Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR702029
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR702029/2
Subsidieregeling Gelijke kansen voor kinderen tot en met het primair onderwijs Zwolle 2023
Geldend van 04-10-2024 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling Gelijke kansen voor kinderen tot en met het primair onderwijs Zwolle 2023Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle tot vaststelling van de Subsidieregeling Gelijke kansen voor kinderen Zwolle 2023
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle;
overwegende dat het gemeentebestuur wil dat alle kinderen zoveel mogelijk gelijke onderwijskansen hebben en onderwijsachterstanden wil voorkomen;
overwegende dat sommige peuters en kinderen in de primair onderwijsleeftijd daartoe extra ondersteuning nodig hebben;
overwegende dat het gemeentebestuur wil dat alle kinderen in de gemeente Zwolle zoveel mogelijk gelijke kansen hebben en hun capaciteiten kunnen benutten om het maximale uit zichzelf te kunnen halen;
overwegende dat het belangrijk is dat ouders betrokken worden bij de taal- en bredere ontwikkeling van hun kind;
overwegende dat ondersteuning hiervoor nodig kan zijn en dat dat het verstrekken van subsidies hieraan bijdraagt;
gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Zwolle 2022;
besluit vast te stellen de Subsidieregeling Gelijke kansen voor kinderen tot en met het primair onderwijs Zwolle 2023.
Paragraaf 1: Algemeen
Artikel 1.1 Algemene definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a. ASV 2022: Algemene subsidieverordening Zwolle 2022.
Artikel 1.2 Toepasselijkheid ASV 2022
De ASV 2022 is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling nadrukkelijk wordt afgeweken.
Paragraaf 2. Peuteropvang, voorschoolse educatie en kinderopvang
Artikel 2.1 Definities
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
- a.
beleidsregel: beleidsregel indicatie SMI en doelgroepouder kinderopvang Zwolle 2025;
- b.
doelgroepouder: doelgroepouder als bedoeld in artikel 4 van de beleidsregel;
- c.
doelgroeppeuter: peuter met een indicatie voor voorschoolse educatie (VE) van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) IJsselland;
- d.
gastouderbureau: in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) geregistreerd gastouderbureau, bedoeld in artikel 1.46, tweede lid, van de Wet Kinderopvang;
- e.
kindcentrum: in het LRK geregistreerd kindcentrum, bedoeld in artikel 1.46, tweede lid, van de Wet Kinderopvang, welke peuteropvang, VE peuteropvang of kinderopvang aanbiedt, gevestigd in, of met een vestiging in, Zwolle;
- f.
kind: kind woonachtig in de gemeente Zwolle in de leeftijd totdat het uitstroomt uit het primair onderwijs;
- g.
kinderopvang: bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;
- h.
kinderopvang doelgroepouder: kinderopvang van een kind van een doelgroepouder;
- i.
kinderopvang SMI: kinderopvang van een kind van een ouder met een SMI;
- j.
kinderopvangtoeslag: tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang, gebaseerd op Bijlage I Kinderopvangtoeslagtabel van het Besluit kinderopvangtoeslag;
- k.
mentor: pedagogisch medewerker die werkt in de groep van de peuter in het kindcentrum waarmee de ouders de ontwikkeling en het welzijn van de peuter bespreken;
- l.
ouderbijdrage: inkomensafhankelijke financiële bijdrage die ouders moeten betalen voor de afname van kinderopvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;
- m.
pedagogisch medewerker: medewerker die verantwoordelijk is voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen in een kindcentrum en voldoet aan de bepalingen op basis van de CAO Kinderopvang;
- n.
peuter: kind in de leeftijd van 2 jaar tot het moment dat het kind naar het primair onderwijs uitstroomt;
- o.
peuteropvang: opvang van een peuter waarbij een gestructureerd programma gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool wordt aangeboden volgens de Wet Kinderopvang;
- p.
