Beleidsregels opstapsubsidie re-integratie gemeente Gennep

BELEIDSREGELS OPSTAPSUBSIDIE RE-INTEGRATIE GEMEENTE GENNEP

Artikel 1. Begrippen

• 1.

  Voor zover niet anders gedefinieerd in deze beleidsregels hebben de begrippen dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Participatiewet en de Re-integratieverordening van de gemeente Gennep.

• 2.

  In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Belanghebbende: unieke inwoner van de gemeente Gennep die een uitkering ingevolge de wet ontvangt.

  • b.

    College: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gennep.

  • c.

    Verordening: De Re-integratieverordening gemeente Gennep.

  • d.

    Doelgroep: Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a en artikel 10b lid 1, van de Participatiewet.

  • e.

    Opstapsubsidie: Opstapsubsidie als bedoeld in artikel 12 van de verordening.

  • f.

    Wet: Participatiewet.

Artikel 2. Doelgroep

De opstapsubsidie kan worden verstrekt aan een werkgever welke een arbeidsovereenkomst aangaat met:

• a.

  een belanghebbende jonger dan 27 jaar die een uitkering ingevolge de wet ontvangt;

• b.

  een belanghebbende tussen de 27 en 55 jaar die 12 maanden of langer een uitkering ingevolge de wet ontvangt;

• c.

  een belanghebbende van 55 jaar of ouder en jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd die 6 maanden of langer een uitkering ingevolge de wet ontvangt.

Artikel 3. Doel

Het doel van de opstapsubsidie is het bevorderen van duurzame uitstroom uit de bijstandskering door werkgevers te compenseren voor de kosten die gemaakt moeten worden om een inwoner (die onder de doelgroep valt zoals bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregel) met afstand tot de arbeidsmarkt in te werken en duurzaam inzetbaar te houden.

Artikel 4. Voorwaarden

• 1.

  De werkgever biedt aan de doelgroep zoals bedoelt in artikel 2 een reguliere arbeidsovereenkomst aan, met een ingangsdatum die ligt na de inwerkingtreding van deze beleidsregels.

• 2.

  De arbeidsovereenkomst heeft een minimale omvang van 28 uur per week voor een periode van tenminste zes maanden.

• 3.

  Voor zover de arbeidsovereenkomst een detacheringsconstructie betreft, dient in de arbeidsovereenkomst een volledige loondoorbetalingsverplichting te zijn opgenomen voor de duur van de arbeidsovereenkomst in het geval het werk bij de inlener is komen te vervallen.

• 4.

  De werkgever draagt er zorg voor dat er geen sprake is van verdringing van arbeid. Dat wil zeggen dat werkgever in een periode van zes maanden voorafgaand aan de subsidie geen arbeidsovereenkomsten tot het verrichten van vergelijkbare arbeid vanwege bedrijfseconomische redenen beëindigd heeft of op korte termijn zal beëindigen.

• 5.

  De werkgever dient bij aanvraag van de subsidie te verklaren dat hij voor geleverde goederen en diensten, die voortvloeien uit de arbeid van de belanghebbende, vergoedingen bedingt die de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloeden.

Artikel 5. De aanvraag

• 1.

  De werkgever dient via het aanvraagformulier ‘Opstapsubsidie’, dat te vinden is op de gemeentelijke website www.gennep.nl, een aanvraag in bij de Gemeente.

• 2.

  Bij de aanvraag verstrekt de werkgever in ieder geval de volgende bewijsstukken:

  • a.

    een afschrift van de arbeidsovereenkomst waaruit de aard, de duur, de omvang van de overeenkomst en de hoogte van de beloning blijkt;

  • b.

    een afschrift uit het handelsregister.

• 3.

  De aanvraag voor de opstapsubsidie wordt bij het college ingediend bij voorkeur voorafgaand aan, maar uiterlijk één maand na aanvang van, de arbeidsovereenkomst waarvoor de opstapsubsidie wordt aangevraagd. Gelet op de termijn die het college nodig heeft om een beslissing op de aanvraag te nemen, is het ontvangen van de beslissing na ingang van het dienstverband voor risico van de aanvrager.

