Beleidsregels Inburgering 2023 gemeente Koggenland

Geldend van 13-10-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Inburgering 2023 gemeente Koggenland

Burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland;

Heeft het voorstel van Bestuur van 26 september 2023 gelezen, en;

gelet op:

  • Titel 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Wet inburgering 2021.

overwegende dat:

  • Het college het noodzakelijk acht om beleidsregels vast te stellen betreffende de uitvoering van de in de Wet inburgering 2021 en aanverwante regelgeving aan het college van burgemeester en wethouders verleende taken en bevoegdheden;

Besluit:

vast te stellen de beleidsregels Inburgering 2023 gemeente Koggenland.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Afstemmingsverordening WerkSaam Westfriesland: deze verordening omschrijft hoe WerkSaam omgaat met het verlagen van een uitkering en hoe hoog een verlaging is;

  • b.

    Asielstatushouder: de inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid sub a, van de Wet inburgering 2021;

  • c.

    Besluit: het Besluit inburgering 2021;

  • d.

    BRP: Basisregistratie Personen;

  • e.

    Brede intake: brede intake als bedoeld in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;

  • f.

    Gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland;

  • g.

    Gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

  • h.

    Inburgeraar: de inwoner die op grond van artikel 3 van de Wet Inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

  • i.

    Inrichtingsplan Regionale Werkwijze Inburgering Westfriesland (inrichtingsplan): In dit plan staat beschreven hoe de zeven Westfriese gemeenten uitvoering geven aan de taken die voortvloeien uit de Wet Inburgering 2021;

  • j.

    Inburgeringstraject: het duale traject dat is gericht op het afronden van een leerroute, Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP), Kennis van de Nederlandse Maatschappij (KNM), Participatieverklaringstraject (PVT) en toeleiding naar participatie en/of werk;

  • k.

    Leerbaarheidstoets: de toets als bedoeld in artikel 14, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet inburgering 2021;

  • l.

    Leerroutes: de B1-route als bedoeld in artikel 7, de onderwijsroute als bedoeld in artikel 8 en de zelfredzaamheidsroute, als bedoeld in artikel 9 van de Wet inburgering 2021;

  • m.

    Maatschappelijke begeleiding: begeleiding van asielstatushouders als bedoeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

  • n.

    MAP: de Module Arbeidsmarkt en Participatie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, van de Wet inburgering 2021;

  • o.

    PIP: het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie als bedoeld in artikel 15 van de Wet inburgering 2021;

  • p.

    PVT: het Participatieverklaringstraject als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, van de Wet inburgering 2021;

  • q.

    Regeling: de Regeling inburgering 2021;

  • r.

    Regionaal Inburgeringsteam (RIT): Team bij WerkSaam Westfriesland waarbinnen de taken zoals benoemd in het inrichtingsplan worden uitgevoerd en waarbinnen de coördinatie wordt uitgevoerd op regionaal afgestemde werkwijze.

  • s.

    Taalaanbieder: gecontracteerde aanbieder(s) van het inburgeringstraject gericht op het voldoen aan de inburgeringsplicht;

  • t.

    TVS: Taakstellingvolgsysteem, waarin het COA en gemeenten informatie delen over asielstatushouders;

  • u.

    WerkSaam Westfriesland (WerkSaam): De uitvoering van de Participatiewet is voor de zeven Westfriese gemeenten in de Gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland belegd. WerkSaam Westfriesland helpt mensen (waaronder asielstatushouders) met een afstand tot de arbeidsmarkt op weg naar werk;

  • v.

    Wet inburgering: Wet inburgering 2021;

Alle begrippen die in deze regel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet inburgering, het Besluit, de Regeling en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Brede intake

  • 1. In opdracht van de gemeente neemt het RIT bij de inburgeraar een brede intake af. Met de informatie uit deze brede intake verkrijgt het RIT een beeld van de startpositie en de ontwikkelingsmogelijkheden van de inburgeraar. Het RIT geeft in samenspraak met de inburgeraar en op basis van de uitkomsten van de brede intake invulling aan het inburgeringstraject.

  • 2. De brede intake voor de asielstatushouders, gezinsmigranten en overige migranten wordt gestart vanaf het moment van inschrijving in de BRP van de gemeente.

  • 3. Het RIT neemt als onderdeel van de brede intake de leerbaarheidstoets af.