SMI: sociaal medische indicatie van een ouder conform de beleidsregel;
- q.
toetsingsinkomen: inkomen of gezamenlijk inkomen van een of meer ouder(s), als bedoeld in artikel 8 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen; zoals door de belastingdienst wordt gebruikt om het recht op kinderopvangtoeslag te berekenen;
- r.
VE peuteropvang: opvang van een doelgroeppeuter met een programma van voorschoolse educatie, waarbij op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;
- s.
maximum uurprijs: maximaal voor tegemoetkoming van de gemeente in aanmerking komende prijs per zestig minuten geboden opvang overeenkomstig artikel 4 van het Besluit kinderopvangtoeslag.
Artikel 2.2 Doel
Deze subsidieparagraaf heeft als doel het bieden en bevorderen van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van (VE) peuteropvang, voorschoolse educatie en kinderopvang om op die manier de doorgaande ontwikkellijn van (doelgroep)peuters en kinderen binnen het primair onderwijs te bevorderen.
Artikel 2.3 Subsidievorm
Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
Artikel 2.4 Aanvrager
-
1. Subsidie wordt verstrekt aan een kindcentrum.
-
2. In aanvulling op het voorgaande lid kan subsidie als bedoeld in artikel 2.5, onder c en d, ook worden verstrekt aan een gastouderbureau.
Artikel 2.5 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:
- a.
peuteropvang;
- b.
VE peuteropvang;
- c.
kinderopvang SMI;
- d.
kinderopvang doelgroepouder;
- e.
de extra inzet van een pedagogisch medewerker op HBO werk- en denkniveau voor een doelgroeppeuter;
- f.
het bieden van extra ondersteuning aan een groep doelgroeppeuters;
- g.
het thuis bezoeken van doelgroeppeuters door de mentor.
Artikel 2.6 Subsidiecriteria
-
1. Indien er sprake is van een aanvraag door een gastouderbureau vindt de kinderopvang SMI of kinderopvang doelgroepouder plaats bij een gastouder met een woonadres in de gemeente Zwolle.
-
2. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.5, sub b, e tot en met g in aanmerking te komen voldoet aanvrager aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
-
3. In aanvulling op lid 1 geldt voor een subsidie als bedoeld in artikel 2.5 sub e dat wordt voldaan aan het vereiste dat de inzet maximaal 10 uur per doelgroeppeuter per kalenderjaar bedraagt.
Artikel 2.7 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie bedraagt voor de in artikel 2.5 sub a genoemde activiteit:
- a.
voor een peuter waarvan de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag een toeslag van € 1,56 per uur over maximaal 640 uren;
- b.
voor een peuter waarvan de ouder geen recht heeft op kinderopvangtoeslag de hoogte van de fictieve berekening van de kinderopvangtoeslag met een toeslag van € 1,56 per uur over maximaal 640 uren.
- a.
-
2. De hoogte van de subsidie bedraagt voor de in artikel 2.5 sub b genoemde activiteit:
- a.
voor een doelgroeppeuter waarvan de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag:
- i.
over de eerste maximaal 640 uren: een toeslag van € 1,56 per uur;
- ii.
over de volgende maximaal 640 uren: de ouderbijdrage tot de maximum uurprijs met een toeslag van € 1,56 per uur;
- i.
- b.
voor een doelgroeppeuter waarvan de ouder geen recht heeft op kinderopvangtoeslag:
- i.
over de eerste maximaal 640 uren de hoogte van de fictieve berekening van de kinderopvangtoeslag met een toeslag van € 1,56 per uur;
- ii.
over de volgende maximaal 640 uren de maximum uurprijs met een toeslag van € 1,56 per uur.
- i.
- a.
-
3. De hoogte van de subsidie bedraagt voor de in artikel 2.5 sub c genoemde activiteit de hoogte van de fictieve berekening van de kinderopvangtoeslag.
