Beleidsregels schulddienstverlening Voorne aan Zee 2023

Geldend van 13-10-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels schulddienstverlening Voorne aan Zee 2023

gelet op:

artikel 2 en 3 van de wet gemeentelijke schulddienstverlening;

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Voorne aan Zee 2023

besluit vast te stellen:

Beleidsregels schulddienstverlening Voorne aan Zee 2023

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      ondernemer: in het kader van schulddienstverlening, wordt ondernemer gedefinieerd als een persoon of directeur groot aandeelhouder die voor de voorziening in zijn levenshoud geheel of voor een gedeelte is aangewezen op de inkomsten uit arbeid in de eigen onderneming dan wel in de functie van directeur groot aandeelhouder en in privé aansprakelijk is voor zakelijke schulden;

    • b.

      schulddienstverleningstraject: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

    • c.

      verzoeker: de persoon die verzoekt om schulddienstverlening;

    • d.

      verzoekperiode: de periode die is gelegen tussen de datum waarop een verzoeker zich met een verzoek voor de eerste maal in persoon dan wel schriftelijk tot het college wendt en de bekendmaking van de beschikking schulddienstverlening;

    • e.

      wet: de wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Alle inwoners van de gemeente Voorne aan Zee van 18 jaar en ouder met persoonlijke schulden kunnen zich tot het college wenden voor schulddienstverlening.

  • 2. Inwoners jonger dan 18 jaar kunnen zich tot de gemeente wenden voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek.

  • 3. De inwoner die ondernemer is of is geweest als bedoeld in artikel 1 wordt doorverwezen naar een derde partij die gespecialiseerd is in schulddienstverlening voor ondernemers.

Artikel 3 Criteria

  • 1. Het college bepaalt of het noodzakelijk is dat verzoeker in aanmerking komt voor schulddienstverlening. Als de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college kan een verzoek worden geweigerd.

  • 2. De toegang tot schulddienstverlening wordt in een beschikking vastgelegd. In deze beschikking wordt een plan van aanpak opgenomen waarin het aanbod schulddienstverlening en de daarbij behorende voorwaarden in concrete stappen zijn uitgewerkt

  • 3. Bij de afweging van de noodzakelijkheid en de inhoud van een aanbod schulddienstverlening aan een verzoeker, kan het college in ieder geval de volgende factoren betrekken:

    • a.

      de doelmatigheid van de ondersteuning met het oog op de aard, zwaarte en omvang van de schulden en de regelbaarheid van deze schulden;

    • b.

      de mate van zelfredzaamheid en de financiële vaardigheden van de verzoeker;

    • c.

      de oorzaak van het ontstaan van de schuldenlast;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.

Artikel 4 Verplichtingen

  • 1. Cliënt is verplicht om alle medewerking te verlenen die het college noodzakelijk acht tijdens het traject van schulddienstverlening.

  • 2. Onder medewerking als bedoeld in het vorige lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het nakomen van gemaakte afspraken en, indien van toepassing, nadere, schriftelijk opgelegde individuele verplichtingen;

    • b.

      het tijdig verschijnen op afspraken;

    • c.

      de inspanning om het inkomen te verhogen en deze inspanning aantoonbaar te maken;

    • d.

      de inspanning om de uitgaven te verminderen en deze inspanning aantoonbaar te maken;

    • e.

      het verkopen van bezittingen die niet noodzakelijk zijn en de opbrengst inzetten ten behoeve van vermindering van de schuldenlast;

    • f.

      het meewerken aan een traject schulddienstverlening en trajecten en dienstverlening van andere instanties waarnaar is verwezen ter ondersteuning van het traject schulddienstverlening;

    • g.

      het meewerken aan het oplossen of verminderen van psychosociale of verslavingsproblematiek als dit noodzakelijk is om het traject schulddienstverlening succesvol af te kunnen ronden of om terugval met betrekking tot de genoemde problematiek te voorkomen;

    • h.

      het deelnemen aan een traject gericht op financiële zelfredzaamheid als dit noodzakelijk is om het traject schulddienstverlening succesvol af te kunnen ronden of om terugval met betrekking tot de financiële zelfredzaamheid te voorkomen;

    • i.

      de voor de schulddienstverlening van belang zijnde informatie door de gemeente te doen inwinnen bij en te verstrekken aan ketenpartners;

    • j.

      het nalaten van hetgeen de voortgang van het traject schulddienstverlening belemmert;

    • k.

      het in voldoende mate bereid zijn tot het inzetten van de maximale afloscapaciteit voor de aflossing van de schulden;

    • l.

      het onverwijld gevraagd en ongevraagd verstrekken van juiste en volledige informatie en bewijsstukken die redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor het traject schulddienstverlening;

    • m.

      het niet aangaan van nieuwe schulden vanaf het moment dat de verzoekperiode is aangevangen;

    • n.

      het tijdig betalen van de vaste lasten;

    • o.

      het door de cliënt tentoonspreiden van, naar algemeen aanvaarde maatschappelijke normen gemeten, correct gedrag jegens medewerkers van de gemeente of van een organisatie die tevens bij de schulddienstverlening is betrokken.

