Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen Land van Cuijk 2023

1. De begraafplaats is voor iedereen op de volgende tijden geopend:

• a.

  van 1 april tot en met 31 augustus van 8.30 tot 21.30 uur;

• b.

  van 1 september tot en met 31 maart van 8.30 tot 17.30 uur.

2. Het college kan in bijzondere situaties afwijkende tijden vaststellen.

1. De tijd van begraven van een overledene en het bezorgen van as is op werkdagen en op zaterdag van:

• a.

  van 1 april tot en met 31 oktober van 9.00 tot 15.00 uur;

• b.

  van 1 november tot en met 31 maart van 9.00 tot 14.00 uur.

2. Het college kan in bijzondere gevallen besluiten hiervan af te wijken.

1. Het aantal overledenen en asbussen urnen dat per grafsoort kan worden bezorgd is als volgt:

2. Het plaatsen van een asbus, zoals is benoemd in het eerste lid, kan plaatsvinden met of zonder urn, tenzij dit anders is vermeld in het eerste lid.

3. Het begraven in twee lagen is alleen toegestaan op die delen van de begraafplaats die daarvoor zijn ingericht. De mogelijkheden verschillen per begraafplaats. In onderstaande tabel is per begraafplaats aangegeven welke type graven voorkomen.

1. De begraafplaats aan de Torenstraat in Sambeek is ingedeeld in verschillende fasen. De uitgifte van de type graven, zoals is genoemd in het derde lid van artikel 4, verschilt op deze begraafplaats per fase en is vastgelegd in bijlage 1 van dit uitvoeringsbesluit.

2. Op de begraafplaats aan de Torenstraat in Sambeek is een vrije keuze in de locatie van een particulier natuurgraf en particulier natuur urnengraf.

3. Op begraafplaats Kouwenberg in Cuijk worden geen nieuwe particuliere en algemene graven meer uitgegeven en is het bijzetten en verstrooien van as niet mogelijk. Aantoonbaar bestaande rechten voor bijzettingen op deze begraafplaats worden gerespecteerd.

4. De gemeentelijke begraafplaats Martinuskerk aan de Kerkstraat 8 in Cuijk is gesloten verklaard.

1. Op alle begraafplaatsen, met uitzondering van begraafplaats Kouwenberg en begraafplaats Martinuskerk in Cuijk, is een gedeelte aangewezen voor het verstrooien van as.

2. Het uitstrooien van as dient in goed overleg met de beheerder te geschieden. Indien de weersomstandigheden het niet toelaten, kan de beheerder het uitstrooien uitstellen.

3. Het leggen van losse bloemen op het strooiveld is alleen toegestaan voor nabestaanden op dag van de verstrooiing. Het leggen van losse bloemen op het strooiveld op andere momenten is niet toegestaan.

4. Er mogen geen gedenktekens, losse voorwerpen of vaste beplanting op de verstrooiingsplaats worden geplaatst.

1. Bij de aanvraag van een vergunning tot het hebben van een gedenkteken dienen de volgende gegevens te worden overgelegd:

• a.

  grafnummer;

• b.

  naam overledene;

• c.

  naam en adres rechthebbende of belanghebbende;

• d.

  werktekening (schaal 1:10);

• e.

  verklaring met handtekening rechthebbende of belanghebbende.

2. Op de werktekening dient ten minste voor te komen:

• a.

  een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

• b.

  de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

• c.

  de tekst en/of figuratie en de plaatsing daarvan;

• d.

  het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

3. De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt. Dit zijn vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn. De praktische toepasbaarheid van de gedenktekens, zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke, is gewaarborgd.

2. Een gedenkteken kan bestaan uit twee delen: een staand gedeelte en een liggend gedeelte. Het staande gedenkteken mag uitsluitend worden geplaatst aan de verst gelegen breedtezijde van het graf, gerekend vanaf het pad binnen het grafveld.

3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

4. Het is niet toegestaan grafbanden naast het graf te plaatsen en deze op te vullen met kiezelstenen, houtsnippers, gras of ander materiaal.

5. Indien los materiaal, zoals split of grind, wordt toegepast mag dit uitsluitend worden aangebracht binnen de gestelde afmetingen voor grafbedekkingen, zoals is vastgelegd in artikel 10. Het losse materiaal dient omsloten te zijn met betonbanden of ander randmateriaal.

6. Kantopsluitingen zijn toegestaan op particuliere graven maar niet aan de zijde van het pad.

7. De toepassing van hekwerken, kettingen en stangen is niet toegestaan.

8. Op de delen van de begraafplaats die zijn ingericht als natuurbegraafplaats zijn het eerste tot en met zevende lid van dit artikel niet van toepassing. Op deze delen mag op een graf uitsluitend een boomschijf met een tekst en/of afbeelding worden neergelegd.

9. Het vermelden van een firmanaam of andere reclame-uitingen op een gedenkteken of op een onderdeel daarvan is verboden.

10. Burgemeester en wethouders kunnen in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen.

1. Alle staande en liggende gedenktekens moeten op een duurzame wijze worden gefundeerd met funderingspalen, waarbij een stabiele constructie voor de duur van de grafrusttermijn wordt gegarandeerd.

2. Alle te plaatsen gedenktekens op grondgraven moeten op zodanige wijze worden gefundeerd dat verzakken of schuinzakken niet mogelijk is.

3. Waar van gemeentewege fundamenten zijn aangebracht, moet hiervan gebruik worden gemaakt. Indien niet aanwezig moet de grafbedekking door of vanwege de rechthebbende van fundamenten worden voorzien.

