Subsidieregeling Rijnmonds arbeidsmarkt perspectieffonds 2023-2026

Geldend van 04-10-2023 t/m 31-05-2024

Intitulé

Subsidieregeling Rijnmonds arbeidsmarkt perspectieffonds 2023-2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de concerndirecteur van cluster Werk & Inkomen M2308-2347

gelet op de artikelen 3, 4, 6, 7, 13, en 15 Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende dat:

  • -

    de arbeidsmarktregio Rijnmond met partners uit het onderwijs en bedrijfsleven het Rijnmonds Arbeidsmarkt Perspectieffonds heeft opgericht om te bevorderen dat zo veel mogelijk mensen duurzaam aan het werk te komen of hun werk behouden in de voor de arbeidsmarktregio Rijnmond maatschappelijk cruciale sectoren of banen gerelateerd aan de transitieopgaven;

  • -

    de arbeidsmarktregio Rijnmond met een subsidie projecten wil ondersteunen die, de personeelstekorten in de voorgenoemde sectoren te verminderen;

  • -

    het daarom wenselijk is een subsidieregeling in te stellen;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    arbeidsmarktregio Rijnmond: regio als bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit SUWI, bestaande uit de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Schiedam, Vlaardingen, Voorne aan Zee, en Zuidplas met Rotterdam als centrumgemeente;

  • -

    cofinanciering: bijdrage in geld van fondsen of investeerders, giften of andere inkomsten dan wel een op geld waardeerbare bijdrage in de vorm van diensten;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    kwetsbare arbeidsmarktpositie: persoon die werkzoekende is of afhankelijk is van een uitkering, dan wel werkt maar met werkloosheid wordt bedreigd, dan wel onvoldoende inkomens- of werkzekerheid heeft;

  • -

    maatschappelijk cruciale sectoren: openbaar vervoer, zorg, kinderopvang, onderwijs, bouw en techniek, veiligheidsketen, haven en logistiek;

  • -

    RAP: Rijnmonds Arbeidsmarkt Perspectieffonds;

  • -

    transitieopgaven: digitalisering, energietransitie, of transitie naar een circulaire economie.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten in een project dat tot doel heeft de personeelstekorten in maatschappelijk cruciale sectoren of transitiesopgaven te verminderen. Een project bestaat uit een reeks activiteiten waaraan personen deelnemen en die aantoonbaar resulteren in een afgeronde opleiding met baangarantie, of duurzame plaatsing bij een werkgever of baanbehoud in de maatschappelijke cruciale sectoren dan wel op banen die bijdragen aan de realisatie en voortgang van de transitieopgaven. Onder duurzame plaatsing wordt verstaan een arbeidsovereenkomst met een duur van ten minste 12 maanden, waarbij een persoon voldoende inkomen heeft om economisch zelfstandig te zijn.

  • 2. De activiteiten richten zich bij voorkeur op personen die woonachtig zijn in een gemeente behorende tot de arbeidsmarktregio Rijnmond of tot personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.

  • 3. Voor de uitvoering van een gedeelte van de activiteiten kunnen derden worden ingeschakeld.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon, niet zijnde een gemeente, die blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel zijn hoofdvestiging in Nederland heeft.

  • 2. De rechtspersoon kan penvoerder zijn in geval van een samenwerking met andere partijen.

  • 3. Op de penvoerder rusten alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ongeacht welke partner binnen de samenwerking feitelijk met de uitvoering van de activiteiten is belast.

  • 4. Een aanvrager kan ten hoogste één aanvraag indienen per aanvraagtijdvak.

  • 5. Een aanvrager kan als samenwerkingspartner bij andere aanvragen in eenzelfde aanvraagtijdvak betrokken zijn.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de cofinanciering en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

  • 2. Als de cofinanciering uit een dienst bestaat, dan:

    • a.

      is de inzet specifiek en aantoonbaar ten behoeve van de activiteiten van het project, bedoeld in artikel 3 eerste lid;

    • b.

      is zij niet reeds beschikbaar bij de organisatie van de aanvrager dan wel bij een samenwerkingspartner; en

    • c.

      is de op geld waardeerbare bijdrage in de vorm van de inzet van personeel per uur maximaal € 85,- exclusief btw.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De subsidie betreft ten hoogste 50% van de projectkosten en bedraagt per aanvraag ten minste € 20.000 en ten hoogste € 500.000 exclusief btw.

