Het Algemeen Bestuur

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Het Algemeen Bestuur

Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 28-08-2023;

Gelet op de artikelen 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 47 Participatiewet en artikel 24, eerste en tweede lid Wet gemeenschappelijke regelingen;

Besluit:

Vast te stellen het navolgende:

Instellingsbesluit Regionale Adviesraad Sociaal Drechtsteden.

Artikel 1

Er is een Regionale Adviesraad Sociaal Drechtsteden, verder te noemen "Regionale Adviesraad Sociaal".

Artikel 2 Doel en reikwijdte

  • 1.

    Het doel van de Regionale Adviesraad Sociaal is om vanuit een onafhankelijke positie een optimale betrokkenheid te bewerkstelligen van burgers, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers bij het voorbereiden, vaststellen, uitvoeren en evalueren van het beleid op het gebied van het sociaal domein in het algemeen en met betrekking tot maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 in de Drechtsteden, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en de Participatiewet in het bijzonder.

  • 2.

    Als in dit besluit wordt gesproken over de maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 zijn de maatwerkvoorzieningen voor beschermd wonen en opvang daarvan uitgezonderd.

  • 3.

    De Regionale Adviesraad Sociaal adviseert niet over het jeugdbeleid.

Artikel 3 Advies en inspraak

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur voorzien de Regionale Adviesraad Sociaal tijdig van de informatie om naar behoren te kunnen functioneren, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Het betreft alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur vragen de Regionale Adviesraad Sociaal in ieder geval om advies bij de beleidsvoorstellen over maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wmo 2015 alsmede op beleidsvoorstellen in het kader van de Participatiewet en schuldhulpverlening in het kader van de Wgs. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd en gegeven, dat het van invloed kan zijn op het te nemen besluit. De Regionale Adviesraad Sociaal wordt waar relevant ook betrokken in het traject dat voorafgaat aan de totstandkoming van een beleidsdocument.

  • 3.

    De Regionale Adviesraad Sociaal wordt minimaal twee weken in de gelegenheid gesteld om een advies uit te brengen.

  • 4.

    De Regionale Adviesraad Sociaal is ook gerechtigd uit eigen beweging ongevraagd advies uit te brengen aan het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur over beleid en uitvoering van de maatwerkvoorzieningen Wmo 2015, de Participatiewet en de Wgs.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur geven op alle door de Regionale Adviesraad Sociaal schriftelijk ingebrachte adviezen een schriftelijke gemotiveerde reactie binnen zes weken of geven aan waarom de reactie later komt.

  • 6.

    In het geval het Dagelijks Bestuur of het Algemeen Bestuur in een voorstel afwijkt van het advies van de Regionale Adviesraad Sociaal, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Regionale Adviesraad Sociaal is afgeweken.

Artikel 4 Belangenbehartiging

De Regionale Adviesraad Sociaal behartigt de belangen van zijn doelgroepen (met uitzondering van de maatwerkvoorzieningen voor beschermd wonen en opvang) middels het uitvoeren van diverse activiteiten.

De Regionale Adviesraad Sociaal:

  • a.

    volgt vanuit het oogpunt van belangenbehartiging voor zijn doelgroepen de ontwikkelingen in de samenleving, in zoverre dit een relatie heeft met de maatwerkvoorzieningen, schuldhulpverlening en de Participatiewet en speelt daar adequaat op in;

  • b.

    overlegt en werkt samen met regionale- en lokale cliënten- of adviesraden over onderwerpen die een relatie hebben met de maatwerkvoorzieningen Wmo 2015, de schuldhulpverlening en de Participatiewet;

  • c.

    betrekt de doelgroepen die gebruik maken van maatwerkvoorzieningen, schuldhulpverlening of de Participatiewet bij de Regionale Adviesraad Sociaal. Er is speciale aandacht voor kleine doelgroepen, zoals mensen met een visuele of auditieve beperking en moeilijk bereikbare doelgroepen. Leden onderhouden regelmatig contact met de doelgroepen die onder hun aandachtsgebied vallen. Dit kan formeel via werkgroepen en informeel;

  • d.

    richt zich op de collectieve belangenbehartiging van de Wmo-, Wgs- en Participatiewetdoelgroepen en niet op belangenbehartiging in individuele kwesties.