• 4.

  De aanvraag voor de opstapsubsidie wordt in volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen door het college in behandeling genomen.

• 5.

  Het college onderzoekt naar aanleiding van het aanvraagformulier of de inwoner tot de doelgroep behoort zoals bedoelt in artikel 2.

• 6.

  Het college kan aanvullend op de informatie bij de aanvraag extra inlichtingen inwinnen.

• 7.

  Bij een verstrekking kent het college op basis van deze beleidsregel een opstapsubsidie toe.

Artikel 6. Uitsluitingsgronden

• 1.

  Het college kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde situaties, een aanvraag voor een opstapsubsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a.

    de concurrentieverhoudingen op de arbeidsmarkt onverantwoord worden beïnvloed;

  • b.

    er sprake is van verdringing op de arbeidsmarkt;

  • c.

    de belanghebbende voor wie de opstapsubsidie wordt aangevraagd behoort tot de doelgroep van de structurele loonkostensubsidie als bedoeld in de wet;

  • d.

    de werkgever reeds de maximale opstapsubsidie heeft ontvangen op een arbeidsovereenkomst met dezelfde belanghebbende als op wie de nieuwe aanvraag betrekking heeft;

  • e.

    de werkgever doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit, die in strijd zijn met de wet, goede zeden en/of het algemeen belang of de openbare orde;

  • f.

    de opstapsubsidie wordt niet verstrekt aan payrollbedrijven en uitzendbureaus.

• 2.

  Indien de aanvraagtermijn zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 overschreden wordt, wordt door het college onderzocht of dat de opstapsubsidie noodzakelijk is voor de arbeidsinschakeling van de persoon uit de doelgroep. Indien dit niet het geval is, wordt de subsidie geweigerd.

• 3.

  Het college verstrekt geen opstapsubsidie wanneer de arbeidsovereenkomst tussentijds wordt beëindigd door de werkgever.

Artikel 7. Hoogte en duur van de opstapsubsidie

• 1.

  De opstapsubsidie bedraagt eenmalig:

  • a.

    € 800,00 bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 28 uur per week voor een periode van tenminste zes maanden.

  • b.

    € 2.000,00 bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 28 uur per week voor een periode van tenminste twaalf maanden of contract voor onbepaalde tijd.

• 2.

  De beoogde subsidieverlening heeft een incidenteel karakter en betreft geen structurele bekostiging.

Artikel 8. Uitbetaling

• 1.

  Om voor uitbetaling van de opstapsubsidie in aanmerking te komen dient de werkgever de navolgende stukken te overleggen:

  • a.

    een door de werkgever ondertekende verklaring de-minimissteun;

  • b.

    loonstroken waaruit de daadwerkelijke loonbetaling conform de arbeidsovereenkomst aan de werknemer blijkt.

• 2.

  De werkgever dient uiterlijk drie maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst of na afronding van het eerste contract, waarna de arbeidsovereenkomst wordt verlengd, de bewijsstukken zoals bedoeld in artikel 8 lid 1 in.

Artikel 9. Vaststelling en terugvordering

• 1.

  Het college besluit tot vaststelling van de opstapsubsidie en stelt de subsidie betaalbaar na ontvangst van de in artikel 8 van deze beleidsregels genoemde documenten.

• 2.

  Indien de werknemer zich tijdens het dienstverband ziekmeldt, zal dit geen invloed hebben op het verstrekken van de opstapsubsidie.

• 3.

  Hetgeen onverschuldigd is betaald, wordt op grond van artikel 4:57 van de Awb teruggevorderd.

Artikel 10. Inwerkingtreding en looptijd

• 1.

  De beleidsregels treden inwerking met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2023.

• 2.

  Deze beleidsregel is vastgesteld voor onbepaalde tijd, maar vervalt van rechtswege met ingang van het jaar dat de gemeenteraad geen middelen voor de uitvoering ervan begroot.

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels opstapsubsidie re-integratie gemeente Gennep.