Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Scherpenzeel 2023

Geldend van 11-10-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Scherpenzeel 2023

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    doelmatigheid:

    de mate waarin een maximale hoeveelheid producten en prestaties is gerealiseerd met een minimale hoeveelheid middelen of een hogere kwaliteit wordt bereikt met een gelijkblijvende hoeveelheid aan middelen;

  • -

    doeltreffendheid:

    de mate waarin de geleverde producten en prestaties bijdragen aan het realiseren van gestelde gemeentelijke beleidsdoelen.

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie

  • 1. Burgemeester en wethouders verrichten jaarlijks onderzoeken naar de doelmatigheid van [onderdelen van] de organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente. Ieder gemeentelijke organisatie-eenheid en gemeentelijke taak wordt minimaal eenmaal in 2 raadsperioden in zijn geheel aan dergelijke onderzoeken onderworpen.

  • 2. Burgemeester en wethouders verrichten jaarlijks onderzoeken naar de doeltreffendheid van minimaal 1 programma en paragraaf van de begroting en jaarstukken of delen daarvan.

Artikel 3. Onderzoeksplan

  • 1. Burgemeester en wethouders zenden jaarlijks gelijktijdig met het aanbieden van de begroting een onderzoeksplan naar de raad voor de in het daarop volgende jaar te verrichten onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid.

  • 2. Het onderzoeksplan bevat in ieder geval per onderzoek:

    • a.

      het onderzoeksobject;

    • b.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • c.

      de onderzoeksmethode;

    • d.

      de doorlooptijd van het onderzoek;

    • e.

      de wijze van uitvoering van het onderzoek;

    • f.

      het budget in de begroting voor het te verrichten onderzoek.

Artikel 4. Voortgang onderzoeken

Burgemeester en wethouders rapporteren in de tussentijdse rapportages en de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van bijbehorende budgetten.

Artikel 5. Verslag en plan van verbetering

  • 1. De onderzoeksresultaten worden vastgelegd in een verslag. Het verslag bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbetering.

  • 2. Op basis van het verslag stellen burgemeester en wethouders indien nodig een plan van verbetering op.

  • 3. Het verslag en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

  • 4. Burgemeester en wethouders nemen op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 6. Intrekken oude regeling

De Onderzoeksverordening gemeente Scherpenzeel 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Scherpenzeel 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 28 september 2023,

B.S. van Ginkel-Schuur

Griffier

M.C. Teunissen-Willemsen

Voorzitter

Toelichting

Artikel 213a van de Gemeentewet verplicht tot periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door burgemeester en wethouders gevoerde bestuur. Anders dan het onderzoek door de rekenkamer gaat het hierbij om een zelfonderzoek. Onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid – bijvoorbeeld op het gebied van milieu, leefbaarheid, openbaar vervoer en huisvesting – is van groot belang voor de algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. Met deze onderzoeken wordt beoogd de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten, en daardoor doelmatiger en doeltreffender te werken en de publieke verantwoording daarover te versterken. Alle zaken die voor een doelmatig en doeltreffend bestuur van belang zijn kunnen daarbij aan de orde komen.

Ook dienen burgemeester en wethouders periodiek te onderzoeken of de inrichting van de gemeentelijke organisatie (in brede zin: de personeelsformatie, de informatievoorziening en de administratieve organisatie) en het gemeentelijk middelenbeheer aan de gestelde eisen voldoet.

Burgemeester en wethouders zijn verplicht de onderzoeken te verrichten en hiervan verslag uit te brengen. De verordening die de raad vaststelt, conform artikel 213a van de Gemeentewet, bevat de kaders voor deze onderzoeken. De raad bepaalt de regels waaraan burgemeester en wethouders op hoofdlijnen moeten voldoen. De raad stelt ook vast hoe hij bij de onderzoeken betrokken wordt en daarover geïnformeerd wordt.

Relatie met lokale rekenkamer

De controle op en de evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het bestuur geschieden primair door de raad en burgemeester en wethouders zelf. Daarnaast doen de lokale rekenkamers onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en beheer. De rekenkamer kan op grond van het gestelde in artikel 213a, derde lid, van de Gemeentewet gebruik maken van de onderzoeksresultaten van burgemeester en wethouders. Ook kan de rekenkamer zo nodig een tweede oordeel geven, als ze van mening is dat over een bepaald onderwerp een onafhankelijk oordeel moet worden gegeven.