  • 3. Onder de informatie als bedoeld in het vorige lid, onder l, wordt in ieder geval verstaan wijzigingen in gezinssamenstelling, burgerlijke staat of woonsituatie en wijzigingen in inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden.

Artikel 5 Beëindiging

Als de cliënt niet of in onvoldoende mate de op hem van toepassing zijnde verplichtingen uit artikel 4 nakomt, kan de schulddienstverlening worden beëindigd.

Artikel 6 Overige afwijzings- en beëindigingsgronden

  • 1. Het college kan tevens een verzoek afwijzen of de schulddienstverlening beëindigen indien:

    • a.

      het traject van schulddienstverlening succesvol is afgerond;

    • b.

      de cliënt niet of niet langer tot de doelgroep behoort;

    • c.

      de cliënt in staat is om zijn schulden zelf of via zijn sociale netwerk te regelen;

    • d.

      de geboden ondersteuning, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet of niet langer passend is;

    • e.

      de inkomens-, woon- of leefsituatie van de verzoeker dermate onzeker is, dat schulddienstverlening niet of nog niet mogelijk is;

    • f.

      de cliënt naar een andere gemeente verhuist, tenzij er sprake is van een lopende schuldbemiddeling;

    • g.

      de cliënt hier zelf om vraagt;

    • h.

      het traject van schulddienstverlening geen kans van slagen heeft door gebrek aan medewerking van één of meerdere schuldeisers;

    • i.

      een verklaring als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onderdeel f, van de Faillissementswet is afgegeven;

    • j.

      de schuldregeling niet is geslaagd en de verzoeker geen gebruik wenst te maken van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als bedoeld in Titel III van de Faillissementswet;

    • k.

      de cliënt is overleden.

Artikel 7 Weigering bij herhaald verzoek

  • 1. Als de schulddienstverlening is beëindigd met toepassing van artikel 5, kan de verzoeker gedurende een periode worden geweigerd van schulddienstverlening.

  • 2. De periode, als bedoeld in het vorige lid bedraagt:

    • a.

      6 maanden bij schending van artikel 4, tweede lid, onder a, b, c, d, e, f, g, h, i, j, en k;

    • b.

      1 jaar bij herhaaldelijke schending van de informatieplicht als genoemd in artikel 4, tweede lid, onder l;

    • c.

      3 jaar bij herhaaldelijke schending van de verplichting als genoemd in artikel 4, tweede lid, onder m, n en o;

    • d.

      5 jaar vanaf de datum van aanvang van de strafrechtelijke veroordeling in geval van fraude als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet, met uitzondering van de eventuele verstrekking van informatie en advies.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid, onder c en d van dit artikel, kan het college op grond van specifieke omstandigheden een kortere periode hanteren dan is aangegeven in dit artikel.

Artikel 8 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels indien toepassing van de beleidsregels leidt tot onredelijkheid en onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. De beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking.

  • 2. De Verordening Toelating tot schulddienstverlening Brielle 2012, de Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis 2018 en de Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017 worden ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels wordt aangehaald als: Beleidsregels schulddienstverlening Voorne aan Zee 2023

Ondertekening

Algemene toelichting

Per 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht geworden. Daardoor is schulddienstverlening een wettelijke/publiekrechtelijke taak geworden.

Deze beleidsregels zijn een onderdeel van de harmonisatie in verband met de fusie. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening verplicht de gemeente daarnaast om een beleidsplan schulddienstverlening op te stellen. In een beleidsplan schulddienstverlening worden de uitgangspunten van de gemeente neergelegd op het terrein van schulddienstverlening. De beleidsregels zijn een nadere concretisering daarvan. In het kader van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) moet een nieuwe gemeente binnen een termijn van twee jaar, na de datum van herindeling, ervoor zorgen dat de regelgeving van de opgeheven gemeenten wordt geharmoniseerd door middel van vaststelling van een regeling die geldend is voor de gehele gemeente (artikel 28 en 29 Wet arhi). Op dit moment wordt er gewerkt aan een beleidsplan schulddienstverlening Voorne aan Zee. Wellicht geeft het beleidsplan te zijner tijd aanleiding tot aanpassing van deze geharmoniseerde beleidsregels.