1. De urnennissen in de urnenmuren op de begraafplaatsen Estersveldlaan in Grave, Torenstraat in Sambeek, De Kleine Dijk in Sint Anthonis en Zichtstraat in Wanroij worden afgesloten met een door de gemeente beschikbaar gestelde afdekplaat.

2. Indien een andere afdekplaat gewenst is worden hiervoor extra kosten in rekening gebracht.

3. Het aanbrengen van de belettering op de afdekplaat wordt uitgevoerd door of namens de rechthebbende. De kosten zijn voor rekening van de rechthebbende.

1. De gewenste datum en tijdstip van plaatsing of verwijdering van het gedenkteken worden tenminste twee werkdagen van tevoren gemeld in de online agenda van de gemeente. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden worden uitgevoerd. Eventuele aanwijzingen van de beheerder worden opgevolgd.

2. Het plaatsen of verwijderen van de gedenktekens dient plaats te vinden op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 uur tot 16.00 uur.

3. Degene die de werkzaamheden uitvoert meldt de uitgevoerde werkzaamheden ter goedkeuring bij de beheerder of het daartoe aangewezen personeel. De uitvoerende verhelpt eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken zo spoedig mogelijk.

4. Het eerste tot en met derde lid zijn ook van toepassing voor het plaatsen van een boomschijf op een natuurgraf of natuur-urnengraf.

1. Op een graf mag beplanting worden aangebracht. De beplanting die op de graven wordt aangebracht mag bij volle wasdom de voor de grafbedekking beschikbare oppervlakte, zoals in artikel 10 is bepaald, niet overschrijden en moet door snoeien binnen deze oppervlakte worden gehouden. De gewassen mogen niet hoger zijn dan de maximale hoogte van een gedenkteken, zoals is bepaald in artikel 10.

2. De beheerder kan beplanting verwijderen die buiten de in het eerste lid genoemde ruimte wordt geplant of overhangt zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

3. Op de delen van de begraafplaats die zijn ingericht als natuurbegraafplaats zijn het eerste en tweede lid van dit artikel niet van toepassing. Op deze delen mag door de rechthebbende geen beplanting op een graf worden aangebracht.

1. Op een graf kunnen potplanten, bloemen in vazen en andere losse voorwerpen worden geplaatst. Tevens is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

2. De te plaatsen voorwerpen op een graf mogen de voor de grafbedekking beschikbare oppervlakte, zoals in artikel 10 is bepaald, niet overschrijden. De hoogte van de voorwerpen is maximaal 50 cm.

3. Het is niet toegestaan vazen, potten en overige losse voorwerpen achter een gedenkteken te bewaren.

4. Voor de urnennissen geldt dat het alleen is toegestaan om bloemen, potplanten en andere losse voorwerpen te plaatsen in of op de daarvoor bestemde plaatsen voor of in de buurt van de urnenmuur. Het plaatsen van bloemen, potplanten en andere losse voorwerpen in een nabij gelegen lege nis is niet toegestaan.

5. Het is niet toegestaan voorwerpen aan een urnennis of aan een urnenmuur te bevestigen zonder toestemming van de beheerder.

6. Op de delen van de begraafplaats die zijn ingericht als natuurbegraafplaats zijn het eerste tot en met vijfde lid van dit artikel niet van toepassing. Op deze delen mogen alleen aansluitend aan de begrafenis tijdelijk bloemen op het graf worden gelegd. Zodra deze bloemen zijn verwijderd mogen er geen losse bloemen, potplanten, bloemen in vazen of andere voorwerpen meer op dit graf worden geplaatst.

Op deze delen mogen op of nabij een graf geen potplanten, bloemen in vazen of andere losse voorwerpen worden geplaatst.

1. Voor het plaatsen van een grafkelder is een vergunning van het college nodig.

2. Het plaatsen van een grafkelder geschiedt door of namens en voor rekening en risico

2. van de aanvrager op een door het college aan te wijzen locatie.

3. De afmetingen van de ruimte waarbinnen een grafkelder voor het begraven van lijken mag worden aangebracht zijn: lengte 250 cm, breedte 110 cm en diepte 150 cm beneden maaiveld.

4. Het tijdstip van plaatsing van de grafkelder wordt vooraf in overleg met de beheerder afgesproken om te voorkomen dat de werkzaamheden samenvallen met een uitvaart.

5. Het plaatsen van de grafkelder dient na voorafgaande toestemming van de beheerder plaats te vinden op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 uur tot 16:00 uur. De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

1. Bij de opgraving van lijken zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

2. Het opgegraven lijk wordt bewaard in een kist, die door het bedrijf dat de ruiming verricht beschikbaar is gesteld.

3. De kist met het opgegraven lijk wordt op de dag van opgraving in opdracht van de opdrachtgever opgehaald.

1. Bij de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

2. Gebruikers van een algemeen graf kunnen tot een maand voor het moment van ruimen bij het college een aanvraag indienen om bij ruiming de stoffelijke resten, indien mogelijk, bijeen te brengen voor herbegraven of crematie.

1. Deze regeling treedt in werking daags na publicatie in het gemeenteblad.

2. De navolgende regels vervallen per dezelfde datum:

• –

  ‘Nadere regels voor begraafplaatsindeling en grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats Boxmeer 2017’, vastgesteld op 6 december 2016;

• –

  Uitvoeringsbesluit, openstelling, graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen 2020’ (Cuijk), vastgesteld op 1 december 2020;

• –

  ‘Uitvoeringsbesluit, openstelling, graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen 2020’ (Grave), vastgesteld op 1 september 2020;

• –

  ‘Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Sint Anthonis’, vastgesteld op 6 september 2016.