Artikel 7 Subsidieplafond en aanvraagtijdvakken

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze regeling tot en met 31 december 2023 een subsidieplafond van € 1.500.000.

  • 2. Voor de kalenderjaren 2024, 2025, en 2026 geldt jaarlijks een subsidieplafond van € 2.250.000.

  • 3. Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste en tweede lid genoemde jaren wijzigen.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats in volgorde van het aantal behaalde punten op basis van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het toepasselijke subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen betrekt het college het advies van de Adviescommissie RAP, dat bestaat uit een beoordeling van de aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      doeltreffendheid en impact: de mate waarin het project een concrete bijdrage levert aan het realiseren van meer duurzame instroom of behoud van kundig personeel in de maatschappelijk cruciale sectoren of ten behoeve van de transitieopgaven, waarbij wordt meegewogen:

      • 1°.

        binnen welke termijn deze resultaten bereikt worden;

      • 2°.

        welke ervaringen er zijn met en resultaten van vergelijkbare projecten;

      • 3°.

        de mate waarin de deelnemers van het project woonachtig zijn in een gemeente in de arbeidsmarktregio Rijnmond dan wel zich in een kwetsbare arbeidsmarktpositie bevinden;

    De doeltreffendheid van het project wordt bepaald door middel van het scoren van ten minste 0 en ten hoogste 10 punten, waarbij 0 punten betekent dat het niet aannemelijk is dat het project doeltreffend is en de gewenste impact heeft en waarbij tien punten betekent dat er een zeer grote mate van zekerheid is dat het project doeltreffend is en de gewenste impact bereikt;

    • b.

      doelmatigheid en efficiëntie: de mate waarin de benodigde middelen in een redelijke verhouding staan tot de beoogde resultaten en het project efficiënt is in vergelijking met soortgelijke projecten, waarbij wordt meegewogen of:

      • 1°.

        de gevraagde middelen in een redelijk verhouding staan tot de eigen financiering;

      • 2°.

        de activiteiten aanvullend zijn op al bestaande projecten in de arbeidsmarktregio;

    De doelmatigheid dan wel efficiëntie van het project wordt bepaald door middel van het scoren van ten minste 0 en ten hoogste 10 punten, waarbij 0 punten betekent dat het niet aannemelijk is dat het project efficiënt is en waarbij tien punten betekent dat er een zeer grote mate van zekerheid is dat het project efficiënt is.

    • c.

      haalbaarheid en uitvoerbaarheid: de mate waarin het project haalbaar en uitvoerbaar is, waarbij wordt meegewogen of aanvrager in staat wordt geacht de beoogde resultaten te bereiken of dat daarvoor aanvullende inzet noodzakelijk is; de haalbaarheid dan wel uitvoerbaarheid van het project wordt bepaald door middel van het scoren van ten minste 0 en ten hoogste 10 punten, waarbij 0 punten betekent dat het niet aannemelijk is dat het project haalbaar is en waarbij tien punten betekent dat er een zeer grote mate van zekerheid is dat het project haalbaar is.

    • d.

      leereffecten: de mate waarin het project de mogelijkheid voor opschaalbaarheid dan wel toepassing in andere sectoren biedt. Daarbij wordt meegewogen of er gedurende de looptijd van het project ruimte is voor bijsturing; het leereffect van het project wordt bepaald door middel van het scoren van ten minste 0 en ten hoogste 10 punten, waarbij 0 punten betekent dat het niet aannemelijk is dat het project leereffecten heeft en waarbij tien punten betekent dat er een zeer grote mate van zekerheid is dat het project leereffecten heeft.

  • 3. Enkel aanvragen die op ieder onderdeel ten minste 6 punten scoren worden meegenomen in de rangschikking.

  • 4. De subsidie wordt op volgorde van het aantal toegekende punten verleend waarbij geldt dat de subsidie als eerste wordt verleend aan de aanvrager aan wiens aanvraag het hoogste puntenaantal is toegekend.

  • 5. Als aan twee of meer aanvragen hetzelfde puntenaantal is toegekend, gaat de aanvraag met het hoogste puntenaantal voor doelmatigheid en efficiëntie voor op de andere aanvraag.