  • 4. Als het RIT op grond van artikel 14, tweede lid, van de Wet inburgering de brede intake in afwezigheid van de inburgeraar voltooit, onderzoekt het RIT de omstandigheden van de inburgeraar aan de hand van de gegevens waarover het RIT wel kan beschikken, zoals:

    • a.

      de uitkomsten van de leerbaarheidstoets;

    • b.

      informatie uit het uitkeringsdossier;

    • c.

      voor asielstatushouders: de gegevens uit het TVS.

Artikel 3. Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP)

  • 1. In opdracht van de gemeente stelt het RIT na afronding van de brede intake en op basis van de hieruit verkregen informatie het PIP op. Dit gebeurt zoveel mogelijk in samenspraak met de inburgeraar.

  • 2. In het PIP staat wat de inburgeraar moet doen om aan de inburgeringsplicht te voldoen.

  • Het PIP geeft een beeld van de rechten en plichten van de inburgeraar gedurende het inburgeringstraject.

  • Het RIT stemt het PIP af op de persoonlijke situatie, ontwikkelbehoeften en capaciteiten van de inburgeraar.

Artikel 4. Leerroutes

  • 1. In opdracht van de gemeente biedt het RIT de asielstatushouder toegang tot een duaal inburgeringstraject, zoals beschreven in artikel 16 van de Wet inburgering. De gemeente bekostigt de deelname aan dit inburgeringstraject.

  • 2. In opdracht van de gemeente biedt het RIT gezinsmigranten en overige migranten ook toegang tot het duale inburgeringstraject als bedoeld in lid 1. Deelname aan dit inburgeringstraject dienen zij zelf te bekostigen. Met uitzondering van de MAP en PVT, deze onderdelen worden wel door de gemeente bekostigd.

Artikel 5. Participatieverklaringstraject (PVT)

  • 1. De gemeente biedt de inburgeraar het PVT aan in overeenstemming met het gestelde in art. 3.1 van het Besluit, art. 3.1 van de Regeling en art. 2.5.3 van de nota van toelichting op het Besluit.

  • 2. De gemeente stemt het PVT zoveel mogelijk af op de regionale context, persoonlijke behoefte en overige onderdelen van de inburgering. Hierbij rekening houdend met de kaders van het gestelde in lid 1 van dit artikel.

Artikel 6. Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP)

  • 1. In opdracht van de gemeente biedt het RIT de inburgeraar de MAP aan in overeenstemming met het gestelde in art. 3.2 van het Besluit, art. 3.2 van de Regeling en art. 2.5.4 van de nota van toelichting op het Besluit.

  • 2. Met het vaststellen van de inhoud en het aantal uren van de MAP wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het (leer-)vermogen, de capaciteiten en ontwikkelbehoeften van de inburgeraar en de situatie op de lokale arbeidsmarkt.

Artikel 7. Voortgang inburgering

  • 1. In opdracht van de gemeente zorgt het RIT ervoor dat het voldoende zicht heeft op de voortgang van het voldoen aan de inburgeringsplicht door de inburgeraar en voert hiertoe periodiek voortgangsgesprekken met de inburgeraar zolang het inburgeringstraject loopt.

  • 2. Tijdens het voortgangsgesprek komen onder andere de afspraken uit het PIP aan bod. Met de inburgeraar wordt besproken of de onderdelen van de inburgering nog aansluiten bij de capaciteiten, de behoeften en de persoonlijke situatie van de inburgeraar.

  • 3. Van ieder voortgangsgesprek worden de bevindingen mondeling met de inburgeraar gedeeld.

  • 4. Als het voortgangsgesprek daartoe aanleiding geeft, kan het PIP geheel of op onderdelen worden aangepast, dat dan in een nieuwe beschikking moet worden vastgelegd.

Artikel 8. Maatschappelijke begeleiding

  • 1. De gemeente zorgt ervoor dat de inburgeraar genoemd in art. 13 lid 1 van de Wet inburgering maatschappelijke begeleiding krijgt.

  • 2. De gemeente stemt de inhoud van de maatschappelijke begeleiding zoveel mogelijk af op het startniveau, de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de asielstatushouder.

  • 3. De maatschappelijke begeleiding wordt voor de duur van één jaar aangeboden met – indien noodzakelijk – de mogelijkheid tot een verlenging. Verlenging is maatwerk. Bij een mogelijke verlenging stemt uitvoerder van de maatschappelijke begeleiding dit tijdig af met de gemeente.

Artikel 9. Financieel ontzorgen

  • 1. De inburgeraar, genoemd in artikel 13 lid 1 van de Wet inburgering, wordt financieel ontzorgd.