-
4. De hoogte van de subsidie bedraagt voor de in artikel 2.5 sub d genoemde activiteit:
- a.
de ouderbijdrage, waarbij wordt uitgegaan van de maximum uurprijs, voor zover de doelgroepouder recht heeft op kinderopvangtoeslag conform de laagste trede van de kinderopvangtoeslagtabel, als opgenomen in bijlage I van het Besluit kinderopvangtoeslag;
- b.
voor een kind waarvan de doelgroepouder behoort tot de groep, bedoeld in artikel 4, onder f van de beleidsregel 100% van de maximum uurprijs;
- c.
€ 0 voor een kind waarvan de doelgroepouder een toetsingsinkomen hoger dan de laagste trede van de belastingdienst heeft.
- a.
-
5. Voor de in artikel 2.5 sub e genoemde activiteit bedraagt de subsidie de loonkosten behorend bij de CAO Kinderopvang schaal 9 trede 35, voor zover die bestaan uit brutoloon, vakantiegeld, 13e maand en de wettelijk verplichte werknemersverzekeringen en -premies voor de werkgever over maximaal 10 uur per kalenderjaar per doelgroeppeuter.
-
6. De hoogte van de subsidie bedraagt voor de in artikel 2.5 sub f genoemde activiteit € 10.080,00 per locatie van een kindcentrum.
-
7. Voor de in artikel 2.5 sub g genoemde activiteit bedraagt de subsidie de loonkosten behorend bij de CAO Kinderopvang schaal 6 trede 23, voor zover die bestaan uit brutoloon, vakantiegeld, 13e maand en de wettelijk verplichte werknemersverzekeringen en -premies voor de werkgever over maximaal één uur per thuisbezoek.
Artikel 2.8 Bevoorschotting
In afwijking van artikel 14 van de ASV 2022 bedraagt het voorschot 100% van het verleende subsidiebedrag.
Artikel 2.9 Indieningsvereisten
-
1. In afwijking van artikel 9 van de ASV 2022 wordt een aanvraag voor subsidie ingediend middels het door burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier.
-
2. In aanvulling op het voorgaande lid wordt tevens een volledig ingevuld door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier Aanvraag Peuteropvang, Voorschoolse Educatie en Kinderopvang bij de aanvraag gevoegd.
-
3. Bij een subsidieaanvraag voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.5, sub f wordt in aanvulling op voorgaande leden tevens een activiteitenplan bijgevoegd.
Artikel 2.10 Aanvraagtermijn
In afwijking van artikel 10, tweede lid van de ASV 2022 worden subsidieaanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.5 ingediend in de periode van 1 september tot en met 31 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 2.11 Verplichtingen
In aanvulling op artikel 15 lid 1 van de ASV 2022 houdt subsidieontvanger een administratie bij van de documenten op basis waarvan het recht op gesubsidieerde (VE) peuteropvang of kinderopvang SMI of doelgroepouder per kind is bepaald.
Artikel 2.12 Verantwoording
-
1. In afwijking van hoofdstuk 4 van de ASV 2022 wordt een aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de activiteiten plaatsvinden ingediend.
-
2. In afwijking van hoofdstuk 4 van de ASV 2022 bestaat een aanvraag tot subsidievaststelling uit een vaststellingsformulier en een ingevuld formulier Verantwoording Peuteropvang, Voorschoolse Educatie en Kinderopvang en voor zover de aanvraag tevens betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.5, f wordt ook een activiteitenverslag bijgevoegd.
-
3. In aanvulling op lid 2 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling, voor zover de subsidie hoger dan € 125.000 is, tevens een accountantsverklaring op de volgende onderdelen:
- a.
een berekening van de totaalaanspraak op subsidie, zoals vastgelegd in het formulier Verantwoording Peuteropvang, Voorschoolse Educatie en Kinderopvang;
- b.