  • 6. Als twee of meer aanvragen hetzelfde puntenaantal hebben en ook hetzelfde puntenaantal voor doelmatigheid/efficiëntie en het subsidieplafond wordt met deze aanvragen overschreden, dan wordt de onderlinge rangschikking van deze aanvragen door middel van loting vastgesteld.

  • 7. Als door honorering van een aanvraag het toepasselijke subsidieplafond wordt overschreden, wordt die aanvraag geheel afgewezen.

  • 8. Als het toepasselijke subsidieplafond in een kalenderjaar in een aanvraagtijdvak wordt bereikt, vervallen de overige aanvraagtijdvakken.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1. De aanvraag wordt ingediend via het aanvraagformulier op www.rotterdam.nl/subsidies en voorzien van het ingevulde format projectplan. Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een projectbegroting, waaruit de financiering van de subsidiabele activiteiten blijkt met een onderbouwing van de ten minste 50% cofinanciering en als het om het aantal uren personele inzet gaat, wordt duidelijk aangegeven welk personeel voor welk aantal uren wordt ingezet;

    • b.

      indien van toepassing: een samenwerkingsovereenkomst met de partners waarin de rollen en verantwoordelijkheden van iedere partner en de aanwijzing van de penvoerder helder beschreven staan.

  • 2. Het ingevulde format projectplan omvat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten;

    • b.

      een beschrijving van de doelstelling, resultaten en producten die de subsidieaanvrager met de activiteiten nastreeft,

    • c.

      een beschrijving van de wijze waarop de activiteiten zullen worden uitgevoerd, verantwoord en geadministreerd;

    • d.

      de duur van de projectperiode met begin- en einddatum;

    • e.

      een beschrijving van de benodigde en beschikbare operationele en financiële capaciteit voor de uitvoering van de voorgenomen activiteiten.

  • 3. Indien een aanvraag om subsidie onvolledig is, wordt de aanvrager een termijn van tien werkdagen verleend om de aanvraag aan te vullen, als deze aanvulling binnen het betreffende aanvraagtijdvak nog kan worden gedaan. De termijn gaat in op de eerste werkdag na verzending van het verzoek om aanvulling.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor subsidie in 2023 kan worden ingediend in de periode van 4 oktober 2023 tot en met 31 oktober 2023.

  • 2. De aanvraagtijdvakken voor 2024 lopen van:

    • a.

      1 maart 2024 tot en met 29 maart 2024,

    • b.

      1 mei 2024 tot en met 31 mei 2024,

    • c.

      1 augustus 2024 tot en met 31 augustus 2024 en

    • d.

      1 oktober 2024 tot en met 31 oktober 2024.

Artikel 11 Beslistermijn

Het college beslist op een volledige en juiste aanvraag binnen tien weken na de einddatum van het betreffende aanvraagtijdvak.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

Subsidie kan worden geweigerd als:

  • a.

    de subsidieaanvrager op grond van deze regeling in het desbetreffende kalenderjaar al een beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen waarin de aangevraagde subsidie is toegekend;

  • b.

    de subsidieaanvraag na aanvang van het project is ingediend;

  • c.

    de projectresultaten niet worden gerealiseerd bij bedrijven of organisaties gevestigd in één van de gemeenten behorende tot de arbeidsmarktregio Rijnmond;

  • d.

    reeds voor dezelfde activiteiten een subsidie heeft ontvangen van een gemeente;

  • e.

    subsidiëring voor dezelfde activiteiten op grond van een andere regeling mogelijk is;

  • f.

    als de cofinanciering uit een andere subsidie van de gemeente Rotterdam dan wel van een andere gemeente uit de arbeidsmarktregio Rijnmond bestaat;

  • g.

    de activiteiten leiden tot ongewenste bijkomende effecten.

