Subsidieregeling BEN innovatiemiddelen regio Samen voor Jeugd

Geldend van 07-10-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling BEN innovatiemiddelen regio Samen voor Jeugd

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het in de vergadering van 26 september 2023 , heeft besloten

  • -

    Gelet op de ASV Eindhoven;

  • -

    Gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • I.

    Vast te stellen de Subsidieregeling BEN innovatiemiddelen regio Samen voor Jeugd

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze subsidieregeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en ASV Eindhoven.

    • a.

      BEN: Bovenregionaal Expertisenetwerk Jeugd Brabant / Zeeland.

    • b.

      Toegangsteams: de door de gemeenten van Samen voor Jeugd ingestelde teams voor toegang tot de gespecialiseerde jeugdhulp. Deze teams zijn opgezet op lokaal en/of sub-regionaal niveau.

    • c.

      Deltaplan Jeugd Eindhoven: het door de Eindhovense gemeenteraad vastgesteld plan over extra inzet op (transformatie van) ondersteuning aan jeugdigen.

    • d.

      Innovatie: toepassing van vernieuwing en/of verbetering van een product, proces, samenwerking, werk- en organisatievorm of leefsituatie, met als doel een ontwikkeling te realiseren die bijdraagt aan het versterken van het normale leven, zo dichtbij mogelijk in de omgeving van jeugdigen en hun gezinnen.

    • e.

      Jeugdhulpaanbieder: door Samen voor Jeugd gecontracteerde jeugdhulpaanbieder(s) voor gespecialiseerde jeugdhulp.

    • f.

      Samen voor jeugd (SvJ): een bestuurlijk samenwerkingsverband op het gebied van jeugdhulp van de gemeenten Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Eindhoven, Heeze-Leende, Oirschot, Reusel-De Mierden en Valkenswaard.

    • g.

      Samenwerkingsverbanden onderwijs: de binnen het gebied van de gemeenten van het bestuurlijke samenwerkingsverband Samen voor jeugd werkende samenwerkingsverbanden passend onderwijs voor het primair- en voortgezet onderwijs.

    • h.

      Sociale ondersteuning: het geheel van door de gemeenten van Samen voor Jeugd gesubsidieerde voorzieningen op het gebied van (preventief) jeugdbeleid, aansluiting jeugdhulp op onderwijs en kinderopvang, begeleiding en dagbesteding van jeugdige, reguliere kinder- of buitenschoolse opvang, opvoedings- en opgroeiondersteuning en psychosociale problemen van jeugdigen/gezinnen met jeugdigen.

    • i.

      Voorliggende voorziening: zijnde een voorziening die via een overheidsregeling of uitkering vanuit de overheid of enige landelijke-, provinciale of gemeentelijke subsidieregeling, niet zijnde deze regeling, aangevraagd kan worden om in de activiteiten geheel of gedeeltelijk te kunnen voorzien.

    • j.

      Zorglandschap: het totaal van voor Samen voor jeugd ingekochte jeugdhulp op het gebied van gespecialiseerde jeugdhulp.

Artikel 2 Doel subsidieregeling

Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van initiatieven om eerder en beter passende hulp in te zetten met en voor gezinnen om te voorkomen dat de hulpvragen complexer worden en daarmee? de samenwerking met gezinnen en partners te verbeteren.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verleend aan rechtspersonen, zijnde: jeugdhulpaanbieders, gemeentelijke toegangsteams, door SvJ gesubsidieerde partijen in het voorliggend veld welke sociale ondersteuning bieden, of Samenwerkingsverbanden onderwijs.

Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten

Een eenmalige subsidie wordt verleend voor activiteiten betrekking hebbende op gezinnen met jeugdige(n) en jeugdigen uit de gemeenten van Samen voor jeugd en die een positieve bijdrage leveren aan een van de volgende thema’s:

  • a.

    verbinding onderwijs en jeugdhulp; de inzet van jeugdhulp tijdens onderwijstijd en opvang planmatig organiseren vanuit een samenhangend aanbod en ingezet vanuit collectieve financiering;

  • b.

    integrale zorg; Door samenhang te creëren in het zorgaanbod voorkomen van ‘carrousel kinderen’ (jonge kinderen die al van jongs af aan in het jeugdzorgsysteem zitten en daar blijven). Dit in samenwerking tussen gemeenten, ouders en zorgaanbieders;

  • c.

    versterking toegang/versterking van het gewone leven; het samenbrengen van de expertise en consultatiefunctie van Jeugdhulpaanbieders en die van het Regionale Expertiseteam Zuidoost Brabant ter bevordering van kennis en expertise van de Toegangsteams zodat deze een goede afweging kunnen maken over wat het meest passend is in elke situatie, gericht op het versterken van het gewone leven en de veerkracht van gezinnen en jongeren.

