Beleidsregels gebiedsontzegging Landgraaf 2023

Op grond van artikel 2:78 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Landgraaf 2023 (hierna: APV) kan de burgemeester iemand een gebiedsontzegging opleggen.

Een gebiedsontzegging is: een bevel om zich niet in een of meer gebieden die in hoofdstuk III zijn benoemd, op een openbare plaats op te houden gedurende een bepaalde tijd. Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd voor maximaal zes maanden.

De gebiedsontzegging kan de Burgemeester alleen opleggen voor zijn eigen gemeente.

De burgemeester wijst in hoofdstuk III gebieden aan waar in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen en goederen, de verkeersveiligheid, de gezondheid of de zedelijkheid aan personen een gebiedsontzegging kan worden opgelegd (hierna: het gebied).

De gemeente Landgraaf zet hoog in op openbare orde en veiligheid. Onacceptabele overlast wordt actief tegengegaan. De focus ligt daarbij allereerst op preventie. Voorkomen is immers beter dan genezen. Desondanks blijven overlastsituaties in bepaalde delen van de gemeente aanhoudend aandacht vragen.

De openbare orde is de normale gang van het maatschappelijk leven op een bepaalde plaats en onder de gegeven omstandigheden. Wanneer iemand zich zodanig gedraagt of anderen tot zodanig gedrag brengt, dat de gang van het maatschappelijk leven op een bepaalde plaats naar de omstandigheden abnormaal wordt, dan verstoort hij de openbare orde, ongeacht of de andere ter plaatse aanwezige personen in enig opzicht zijn tegenstanders dan wel zijn medestanders zijn.

Het begrip ‘openbare orde’ is een plaatsgebonden fenomeen: wat normaal gesproken op die bepaalde plaats en op een bepaald tijdstip als normaal gezien wordt. Of strafbare feiten zijn gepleegd, is niet bepalend voor het antwoord op de vraag of sprake is van verstoring van de openbare orde.

Landgraaf heeft thans regelmatig te maken met een ernstige mate van jeugdoverlast.

De huidige situatie vraagt dan ook om een definiëring van de voorwaarden waaronder een gebiedsontzegging opgelegd kan worden.

Op grond van deze beleidsregels kan de gebiedsontzegging opgelegd worden aan personen die strafbare feiten en/of openbare orde verstorende handelingen verrichten en éénmaal een bevel is gegeven om zich gedurende ten hoogste 24 uur niet meer in een of meerdere gebieden op een openbare plaats op te houden.

De burgemeester wijst de volgende gebieden aan waarbinnen het bevel kan worden gegeven om zich gedurende ten hoogste 24 uur niet meer in een of meerdere gebieden op een openbare plaats op te houden en waarbinnen de gebiedsontzegging vervolgens kan worden opgelegd.

- Wijk: Nieuwenhagen:

• •

  Gebied: Op de Kamp

Dit gebied wordt omsloten door: Kampstraat, Beethovensingel, Bachlaan, via parkeerplaats achter de Plus, Dorpstraat en Hoogstraat conform onderstaande tekening.

- Wijk: Schaesberg:

• •

  Gebied: Schaesberg Centrum

Dit gebied wordt omsloten door: Brandhofstraat, Hoofdstraat, Putstraat, Briandstraat, Navostraat, Baanstraat, Savelbergstraat, Prinssenstraat, Hoofdstraat, Past. Schattenstraat en Gerardsstraat conform onderstaande tekening.

• •

  Gebied: Eikske, Mijnbuurt en Gravenrode

Dit gebied wordt omsloten door de straten: Einsteinstraat, Hoofdstraat, De Wendelstraat, Meester Haexstraat, Honigmannstraat, Hofstraat, parkeerplaats V.V. Schaesberg en Pinkpop plein conform onderstaande tekening.

• •

  Gebied: Lichtenberg

Dit gebied wordt omsloten door de straten Kampstraat, Beethovensingel, Op de Heugden, Veldstraat, Lichtenbergerstraat conform onderstaande tekening.

• •

  Gebied: Achter de Haesen

Dit gebied wordt omsloten door de straten Koeweg, Sleinadastraat, Prinssenstraat en Prickenleenstraat conform onderstaande tekening.