Deze beleidsregels geven aan welke verplichtingen mogen worden opgelegd en wanneer de toegang tot de schulddienstverlening kan worden geweigerd of beëindigd. Schuldhulpverlening valt binnen het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor tegen besluiten in het kader van schulddienstverlening bezwaar en beroep mogelijk is.

Goede en tijdige schulddienstverlening is van groot belang om escalatie van schulden-problematiek te voorkomen. De toegang tot schulddienstverlening is laagdrempelig. Dat betekent dat de gemeente maximaal inzet op toegankelijkheid. Er zijn slechts enkele redenen die op voorhand aanleiding geven om schulddienstverlening te weigeren. In het verleden werd schulddienstverlening bijvoorbeeld ook geweigerd als er sprake was van fraude.

Uit artikel 3 Wgs volgt dat de schulddienstverlening kan worden geweigerd bij fraude. Er wordt waarde gehecht aan het toepassen van maatwerk en in het individuele geval te beoordelen of schulddienstverlening eventueel toch mogelijk is. Hierbij wordt ook expliciet de samenwerking met overige professionals in het sociaal domein en specifiek de uitvoerder van de Participatiewet opgezocht. Wel kan de aard van de schulden of de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar een rol spelen bij de keuze hoe het schulddienst-verleningstraject wordt vormgegeven. Zo kan niet worden gekozen voor een schuldregeling als evident is dat schuldeisers niet gaan of mogen meewerken. In dat geval zal eerder volstaan worden met een adviesgesprek en een eventuele doorverwijzing naar ketenpartners.

Landelijk is er nog enige discussie over de vraag tegen welke besluiten bezwaar en beroep mogelijk is. Duidelijk is dat in ieder geval bezwaar en beroep mogelijk is tegen besluiten over de toegang tot de schulddienstverlening, dus tegen het doen van een aanbod en het weigeren van schulddienstverlening en over het beëindigen van de schulddienstverlening, waarbij het besluit tot verlening van schulddienstverlening wordt ingetrokken.

Het is nog de vraag of ook alle andere besluiten die tijdens een schulddienstverleningstraject worden genomen vatbaar zijn voor bezwaar en beroep. De jurisprudentie zal moeten uitwijzen over welke besluiten nu precies bezwaar en beroep mogelijk is. Onze gemeente zal hier ruim mee omgaan en alle schriftelijke besluiten, gericht op een rechtsgevolg tijdens het traject, vatbaar voor bezwaar en beroep achten. De medewerkings- en inlichtingenplicht uit de wet werken immers door nadat het besluit tot de toegang is genomen, wat leidt tot een publiekrechtelijke basis van besluiten die tijdens het traject genomen worden.

Per 1 juli 2023 is de schulddienstverlening op een aantal onderdelen gewijzigd.

  • 1.

    De periode van aflossing in een wettelijk schuldsaneringstraject (Wsnp) is verkort van 36 maanden naar 18 maanden. De rechter kan bepalen dat er een langere termijn dan 18 maanden van toepassing is.

  • 2.

    De periode van aflossing in een minnelijk traject is verkort van 36 maanden naar 18 maanden.

  • 3.

    Voor toelating tot de Wsnp is de termijn waarbinnen verzoeker te goeder trouw moet zijn geweest bij het laten ontstaan en of het onbetaald laten van de schulden verkort van vijf naar drie jaar.

Er is geen overgangsrecht met betrekking tot het verkorten van de aflossingstermijn. Hetgeen betekent dat wettelijke en minnelijke schuldsaneringstrajecten die voor 1 juli 2023 zijn gestart een looptijd van 36 maanden hebben.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Het artikel spreekt voor zich.

Artikel 2. Doelgroep

Schulddienstverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder. De ondernemers in de gemeente Voorne aan Zee die te maken hebben met bedrijfsschulden kunnen zich voor informatie en advies op het gebied van schuldenproblematiek tot de gemeente wenden. De schulden kunnen voortvloeien uit ondernemerschap, maar voor de afbakening is van belang dat de schuldenlast drukt op de natuurlijke persoon. Als alleen de rechtspersoon kampt met schuldenproblematiek, is gemeentelijke schulddienstverlening niet de aangewezen oplossing. Daarvoor kan contact worden opgenomen met het Regionaal Bureau Zelfstandigen van de gemeente Rotterdam.

