de risico’s, waarbij de volgende risico’s onderscheiden kunnen worden: rente-, liquiditeits- en valutarisico. Hierbij kent ieder risico zijn eigen beheersmaatregelen, welke onderstaand worden toegelicht. Door middel van het periodiek formuleren van een rentevisie en het anticiperen hierop wordt getracht de risico’s, welke veroorzaakt worden door de markt, te beperken.

Met betrekking tot risicobeheer op verstrekte leningen en garanties gelden de volgende algemene uitgangspunten:

Uitzettingen en garanties

Bij uitzettingen dient onderscheid gemaakt te worden in uitzettingen uit hoofde van de publieke taak en uitzettingen (van overtollige liquide middelen) uit hoofde van de treasuryfunctie.

Artikel 4A Uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak

Zoals in artikel 2 aangegeven, stelt de wet FiDo, dat de gemeente leningen en garantstellingen slechts mag verstrekken uit hoofde van de publieke taak. Teneinde het verstrekken van geldleningen en/of het verstrekken van garanties af te bakenen, stelt het college van burgemeester & wethouders beleidsregels op, waarin de regels waaraan het verstrekken van een geldlening of een garantie moeten voldoen, staan genoemd. Op basis van de beleidsregels is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om, binnen de door de gemeenteraad gestelde kaders, invulling te geven aan de publieke taak.

Artikel 4B Uitzettingen uit hoofde van treasuryfunctie

Overtollige middelen dienen conform de wet Schatkistbankieren te worden uitgezet bij de Nederlandse Staat; eveneens biedt de Wet Schatkistbankieren ruimte aan decentrale overheden om onderling van en aan elkaar te lenen.

Artikel 5 Rentebeleid

Een vernieuwde BBV-notitie Rente heeft tot doel (te stimuleren) dat gemeenten alleen de (verwachte) werkelijke rentelasten opnemen in de begroting en de jaarstukken, waarbij ook een verdere harmonisatie tussen gemeenten en daarmee de vergelijkbaarheid nagestreefd worden.

Rentekosten zijn de kosten die de gemeente maakt om over voldoende liquide middelen te beschikken. De rentekosten bestaan uit rentekosten van langlopende leningen (lang vreemd vermogen) en kortlopende leningen (kort vreemd vermogen). Rentetoerekening wordt toegepast om de lasten van het benodigd vermogen toe te rekenen aan de taakvelden in de begroting en jaarrekening. Deze toerekening vindt plaats op basis van de bepalingen in de BBV notitie rente. Gemeente Gulpen-Wittem rekent geen rente toe aan reserves (conform het advies van de commissie BBV).

De rentetoerekening is van belang voor het nemen van investeringsbeslissingen en voor het bepalen van de prijsstelling van die taakvelden van de gemeente waar deze rentelasten door worden veroorzaakt. De rentekosten moeten verplicht worden toegerekend aan de taakvelden op basis van een renteomslag.

Belangrijk is te onderkennen dat niet sprake is van één, maar van meerdere rentepercentages, te weten:

  • a)

    De renteomslag, zoals deze in de notitie Rente van de commissie BBV wordt voorgeschreven

  • b)

    De rekenrente voor (middel)lange leningen, waarmee wordt gerekend bij het opstellen van de liquiditeitsprognose: onderdeel van het, onder a genoemde renteomslag-model van de BBV is dat de ‘geprognosticeerde rente op nieuwe leningen’ vermeld dient te worden: deze rente is een gevolg van de financieringsbehoefte, die resulteert uit de gemeentelijke liquiditeitsprognose. Het rentepercentage dat geldt voor het aantrekken van aanvullende financieringsbehoefte betreft een verwachting, waarbij onder andere wordt rekening gehouden met de, voor zover bekend zijnde, forward 10-jaars SWAP-rente van BNG, RABO, ABN AMRO en ING voor zowel de bekende toekomstige renteherzieningen (van de bestaande leningen), als voor de financieringsbehoefte, die resulteert uit de liquiditeitsplanning van de gemeente;

  • c)

    De rekenrente voor kortlopende schulden, waarmee wordt gerekend bij het opstellen van de liquiditeitsprognose: eveneens wordt in het onder a genoemde renteomslag-model van de BBV vermeld de ‘geprognosticeerde rente op korte financieringen’: ook deze vloeit voort uit de financieringsbehoefte als afgeleide van de liquiditeitsplanning, waarbij het rentepercentage eveneens een verwachting is, die mede gebaseerd wordt op, de voor zover bekend zijnde gemiddelde verwachte driemaands rente van BNG, RABO, ABN AMRO en ING’; het gedeelte van de geprognosticeerde financieringsbehoefte dat met korte middelen gefinancierd kan worden is onderhevig aan de grenzen zoals gesteld in de wet FiDo (Wet Financiering Decentrale Overheden).