• •

  Gebied: stationsgebied

Dit gebied wordt omsloten door de straten Stationsstraat, Stationsplein, Dr. Calsstraat, Schwartzemigerweg, Wentholtstraat, Eijkhagenlaan, Binsfeldstraat, Dormigstraat, Cortenbachstraat, Poststraat, Banebergpassage en Streeperstraat

conform onderstaande tekening.

Wijk: Ubach over Worms:

• •

  Gebied Ubach over Worms centrum

Dit gebied wordt omsloten door de straten Charles Frehenstraat, Hofweide, Korte Hovenstraat, Hovenstraat, Schoolstraat en Kerkstraat conform onderstaande tekening.

• •

  Gebied: Park ter Waerden:

Dit gebied wordt omsloten door de straten Kloosterstraat, Terwaerderveldje, Sportlaan, Zilverschoon en Europaweg-Zuid conform de onderstaande tekening

Een gebiedsontzegging geldt in beginsel voor het gebied waarbinnen het strafbare feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden.

Dit gebied wordt in het besluit tot het opleggen van de gebiedsontzegging nader omschreven.

De burgemeester heeft op grond van artikel 2:78 APV de mogelijkheid om ernstige overlastveroorzakers uit een gebied te weren door een gebiedsontzegging op te leggen. De maatregel is een zwaar middel om overlast in een gebied tegen te gaan. Aangezien het verbod diep ingrijpt in de persoonlijke levenssfeer, moet een besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging goed worden gemotiveerd.

Een gebiedsontzegging kan alleen worden opgelegd aan een persoon die een of meerdere van de hieronder in hoofdstuk V genoemde strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen heeft gepleegd (hierna: overtreder).

Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd indien:

• •

  aan de overtreder tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in artikel 2:78, eerste lid, van de APV is gegeven, of

• •

  aan de overtreder eerder een gebiedsontzegging is gegeven, zoals bedoeld in artikel 2:78, tweede lid, onder a, van de APV.

De overtreder wordt gehoord over zijn belang om in het gebied waarvoor de gebiedsontzegging kan gaan gelden, aanwezig te zijn. Zijn verklaring wordt schriftelijk vastgelegd en toegevoegd aan het proces-verbaal.

Indien de overtreder kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, dan kan in de gebiedsontzegging een route opgenomen worden.

Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke omstandigheden van betrokkene, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstanties.

Het is de betrokken persoon in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven route te bereiken.

In het besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging wordt aangegeven op welk strafbaar feit of feiten en/of op welke openbare orde verstorende handeling(en) de gebiedsontzegging is gebaseerd, alsmede voor welk tijdvak en gebied de ontzegging geldt.

Het besluit tot gebiedsontzegging wordt aan de betrokken persoon uitgereikt. De uitreiking (locatie, tijdstip etc.) wordt vastgelegd in een proces-verbaal. Een gebiedsontzegging treedt in werking op het moment dat deze aan de betrokken persoon wordt uitgereikt. De gebiedsontzegging wordt direct op naam van de betrokken persoon geregistreerd.

Hieronder wordt aangegeven voor welke feiten en/of openbare orde verstorende handelingen een gebiedsontzegging kan worden opgelegd. De duur van de gebiedsontzegging is afhankelijk van de ernst van het gepleegde feit.

Feitentabel:

Categorie 1 – Lichte strafbare feiten en/of openbare verstorende handelingen

Samenscholing en ongeregeldheden Art. 2:1 APV

Ordeverstoring Art. 2:26 APV

Betreden gesloten woning of lokaal Art. 2:41 APV

Betreden van plantsoenen en dergelijke Art. 2:45 APV

Rijden over bermen en dergelijke Art. 2:46APV

Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen Art. 2:47 APV

Verboden drankgebruik Art. 2:48 APV

Verboden gedrag bij of in gebouwen Art. 2:49 APV

Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten Art. 2:50 APV

Bedelarij Art. 2:65 APV

Carbidschieten Art. 2:73a APV

Overtreding gebiedsontzegging Art. 2:78 APV

Verbod aanbieden straatprostitutie Art. 3:8 APV

Natuurlijke behoefte doen Art. 4:8 APV

Baldadigheid/straatschenderij Art. 424 Sr

Ordeverstoring in dronkenschap Art. 426 Sr

In kennelijke staat van dronkenschap op straat bevinden Art. 453 Sr

Verboden toegang onbevoegde Art. 461 Sr

overtreden van de verplichting op grond van artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht

Categorie 2 - Zware strafbare feiten en/of openbare orde verstorende handelingen

Drugshandel op straat Art. 2:74 APV

Handel c.q. bezit harddrugs Art. 2 Opiumwet

Handel c.q. bezit softdrugs Art. 3 Opiumwet

Openlijke geweldpleging Art. 141 Sr

Negeren van bevoegd gegeven ambtelijk bevel Art. 184 Sr

Belediging ambtenaar in functie Art. 266 jo. 267 Sr

Bedreiging Art. 285 Sr

Eenvoudige mishandeling of vechten Art. 300 Sr

Eenvoudige diefstal Art. 310 Sr

Vernieling Art. 350 Sr

Dragen verboden wapens Art. 13, 26 of 27 WWM

Wederspannigheid Art. 180 Sr

Wederspannigheid in vereniging Art. 182 Sr

Opruiing Art. 131 Sr

Afsteken vuurwerk Art. 2.3.6 Vuurwerkbesluit

Bezit van vuurwerk Art. 1.2.4 Vuurwerkbesluit

Overtreden ge- of verbod noodverordening Art. 176 Gemeentewet

Negeren (licht) burgemeestersbevel Art. 172, leden 2 en 3 Gemeentewet

Deelnemen aan aanval/vechterij Art. 306 Sr

Geweld tegen hulpverleners of andere ambtenaren in functie Art. 304 Sr

Huisvredebreuk Art. 138 Sr

Lokaalvredebreuk Art. 139 Sr

Openlijk drugsgebruik Art. 2:74a APV

Bovengenoemde feiten hoeven niet per se op straat plaats te vinden maar er moet wel een relatie zijn met de openbare orde. Zo zullen bedreigingen in een winkel of een horeca-inrichting wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een gebiedsontzegging. Tevens kunnen strafbare feiten die zich afspelen in een voor het publiek toegankelijke inrichting (zoals een café of discotheek), de basis zijn voor een gebiedsontzegging.

De gebiedsontzegging op grond van art. 2:78 lid 2 sub a APV wordt opgelegd voor de duur van:

• •

  in het geval van een feit zoals opgenomen onder Categorie 1 – Lichte feiten: 2 weken

• •

  in het geval van een feit zoals opgenomen onder Categorie 2 – Zware feiten: 1 maand

Indien binnen zes maanden na opleggen van een gebiedsontzegging als bedoeld in artikel 2:78 lid 2 sub a of sub b APV opnieuw sprake is van een feit zoals opgenomen in hoofdstuk V., is sprake van een situatie als bedoeld in artikel 2:78 lid 3 APV.

De gebiedsontzegging op grond van art. 2:78 lid 2 sub b APV wordt opgelegd voor de duur van:

• •

  in het geval van een feit zoals opgenomen onder Categorie 1 – Lichte feiten: 3 maanden.

• •

  in het geval van een feit zoals opgenomen onder Categorie 2 – Zware feiten: 6 maanden.

Als een gebiedsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

Bijzondere omstandigheden kunnen voor de burgemeester aanleiding zijn af te wijken van het hierboven genoemde en een gebiedsontzegging voor bijvoorbeeld kortere of langere duur of meerdere gebieden opleggen. Indien de burgemeester besluit af te wijken van hetgeen is opgenomen in hoofdstuk VI., dient dit te worden gemotiveerd in het besluit.

De politie houdt toezicht op de naleving van opgelegde gebiedsontzeggingen. Ook kunnen buitengewone opsporingsambtenaren in dienst van de gemeente Landgraaf toezien op de naleving. Overtreden van de gebiedsontzegging is strafbaar op grond van de APV.

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie. Tegelijkertijd worden de “Beleidsregels verblijfsontzeggingen Landgraaf 2022” ingetrokken.

Deze beleidsregels zullen worden aangehaald als ‘Beleidsregels gebiedsontzegging Landgraaf 2023’.