Artikel 5 Subsidie

De Regionale Adviesraad Sociaal kan jaarlijks een begrotingssubsidie aanvragen voor de ontplooiing van zijn activiteiten. De subsidie wordt verstrekt binnen de kaders van de Regionale algemene subsidieverordening sociaal domein van de deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling Sociaal. Dit betekent onder andere dat:

  • a.

    de Regionale Adviesraad Sociaal jaarlijks voor 1 oktober een onderbouwde subsidieaanvraag voor het daaropvolgende kalenderjaar moet indienen;

  • b.

    deze subsidieaanvraag vergezeld moet zijn van een activiteitenplan en een begroting;

  • c.

    de Regionale Adviesraad Sociaal zijn activiteiten jaarlijks verantwoordt door voor 1 april een jaarverslag inclusief de financiële verantwoording in te dienen. Op basis van deze gegevens wordt de subsidie definitief vastgesteld.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1.

    De Regionale Adviesraad Sociaal heeft een onafhankelijk voorzitter, hetgeen betekent dat de voorzitter niet is verbonden aan een organisatie of doelgroep die een direct belang heeft bij de onderwerpen waar de Regionale Adviesraad Sociaal over adviseert.

  • 2.

    De Regionale Adviesraad Sociaal bestaat, naast de voorzitter, uit minimaal zeven en maximaal veertien leden.

  • 3.

    De voorzitter wordt op voordracht van de Regionale Adviesraad Sociaal benoemd door het Algemeen Bestuur voor een periode van vier jaar met de mogelijkheid van eenmalige herbenoeming; bij afwezigheid van de voorzitter neemt een van de leden als vicevoorzitter het voorzitterschap waar.

  • 4.

    De Regionale Adviesraad Sociaal wordt als volgt samengesteld:

    • a.

      elke lokale Adviesraad Wmo en/of Participatiewet van de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht draagt vanuit zijn midden één beleidskundig of generalistisch vertegenwoordiger voor als lid van de Regionale Adviesraad Sociaal aan het Algemeen Bestuur. Het voorgedragen lid heeft in zijn lokale raad bij voorkeur de maatwerkvoorzieningen, de Wgs of de Participatiewet als aandachtsgebied;

    • b.

      de overige maximaal zeven leden worden door de Regionale Adviesraad Sociaal aan het Algemeen Bestuur voorgedragen. Van deze maximaal zeven leden komen er bij voorkeur drie uit het bestaande cliëntenbestand, of uit dat van maximaal een jaar terug.

  • 5.

    Het Algemeen Bestuur benoemt de in het vorige lid onder a. en b. bedoelde voorgedragen personen.

  • 6.

    Alle leden worden benoemd voor een periode van vier jaar, met de mogelijkheid van één herbenoeming voor een nieuwe periode van vier jaar;

  • 7.

    Het Algemeen Bestuur verleent ontslag aan een lid van de Regionale Adviesraad Sociaal:

    • a.

      op zijn schriftelijk en aan het Algemeen Bestuur gerichte verzoek;

    • b.

      op verzoek van de lokale adviesraad;

    • c.

      indien het lid wegens persoonlijke omstandigheden naar het oordeel van het Algemeen Bestuur gedurende een periode van zes maanden of langer niet in staat is als lid van de Regionale Adviesraad Sociaal te functioneren.

  • 8.

    Het lidmaatschap van de Regionale Adviesraad Sociaal vervalt van rechtswege:

    • a.

      zodra het lidmaatschap van de lokale adviesraad eindigt;

    • b.

      zodra het lid handelingsonbekwaam is verklaard.

  • 9.

    De Regionale Adviesraad Sociaal kan zich laten bijstaan voor ondersteunende taken. De kosten daarvan worden gedragen door de gemeenschappelijke regeling Sociaal en maken onderdeel uit van de subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 5.