  • Renteaanpassingen worden behalve bij het opstellen van de begroting ook tijdens het lopende begrotingsjaar meegenomen; als het financiële mutaties betreft die een aanvullende liquiditeits-behoefte veroorzaken (investeringen, subsidies, projecten etc) dient rente bij het afzonderlijke voorstel te worden geraamd op basis van de in de begroting gehanteerde renteomslag, dit hoeft echter alleen indien het betreffende rentebedrag hoger is dan € 20.000 per jaarschijf.

Artikel 5 A Renterisicobeheer

  • Het renterisico op de korte schuld voldoet aan de kasgeldlimiet volgens de Wet FiDo

  • Het renterisico op de lange schuld voldoet aan de renterisiconorm volgens de Wet FiDo;

  • Nieuwe leningen / uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;

  • De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening / uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • De rentevisie van de gemeente wordt jaarlijks opgesteld;

  • Binnen de geldende kaders streeft de gemeente naar voldoende spreiding in de rentetypische looptijden van leningen / uitzettingen;

  • Het gebruik van derivaten is uitsluitend toegestaan ter afdekking van financiële risico’s en wordt prudent gebruikt.

Artikel 6 Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen op te nemen respectievelijk te verstrekken of te garanderen in euro’s.

Financiering

Artikel 7 Financiering

Financiering is een deelfunctie van treasury en omvat de activiteiten die gericht zijn op het beheren van de liquiditeitsposities en het voorzien in de benodigde liquiditeiten voor de realisatie van voorgenomen investeringen en exploitatie, waarbij het zowel gaat om financiering tot 1 jaar (geldmarkt) alsook om financiering langer dan 1 jaar (kapitaalmarkt), alsmede het onderhouden van de relatie met financiële instellingen.

De basis voor het zo adequaat en efficiënt mogelijk aantrekken van voldoende financiering, zowel kort als lang, wordt gevormd door de rentevisie van de gemeente en de meerjarige liquiditeitsprognose, waarbij gestreefd wordt naar optimalisatie van het (rente-)resultaat.

Voor de financieringsfunctie gelden de volgende richtlijnen:

  • leningen en uitzettingen vinden enkel plaats ter uitoefening van de publieke taak;

  • financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;

  • toegestane geldmarktinstrumenten zijn:

    • o

      rekening-courant krediet bij banken

    • o

      call-geld (daggeld)

    • o

      kasgeldleningen

    • o

      onderhandse leningen

  • toegestane kapitaalmarktinstrumenten zijn:

    • o

      onderhandse leningen

  • beperkt en prudent gebruik van derivaten is toegestaan en beschreven in bijlage 5;

  • het aantrekken van financiering geschiedt tegen zo gunstig mogelijke condities en wordt zodanig gekozen dat deze passen binnen het prudente risicobeleid; de gemeente zal minimaal offertes opvragen (welke schriftelijk worden vastgelegd) bij de huisbankier én één andere partij (zijnde een andere bank, financiële instelling of makelaar) alvorens een financiering wordt aangetrokken;

  • bij het opereren op de financiële markten wordt zodanig gehandeld dat de toegang tot de markten niet in gevaar komt.

Artikel 8 De Wet HOF (Houdbare Overheidsfinanciën)

In het kader van de Wet HOF wordt jaarlijks bij de begroting een berekening van het EMU-saldo opgenomen.