  • 2. De duur van het financieel ontzorgen is afhankelijk van de mate van financiële (zelf)redzaamheid van de inburgeraar en duurt minimaal zes maanden.

Artikel 10. Handhaving verplichtingen bij de brede intake

  • 1. In opdracht van de gemeente handhaaft het RIT de verplichtingen bij de brede intake.

  • 2. Wanneer de inburgeraar niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, geeft het RIT een schriftelijke waarschuwing zoals genoemd in artikel 14 lid 1 van de Wet inburgering 2021.

  • 3. Wanneer de inburgeraar na de schriftelijke waarschuwing niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt, legt het RIT in overeenstemming met het gestelde in art. 3.1.1 van de nota van toelichting op het Besluit een boete op. De hoogte van de boete is vastgesteld in artikel 7.1 lid 1 van het Besluit inburgering 2021.

  • 4. Voordat het RIT een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de inburgeraar niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeraar krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeraar niet verschijnt bij dit gesprek, biedt het RIT hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen twee weken kenbaar te maken.

  • 5. Het RIT legt geen boete op wanneer aannemelijk is dat verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 6. Het RIT kan op grond van Artikel 5:46, derde lid, van de Awb een lagere bestuurlijke boete opleggen indien de inburgeringsplichtige aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is.

  • 7. Het RIT stelt in de boetebeschikking een nieuwe termijn van ten hoogste twee maanden waarbinnen de inburgeringsplichtige na het bekendmaken van de boetebeschikking alsnog geacht wordt te verschijnen of medewerking te verlenen.

  • 8. Het RIT legt een bestuurlijke boete op aan de inburgeringsplichtige als deze niet is verschenen of onvoldoende meewerkt binnen de op grond van het in het zevende lid vastgestelde termijn. Wanneer de inburgeraar ook na deze boete niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, voltooit het RIT de brede intake in afwezigheid van de inburgeraar. De tweede en derde volzin van het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Handhaving tijdens het inburgeringstraject

  • 1. In opdracht van de gemeente handhaaft het RIT de afspraken vastgesteld in het PIP.

  • 2. Het RIT legt een boete op als de inburgeringsplichtige de verplichtingen uit het PIP tijdens het inburgeringstraject verwijtbaar niet of onvoldoende nakomt.

  • 3. Voor inburgeraars gaat het om de volgende verplichtingen:

    • a.

      deelnemen aan de voortgangsgesprekken;

    • b.

      deelnemen aan activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 4. Voor asielstatushouders gaat het daarnaast om de verplichting om deel te nemen aan de inburgeringslessen.

  • 5. Voordat het RIT een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de verplichtingen niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt de gemeente hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen twee weken kenbaar te maken.

  • 6. Op basis van het gesprek met de inburgeraar, dan wel zijn zienswijze bepaalt het RIT de mate van verwijtbaarheid. Het RIT stemt de hoogte van de boete daarop af, met inachtneming van artikel 7.1, tweede tot en met vijfde lid, van het Besluit Inburgering 2021.

  • De boete wordt opgelegd in overeenstemming met het gestelde in art. 3.1.2 van de nota van toelichting op het Besluit.

Artikel 12. Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet

  • 1. Wanneer een inburgeraar die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP, legt het RIT bij voorkeur een boete op grond van de Wet inburgering op. In dat geval wordt de bijstandsuitkering voor dezelfde gedraging niet verlaagd.

  • 2. Wanneer een inburgeraar een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 van de Participatiewet en de afstemmingsverordening WerkSaam Westfriesland. Het gaat hierbij om verplichtingen en afspraken anders dan in het aanbod in de MAP. De gemeente legt voor dezelfde gedraging dan geen bestuurlijke boete op grond van de Wet inburgering op.

  • 3. Bij de keuze tussen enerzijds handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering en anderzijds handhaving op grond van de Wet inburgering via een boete weegt het RIT af welke wijze van handhaving, rekening houdend met de gevolgen hiervan voor de inburgeraar, naar zijn oordeel het best bijdraagt aan het beoogde effect, te weten het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.

  • 4. In de beschikking aan de inburgeraar vermeldt het RIT of er een boete op grond van de Wet inburgering wordt opgelegd of dat de uitkering wordt verlaagd op grond van de Participatiewet.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de datum van publicatie.

Artikel 14. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Inburgering 2023 gemeente Koggenland.

Ondertekening