Artikel 13 Verplichtingen subsidieontvanger

Aan de subsidieverlening worden de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de activiteiten starten vanaf vier weken na de dag van de subsidieaanvraag en binnen drie maanden na de sluiting van het aanvraagtijdvak waarin de subsidieaanvraag is ingediend, of op een later gelegen dag die redelijkerwijs nodig is, als het niet mogelijk is de activiteiten binnen het hiervoor genoemde tijdvak te starten, tenzij dit vooraf is gemeld;

  • b.

    de activiteiten worden uitgevoerd op een locatie van aanvrager of één van de partijen die behoort tot het samenwerkingsverband van aanvrager, binnen de arbeidsmarktregio Rijnmond;

  • c.

    de activiteiten plaatsvinden in het kader van het in tijdsduur afgebakende project en niet al binnen de reguliere bedrijfsvoering van de aanvrager of een van de partijen die behoort tot het samenwerkingsverband plaatsvinden;

  • d.

    de activiteiten alsmede de te behalen resultaten zijn uiterlijk 31 december 2026 gerealiseerd;

  • e.

    de subsidieontvanger voert een controleerbare administratie, al dan niet bij samenwerkingspartners, op persoonsniveau waarbij met bewijsstukken geverifieerd kan worden wat de resultaten zijn per persoon en of de personen die deelnemen, indien van toepassing, woonachtig zijn in een gemeente in de arbeidsmarktregio Rijnmond dan wel behoren tot de personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie;

  • f.

    de subsidieontvanger geeft, op verzoek, toegang tot de administratie voor inzage;

  • g.

    de subsidieontvanger vermeldt in alle berichtgevingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten dat subsidie is ontvangen op grond van deze regeling;

  • h.

    de subsidieontvanger werkt mee aan het delen, via de communicatiekanalen van de arbeidsmarktregio Rijnmond, van informatie over de gesubsidieerde activiteiten en de daaruit voortkomende activiteiten en resultaten;

  • i.

    de subsidieontvanger werkt mee aan periodieke monitorings- en evaluatieonderzoeken die in opdracht van het college worden uitgevoerd.

Artikel 14 Vaststelling subsidies tot € 25.000

Een subsidie tot € 25.000 wordt direct bij subsidieverlening vastgesteld.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 4 oktober 2023 en vervalt met ingang van 1 januari 2027.

  • 2. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Regionaal Arbeidsmarkt Perspectieffonds 2023 - 2026.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 september 2023.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Toelichting Subsidieregeling Regionaal Arbeidsmarkt Perspectieffonds 2023 - 2026.

Algemeen

De arbeidsmarktregio Rijnmond heeft met partners uit het onderwijs en bedrijfsleven het

Rijnmonds Arbeidsmarkt Perspectieffonds (RAP) opgericht om te bevorderen dat zo

veel mogelijk mensen duurzaam aan het werk te komen en/of hun werk behouden in de voor de arbeidsmarktregio Rijnmond maatschappelijk cruciale sectoren. Binnen de arbeidsmarktregio zijn er structurele personeelstekorten in de maatschappelijke cruciale sectoren waardoor de realisatie van belangrijke maatschappelijke opgaven op het gebied van onderwijs, zorg, veiligheid en bouw en de voortgang van de grote economische transities, met betrekking tot energie, circulaire economie en digitalisering, in het geding is. Deze regeling geeft de mogelijkheid subsidie te verstrekken aan projecten, die de personeelstekorten in deze sectoren en transitiesopgaven verminderen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3.

Dit artikel geeft aan dat de activiteiten subsidiabel zijn als deze aantoonbaar gericht zijn op de betreffende maatschappelijke cruciale sectoren en de genoemde transitieopgaven en deze tot een baangarantie, indiensttreding, dan wel baanbehoud leiden.

Het kan onder meer de volgende activiteiten betreffen:

  • a.

    loopbaanoriëntatie;

  • b.

    loopbaanadvies;

  • c.

    leerwerktrajecten;

  • d.

    om-, her- of bijscholing;

  • e.

    ontwikkel- en loopbaanpaden;

  • f.

    praktijkleren;

  • g.

    werving en selectie;

  • h.

    bemiddeling of matching;

  • i.

    taaltrajecten;

  • j.

    (job)coaching.

Aanvrager moet zorgen dat van iedere persoon aantoonbaar in de administratie wordt vastgelegd aan welke activiteiten de persoon heeft deelgenomen en waar en wat het resultaat is.

Daarnaast is het bij de beoordeling van de aanvraag een voordeel als de activiteiten gericht zijn op personen die woonachtig zijn in een gemeente behorende tot de arbeidsmarktregio Rijnmond dan wel tot personen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Ook deze gegevens moeten in de administratie herleidbaar zijn.

Artikel 4.

Als aanvrager kan alleen een rechtspersoon optreden waarvan de hoofdvestiging in Nederland is gelegen.