Artikel 9 Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht1 te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;

  • Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

Kasbeheer

Artikel 10 Geldstromenbeheer

Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitsplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • Het betalingsverkeer wordt zo efficiënt mogelijk uitgevoerd door één bank;

Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 11 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasury-activiteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd:

    • o

      Taken en verantwoordelijkheden zijn nader vastgelegd in artikel 12;

    • o

      Bevoegdheden, via delegatie en mandaat zijn nader vastgelegd in artikel 13;

  • De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

    • o

      de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • o

      de treasury-activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd

    • o

      de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn;

  • Bij de uit te voeren treasury-activiteiten is een functiescheiding van toepassing;

  • iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogenprincipe);

  • Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten;

  • Na ontvangst van de transactiebevestiging wordt de transactie gecontroleerd door de functionaris die belast is met de interne controle.

Artikel 12 Taken en verantwoordelijkheden

De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in de tabel in bijlage 2.

Artikel 13 Bevoegdheden

De bevoegdheden met betrekking tot treasury-activiteiten, de daarbij benodigde autorisatie en de vervangingsregeling zijn opgenomen in de tabel in bijlage 3.

Artikel 14 Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasury-activiteiten dient ten minste de in bijlage 4 opgenomen tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen.

Slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang ’s daags na publicatie

  • De nota wordt aangehaald als: Treasurystatuut en Rentenota gemeente Gulpen-Wittem 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Gulpen-Wittem in zijn vergadering van 28 september 2023.

de raadsgriffier,

mr. R. Reichrath

de voorzitter,

ing. N.H.C. Ramaekers-Rutjens

Bijlage 1: Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Derivaten: Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s af te dekken en financieringskosten te minimaliseren.

  • -

    EMU-Saldo: Het saldo van de ontvangsten en de uitgaven van de collectieve sector in een jaar, zijnde het netto financieringssaldo van de collectieve sector, berekent overeenkomstig de voorschriften van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie.

  • -

    Financiële Vaste Activa: Duurzaam financieel belang dat de gemeente heeft bij een andere partij. Het kan hierbij gaan om kapitaalverstrekkingen, uitgezette geldleningen, overige uitzettingen (beleggingen) en bijdragen aan activa in eigendom van derden.

  • -

    Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen. Deze middelen kunnen bestaan uit kort en (middel)lang vreemd vermogen.

  • -

    Geldstromenbeheer: Het managen van de geldstromen, zowel binnen de organisatie als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

  • -

    Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjarige investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

  • -

    Kasgeldlimiet: Het bedrag ter grootte van een percentage (op dit moment 8,5) van het totaal van de jaarbegroting, dat op basis van de Wet FiDo maximaal kort (lees: in rekening courant dan wel via kortlopende leningen) gefinancierd mag worden.

  • -

    Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde wijzigen als gevolg van koersontwikkelingen.

  • -

    Liquiditeitenbeheer: Het managen van de beschikbare gelden op een zo efficiënt mogelijke manier alsook het kunnen garanderen dat steeds de middelen beschikbaar zijn om aan de lopende verplichtingen te kunnen voldoen;

  • -

    Liquiditeitsplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid.

  • -

    Renterisico: Het gevaar van tegenvallende (financiële) renteresultaten als gevolg van wijzigende rentetarieven.

  • -

    Renterisiconorm: Op basis van de Wet FiDo wordt een percentage (op dit moment 20) gefixeerd van de totale vaste schuld dat per kalenderjaar geherfinancierd mag worden respectievelijk waarvan de rente herzien mag worden.

  • -

    Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

  • -

    Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling, die eens per jaar in de begroting (financieringsparagraaf) zal deze worden opgesteld.

  • -

    Saldobeheer: Het managen van de dagelijkse saldi op de diverse rekeningen op een zo efficiënt mogelijke manier.

  • -

    Schatkistbankieren: Voor decentrale overheden betekent schatkistbankieren dat overtollige middelen aangehouden dienen te worden in de schatkist bij het ministerie van Financiën. Dit houdt in dat overtollige liquiditeiten niet langer bij bijvoorbeeld banken (en daarmee) buiten de schatkist mogen worden aangehouden. Ook is toegestaan dat decentrale overheden gelden onderling bij elkaar uitzetten.

  • -

    Treasury-functie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer.

  • -

    Wet FiDo: Bevat de regels waaraan het treasurybeleid moet voldoen en de wijze waarop de toezichthouder geïnformeerd dient te worden.