Artikel 5 Subsidievereisten activiteiten

Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4, wordt in aanvulling op het bepaalde in ASV Eindhoven voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten hebben alleen betrekking op een of meerdere gemeenten van Samen voor Jeugd; en

  • b.

    de activiteiten worden in samenwerking uitgevoerd; en

  • c.

    de activiteiten voorzien in een aantoonbare behoefte van de gemeenten Samen voor Jeugd; en

  • d.

    de activiteiten worden alleen uitgevoerd in een of meerdere gemeenten van Samen voor Jeugd; en

  • e.

    de activiteiten zijn innovatief voor het zorglandschap van Samen voor Jeugd; en

  • f.

    de activiteiten zijn gericht op het versterken van het gewone leven; en

Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag

De subsidie wordt middels een daartoe door het college vastgesteld aanvraagformulier aangevraagd en onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 Awb en de ASV Eindhoven, dient de aanvrager een gedegen en onderbouwd plan van aanpak te overleggen waarin ten minste staat beschreven:

  • a.

    hoe de activiteiten aansluiten aan het doel van de subsidieregeling zoals vermeld in artikel 2; en

  • b.

    in welk aantoonbaar ontbrekend of ontoereikend aanbod in het aanwezige zorglandschap de activiteiten voorzien; en

  • c.

    dat in hoe in de vraag en behoefte van de jeugdige wordt voorzien met de activiteit; en

  • d.

    een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan; en

  • e.

    hoe invulling wordt gegeven aan de subsidievereisten activiteiten zoals aangegeven in artikel 5; en

  • f.

    de te behalen doelen met de activiteiten; en

  • g.

    op welke wijze de activiteiten in samenwerking tussen twee of meer organisaties uit de doelgroep zoals bedoeld in artikel 3 worden uitgevoerd die de aanvraag ook gezamenlijk indienen; en

  • h.

    de planning en ontwikkeling van de activiteiten met wanneer, hoe, waar, welke inzet plaatsvindt; en

  • i.

    op welke wijze de activiteit(en) toegepast/ overdraagbaar is binnen de regio Samen voor Jeugd; en

  • j.

    de wijze waarop de resultaten van de activiteit(en) inzichtelijk worden gemaakt (aan de hand van kritische/kwalitatieve prestatie indicatoren) en gedeeld worden met de gemeenten van Samen voor Jeugd.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie zoals bepaald in artikel 2, en niet gedekt op basis van beschikkingen Jeugdwet, Wmo en andere landelijke wetgeving op het gebied van sociale zekerheid en/of uit subsidiegelden voor sociale ondersteuning komen uitsluitend de volgende kosten voor subsidie in aanmerking

  • a.

    kennis- en ontwikkelkosten: zijnde kosten van onderzoek, het trainen en toerusten van betrokkenen en professionals, de coördinatiekosten en kosten voor keurmerken en/of verplichte registraties;

  • b.

    Huisvestingskosten: bestaande uit huur, gas, water, elektra, internet, lokale heffingen en vanuit Rijkswege vastgestelde verplichte verzekeringen van de gemeenten Samen voor Jeugd gehuurde panden of voor zover van toepassing zijnde de eigenaarslasten voor een eigen pand;

  • c.

    Organisatiekosten: bestaande uit administratiekosten, verzekeringen, kantoorartikelen, internet; drukwerk, communicatie, abonnementen, verplichte contributiebijdragen, bankkosten, kosten voor beheer, licentiekosten. Uitgesloten zijn automatiseringskosten, aanschafkosten computerprogramma’s en computerhardware;

  • d.

    Initiële aanloopkosten: kosten die in verband staan met het opbouwen van de activiteit(en);

  • e.

    Activiteiten kosten: Kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de activiteit.

  • f.

    Personele kosten: bestaande uit kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de activiteit en op generlei wijze geheel dan wel gedeeltelijk gedekt kunnen worden op basis van beschikkingen Jeugdwet, Wmo en andere landelijke wetgeving op het gebied van sociale zekerheid.

  • g.