10% steekproef over:
- i.
de juistheid van de aantallen peuters, doelgroeppeuters en kinderen vallend onder de kinderopvang SMI en doelgroepouder;
- ii.
de mate van overeenstemming tussen het aantal contracturen voor doelgroeppeuters met het aantal geleverde uren per doelgroeppeuter;
- iii.
de juistheid van het in de in de subsidieaanvraag ingeschatte gemiddelde inkomen ten behoeve van de vaststelling van de hoogte van de fictieve kinderopvangtoeslag van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag;
- iv.
de aanwezigheid van inkomensverklaringen voor het hiervoor onder iii genoemde.
- i.
- a.
-
4. Subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijk afgenomen uren, dan wel gerealiseerde activiteiten, zoals opgenomen in het formulier Verantwoording Peuteropvang, Voorschoolse Educatie en Kinderopvang.
Paragraaf 3: Gelijke onderwijskansen
Artikel 3.1 Algemene definities
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a. doelgroepkind: in gemeente Zwolle wonend kind met een (risico op) onderwijsachterstand in de leeftijd vanaf twee jaar totdat het kind uitstroomt uit het primair onderwijs;
-
b. NT2-onderwijs: onderwijs gericht op beheersing van de Nederlandse taal aan anderstaligen;
-
c. welzijnsorganisatie: organisatie waar iedereen hulp, advies en begeleiding rondom welzijnsthema’s kan krijgen, anders dan tegen betaling en zonder toestemming of aanwijzing via de gemeente.
Artikel 3.2 Doel
Deze subsidieparagraaf heeft als doel het verbeteren van de onderwijskansen van doelgroepkinderen.
Artikel 3.3 Subsidie vorm
Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
Artikel 3.4 Aanvrager
-
1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.
-
2. In aanvulling op lid 1 wordt subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3.5, sub d en e, uitsluitend verstrekt aan een welzijnsorganisatie.
Artikel 3.5 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:
-
a. het bieden van NT2-onderwijs aan doelgroepkinderen door een erkende onderwijsinstelling in het primair onderwijs;
-
b. het opstellen en uitvoeren van een maatwerkplan voor een totaalaanpak voor een groep doelgroepkinderen;
-
c. het organiseren van een vakantieprogramma voor doelgroepkinderen;
-
d. het bieden van advies en ondersteuning aan professionals in de kinderopvang of het basisonderwijs met vragen met betrekking tot doelgroepkinderen;
-
e. het bieden van ondersteuning bij ontwikkelingsstimulering van doelgroepkinderen en vergroting van de ouderbetrokkenheid.
Artikel 3.6 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 12 van de ASV 2022 wordt de subsidie geweigerd als:
-
a. de activiteit zich richt op geïndiceerde zorg;
-
b. onvoldoende duidelijk is gemaakt dat de activiteit daadwerkelijk bijdraagt aan het terugdringen of voorkomen van onderwijsachterstanden;
-
c. voor de activiteiten op andere wijze een financiële bijdrage wordt ontvangen van de gemeente Zwolle waarmee het doel van deze subsidieparagraaf kan worden gerealiseerd;
-
d. de activiteit binnen een wettelijke verplichting van de aanvrager valt.
Artikel 3.7 Subsidiabele kosten
Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.5.
Artikel 3.8 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 6 van de ASV 2022 komen de kosten voor eten en drinken niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 3.9 Subsidiehoogte
De subsidie bedraagt:
-
a. maximaal 90% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 7.000 per doelgroepkind voor de activiteit, bedoeld in artikel 3.5, sub a;
-
b. maximaal 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 800 per doelgroepkind voor de activiteit, bedoeld in artikel 3.5, sub b;
-
c. maximaal 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 400 per doelgroepkind en een maximum van € 30.000 per aanvrager voor de activiteit, bedoeld in artikel 3.5, sub c;
-
d. maximaal 100% van de subsidiabele kosten voor de activiteit, bedoeld in artikel 3.5, sub d;
-
e. maximaal 100% van de subsidiabele kosten voor de activiteit, bedoeld in artikel 3.5, sub e.
Artikel 3.10 Subsidieplafond
Het college stelt het subsidieplafond vast.