Artikel 3 Criteria

Een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening vraagt om maatwerk. Of aan de inwoner een aanbod schulddienstverlening zal worden gedaan en vervolgens welk product of combinatie van producten kan worden ingezet hangt onder meer af van de situatie van de inwoner, de doelstelling van de schulddienstverlening en de voorwaarden van het betreffende product.

Na indiening van het verzoek om schulddienstverlening heeft de consulent een gesprek met de verzoeker waarin onder andere de financiële situatie van de verzoeker en de mogelijk-heden voor een traject schulddienstverlening worden besproken.

Er worden in artikel 3 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schulddienstverlening aanbiedt. Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt de voor de inwoner geschikte dienstverlening ingezet. Dat kan bijvoorbeeld afhangen van de aard van de schulden in een situatie. Het aanbod schulddienstverlening is ook afhankelijk van de specifieke woonsituatie, zoals bij de eigenwoningbezitters en verzoekers met een briefadres.

De inzet van producten kan per situatie verschillen. Schulddienstverlening kan bestaan uit één of meerdere van de volgende trajecten:

  • a.

    minnelijke schuldregeling;

  • b.

    budgetbeheer;

  • c.

    toeleiding naar een traject op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen.

Er worden in dit artikel enkele factoren (geen limitatieve opsomming) genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schulddienstverlening aanbiedt.

Op het moment dat de gemeente schuldeiser is, gaan de consulenten schulddienstverlening in overleg met de desbetreffende afdeling van de gemeente om tot een wederzijds gedragen oplossing te komen. Dit alles ter voorkoming van een dwangakkoord.

Artikel 4 Verplichtingen

In dit artikel is opgenomen dat de inzet van aanpalende hulpverlening als voorwaarde kan worden gesteld bij de inzet van (onderdelen van de) schulddienstverlening. Vanuit de integraliteitsgedachte is het voor het effectief kunnen inzetten van schulddienstverlening soms noodzakelijk dat een burger de juiste flankerende hulpverlening ontvangt van de ketenpartners (zoals verslavingszorg). Uitgangspunt daarbij is het bereiken van een duurzaam resultaat van schulddienstverlening. De opsomming is niet limitatief.

Artikel 5 Beëindiging

De beschikking bevat een deugdelijke motivering. In de beschikking wordt onderbouwd welke verplichtingen niet worden nagekomen en wat de gevolgen zijn in relatie tot de schulddienstverlening.

Aangezien artikel 4 geen limitatieve opsomming betreft kunnen er ook aanvullende voorwaarden zijn opgelegd die niet expliciet in artikel 4 zijn opgesomd. De schulddienst-verlening kan worden beëindigd als de cliënt de op hem van toepassing zijnde verplichtingen niet of niet voldoende nakomt.

Artikel 6 Overige afwijzings- en beëindigingsgronden

Van de in dit artikel genoemde gronden verdienen de gronden onder c en d bijzondere aandacht. Persoonlijke omstandigheden kunnen variëren in aard, omvang en duur. Ook hier is er sprake van maatwerk, hetgeen betekent dat er bij het gebruik van deze gronden extra aandacht dient te zijn voor een goede motivering van de beschikking.

Als een cliënt naar een andere gemeente is verhuisd, wordt het schulddienstverleningstraject beëindigd, tenzij er sprake is van een lopend schuldbemiddelingstraject waarbij er een akkoord is met alle schuldeisers.

Bij een beëindiging van het traject kan nog gericht specifieke dienstverlening ingezet worden, bijvoorbeeld een informatie en adviesgesprek nadat een schuldregeling niet is gelukt.

Artikel 7 Weigering bij herhaald verzoek

In dit artikel is de periode van weigering opgenomen gekoppeld aan gedraging vermeld in artikel 5 en 6. Het college hecht eraan te vermelden dat de periode alleen geldt als dat recht doet aan de belangen van alle belanghebbenden en de omstandigheden van de schuldenaar. Op grond van de hardheidsclausule kan gemotiveerd ook besloten worden de weigering iet toe te passen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om in bijzondere of onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Bijvoorbeeld als er sprake is van een situatie waarin jonge (inwonende minderjarige) kinderen de dupe kunnen worden. Bij een dreigende situatie als woningontruiming en afsluiting van energie moeten kinderen beschermd kunnen worden als zij het slachtoffer dreigen te worden van de problematische schuldsituatie van hun ouders.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Het artikel spreekt voor zich.

Artikel 10 Citeertitel

Het artikel spreekt voor zich.