    Deskundigheidsbevordering: bestaande uit kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit en/of noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van specifieke vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteit die op generlei wijze geheel dan wel gedeeltelijk gedekt kunnen worden uit opleidingsbudget van de organisatie van subsidieaanvrager.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Subsidie wordt in aanvulling op het bepaalde in ASV Eindhoven in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    er sprake is van een voorliggende voorziening; of

  • b.

    de activiteiten niet passend zijn binnen de publieksversie Regionaal innovatiebudget Jeugdhulplandschap Versterken SvJ (bijlage 2); of

  • c.

    voor dezelfde activiteit al een subsidie is verleend op grond van deze subsidieregeling; of

  • d.

    wanneer voor het behalen van de resultaten de aanvragen afhankelijk zijn van voorwaarden terwijl onvoldoende verzekerd is dat aan die voorwaarden op datum aanvraag is voldaan; of

  • e.

    geen subsidie verleend als er sprake is van een onevenredige verhouding tussen de subsidieaanvraag en de gecontracteerde tarieven van Samen voor Jeugd voor maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp

  • f.

    indien er sprake is van een onevenredige verhouding tussen de totale kosten en het beoogde resultaat van de activiteit.

Artikel 9 Subsidieplafond

  • 1. De subsidieplafonds voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze subsidieregeling, wordt door het college vastgesteld en verdeeld over drie deelplafonds.

  • 2. In het geval dat een deelplafond niet volledig wordt benut, wordt het restant deelplafond opnieuw verdeeld en vastgesteld door het college waarbij subsidie wordt verleend op volgorde van binnenkomst.

Artikel 10 Verdeelcriteria

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

In afwijking van het bepaalde in de ASV Eindhoven kunnen aanvragen 8 weken voorafgaande aan de activiteit worden ingediend.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en geldt voor activiteiten tot en met 31 december 2024.

Artikel 13 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling BEN innovatiemiddelen regio Samen voor Jeugd.

Ondertekening

Eindhoven, .

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Bijlage 1: beoordelingscriteria

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: Publieksversie Plan Regionaal innovatiebudget Jeugdhulplandschap SvJ

Regionaal Plan inzet subsidiemiddelen BEN (Samen voor Jeugd)

Het Bovenregionaal Expertisenetwerk (BEN) Brabant en Zeeland ondersteunt de regionale expertteams in Brabant en Zeeland bij het organiseren van de best passende hulp voor kinderen en jeugdigen tot 23 jaar met complexe én meervoudige én weinig voorkomende problematieken. Binnen BEN werken 6 jeugdhulpregio’s samen: Zeeland - West-Brabant West - West-Brabant Oost - Hart van Brabant - Noordoost Brabant - Zuidoost Brabant. De gemeente Eindhoven is coördinerend gemeente. De 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant zijn opgesplitst in Een 10 voor de Jeugd (11 gemeenten) en Samen voor Jeugd (10 gemeenten).

Regionaal Innovatiebudget

Een van de speerpunten van BEN is het versterken van het jeugdhulplandschap in samenwerking met de jeugdhulpregio’s. Het BEN verstrekt hiervoor een regionaal innovatiebudget in de vorm van subsidie aan de jeugdhulpregio’s in Brabant/Zeeland. De subsidiemiddelen worden eenmalig verstrekt voor een looptijd van 2 jaar (2023 en 2024) en bedragen voor de regio Samen voor Jeugd maximaal 307.000 euro. De hoogte van de subsidie is gebaseerd op het aantal jeugdigen tot 23 jaar. In dit plan is beschreven hoe de regio ‘Samen voor Jeugd’ de subsidiemiddelen wil gaan inzetten. Er is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor het beschikbaar stellen van de middelen.

Doel

BEN wil bijdragen aan het versterken van ‘de voorkant’ (‘basis op orde’) om complexere problematiek van gezinnen te voorkomen dan wel verminderen door meer samen te werken met alle partijen.

Het regionaal innovatiebudget is bedoeld om:

  • Eerder, beter passende hulp in te zetten met en voor gezinnen om te voorkomen dat de hulpvragen complexer worden.

  • Samenwerking met gezinnen en partners te verbeteren.

Waarvoor te gebruiken

Het regionaal innovatiebudget is door de jeugdhulpregio’s te gebruiken voor:

  • Nieuwe initiatieven te ondersteunen of door te ontwikkelen.

In samenwerking met gezinnen en partijen 1 in de jeugdhulpregio het ontwikkelen en uitvoeren van initiatieven die bijdragen aan het samen eerder en beter passende hulp inzetten met en voor gezinnen. Voorbeelden: inrichten van samenwerkingen, onderzoek, inzet ervaringsdeskundigheid, regievoering, enz.

  • Gezamenlijk leren met de partijen in de jeugdhulpregio.

