Nadere regels Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie, gemeente Alkmaar vanaf 2024

Geldend van 01-01-2024 t/m 02-05-2024

Intitulé

Nadere regels Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie, gemeente Alkmaar vanaf 2024

Het college van burgemeester en wethouders besluit,

gelet op

Het bepaalde in artikel 3 van de Algemene subsidie Verordening Alkmaar 2019

vast te stellen de:

Nadere regels Nadere regels Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie, gemeente Alkmaar vanaf 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Voor alle begrippen die niet nader worden omschreven in deze Nadere regels wordt verwezen naar de Algemene Subsidieverordening Alkmaar 2019 en de Wet Kinderopvang.

  • 2. In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      De verordening: Algemene subsidieverordening Alkmaar 2019;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar;

    • c.

      Doelgroepdefinitie: criterium dat de gemeente hanteert om te bepalen welke kinderen in aanmerking komen voor een verrijkt (taal)aanbod in het kader van voor- en vroegschoolse educatie;

    • d.

      Doelgroeppeuters of VVE-peuters: kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar die in aanmerking komen voor VVE op grond van de doelgroepdefinitie;

    • e.

      Erkend VVE-programma: VVE-programma opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters van 2 tot 4 jaar wordt gestimuleerd;

    • f.

      Groep: maximaal 16 peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

    • g.

      Halve groep: maximaal acht peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

    • h.

      Horizontale groep: een heterogene groep peuters (doelgroeppeuters en reguliere peuters) in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

    • i.

      Houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

    • j.

      Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens (geregistreerd inkomen) van de ouder(s) over een bepaald belastingjaar;

    • k.

      Kinderopvang: opvang in de zin van de Wet Kinderopvang vanuit een landelijk geregistreerd kindercentrum;

    • l.

      Kinderopvangtoeslagtabel: tabel waarin de hoogte van de te ontvangen kinderopvangtoeslag bij een bepaald inkomen is aangegeven;

    • m.

      Kinderopvangtoeslag: de toeslag vanuit het Rijk die ouders kunnen aanvragen bij de Belastingdienst, als een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang;

    • n.

      KOT: kinderopvangtoeslag;

    • o.

      Kwaliteitskader VVE: door het College van B&W vastgestelde gemeentelijke visie op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in Alkmaar;

    • p.

      Locatiesubsidie: extra subsidie voor een peuteropvang locatie bij een bepaald percentage en bepaald aantal VVE-peuters;

    • q.

      LRK: Landelijk Register Kinderopvang;

    • r.

      Niet-toeslagouder(s): ouder(s) die geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid;

    • s.

      Normtarief kinderopvang: jaarlijks vast te stellen vergoeding per uur kinderopvang door de rijksoverheid (kinderopvangtoeslag);

    • t.

      Ouder: ouder in de zin van de Wet Kinderopvang;

    • u.

      Ouderbetrokkenheid: activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van het kind;

    • v.

      Ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die ouders betalen voor (een deel van) de uren peuteropvang die zij afnemen. Voor de berekening hiervan wordt de VNG-tabel gebruikt;

    • w.

      Peutermonitor: digitaal verantwoordingssysteem om het bereik van doelgroepkinderen te bepalen en per kwartaal inzicht te hebben in de benodigde subsidie;

    • x.

      Peuteropvang: geregistreerde kinderopvang voor peuters tussen de 2 en 4 jaar, waar gewerkt wordt met een erkend VVE-programma en gecertificeerde pedagogisch medewerkers;

    • y.

      Peuterplek: plek van een peuter van 2 tot 4 jaar in een kindercentrum;

    • z.

      Reguliere peuters: kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar, zonder VVE-indicatie.

    • aa.

      Toeslagouder(s): ouder(s) die recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid;

    • bb.

      Toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet Kinderopvang.

    • cc.

      VE: voorschoolse educatie;

    • dd.

      VE-coach: wettelijk verplichte inzet van mbo 4- of hbo geschoolde medewerker in de voorschoolse educatie.

    • ee.

      VE-groep: horizontale peuteropvanggroep waar voorschoolse educatie wordt aangeboden.

    • ff.

      Verordening: Algemene subsidieverordening Alkmaar 2019;

    • gg.

      VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

    • hh.