Een aanvrager kan ook penvoerder zijn bij een aanvraag namens meerdere partners waarmee wordt samengewerkt. Deze samenwerking moet wel in een samenwerkingsovereenkomst vastliggen,

Gemeenten zijn uitgesloten als aanvrager.

Artikel 5.

Activiteiten kunnen worden gesubsidieerd als deze plaatsvinden in het kader van het in tijdsduur afgebakende project en niet al binnen de reguliere bedrijfsvoering vallen van aanvrager of een van de partijen die behoort tot een samenwerking.

Als de cofinanciering uit een dienst bestaat, is in het derde lid de voorwaarde opgenomen dat de dienst op geld waardeerbaar moet zijn en alleen specifiek voor dit project mag worden ingezet en niet reeds valt onder de reguliere bedrijfsvoering van aanvrager of van een samenwerkingspartner.

Dit kan bijvoorbeeld door de inzet van personeel specifiek ten behoeve van dit project, waarbij het uurtarief maximaal € 85,- per uur mag zijn, exclusief BTW.

Artikel 6.

De hoogte van de subsidie betreft een bedrag van ten minste € 20.000 en ten hoogste € 500.000. Er is sprake van maximaal 50% cofinanciering die naast financiële inbreng ook op basis van diensten kan worden ingebracht die op geld waardeerbaar zijn zoals de inzet van personeel. Zie hiervoor ook artikel 5, derde lid.

Artikel 7.

De subsidieplafonds zijn voor de jaren 2023, 2024, 2025 en 2026 vastgesteld. De hoogte van de plafonds kunnen worden gewijzigd.

Ook is aangegeven dat er aanvraagtijdvakken zijn, welke in artikel 10 zijn aangegeven.

Als blijkt dat bijvoorbeeld bij het tweede tijdvak het subsidieplafond al wordt bereikt vervallen de volgende aanvraagtijdvakken in het betreffende jaar.

Artikel 8.

Het college besluit over de toekenning van aanvragen. Bij de rangschikking van de aanvragen betreft het college het advies van de Adviescommissie RAP. Deze adviescommissie wordt door het college ingesteld middels een separaat instellingsbesluit.

Aan alle criteria moeten een puntenaantal van 6 of hoger zijn gegeven anders wordt de aanvraag afgewezen.

Als er twee aanvragen met hetzelfde puntenaantal zijn, gaat de aanvraag voor die het meeste punten heeft voor het criterium doeltreffendheid/impact. Als ook voor dit criterium beide aanvragen helzelfde puntenaantal hebben en daarmee het subsidieplafond wordt overschreden zal door middel van loting worden bepaald welke aanvraag wordt gehonoreerd.

Als met een aanvraag het bedrag van het subsidieplafond geheel of gedeeltelijk wordt overschreden dan wordt de aanvraag afgewezen.

Artikel 9.

Indiening van een aanvraag gebeurt op de daarvoor bestemde gemeentelijke website via het digitale aanvraagformulier met daarbij aanlevering van de in dit artikel aangegeven stukken. Als er sprake is van een samenwerking moet tevens de samenwerkingsovereenkomst worden overgelegd, waarin duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van iedere partij zijn aangegeven.

Aanvullingen en wijzigingen die zijn ingediend na de sluiting van de aanvraagtermijn worden niet meegenomen in de beoordeling en rangschikking van de ingediende aanvragen.

Artikel 10.

Dit artikel bepaalt het aanvraagtijdvak in 2023 en de aanvraagtijdvakken voor 2024.

Artikel 11.

Beslistermijn na aanvraag voor de subsidieverlening bij aanvragen bedraagt tien weken na de einddatum van het betreffende aanvraagtijdvak,

Artikel 13.

Er zijn in dit artikel enkele extra verplichtingen opgenomen. Aanvrager, dan wel zijn samenwerkingspartners, moeten zorgen voor een goede onderliggende administratie waaruit aantoonbaar geverifieerd kan worden of de betreffende activiteiten binnen de aangegeven maatschappelijke cruciale sectoren dan wel transitieopgaven zijn verricht dan wel of dit voor personen uit een kwetsbare doelgroep was en al dan niet woonachtig in de arbeidsmarktregio Rijnmond.

Daarnaast moeten de activiteiten starten binnen de in dit artikel aangegeven periode en zijn afgerond op uiterlijk 31 december 2026.