Samen analyseren, leren en reflecteren, het open staan voor andere perspectieven en oplossingen, samen systemisch leren werken waarbij de samenwerkingsrelatie met gezinnen voorop staat, samen afwijken van vaste patronen, alternatieve (out-of-box) oplossingen, samen verdragen en vertragen. Het gezamenlijk scholen, oriëntaties in het werkveld, gezamenlijke uitvoeren, leren van elkaars expertise, enz. worden hierbij gestimuleerd. Daarbij is tijd nemen om te overdenken en kritisch mee te kijken belangrijk. De subsidiemiddelen kunnen ook ingezet worden om een goede inschatting, analyse en verklaring te maken, zodat er beter passende hulp ingezet kan worden met en voor het gezin.

De jeugdhulpregio’s kunnen samen met de partners de subsidiemiddelen gebruiken om initiatieven te ontwikkelen om voorkant te versterken door beter samen te werken met en voor gezinnen om te voorkomen dat de hulpvragen complexer worden, gericht op (1 van) de 2 onderwerpen zoals hierboven geformuleerd.

Thema’s Samen voor Jeugd

De plannen voor inzet van de subsidiemiddelen binnen samen voor Jeugd zijn gebaseerd op de door het BEN beschreven doelen en voorwaarden en passen binnen de samenwerkingsovereenkomst. De plannen zijn gericht op de thema’s:

A Verbeteren aansluiting tussen onderwijs/opvang en jeugdhulp

B Integrale zorg

C Versterken toegangsteams/ normale leven

A. Verbeteren aansluiting tussen onderwijs/opvang en jeugdhulp

Er zijn binnen beide regio’s verschillende initiatieven vanuit gemeenten, zorgaanbieders, scholen en kinderopvang om een oplossing te zoeken voor de inzet van jeugdhulp in onderwijstijd voor kinderen met een zorgbehoefte. De huidige manier van werken, met individuele beschikkingen per zorgvrager, leidt tot een in- en uitloop van verschillende hulpverleners, onrust in de groep, verschillende zorgaanbieders thuis en op school/opvang etc. Deze initiatieven zijn opgezet vanuit verschillende gremia met verschillende betrokkenen en verkeren in verschillende fases. De achtergrond en doelen van de initiatieven is niet altijd helder evenals de wijze van bekostiging. Veelal betreft het incidentele bekostiging. Als kansrijke initiatieven vervolgens niet verder ontplooid kunnen worden vanwege tal van (soms – op het oog- bureaucratische) redenen, hebben ouders en kinderen maar ook gemeenten en scholen/opvang daar last van. Er is een gezamenlijke wens om dit anders te organiseren in de vorm van collectieve financiering van jeugdhulp op scholen in onderwijstijd. Daarbij is er behoefte aan een gezamenlijk kader dat inhoudelijk richting geeft aan nieuwe initiatieven. Ook is er behoefte aan meer samenhang in het aanbod en het waarborgen van continuïteit in een eerder stadium. Om dit realiseren stellen we, samen met de regio en Een 10 voor de jeugd een projectleider aan die als taak heeft:

  • -

    Een inventarisatie te doen van alle bestaande initiatieven in beide regio’s op het gebied van collectieve financiering van zorg met de focus op inhoud en bekostiging. Tevens een data-analyse om inzicht te krijgen op waar op dit moment veel jeugdhulp wordt ingezet.

  • -

    Een gezamenlijk kader op te stellen in samenspraak met ouders, samenwerkingsverbanden en jeugdhulpaanbieders op basis waarvan op een uniforme wijze afwegingen kunnen worden gemaakt welke initiatieven kansrijk zijn en bijdragen aan een structurele verbetering en borging in het onderwijs/zorglandschap. Uitgangspunten hierbij zijn collectieve financiering en het behouden van kinderen met een zorgbehoefte binnen het reguliere onderwijs/opvang.

  • -

    Een door alle partners gedragen uitvoeringsplan op te stellen op grond van het gezamenlijke kader (en indien mogelijk) de implementatie daarvan te coördineren.

Verwachte opbrengsten

  • 1.

    Efficiëntere en effectievere inzet van jeugdhulp op scholen/opvang.

  • 2.

    Ontzorgen van ouders, school/opvang en toegangsteams.

  • 3.

    Meer efficiency en integraliteit door het gezamenlijk kanaliseren van nieuwe initiatieven.

  • 4.

    Meer eenduidigheid in de gehele regio van de in tot aal 21 gemeenten op de ontwikkelingen onderwijs/opvang en jeugdhulp en daardoor meer samenhang, sturing en duidelijkheid.

B. Integrale zorg

We streven naar het voorkomen van ‘carousselkinderen’ (jonge kinderen die al van jongs af aan in het jeugdzorgsysteem zitten en daar blijven). Dat is een ontwikkeling die we in samenwerking met ouders en zorgaanbieders willen ondersteunen. We hebben pilots voor ogen die hieraan bijdragen.

