Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen Eemsdelta.

Geldend van 18-10-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen Eemsdelta.

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de Gemeente Eemsdelta, ieder voor zover het de uitoefening van zijn bevoegdheid betreft;

Overweegt het volgende:

  • Op 1 november 2013 is overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van de op dat moment vigerende Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen (hierna: de regeling) met de Omgevingsdienst Groningen een dienstverleningsovereenkomst aangegaan door de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum voor het uitvoeren van vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken op het gebied van het omgevingsrecht. Deze overeenkomst is nadien verlengd;

  • Per 1 januari 2021 als gevolg van een gemeentelijke herindeling de gemeente Eemsdelta is ontstaan uit de (voormalige) gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum;

  • Ten behoeve van de uitvoering van deze in de dienstverlengingsovereenkomst overeengekomen taken wordt mandaat, volmacht en machtigingen aan de Omgevingsdienst Groningen verleend als bedoelt in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

  • De dienstverleningsovereenkomst met de Omgevingsdienst Groningen is aan de Omgevingsdienst Groningen de opdracht is verleend tot het uitvoeren van de basistaken, als bedoeld in artikel 4 van de regeling;

  • Naast de basistaken is conform de eerder vernoemde dienstverleningsovereenkomst daarin ook opdracht verleend tot uitvoering van (doorhalen wat niet van toepassing is):

    • Het milieutakenpakket, als bedoeld in artikel 5 van de regeling;

    • Het wabo takenpakket, als bedoel in artikel 6 van de regeling (doorgehaald);

    • Het BRZO takenpakket, als bedoeld in artikel 7 van de regeling (doorgehaald);

    • Overige werkzaamheden, als bedoeld in artikel 8 van de regeling;

  • Het is gewenst de uitoefening van de hen bij of krachtens wettelijk voorschrift toekomende bevoegdheden met betrekking tot bovengenoemde taken mandaat te verlenen aan de directeur van de Omgevingsdienst Groningen en deze toe te staan onder mandaat te verlenen;

  • Met het oog op een efficiënte bedrijfsvoering van de Omgevingsdienst Groningen is gewenst om zoveel mogelijk bevoegdheden, alsmede uitvoeringsaspecten daarvan op te dragen aan de directeur van de Omgevingsdienst Groningen;

  • Dientengevolge wensen zij zoveel mogelijk de aan hen- uit welken hoofde dan ook – toekomende bevoegdheden door middel van een algemeen mandaat op te dragen aan de directeur van de Omgevingsdienst Groningen:

  • Het is voorts gewenst instructies te geven ter zaken van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

Gelet op artikel 9 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Groningen,

Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen Eemsdelta

Mede gelet op de bepalingen van afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht, de bepalingen van de Gemeentewet respectievelijk Provinciewet en Titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluiten:

Vast te stellen de navolgende 'Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen 2018'.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Mandaat: de bevoegdheid om namens gedeputeerde staten, de commissaris van de koning, burgemeesters en wethouders of burgemeesters van de gemeenten besluiten te namen als bedoelt in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht (AWB):

  • b.

    Ondermandaat: de opdracht om de in mandaat aan de Omgevingsdienst Groningen verleende bevoegdheden uit te oefenen, als bedoeld in artikel 10:9 van de AWB:

  • c.

    volmacht: bevoegdheid om namens gedeputeerde staten of de commissaris van de Koning, burgemeester en wethouders of de burgemeesters van de gemeenten privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • d.

    machtiging: bevoegdheid om namens gedeputeerde staten of de commissaris van de Koning, burgemeester en wethouders of de burgemeesters van de gemeenten feitelijke handelingen te verrichten;

  • e.

    de regeling: de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen

  • f.

    directeur : de directeur tevens secretaris van de Omgevingsdienst Groningen bedoeld in artikel 26 van de regeling.

Artikel 2 Bevoegdheden

  • 1.

    Aan de directeur wordt mandaat verleend als bedoeld in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht voor de uitoefening van de bevoegdheden, behorende tot het aan de Omgevingsdienst Groningen opgedragen basistakenpakket als bedoeld in artikel 4 van de regeling, alsmede de bevoegdheden behorende tot (doorhalen wat niet van toepassing is)

    • het milieupakket, als bedoeld in artikel 5 van de regeling

    • het wabo-pakket, als bedoeld in artikel 6 van de regeling (doorgehaald)

    • het BRZO-pakket, als bedoeld in artikel 7 van de regeling (doorgehaald)

    • overige werkzaamheden, als bedoeld in artikel 8 van de regeling

  • 2.

    Bij afwezigheid van de directeur van de Omgevingsdienst Groningen is zijn plaatsvervanger bevoegd.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    De directeur is bevoegd aan de onder hem ressorterende leidinggevenden ondermandaat te verlenen. Het ondermandaat wordt vermeld op een gewaarmerkte ondermandaatlijst.

  • 2.

    Op het ondermandaat zijn de bepalingen ten aanzien van het verleende mandaat onverkort van toepassing.

Artikel 4 Voorschriften

  • 1.

    Bij de uitoefening van het verleende mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wettelijke regelingen, besluiten, verordeningen, circulaires, aanwijzingen, richtlijnen, beleidsregels van het Rijk en de mandaatgever in acht genomen.

  • 2.

    Het mandaat omvat niet alleen de bevoegdheid om te besluiten, maar tevens:

    • a.

      de bevoegdheid tot het voeren van correspondentie in het kader van de voorbereiding van krachtens mandaat te nemen besluiten;

    • b.

      de correspondentie over de krachtens mandaat genomen besluiten;

    • c.

      besluiten betreffende de toepassing van een openbare voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 Algemene uitzondering

  • 1.