  • -

    Gemeentewet: Regelt de bevoegdheden van raad en college. Tevens geeft artikel 212 aan dat gemeenten verplicht zijn een financiële verordening op te stellen. In deze verordening is o.a. vastgelegd dat regels met betrekking tot de financieringsfunctie zijn vastgelegd in het voorliggende treasurystatuut.

  • -

    Besluit BBV: Besluit Begroting en Verantwoording: Regels de inrichting van de financiële huishouding in relatie tot het financieringsbeleid. Artikel 9 bevat bijvoorbeeld het voorschrift dat gemeenten een financierings-paragraaf moeten opnemen in de begroting en het jaarverslag.

  • -

    Wet markt en overheid: In deze wet is vastgelegd dat de integrale kostprijs moet worden doorberekend voor economische activiteiten en dat overheden eigen bedrijven niet mogen bevoordelen ten opzichte van concurrerende bedrijven. Deze is o.a. van belang bij het verstrekken van leningen of garanties.

Bijlage 2: Taken en Verantwoordelijkheden treasuryfunctie

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

  • Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, beleidskaders en limieten en het treasurystatuut;

  • Het vaststellen van de financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening;

  • Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan;

  • Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid;

Commissie BSM

  • Het uitbrengen van advies over beleidsvoorstellen en rapportages op het gebied van treasury aan de Gemeenteraad

College van B&W

  • Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

  • Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

  • Aanbieden van de financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening

teamleider financiën i.s.m. teamleiders

  • Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

  • Het bewaken van de kwaliteit van de treasuryprocessen;

  • Het opnemen van de controle van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie in het interne controleplan.

teamleider Financiën

  • Het uitvoeren van de aan haar / hem gemandateerde treasury-activiteiten conform het treasurystatuut en de financieringsparagraaf;

  • Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem / haar gemandateerde treasury-activiteiten;

  • Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer;

  • Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W.

De teamleiders / hoofden van de diverse afdelingen

  • Het zorgdragen voor tijdig aangereikte informatie van goede kwaliteit aan de afdeling Financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten

Medewerker financiële administratie

  • Het aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeentelijke administratie

  • Het beheren van de leningenadministratie

  • Het rapporteren aan de teamleider financiën belast met controle over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

  • Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, verplichtingen, rechten, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie;

  • Het afhandelen van het girale betalingsverkeer.

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

  • Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

  • Het rapporteren over de treasury-activiteiten in het kader van de P&C-cyclus;

  • Het opstellen van de rentevisie;

  • Het adviseren van de afdelingen / sectoren over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten;

  • Het aantrekken en uitzetten van korte- en langlopende middelen in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;

  • Het onderhouden van contacten met (huis)bankiers, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

  • Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

  • Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan financiële administratie;

  • Het verzamelen van de financiële mutaties ten behoeve van de liquiditeitsplanning:

  • Het adviseren van de teamleider financiën bij het aantrekken en uitzetten van gelden en het afsluiten van financiële contracten: het afleggen van verantwoording aan de teamleider financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten. Het beheren van de liquiditeitsplanning:

  • Het geven van opdracht tot overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

  • Het ondersteunen bij de afhandeling van het contante en girale betalingsverkeer;

  • Het ontvangen van de orderbevestiging van derden en het controleren of deze overeenkomt met de transactie-informatie

De externe accountant

  • Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Bijlage 3: Bevoegdheden Treasury-functie

Bijlage 3:

Bevoegdheden Treasury-functie

Bevoegd functionaris

(eerste handtekening)

Autorisatie door

(tweede handtekening)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

  • 1.

    Het uitzetten van middelen conform de richtlijnen van het Schatkistbankieren

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

n.v.t.

  • 2.

    Het aantrekken van middelen via daggeld of kasgeld

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

teamleider financiën

  • 3.

    Betalingsopdrachten i.h.k.v. liquiditeitenbeheer voorbereiden en versturen

Financieel administratief medewerker

financieel adviseur

Bankrelatiebeheer

  • 4.

    Bankrekeningen openen / sluiten / wijzigen

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

teamleider financiën

  • 5.

    Bankcondities en tarieven afspreken

teamleider financiën

College van B&W

Financiering en uitzetting

  • 6.

    Het vaststellen van kredietbehoeften

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

teamleider financiën

  • 7.

    Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

teamleider financiën

  • 8.

    Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

teamleider financiën

College van B&W

  • 9.

    Het garanderen van middelen uit hoofd van de publieke taak

teamleider financiën

College van B&W

Vervangingsregeling

Functionaris

Vervanger

Financieel administratief medewerker

(collega) financieel administratief medewerker

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

financieel adviseur

Teamleider financiën

Directeur

Directeur

Algemeen Directeur

Bijlage 4: Informatievoorziening

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

  • 1.

    Gegevens aanleveren m.b.t. toekomstige geldstromen voor de liquiditeitsplanning

Per half jaar

coördinatoren / hoofden van de diverse afdelingen

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

  • 2.

    Liquiditeitsplanning

Per half jaar

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker

Teamleider financiën

  • 3.

    Beleidsplannen en rentevisie voor de financieringsparagraaf bij de begroting

Jaarlijks

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker / College van B&W

Gemeenteraad

  • 4.

    Evaluatie treasury-activiteiten in financieringsparagraaf van de jaarrekening

Jaarlijks

Fiscaal / financieel beleidsmedewerker / College van B&W

Gemeenteraad

Bijlage 5 Toegestane Rente-derivaten

In de “Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden”, die onderdeel uitmaakt van de ‘Wet FiDo” wordt een aantal randvoorwaarden gesteld aan het gebruik van derivaten, waarvan wellicht de meest alomvattende is, dat derivaten uitsluitend mogen worden gebruikt ter beperking van financiële risico's.

De gemeente geeft een meer concrete invulling aan de algemeen geldende richtlijnen van ‘RUDDO’ door een limitatieve opsomming te geven van de toegestane derivaten. Ook voor de gemeente Gulpen-Wittem geldt expliciet, dat de betreffende instrumenten uitsluitend zullen worden ingezet ter vermindering van mogelijke renterisico’s.

De volgende rentecontracten kunnen gebruikt worden voor beheersing van de korte rente:

  • -

    FRA; Forward Rate Agreement: hierbij kan de rente voor toekomstige (kortlopende) leningen of uitzettingen vooraf gefixeerd worden; voor FRA’s geldt een maximale looptijd van 2 jaar.

  • -

    Roll-overkrediet: een (middel-) lange lening met een variabele rente op basis van de Euribor (Euribor staat voor ‘Euro Interbank Offered Rate’ en is het rentetarief waartegen Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken. Iedere werkdag om 11:00 C.E.T. wordt het Euribor rente tarief officieel vastgesteld.)

  • -

    CAP resp. FLOOR; dit zijn beide opties op de Euribor: bij de CAP betaalt de koper een premie om verzekerd te zijn van een maximum Euribor (bijv. ingeval van een lening) en bij de Floor betaalt de koper een premie om verzekerd te zijn van een minimum Euribor (bijv. ingeval van deposito’s).

  • -

    COLLAR, dit is een combinatie van een CAP en een FLOOR, hierbij koopt men een CAP en tegelijkertijd verkoopt men een FLOOR, waarbij de ‘te betalen premie’ voor de gekochte CAP gelijk is en aldus wegvalt tegen de ‘te ontvangen premie’ voor de verkochte FLOOR.

Indien men leent kan men middels dit instrument waarborgen, dat de rente van de lening ‘aan de bovenzijde’ is afgetopt, maar dat ook de rente naar beneden is begrensd: hierdoor beweegt de te betalen rente tussen twee grenzen.

De volgende instrumenten kunnen gebruikt worden voor de beheersing van de lange rente:

  • -

    Interest Rate (payer) Swap; dit is een overeenkomst waarbij de variabele rente, op basis van Euribor, wordt geruild voor een vaste rente. Hiervoor behoeft géén premie betaald te worden. Deze (payer) IRS mag desgewenst forward starting zijn.

  • -

    Rente-CAP’s: hierbij betaalt de gemeente een premie om verzekerd te zijn van een maximum Euribor (bijv. ingeval van een lening) over een overeengekomen hoofdsom, gedurende een bepaalde looptijd.

  • -

    Swaption; wanneer men nog niet direct een ‘Interest Rate Swap’ wenst af te sluiten, maar men is wél van mening dat de rente op een aantrekkelijk niveau ligt en men wil een rentestijging wenst uit te sluiten, dan men een optie kopen op een Interest Rate Swap. Men betaalt hiervoor weliswaar een premie, maar men heeft het voordeel dat men (1) is verzekerd tegen een hogere rente, (2) men de optie kan (maar niet moét) uitoefenen en (3) indien de onderliggende lening niet doorgaat, men de optie weer kan verkopen. Het “risico” is aldus beperkt tot de te betalen premie.

  • -

    Lening danwel deposito met een forward stortingsdatum: hierbij wordt een lening of deposito afgesloten met een stortingsdatum die in de toekomst ligt; dit vanuit het streven om de lening c.q. het deposito zo goed mogelijk te laten aansluiten op de liquiditeitsplanning, teneinde het renteresultaat (voor de gemeente) zo positief mogelijk te laten zijn en mogelijke renterisico’s uit te sluiten.

Toelichting op de artikelen in het treasurystatuut

Artikel 2

In artikel 2 worden de doelstellingen van de treasuryfunctie van de gemeente weergegeven.

In de eerste plaats dient de treasury ervoor te zorgen dat de gemeente “duurzaam toegang heeft tot de financiële markten tegen acceptabele condities”. De treasury dient te waarborgen dat de gemeente duurzaam in staat is de voor haar activiteiten benodigde middelen aan te trekken c.q. haar overtollige middelen uit te zetten in de Schatkist. De condities die daarbij worden bedongen dienen, in het licht van de op het betreffende moment gebruikelijke condities, acceptabel (tenminste marktconform) te zijn.

De gemeente loopt de volgende financiële risico’s: renterisico’s, interne liquiditeits-risico’s en valutarisico’s. Het is de taak van de treasury dergelijke risico’s tegen acceptabele condities te beperken.

De derde doelstelling van de treasuryfunctie is het minimaliseren van de kosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële posities. Deze kosten bestaan onder andere uit rentekosten, provisies en kosten van het betalingsverkeer. Het is de taak van de treasury het beheer zo efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren.

De gemeente streeft ernaar de renteresultaten te optimaliseren. Dit betekent dat de gemeente geen middelen onbenut laat en streeft naar zo hoog mogelijke rente-opbrengsten (c.q. zo laag mogelijk rentekosten) zonder dat daarbij overmatige risico’s worden gelopen. De prioriteiten van de treasuryfunctie liggen in eerste instantie bij het beheersen en beperken van financiële risico’s; de treasuryfunctie is immers géén winstgerichte afdeling (“profit center”).

Artikel 4

De Wet FiDo geeft twee belangrijke beleidsmatige uitgangspunten met betrekking tot treasury. Dit betreft enerzijds de “publieke taak” waarvoor leningen en garanties dienen en anderzijds het prudente karakter van (overige) uitzettingen. Er wordt hierbij dus een specifiek onderscheid gemaakt tussen het verstrekken van leningen “uit hoofde van de publieke taak” en het uitzetten van middelen “uit hoofde van treasuryfunctie”.

De bevoegdheid om iets, al dan niet, tot de publieke taak te rekenen berust bij het college van burgemeester en wethouders, een en ander binnen de door de gemeenteraad gestelde kaders. Derivaten zijn financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. Derivaten kennen een breed toepassingsgebied en worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren. De Wet FiDo stelt dat derivaten uitsluitend mogen worden gebruikt ter beperking van financiële risico’s. Derivaten zijn beperkt toegestaan en voor een nadere uitwerking wordt verwezen naar bijlage 5.

Artikel 5

Het gemeentelijke rentebeleid is gebaseerd op de BBV-notitie Rente. Doelstelling van de BBV notitie is (1) het bevorderen van een eenduidige handelwijze (harmonisatie) met betrekking tot rente door gemeenten, (2) het stimuleren dat gemeenten de (verwachte) werkelijke rentelasten opnemen in de begroting en de jaarstukken en (3) het eenduidig inzichtelijk maken (transparantie) van de wijze waarop de gemeenten met rente omgaan.

Artikel 5 A lid 1

Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van (externe-) rente-wijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. Om een grens te stellen aan korte financiering (met een looptijd tot één jaar) is in de Wet FiDo de kasgeldlimiet opgenomen. Juist voor korte financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties (lees: stijgingen) in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten.