C. Versterken toegangsteams/ versterken van het gewone leven

Zowel in de Norm van Opdrachtgeverschap van gemeenten als in de toekomstige landelijke Hervormingsagenda Jeugd ligt er een grote nadruk op het versterken van het gewone leven van jeugd. Daarbij hoort het inzetten van nabije en natuurlijke hulpbronnen en het overwinnen van hindernissen die fijn thuis opgroeien, leren en meedoen in de weg staan waarbij jeugdigen en hun netwerk meepraten over wat ze hiervoor nodig hebben. Jeugdigen moeten laagdrempelig en dicht bij huis terecht kunnen. Daarvoor zijn stevige lokale teams nodig met voldoende kennis en expertise om een goede afweging te kunnen maken over wat het meest passend is elke situatie, gericht op het versterken van het gewone leven en de veerkracht van gezinnen en jongeren. Toegangsteams die sterk zijn op het gebied van samenwerken; snel en effectief afstemmen met partners zoals aanbieders, voorliggend veld, bekendheid met elkaars aanbod en elkaar weten te vinden. Wat we graag willen verbeteren is dat de teams bij zowel het onderzoek naar de hulpvraag als het zelf bieden van ondersteuning snel en laagdrempelig gebruik kunnen maken van expertise van zorgaanbieders, zoals nu ook de mogelijkheid geboden wordt door RET (voor complexe cases). Door expertise aan de voorkant beter toegankelijk te maken voor de toegangsteams kunnen jeugdigen en ouders beter en sneller geholpen worden bij het gewone leven. We willen beter samen ontwikkelen met RET, Toegang en zorgaanbieders zodat de consultatiefunctie heel dicht bij de toegangsteams, laagdrempelig en dichtbij aangewend kan worden door expertise samen te brengen (van RET naar MÉT (Meervoudig Expertise Team).

Overzicht inzet middelen BEN-subsidie 2023-2024

Thema

Samen voor Jeugd totaal

2023

2024

Verbeteren aansluiting onderwijs/opvang en jeugdhulp

€ 50.000

€ 25.000

€ 25.000

Integrale zorg

€ 90.000

€ 40.000

€ 50.000

Versterken toegangsteams

€ 107.000

€ 40.000

€ 67.000

Totaal

€ 247.000

€ 105.000

€ 142.000

Toelichting bij subsidieregeling BEN regionale innovatie middelen Samen voor Jeugd

Algemeen

Het Bovenregionaal Expertisenetwerk (BEN) Brabant en Zeeland ondersteunt de regionale expertteams in Brabant en Zeeland bij het organiseren van de best passende hulp voor kinderen en jeugdigen tot 23 jaar met complexe én meervoudige én weinig voorkomende problematieken. Binnen BEN werken 6 jeugdhulpregio’s samen: Zeeland - West-Brabant West - West-Brabant Oost - Hart van Brabant - Noordoost Brabant - Zuidoost Brabant. De gemeente Eindhoven is coördinerend gemeente. De 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant zijn opgesplitst in Een 10 voor de Jeugd (11 gemeenten) en Samen voor Jeugd (10 gemeenten).

Een van de speerpunten van BEN is het versterken van het jeugdhulplandschap in samenwerking met de jeugdhulpregio’s. Het BEN verstrekt hiervoor een regionaal innovatiebudget aan de jeugdhulpregio’s in Brabant/Zeeland. De subsidiemiddelen worden eenmalig verstrekt voor een looptijd van 2 jaar (2023 en 2024).

De jeugdhulpregio’s kunnen samen met de partners de subsidiemiddelen gebruiken om initiatieven te ontwikkelen om de ‘voorkant’ te versterken door beter samen te werken met en voor gezinnen om te voorkomen dat de hulpvragen complexer worden.

Middels deze subsidieregeling kunnen pilots aangevraagd worden door partijen die, in samenwerking, een bijdrage leveren aan door de regio Samen voor Jeugd geformuleerde thema’s.

De gemeente Eindhoven geeft namens het samenwerkingsverband Samen voor Jeugd uitvoering aan de subsidieregeling BEN regionale innovatie middelen.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsomschrijving

Met ‘zo dichtbij mogelijk in de omgeving van jeugdigen en hun gezinnen wordt bedoeld dat alle jeugdigen binnen Samen voor Jeugd zich kunnen ontwikkelen en kunnen opgroeien in hun eigen omgeving. Extra ondersteuning daarbij wordt thuis, in de wijk, op school en zo gewoon mogelijk georganiseerd. Samenwerking tussen betrokkenen bij de jeugdige is daarbij belangrijk. Met betrokkenen worden alle professionals en vrijwilligers bedoeld die bij een jeugdige/gezin betrokken zijn vanuit het oogpunt van hulp.