    1.Aan gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning/ burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeenten blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen gericht tot:

    • a.

      provinciale staten/ de raad;

    • b.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit de Kamer gevormde commissie

    • e.

      de vicepresident van de Raad van State

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer

    • g.

      de Nationale Ombudsman, voor zover het correspondentie betreft ter zake van formele klachten

    • h.

      enig bestuursorgaan van een provincie

    • i.

      enig bestuursorgaan van een waterschap of een hoogheemraadschap

  • 2.

    Voorts blijft aan gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning/ burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeenten voorbehouden de bevoegdheden genoemd in de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage I.

Artikel 6 Terugkoppeling

  • 1.

    Indien een krachtens mandaat te nemen besluit voorzienbaar belangrijke politieke, beleidsmatige of financiële gevolgen heeft of zou kunnen hebben, wordt de onderhavige zaak eerst voorgelegd aan het ter zake verantwoordelijk lid van het college en kan pas na overleg met en goedkeuring van dit lid gebruik worden gemaakt van het mandaat, de volmacht of de machtiging. Van een bestuurlijk gevoelige zaak is sprak als:

    • a.

      In de fase voorafgaand aan de besluitvorming sprake was van een maatschappelijke bezorgdheid of onrust over de kwestie;

    • b.

      In de fase na de besluitvorming aanzienlijke kans bestaat op maatschappelijke bezorgdheid of onrust over de kwestie;

    • c.

      De kwestie extra communicatieve inspanningen vergt van de ambtelijke organisatie van de mandaatgever naar de buitenwereld;

  • d.

    De besluitvorming over de kwestie ingaat tegen politieke wensen met meningsverschillen als gevolg;

  • e.

    Sprake is van een besluit in het kader waarvan al een gerechtelijke procedure loopt en tegen het besluit naar redelijke verwachting opnieuw een rechtsmiddel zal worden ingesteld.

  • 2.

    Een krachtens mandaat te nemen besluit wordt in ieder geval aan de ter zake verantwoordelijke mandaatgever voorgelegd, indien:

    • a.

      het betreffende besluit afwijkt van, strijdt met, dan wel een aanvulling vormt op het tot dan toe gevoerde beleid, een richtlijn of wettelijk voorschrift;

    • b.

      andere dan standaardvoorwaarden worden gesteld;

    • c.

      het betreffende besluit afwijkt van een ingewonnen advies.

  • 3.

    Indien sprake is van het bepaalde in het eerste en tweede lid, koppelt de directeur het te nemen besluit terug aan de ter zake verantwoordelijke mandaatgever en indien de mandaatgever zulks nodig oordeelt, wordt het te nemen besluit genomen door de mandaatgever zelf.

Artikel 7 Verslaglegging

De directeur draagt zorg voor een periodieke verslaglegging van de door hem krachtens (onder)mandaat genomen besluiten via de reguliere planning- en controlcyclus, een en ander na en in overleg met de mandaatgevers, welke verslaglegging ter kennisneming aan het ter zake bevoegd bestuursorgaan wordt gebracht.

Artikel 8 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijk gesteld de verlening van volmacht en machtiging als bedoeld in artikel 10:12 AWB.

Artikel 9 Ondertekening

  • 1.

    De bevoegdheid om in (onder)mandaat beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens de mandaatgever.

  • 2.

    De Omgevingsdienst Groningen ondertekent als volgt:

Burgemeester en Wethouders van Gemeente Eemsdelta

Namens dezen,

<naam>

Directeur Omgevingsdienst Groningen

Of

De burgemeester van Gemeente Eemsdelta

Namens deze,

<naam>

Directeur van de Omgevingsdienst Groningen

  • 3.

    Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de eerst gemandateerde, wordt geplaatst.

Artikel 10 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit wordt algemeen bekendgemaakt en treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2021.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: 'Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen 2018 Gemeente Eemsdelta'.

Het college van Burgemeester en Wethouders van Gemeente Eemsdelta,

.

.

.

.

.

.

.

Ondertekening

Bijlage I

Behorende bij het 'Algemeen mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen 2018' inhoudende:

  • 1.

    Besluiten voorbehouden door mandaatgever (als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het mandaatbesluit);

  • 2.

    Aangelegenheden die blijven voorbehouden aan het colleges van gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders respectievelijk de commissaris van de Koning/de burgemeester.

I Publiekrecht/Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden voorbehouden door mandaatgever:

  • 1.

    het vaststellen van beleidsregels, voor zover deze niet door de state/raad worden vastgesteld;

  • 2.

    het nemen van een besluit tot het al dan niet verlenen van inspraak op grond van de inspraakverordening;

  • 3.

    het vaststellen van de inspraakprocedure voor een voorgenomen besluit;

  • 4.

    het nemen van besluiten voor individuele gevallen, die niet onder een algemeen verbinden voorschrift of een beleidsregel vallen, waaronder begrepen het toepassing geven aan hardheids-clausules in algemeen verbindende voorschriften die door de staten/raad zijn vastgesteld;

  • 5.

    het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • 6.

    het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie.

II Uitgezonderd van het mandaat, de volmacht, de machtiging is voorts:

  • 1.

    besluiten op bezwaar en besluiten op administratief beroep als bedoeld in artikel 7:25 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    besluiten tot invordering van verbeurde dwangsommen alsmede besluiten tot aanmaning en bevel van betaling in het kader van het opleggen van een last onder dwangsom;

  • 3.

    besluiten tot vaststelling van de hoogte van de verschuldigde kosten in het kader van het toepassen van bestuursdwang;

  • 4.

    besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen waaronder het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten;

  • 5.

    het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, waarbij de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de burgemeester een machtiging kan verlenen aan de directeur.