Artikel 5 A lid 2

Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille.

Artikel 5 A lid 3

Afstemming op de liquiditeitsplanning beoogt middelen te lenen c.q. uit te zetten gedurende de periode dat zij daadwerkelijk nodig respectievelijk beschikbaar zijn.

Artikel 5 A lid 5

Een rentevisie is een toekomstverwachting over de renteontwikkeling, op basis waarvan een financierings- en beleggingsbeleid wordt gevoerd. Afhankelijk van de (interne- of externe) ontwikkelingen zal de gemeente haar rentevisie actualiseren.

Artikel 7

Het aantrekken van middelen met als doel deze met winstoogmerk te beleggen is door artikel 2a lid 2 van de Wet FiDo nadrukkelijk niet toegestaan. Om de renteresultaten te optimaliseren wordt zoveel mogelijk intern gefinancierd. Onderhandse geldleningen zijn leningen waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg tussen geldnemer en geldgever worden vastgesteld.

Artikel 9

Op het gebied van relatiebeheer beoogt de treasury goede relationele banden aan te houden met vooraanstaande financiële partijen om steeds toegang te hebben tot de geld- en kapitaalmarkt. Minimaal eens in de 4 jaar zal de beoordeling van het huisbankierschap plaats hebben.

Tussenpersonen hebben een intermediairfunctie bij het afsluiten van financiële transacties en vallen niet onder de “tegenpartijen”. Om dit te ondervangen stelt de gemeente als eis dat tussenpersonen onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) staan en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.

Artikel 10

Geldstromenbeheer omvat met name het zorgdragen voor een efficiënt betalingsverkeer. Geldstromen kunnen bijvoorbeeld op elkaar worden afgestemd door betaaldata af te stemmen op verwachte ontvangsten. Hiermee wordt voorkomen dat de gemeente tijdelijk middelen moet aantrekken teneinde de betreffende betaling (tijdelijk) te financieren. Het laten uitvoeren van het betalingsverkeer door één bank heeft als voordeel dat de kosten van het overboeken van middelen tussen verschillende banken worden vermeden.

Artikel 11

Bij de treasuryfunctie zijn meerdere personen en organen betrokken. Het treasurystatuut kent een expliciet delegatie- en mandateringspatroon: deze regelt welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden de betrokken partijen hebben.

Met het oog op de omvang en de aard van de transacties en de hiermee samenhangende risico’s, is in dit artikel een aantal specifieke uitgangspunten opgenomen om een eenduidige functiescheiding aan te brengen tussen beleidsbepaling, uitvoering, administratie en controle hierop.

Artikel 12 & 13

De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de functionarissen die binnen de gemeente betrokken zijn bij de treasury-activiteiten zijn in artikel 12 respectievelijk artikel 13 beschreven. De toekenning van de genoemde taken en bijbehorende bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan functies en/of functionarissen vindt plaats via de hiertoe dienende documenten (mandaten, besluiten e.d.). Deze verantwoordelijkheden worden gecommuniceerd naar de betrokkenen.

Artikel 14

De eindverantwoordelijkheid voor het treasurybeleid ligt primair bij het bestuur van de gemeente. Teneinde niet onnodig te worden belast met het dagelijkse treasurybeheer draagt het bestuur een deel van haar bevoegdheden over aan de ambtelijke organisatie. De praktische uitvoering van het beleid heeft dus vooral plaats op ambtelijk niveau, met als voordeel een slagvaardiger optreden. Bij de toewijzing van bevoegdheden vindt de vereiste functiescheiding plaats tussen besluitvorming, uitvoering, administratie en controle.

De tabel (bijlage 4) in dit artikel geeft weer op welke wijze de informatievoorziening wordt gewaarborgd voor: operationele informatie (punt 1 en 2), beleidsmatige informatie (punt 3) en verantwoordingsinformatie (punt 4 en 5). Het verstrekken van juiste, tijdige, volledige en relevante verantwoordingsinformatie moet gerekend worden tot de belangrijkste succesfactoren voor het kunnen beheersen van de financiële en interne risico’s van de gemeente.


Noot
1

Onder de Europese Economische Ruimte (EER) vallen naast de lidstaten van de Europese Unie ook Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.