Het samenwerkingsverband Samen voor Jeugd wil met deze subsidieregeling vernieuwing en verbetering aanjagen tussen verschillende organisaties die bijdragen aan het versterken van het normale leven, ‘ zo dichtbij mogelijk in de omgeving van jeugdigen en hun gezinnen’ Een voorbeeld hiervan is zo vroeg mogelijk proberen in te grijpen voor jonge kinderen met zeer complexe problematiek, zo dicht mogelijk in hun eigen omgeving om te zorgen dat zij niet jarenlang gebruik hoeven te maken van een vorm van jeugdhulp (en zo draaideurkinderen voorkomen die hun hele jeugd in de jeugdhulp doorbrengen, verwijderd van hun eigen omgeving).

Artikel 2 Doel subsidieregeling

BEN wil bijdragen aan het versterken van ‘de voorkant’ (‘basis op orde’) om complexere problematiek van gezinnen te voorkomen dan wel verminderen door meer samen te werken met alle partijen. Hiertoe heeft het BEN aan de jeugdhulpregio’s van de provincies Brabant en Zeeland regionale financiële middelen beschikbaar gesteld. Het regionaal innovatiebudget is bedoeld om:

  • Eerder, beter passende hulp in te zetten met en voor gezinnen om te voorkomen dat de hulpvragen complexer worden.

  • Samenwerking met gezinnen en partners te verbeteren.

  • Nieuwe initiatieven te ondersteunen of door te ontwikkelen.

    In samenwerking met gezinnen en partijen in de jeugdhulpregio het ontwikkelen en uitvoeren van initiatieven die bijdragen aan het samen eerder en beter passende hulp inzetten met en voor gezinnen. Voorbeelden: inrichten van samenwerkingen, onderzoek, inzet ervaringsdeskundigheid, regievoering, enz.

  • Gezamenlijk leren met de partijen in de jeugdhulpregio.

    Samen analyseren, leren en reflecteren, het open staan voor andere perspectieven en oplossingen, samen systemisch leren werken waarbij de samenwerkingsrelatie met gezinnen voorop staat, samen afwijken van vaste patronen, alternatieve (out-of-box) oplossingen, samen verdragen en vertragen. Het gezamenlijk scholen, oriëntaties in het werkveld, gezamenlijke uitvoeren, leren van elkaars expertise, enz. worden hierbij gestimuleerd. Daarbij is tijd nemen om te overdenken en kritisch mee te kijken belangrijk. De subsidiemiddelen kunnen ook ingezet worden om een goede inschatting, analyse en verklaring te maken, zodat er beter passende hulp ingezet kan worden met en voor het gezin.

Artikel 3 Doelgroep

Dit artikel bepaalt wie subsidie kan aanvragen. In artikel 5 onder b is het vereiste opgenomen dat de activiteiten in samenwerking wordt uitgevoerd. Bij samenwerking kan maar één partij een subsidie aanvragen.

Wanneer dit gebeurt is deze partij penvoerder. Onder penvoerderschap verstaan we het volgende: de partij die de subsidieaanvraag indient en de middelen van de gemeente(n) ten behoeve van uitvoering van de subsidieaanvraag ontvangt. De penvoerder is ten alle tijden een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder, gemeentelijk toegangsteam van regio Samen voor Jeugd of, (gesubsidieerde) partij in het voorliggend veld van (een van) de gemeenten binnen Samen voor Jeugd of een Samenwerkingsverband Onderwijs in een van de gemeenten binnen regio Samen voor Jeugd. Dit betreft de gemeenten Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Eersel, Eindhoven, Heeze-Leende, Oirschot, Reusel-De Mierden en Valkenswaard.

De samenwerkende partijen geven in de subsidieaanvraag aan op welke wijze zij zorgdragen voor continuering en eventueel uitbreiding van de activiteiten, na afloop van de subsidieperiode.

Een subsidieaanvraag kan enkel worden ingediend wanneer er een (schriftelijk omschreven) samenwerking is met tenminste één andere partij. De partij waarmee wordt samengewerkt hoeft niet te behoren tot één van deze categorieën. Partijen die geen (subsidie)relatie of contractafspraken hebben met (een van) de gemeenten van Samen voor Jeugd, kunnen alleen als partner aanhaken.

Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten

Er wordt een eenmalige subsidie verstrekt. De activiteiten waarvoor een subsidie wordt verstrekt dienen tussen 1 oktober 2023 en 31 december 2024 worden uitgevoerd.

We definiëren ‘Eenmalige subsidie’ als volgt (Algemene Subsidie Verordening gemeente Eindhoven): een subsidie die wordt verstrekt voor een activiteit met een eenmalig of incidenteel karakter voor een van tevoren bepaalde tijd.

De volgende thema’s staan daarbij centraal om de doelen te behalen:

  • 1.

    Verbeteren aansluiting tussen onderwijs/opvang en jeugdhulp

Er zijn verschillende initiatieven vanuit gemeenten, zorgaanbieders, scholen en kinderopvang om een oplossing te zoeken voor de inzet van jeugdhulp in onderwijstijd voor kinderen met een zorgbehoefte. Er is een gezamenlijke wens om dit goed te organiseren in de vorm van collectieve financiering van jeugdhulp op scholen in onderwijstijd. Er is behoefte aan meer samenhang in het aanbod en het waarborgen van continuïteit in een eerder stadium.

  • 2.

    Integrale zorg

De regio Samen voor Jeugd streeft naar het voorkomen van ‘carrousel kinderen’ (jonge kinderen die al van jongs af aan in het jeugdzorgsysteem zitten en daar blijven). Dat is een ontwikkeling die de regio Samen voor Jeugd in samenwerking met ouders en zorgaanbieders wil ondersteunen.

Pilots kunnen bijdragen aan het versterken van het jeugdhulplandschap voor deze doelgroep. Daarbij is de wijze waarop de monitoring gaat plaatsvinden uiteraard van belang. Het is van belang ons af te vragen: Hoe wordt het resultaat gemeten (samen met de ouders?), zodat het lukt om jonge kinderen zodanig te begeleiden dat zij niet opnieuw gedurende hun jeugd op de specialistische jeugdhulp terugvallen. Hoe kunnen we doorbreken dat jongeren gedurende een groot deel van hun ontwikkeling aangewezen blijven op jeugdhulp waarbij een steeds complexere problematiek (b)lijkt te ontstaan?

  • 3.

    Versterken toegangsteams/ versterken van het gewone leven

Zowel in de Norm van Opdrachtgeverschap (Norm voor Opdrachtgeverschap Jeugd | VNG) van gemeenten in de regio Samen voor Jeugd (Regiovisie Home | regiosamenvoorjeugd.nl) als ook in de toekomstige landelijke Hervormingsagenda Jeugd ligt er een grote nadruk op het versterken van het gewone leven van jeugd. Daarbij hoort het inzetten van nabije en natuurlijke hulpbronnen en het overwinnen van hindernissen die fijn thuis opgroeien, leren en meedoen in de weg staan waarbij jeugdigen en hun netwerk meepraten over wat ze hiervoor nodig hebben.

Bij het versterken van het gewone leven gaat het om activiteiten die bijdragen aan dat vragen en problemen die jeugdigen en gezinnen tijdens het opgroei- en opvoedingsproces hebben gaan benoemen en herkennen als gewone levensvragen die er bij horen. Jeugdigen en gezinnen worden hierbij versterkt in het vergroten van het eigen probleemoplossend en zelfsturend vermogen om met deze vragen en problemen om te gaan.

Jeugdigen moeten laagdrempelig en dicht bij huis terecht kunnen. Daarvoor zijn stevige lokale teams nodig met voldoende kennis en expertise om een goede afweging te kunnen maken over wat het meest passend is elke situatie, gericht op het versterken van het gewone leven en de veerkracht van gezinnen en jongeren. Toegangsteams die sterk zijn op het gebied van samenwerken; snel en effectief afstemmen met partners zoals aanbieders, voorliggend veld, bekendheid met elkaars aanbod en elkaar weten te vinden. Wat we graag willen verbeteren is dat de teams bij zowel het onderzoek naar de hulpvraag als het zelf bieden van ondersteuning snel en laagdrempelig gebruik kunnen maken van expertise van zorgaanbieders, zoals nu ook de mogelijkheid geboden wordt door Regionaal Expertise Netwerk Zuidoost Brabant (voor complexe casussen). Door expertise aan de voorkant beter toegankelijk te maken voor de toegangsteams kunnen jeugdigen en ouders beter en sneller geholpen worden bij het gewone leven. We willen beter samen ontwikkelen met RET, Toegang en zorgaanbieders zodat de consultatiefunctie heel dicht bij de toegangsteams, laagdrempelig en dichtbij aangewend kan worden door expertise samen te brengen (van RET naar MÉT (Meervoudig Expertise Team).

Artikel 5 Subsidievereisten activiteiten

Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie dient aan alle subsidievereisten van dit artikel te worden voldaan.

Toelichting op b. Een subsidieaanvraag kan enkel worden ingediend wanneer er een (schriftelijk omschreven) samenwerking is met tenminste één andere partij. Deze samenwerkingspartij (niet de penvoerder) mag ook buiten de categorieën ‘gecontracteerde jeugdhulpaanbieder in Samen voor Jeugd, een gesubsidieerde preventieve partner van (een van) de gemeentes in Samen voor Jeugd, of een lokaal toegangsteam van (een van) de gemeentes in Samen voor Jeugd’ vallen.

Toelichting op lid c: met ‘aangetoonde behoefte’ wordt bedoeld dat de aanvrager met concrete voorbeelden en/of cijfers aangeeft dat er behoefte is aan het initiatief. Dit kan bijvoorbeeld door te omschrijven dat er sprake is van een hiaat in het zorglandschap, waar het initiatief een antwoord op kan bieden. Het kan gaan om een behoefte van jeugdigen/gezinnen, van verwijzers naar jeugdhulp of van aanbieders van (preventieve) ondersteuning. Van belang is dat wordt aangegeven hoe deze behoefte uiteindelijk ten goede komt aan de inwoner (jeugdigen/gezinnen).

Toelichting op lid e: met ‘innovatief’ wordt bedoeld dat er door de gemeenten van Samen voor Jeugd en/of de regio Zuidoost-Brabant niet eerder subsidie is verstrekt voor een dergelijk initiatief. Het betreft dus geen uitbreiding van bestaand aanbod, maar nieuwe werkwijzen, samenwerkingen en/of aanbod.

Specifiek vragen wij aandacht voor de overdraagbaarheid en borging van de activiteit, samen leren.

De activiteiten waarvoor een subsidie wordt verleend dienen tussen datum van publicatie van deze regeling en 31 december 2024 te zijn uitgevoerd.

Toelichting op lid f: deze vereiste geldt voor alle aanvragen, ook wanneer de aanvraag geen betrekking heeft op een activiteit met oog op versterken toegangsteams/ versterken van het gewone leven.

Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag

Een subsidie kan alleen worden aangevraagd middels het daartoe vastgestelde aanvraagformulier. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een gedegen en onderbouwd plan van aanpak en te voldoen aan alle in dit artikel opgenomen vereisten.

Toelichting op lid i: Bij een positieve beoordeling van de subsidieaanvraag ontvangt de aanvrager een subsidiebeschikking, waarin specifieke kritieke prestatie indicatoren (kpi’s) en afspraken over de tussentijdse monitoring zijn opgenomen.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Dit artikel omschrijft uitsluitend de kosten die voor subsidie in aanmerking komen.

Reguliere huisvestings- en reguliere organisatiekosten worden niet vergoed. Enkel kosten die verband houden met de subsidieactiviteit(en).

Met deskundigheidsbevordering (7a) wordt bedoeld: kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit en/of noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van specifieke vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van de activiteit die op generlei wijze geheel dan wel gedeeltelijk gedekt kunnen worden uit opleidingsbudget van de organisatie van subsidieaanvrager.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling wat al in de ASV Eindhovens bepaald beschrijft dit artikel de gronden waarop een subsidieaanvraag direct kan worden geweigerd.

De activiteiten moeten passen binnen de publieksversie van het Regionaal innovatiebudget Jeugdhulplandschap Versterken ZOB SvJ.

Wat betreft lid f wordt geen subsidie verleend als er sprake is van een onevenredige verhouding tussen de subsidieaanvraag en de gecontracteerde tarieven van Samen voor Jeugd voor maatwerkvoorziening Jeugdhulp.

Artikel 9 Subsidieplafond

Er is in totaal een bedrag van maximaal 247.000 euro beschikbaar voor de jaren 2023 en 2024 gezamenlijk. De onderverdeling is als onderstaand aangebracht.

Thema

Samen voor Jeugd totaal beschikbaar

2023

2024

Verbeteren aansluiting onderwijs/opvang en jeugdhulp

€ 50.000

€ 25.000

€ 25.000

Integrale zorg

€ 90.000

€ 40.000

€ 50.000

Versterken toegangsteams

€ 107.000

€ 40.000

€ 67.000

Totaal

€ 247.000

€ 105.000

€ 142.000

Artikel 12 Inwerkingtreding

De eenmalige subsidie heeft als looptijd max. 1,5 jaar. De activiteit mag niet langer doorlopen dan de looptijd van de subsidieregeling (tot en met december 2024).


Noot
1

Met partijen in de jeugdhulpregio bedoelen we: gemeenten, jeugdhulpaanbieders (J&O, LVB, (volwassen)GGZ, gesloten), GI’s, ervaringsdeskundigen, enz.