Regeling vervallen per 01-03-2010

Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten 2009

Geldend van 01-10-2009 t/m 28-02-2010

Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten 2009

Artikel 1 Relatie met ASV

Deze subsidieregeling Culturele activiteiten is een bijzondere regeling ingevolge artikel 2, derde lid, van de Algemene Subsidieverordening stadsdeel Osdorp 2009 (ASV 2009).

Artikel 2 Doelstelling

Met deze bijzondere subsidieregeling Culturele activiteiten wil het stadsdeel Osdorp de verscheidenheid aan culturele activiteiten en evenementen in het stadsdeel versterken en vergroten.

Artikel 3 Reikwijdte

Onder "culturele activiteiten" worden activiteiten en evenementen verstaan waarop een of meer van de volgende cultuuruitingen centraal staan:

  • muziek

  • dans

  • theater

  • audiovisueel

  • creatief spel

Artikel 4 Criteria

De culturele activiteiten voldoen aan de volgende criteria:

  • zij worden georganiseerd ten behoeve van en staan open voor een brede groep Osdorpse bewoners;

  • innovatieve initiatieven worden met voorrang gehonoreerd;

  • vervolgactiviteiten met soortgelijke inhoud waarvoor al eerder subsidie is verkregen, kunnen opnieuw voor subsidie in aanmerking komen wanneer de eerdere activiteiten succesvol zijn geweest. Hierbij wordt gelet op de gerealiseerde doelen en het aantal bewoners dat is bereikt;

  • zij worden georganiseerd door organisaties die geheel of voornamelijk uit vrijwilligers bestaan.

  • een aanvraag kan ook door natuurlijke personen worden ingediend.

Artikel 5 Aanvraag subsidie en verdeelprogramma's culturele activiteiten

  • 1. De verlening van subsidie vindt maximaal 4 maal per jaar plaats, waarbij voor het 2e en 3e kwartaal 60% van het totale budget beschikbaar is, het restant is voor het 1e en 4e kwartaal. Dit budget geldt als een subsidieplafond.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie dient schriftelijk bij het dagelijks bestuur ingediend te worden:

    • -

      voor de eerste periode (januari t/m maart): vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode;

    • -

      voor de tweede periode (april t/m juni): vóór 1 februari van het subsidiejaar;

    • -

      voor de derde periode (juli t/m september vóór 1mei van het subsidiejaar en

    • -

      voor de vierde periode (oktober t/m december vóór 1 januari van het subsidiejaar).

  • 3. Bij de indiening van de subsidieaanvraag dient in ieder geval overlegd te worden:

    • -

      een beschrijving van de activiteit, waardoor toetsing aan de artikelen 3 en 4 mogelijk is;

    • -

      een begroting;

    • -

      een bewijs van rechtspersoonlijkheid (bijv. bewijs van inschrijving Kamer van Koophandel, afschrift van oprichtingsakte of statuten van de rechtspersoon), indien er sprake is van een natuurlijk persoon een kopie van het indientiteitsbewijs;

  • 4. Het dagelijks bestuur kan modellen of richtlijnen vaststellen voor de toepassing van de lidnummers 3.

  • 5. Aangetoond moet kunnen worden of er t.b.v. de activiteit andere financiële bronnen kunnen worden ingezet (eigen bijdrage deelnemers, sponsorgelden, subsidieaanvragen bij andere overheden of fondsen). Artikel 14, derde lid ASV 2009, is van toepassing.

  • 6. De verlening van subsidie door het dagelijks bestuur vindt plaats:

    • a.

      voor de eerste periode: uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode;

    • b.

      voor de tweede periode: uiterlijk 31 maart van het subsidiejaar.

    • c.

      voor de derde periode: uiterlijk 30 juni van het subsidiejaar.

    • d.

      voor de vierde periode: uiterlijk 30 september van het subsidiejaar. 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking: de kosten die direct toe te schrijven zijn aan de activiteit of het evenement, zoals materiaalkosten, huur/vergoeding t.b.v. ruimte, podium, e.d..

  • 2. Organisatiekosten en catering vallen buiten de regeling.

  • 3. Per activiteit geldt een maximaal bedrag van € 2.500,-.

  • 4. Per periode kan de subsidieaanvrager 1 activiteit indienen.

Artikel 7 Vaststelling subsidie

  • 1. Binnen tien weken na afloop van de activiteit(en) dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, waarbij overlegd worden:

    • a.

      een verslag van de activiteit(en);

    • b.

      een financieel verslag.

  • 2. Op de bescheiden van het eerste lid is artikel 23 ASV 2009 van toepassing.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt binnen 20 weken de subsidie vast.

Artikel 8 Bepalingen ASV 2009 van overeenkomstige toepassing

De volgende bepalingen van de ASV 2009 zijn  (voor zover relevant) van overeenkomstige toepassing op de subsidies van deze bijzondere regeling: artikelen 1 t/m 6, 8, 10, 12 en 33.

Artikel 9 Overgangsbepaling

  • 1. Aanvragen om subsidieverlening die vóór de datum van inwerkingtreding van de ASV 2009 en deze Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten 2009 zijn ingediend en waarover bij de inwerkingtreding van de ASV 2009 en de Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten 2009  nog niet is beslist, worden geacht op basis van de ASV 2009 en de Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten 2009 te zijn ingediend.

  • 2. Op subsidies die vóór de inwerkingtreding van de ASV 2009 en de Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten 2009  zijn verleend en die nog niet zijn vastgesteld, blijven de bepalingen zoals opgenomen in de ASV 2001 en de Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten van 29 mei 2002 van toepassing.

  • 3. Op bezwaarschriften wordt beslist met toepassing van de verordening en de bijzondere subsidieregeling zoals die gold bij de primaire besluitvorming.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in de Westerpost.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als “Bijzondere Subsidieregeling Culturele Activiteiten 2009”.

i219856.pdf [Klik hier om het document te downloaden]