      VNG-tabel: adviestabel, afgeleid van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, die wordt gebruikt om voor de gesubsidieerde peuteropvang een inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast te stellen.

    • ii.

      VVE-indicatie: indicatie afgegeven door de GGD op basis van de Alkmaarse doelgroepdefinitie, waaruit blijkt dat het kind dat deze indicatie krijgt gebaat is bij en recht heeft op voorschoolse educatie.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan aan de houder van een VVE-geregistreerd kindercentrum in de gemeente Alkmaar subsidie verlenen voor de uitvoering van peuteropvang. Het betreft een kindgebonden subsidie voor:

    • a.

      Het aanbieden van peuteropvang aan kinderen zonder VVE-indicatie (reguliere peuters) voor een maximaal aantal van 320 uur per kalenderjaar voor een peuter van 2 tot 4 jaar, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week;

    • b.

      Het aanbieden van peuteropvang aan kinderen met een VVE-indicatie (doelgroeppeuters) voor het aantal van 640 uur per kalenderjaar voor een peuter van 2,5 tot 4 jaar, verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week.

  • 2. Het college verstrekt subsidie voor de inzet van een VE-coach gebaseerd op het jaarlijks gemiddelde aantal VVE-peuters per organisatie vermenigvuldigd met 10 uur.

  • 3. Het college kan een aanvullende locatiesubsidie verstrekken indien:

    • a.

      op een VVE-locatie gemiddeld minimaal 8 doelgroeppeuters per jaar aan voorschoolse educatie hebben deelgenomen en

    • b.

      het aantal van 8 doelgroeppeuters tenminste 50% van het totaal aantal peuters vanaf 2,5 jaar op de betreffende locatie is (gemiddeld per jaar en uitgaande van een groep voor 16 peuters).

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. De aanvrager moet voldoen aan:

    • a.

      Het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

    • b.

      Het Toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie dat door de Inspectie van het Onderwijs is vastgesteld;

    • c.

      Het Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie Alkmaar.

  • 2. De aanvrager dient voorts:

    • a.

      Te werken met een door het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) erkend VVE-programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal- emotionele ontwikkeling. Afwijken van deze voorwaarde is alleen mogelijk na overleg en met toestemming van de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Alkmaar.

    • b.

      Gebruik te maken van het digitale verantwoordingssysteem Peutermonitor.

Artikel 4. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de verordening, kan subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • 1.

    niet voldaan wordt aan de wettelijke eisen, welke gesteld worden aan de opvang van (VVE)peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • 2.

    er voor tenminste één van de vestigingen van de houder vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Subsidieaanvragen dienen voor 1 oktober voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar te zijn ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het door de gemeente Alkmaar verstrekte Excel aanvraagformulier, waarin de houder het te verwachten aantal peuters aangeeft (opgesplitst in de vier categorieën), de te verwachten inzet van een VE-coach (op basis van het gemiddeld aantal vve-peuters) en de eventuele locatiesubsidie.

Artikel 6. Verplichtingen

Aan de subsidie worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1.

    VVE dient te worden aangeboden in een horizontale groep kinderen in de leeftijd tussen 2 en 4 jaar. Indien dit een groep is in de reguliere dagopvang moet deze locatie als VVE-locatie geregistreerd staan in het LRK.

  • 2.

    De gegevens over de ontwikkeling van het kind moeten bij de doorstroom naar het basisonderwijs, na toestemming van de ouders/verzorgers, worden doorgegeven aan de basisschool waar het kind naartoe gaat.

  • 3.

    Alle doelgroeppeuters moeten warm worden overgedragen aan de basisschool.

  • 4.

    Ouders van doelgroeppeuters dienen te worden betrokken bij de ontwikkeling van het kind en te worden gestimuleerd om thuis ondersteunende activiteiten te ondernemen.

  • 5.

    Er dienen samenwerkingsafspraken te zijn gemaakt met de basisscholen die jaarlijks worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Deze samenwerkingsafspraken hebben ten minste betrekking op de doorgaande leerlijn, ouderbetrokkenheid en de warme overdracht.

  • 6.

    De kinderopvangorganisatie dient gebruik te maken van een kindvolgsysteem waarmee de brede ontwikkeling van peuters kan worden gevolgd en dat voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld door de Inspectie van het Onderwijs.

  • 7.

    De kinderopvangorganisatie dient afstemming te zoeken over kinderen waarbij zorgen zijn over de ontwikkeling of het gedrag, bij de daarvoor aangewezen instanties (jeugdverpleegkundige, CJG, Jeugd & Gezinscoach) conform de samenwerkingsafspraken met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

  • 8.

    De kinderopvangorganisatie dient bij te dragen aan het bevorderen van het veilig opgroeien van kinderen door jaarlijks aandacht te besteden aan het gebruik van de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en door gebruik te maken van instrumenten/middelen die de gemeente Alkmaar ter beschikking stelt om vroeg samen te werken.

  • 9.

    De pedagogische beleidsmedewerker of houder dient gemiddeld drie keer per jaar deel te nemen aan de gemeentelijke werkgroep voor- en vroegschoolse educatie.

  • 10.

    De VE-coach dient deel te nemen aan de (door de gemeente) georganiseerde/gefaciliteerde intervisiebijeenkomsten ten behoeve van de kwaliteit van de voorschoolse educatie.

  • 11.

    De ontvanger van subsidie voor VVE peuteropvang dient een inhoudelijke en cijfermatige bijdrage te leveren aan monitoring en onderzoek door de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs en organisaties die in opdracht van de gemeente optreden.

  • 12.

    De locatie voor peuteropvang dient jaarlijks de ontwikkelingsresultaten op het domein taal van vve-peuters aan te leveren conform de Resultaatafspraken VVE gemeente Alkmaar.

  • 13.

    De kinderopvangorganisatie dient op haar eigen website heldere informatie te verstrekken over inhoud, uren, uurtarief en locaties betreffende het aanbod voor peuteropvang met VVE.

  • 14.

    De kinderopvangorganisatie dient aantoonbaar moeite te doen om de (financiële) laagdrempeligheid van het peuteraanbod te bevorderen.

Artikel 7. Hoogte subsidie

  • 1. Het college stelt jaarlijks het maximale uurtarief peuteropvang vast en het tarief voor de locatiesubsidie en de VE-coach, indien dit wordt gewijzigd.

  • 2. Het gemeentelijk maximum uurtarief is opgebouwd uit het maximum uurtarief kinderopvangtoeslag rijksoverheid, aangevuld met een kwaliteitssubsidie VVE.

  • 3. Het college maakt onderscheid voor de berekening van de hoogte van de subsidie tussen de volgende categorieën:

    • a.

      Peuters zonder VVE-indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • b.

      Peuters zonder VVE-indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • c.

      Peuters met een VVE-indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • d.

      Peuters met een VVE-indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 4. Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek. Voor de in lid 3 genoemde categorieën gelden de volgende maximale subsidiebedragen voor de houder:

    • a.

      Voor de in lid 3 onder a. genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar maximaal 320 uur x het gemeentelijk maximum uurtarief, minus de geldende ouderbijdrage.

    • b.

      Voor de in lid 3 onder b. genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar maximaal 320 uur x de aanvullende kwaliteitssubsidie VVE.

    • c.

      Voor de in lid 3 onder c. genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar maximaal 640 uur x het gemeentelijk maximum uurtarief minus de geldende ouderbijdrage over 320 uur per jaar.

    • d.

      Voor de in lid 3 onder d. genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar maximaal 320 uur x de aanvullende kwaliteitssubsidie VVE plus 320 uur x het gemeentelijk maximum uurtarief.

  • 5. Indien het uurtarief van de aanbieder lager is dan het vastgestelde normtarief kinderopvang, wordt het geldende tarief gehanteerd als uurtarief bij de berekening van de subsidie.

  • 6. De gemeentelijke kwaliteitssubsidie voor VVE boven op het normtarief kinderopvang wordt door de organisatie meegenomen bij het bepalen van het uurtarief voor peuteropvang met VVE.

  • 7. De aanvrager/houder is verantwoordelijk voor het verzamelen van gegevens waaruit blijkt dat het kindcentrum in aanmerking komt voor subsidie conform artikel 7 lid 3.

  • 8. Voor de inzet van een VE-coach subsidieert het college 10 uur per jaar vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal VVE-peuters van 2,5 – 4 jaar per organisatie.

  • 9. Voor bepaalde locaties bestaat de mogelijkheid een aanvullende locatiesubsidie per jaar aan te vragen. Deze subsidie wordt toegekend indien op een locatie voor VVE-peuteropvang gemiddeld per jaar minimaal 50% van de peuters vanaf 2,5 jaar een VVE-indicatie heeft en dit gemiddeld per jaar ten minste 8 VVE-peuters betreft. Deze regeling geldt niet voor een halve groep.

Artikel 8. Rapportageverplichtingen en vaststelling subsidie

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de ASV, overlegt de houder bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie:

    • a.

      Een inhoudelijke verantwoording middels het door de gemeente vastgestelde format. Daaruit blijkt welke inhoudelijke ontwikkelingen het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden en in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten conform de gestelde verplichtingen in artikel 6 zijn verricht. Voorts geeft de aanbieder daarbij aan dat aan de gestelde doelen uit het Kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie is voldaan en/of wat de eventuele knelpunten waren.

    • b.

      Een financiële verantwoording bestaande uit een gevalideerd overzicht van de door de aanbieder geuploade financiële gegevens per locatie van de vier categorieën peuters in de Peutermonitor. Dit kan worden aangetoond in de financiële module van de Peutermonitor als gekozen is voor het tabblad ‘Verantwoording’, dat een totaaloverzicht geeft van de verstrekte subsidie per categorie peuters. Na de definitieve upload en goedkeuring van het volledige kalenderjaar kunnen er geen wijzigingen meer doorgevoerd worden.

    • c.

      Indien aanspraak bestaat op de locatiesubsidie wordt dit bepaald op basis van het de financiële module van de Peutermonitor (per locatie) waaruit het gemiddeld aantal peuters per categorie (regulier en VVE, 30-48 maanden) over het gehele kalenderjaar blijkt (tabblad ‘opbouw subsidie’).

    • d.

      Voor het bepalen van de subsidie voor de VE-coach wordt gebruik gemaakt van de financiële module van de Peutermonitor (gehele organisatie) waaruit het gemiddeld aantal VVE peuters over het gehele kalenderjaar blijkt (tabblad ‘opbouw subsidie’).

    • e.

      Een accountantsverklaring voor zover de subsidie voor VVE vanuit het onderwijsachterstandenbudget op jaarbasis meer dan € 50.000,- bedraagt.

Artikel 9. Reservevorming

In afwijking van art.17 lid 4 van de verordening wordt geen maximum percentage gesteld aan de toegestane opgebouwde algemene reserve.

Artikel 10. Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Alkmaar vanaf 2024”.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2024.

  • 2. De Nadere regels Subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Alkmaar 2023, vastgesteld d.d. 20-09-2022 worden ingetrokken.

Ondertekening

Alkmaar, 12-09-2023

Het college van burgemeester en Wethouders van Alkmaar,

mw. drs. A.M.C.G. (Anja) Schouten,

burgemeester

dhr. R.M. (Robert) Reus,

gemeentesecretaris

Bijlage 1. Rekenvoorbeeld 2024: Subsidiebedragen peuteropvang met voorschoolse educatie

Voor reguliere peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag (KOT)

Voor reguliere peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod onder genoemde voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod van maximaal 8 uur per week

  • verdeeld over twee dagdelen per week

  • 40 weken per jaar

  • subsidie maximaal € 9,65 1 per uur

  • aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,372 per peuter per uur

  • Inkomensafhankelijke ouderbijdrage (conform VNG tabel) over 8 uur per week.

Het subsidiebedrag per kindplaats voor een volledig jaar wordt als volgt berekend:

  • 8 x 40 x € 9,65 (of lager als uurtarief van de kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform VNG tabel) over 8 uur per week

  • Aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,37 per peuter per uur, maximaal 8 uur per week.

Voor reguliere peuters met recht op kinderopvangtoeslag (KOT)

Voor reguliere peuters van ouders met recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod onder genoemde voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • Aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,37 per peuter per uur. Ouders vragen voor het afgenomen aanbod kinderopvangtoeslag bij de rijksoverheid aan.

Het subsidiebedrag per kindplaats voor een volledig jaar wordt als volgt berekend:

  • Aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,37 per peuter per uur voor maximaal 8 uur per week x 40 weken.

Voor geïndiceerde peuters (doelgroeppeuters) zonder recht op kinderopvangtoeslag

Voor VVE-peuters/doelgroeppeuters (met VVE-indicatie) van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod en onder genoemde voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod 16 uur per week

  • verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week

  • maximaal 40 weken per jaar

  • inkomensafhankelijke ouderbijdrage (conform VNG tabel) gebaseerd op 8 uur per week, 40 weken per jaar

  • derde en vierde dagdeel wordt volledig gesubsidieerd, op basis van € 9,65 per uur

  • aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,37 per peuter per uur.

Het subsidiebedrag per kindplaats voor een volledig jaar wordt als volgt berekend:

  • 16 x 40 x € 9,65 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is) minus de in rekening gebrachte ouderbijdrage (conform VNG tabel) over 8 uur per week

  • Aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,37 per peuter per uur.

Voor geïndiceerde peuters (doelgroeppeuters) met recht op kinderopvangtoeslag

Voor VVE-peuters/doelgroeppeuters van ouders met recht op kinderopvangtoeslag is voor het volgende aanbod en onder genoemde voorwaarden subsidie beschikbaar:

  • aanbod 16 uur per week

  • verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week

  • maximaal 40 weken per jaar

  • subsidie maximaal € 9,65 per uur

  • aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,37 per peuter per uur

  • ouders vragen over 8 uur kinderopvangtoeslag bij de rijksoverheid aan

Het subsidiebedrag per kindplaats voor een volledig jaar wordt als volgt berekend:

  • 8 x 40 x € 9,65 (of lager als uurtarief kinderopvangorganisatie lager is)

  • Aanvullende kwaliteitssubsidie van € 1,37 per peuter per uur.

Locatiesubsidie

De locatiesubsidie van € 6.360,-3 wordt per jaar achteraf definitief bepaald.

Voorwaarde voor toekenning hiervan is dat er op een locatie gemiddeld over het kalenderjaar minimaal 8 VVE-peuters waren en dat dit 50% van het totale aantal peuters vanaf 2,5 jaar was.

Dit is inzichtelijk in de financiële module van de Peutermonitor op het tabblad Opbouw subsidie.

Ga naar de betreffende locatie en vink de leeftijdscategorie 30 - 48 maanden aan. Dan is het gemiddeld aantal peuters over het betreffende kalenderjaar, per categorie te zien.

De reguliere peuters (KOT en niet-KOT) en de geïndiceerde peuters (KOT en niet-KOT) die gemiddeld over het jaar hebben deelgenomen kunnen hier met elkaar worden vergeleken.

Een voorwaarde is ook dat op de betreffende locatie het hele jaar een groep voor 16 peuters heeft gedraaid (geen halve groep).

Samengevat

Peutermonitor: De financiële module > selecteer het jaar en de juiste leeftijdscategorie 30 – 48 maanden > de betreffende locatie > tabblad Opbouw subsidie > zie het gemiddeld aantal peuters per categorie over 12 maanden (één na laatste kolom) > lees het aantal VVE peuters (KOT en niet-KOT) en het aantal reguliere peuters (KOT en niet-KOT) af en vergelijk met bovengenoemde voorwaarden.

VE-coach in de Voorschoolse Educatie

Dit betreft een minimale verplichte inzet van tien uur per VVE-peuter per jaar (gemiddeld aantal VVE-peuters per organisatie x € 5044 )

Voor de berekening van het aantal VVE-peuters wordt hetzelfde tabblad in de Peutermonitor gebruikt als voor de berekening van de groepstoelage. Het gemiddeld aantal VVE-peuters per organisatie (dit is gelijk aan het gemiddeld aantal VVE-peuters van de locaties bij elkaar opgeteld) kan zo achteraf per kalenderjaar definitief worden bepaald.

  


Noot
1

Tarief kinderopvangtoeslag rijksoverheid, dit wijzigt jaarlijks

Noot
2

Tarief kwaliteitssubsidie gemeente Alkmaar, dit kan jaarlijks wijzigen.

Noot
3

Tarief locatiesubsidie gemeente Alkmaar, dit kan jaarlijks wijzigen.

Noot
4

Tarief VE-coach gemeente Alkmaar, dit kan jaarlijks wijzigen.