Artikel 7 Overlegstructuur

  • 1.

    De Regionale Adviesraad Sociaal vergadert minimaal zes keer per jaar.

  • 2.

    De vergaderingen zijn openbaar. De agenda, de vergaderlocatie en het tijdstip van aanvang van de vergadering worden door de Regionale Adviesraad Sociaal minstens veertien dagen voor de vergaderdatum openbaar bekendgemaakt.

  • 3.

    Er kunnen door de Regionale Adviesraad Sociaal werkgroepen en vaste commissies ingesteld worden rond thema’s en adviesaanvragen, voor zover dit van belang is voor de uitvoering van de taken van de Regionale Adviesraad Sociaal. Aan de werkgroep nemen één of meer leden van de Regionale Adviesraad Sociaal deel. Ook individuele burgers kunnen vanwege hun (ervarings)deskundigheid lid zijn van een werkgroep. Een lid van de Regionale Adviesraad Sociaal zit de werkgroep voor.

  • 4.

    Voor advisering en monitoring van beleid maakt de Regionale Adviesraad Sociaal ook gebruik van netwerken van betrokken cliënten(raden), mantelzorgers, belangenbehartigers en inwoners. Waar mogelijk wordt er samengewerkt met de netwerken en werkgroepen van lokale adviesraden in het sociaal- en jeugddomein.

  • 5.

    De portefeuillehouder(s) voor Wmo, schuldhulpverlening en Participatiewet uit het Dagelijks Bestuur overleg(t)(gen) minimaal eenmaal per jaar met de Regionale Adviesraad Sociaal. Van dit overleg verzorgt de Regionale Adviesraad Sociaal de agendering en verslaglegging.

  • 6.

    De Regionale Adviesraad Sociaal overlegt ten minste twee keer per jaar met de secretaris van de gemeenschappelijke regeling Sociaal, als contactpersoon voor het Dagelijks Bestuur dan wel met een of meer door hem daartoe aangewezen persoon of personen. Van deze overleggen verzorgt de Regionale Adviesraad Sociaal de agendering en verslaglegging.

Artikel 8 Vergoeding

De leden van de Regionale Adviesraad Sociaal ontvangen voor hun werkzaamheden een door het Algemeen Bestuur vast te stellen vergoeding. Ook de leden van werkgroepen kunnen een vergoeding ontvangen. Een en ander wordt in de jaarlijkse subsidieaanvraag meegenomen.

Artikel 9 Samenwerking

  • 1.

    Er is regelmatig overleg tussen de Regionale Adviesraad Sociaal en andere relevante officiële overlegplatforms in het sociaal- en jeugddomein. Behoudens wettelijke belemmeringen kan de Regionale Adviesraad Sociaal zijn advisering afstemmen met andere overlegplatforms in het sociaal- en jeugddomein. In ieder geval worden de raakvlakken met jeugdhulp, wanneer relevant en voor zover mogelijk, meegenomen in de advisering.

  • 2.

    De Regionale Adviesraad Sociaal kan een deskundige, waaronder een ambtenaar van de Sociale Dienst Drechtsteden, uitnodigen om een vergadering bij te wonen. Deze kan de raad een nadere toelichting geven op een onderwerp. Daarnaast kan de Regionale Adviesraad Sociaal, als daar aanleiding voor is, de betrokken portefeuillehouder uit het Dagelijks Bestuur uitnodigen voor een vergadering om over een bepaald onderwerp van gedachten te wisselen. Verder kan de Regionale Adviesraad Sociaal externe (ervarings)deskundige(n) uitnodigen om een onderwerp toe te lichten.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Instellingsbesluit Regionale Adviesraad Sociaal Drechtsteden.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024, onder gelijktijdige intrekking van het Reglement Regionale Adviesraad Drechtsteden van 12 mei 2022 en het Reglement Regionale Cliëntenraad van 3 februari 2022.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 14 september 2023,

Het Algemeen Bestuur,

De secretaris, de voorzitter,

D.J. van Maanen, P.J. Heijkoop