Artikel 3.11 Wijze van verdeling
-
1. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen als bedoeld in artikel 3.5, onder a, d of e, die in dezelfde aanvraagperiode als bedoeld in artikel 3.12 zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per aanvrager naar rato verdeeld.
-
2. Subsidie als bedoeld in artikel 3.5, onder b en c, wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.
-
3. In aanvulling op lid 2 wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting, voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden.
Artikel 3.12 Aanvraagtermijn
-
1. In afwijking van artikel 10, lid 1, van de ASV 2022 wordt een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.5, onder a, d en e, ingediend in de periode 1 oktober tot en met 31 oktober in het jaar voorafgaand op het jaar waarop de activiteit betrekking heeft.
-
2. In afwijking van het voorgaande lid wordt een aanvraag voor subsidie voor activiteiten die betrekking hebben op 2024 ingediend in de periode 15 oktober tot en met 31 oktober 2023.
Artikel 3.13 Beslistermijn
In afwijking van artikel 11, eerste lid, van de ASV 2022 beslissen burgemeester en wethouders binnen 13 weken nadat de termijn voor het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 3.12 is verstreken.
Artikel 3.14 Verplichtingen
De activiteiten als bedoeld in artikel 3.5, onder b en c worden binnen één jaar na subsidieverlening afgerond.
Artikel 3.15 Verantwoording
In aanvulling op hoofdstuk 4 van de ASV 2022 wordt bij een aanvraag tot vaststelling van de subsidie het Formulier Verantwoording Gelijke Onderwijskansen gevoegd.
Paragraaf 4. Slotbepalingen
Artikel 4.1 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze subsidieregeling treedt in werking de dag na publicatie.
-
2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Gelijke kansen voor kinderen tot en met het primair onderwijs Zwolle 2023.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 oktober 2023
P. Snijders, burgemeester
D. Emmer, secretaris.
Toelichting
Algemeen
Het gemeentebestuur wil dat alle kinderen zoveel mogelijk gelijke kansen hebben in het onderwijs, zodat zij hun capaciteiten kunnen benutten en het maximale uit zichzelf kunnen halen. Daarom is het belangrijk (onderwijs)achterstanden te voorkomen en terug te dringen. De subsidieregeling richt zich specifiek op een breed spectrum. Van het bieden van opvang voor (doelgroep)peuters, omdat voorschoolse voorzieningen een belangrijke bijdrage leveren aan de (doorgaande) ontwikkeling van kinderen en het verminderen van (onderwijs)achterstanden tot het bieden van extra ondersteuning en mogelijkheden voor kinderen in het basisonderwijs.
Artikelgewijze toelichting
Paragraaf 2: Peuteropvang
Artikel 2.1:
Sub a. Doelgroeppeuter: Er is ook sprake van een doelgroeppeuter als deze peuter eerder in een andere woonplaats ook een indicatie heeft ontvangen. Deze indicatie moet dan worden omgezet naar de juiste woonplaats door GGD IJsselland.
Sub c. Kindcentrum: Het gaat hierbij niet zozeer om een voorziening waarin organisaties als onderwijs, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaal en welzijnsorganisaties voor kinderen zijn samengevoegd op één plek.
Artikel 2.7
Lid 2: Doelgroeppeuters hebben recht op 4 dagdelen VE-peuteropvang per week. De subsidie voor de eerste twee dagdelen wordt berekend conform sub i. Dagdeel drie en vier wordt berekend volgens sub ii. Voor zowel de eerste twee als de volgende twee geldt dat er een maximum van 640 uur wordt gesubsidieerd.
Artikel 2.8
Lid 5: De subsidie kan door het kindcentrum naar eigen inzicht in worden gezet ten behoeve van de doelgroeppeuters.
Paragraaf 3: Gelijke onderwijskansen
Artikel 3.1
Sub a. Doelgroepkind: zoals omschreven in de Notitie Onderwijskansenbeleid 2021-2024.
Artikel 3.7
Sub a. Het doel is juist om geïndiceerde zorg te voorkomen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl