Nadere regels beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2023

Geldend van 06-09-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Nadere regels beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2023

Het college van de gemeente Groningen,

gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2023;

besluiten vast te stellen de volgende nadere regels bij de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Groningen 2023.

HOOFDSTUK 1. NADERE REGELS GELDEND VOOR ALLE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. Deze nadere regels verstaan onder:

    • a.

      beheersverordening: de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2023;

    • b.

      gemeente: gemeente Groningen;

    • c.

      eerste verdieping; de plaats van de bovenste kist in een graf bestemd voor twee of drie stoffelijke overschotten;

    • d.

      tweede verdieping; de plaats van de tweede kist in een graf bestemd voor twee of drie stoffelijke overschotten;

    • e.

      derde verdieping; de plaats van de onderste kist in een graf bestemd voor drie stoffelijke overschotten.

  • 2. Voor de overige begrippen wordt kortelings verwezen naar artikel 1, 2 en 3 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2023.

Artikel 2. Openstelling en ordemaatregelen.

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor bezoekers geopend van 1 januari tot en met 31 december op alle dagen van 09.00 tot 18.00 uur.

  • 2. Het college kan voor één of meer begraafplaatsen afwijkende openstellinguren bepalen.

  • 3. Buiten de in het eerste en tweede lid genoemde openstellinguren is het verboden op de begraafplaatsen te gaan of zich te bevinden.

  • 4. Het verblijf op de begraafplaatsen is verboden voor

    • a.

      personen die zich op zodanige wijze gedragen dat de rust en orde op de begraafplaatsen worden verstoord;

    • b.

      kinderen beneden de leeftijd van 16 jaar zonder geleide van een volwassene.

Artikel 3. Aanvragen vergunning grafbedekking

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college grafbedekking op de particuliere graven aan te brengen.

  • 2. Het is verplicht om de aanvragen voor een vergunning te doen met behulp van het standaard aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is beschikbaar bij het Loket begraafplaatsen per mail aan te vragen via burgerzaken@groningen.nl, of telefonisch aan te vragen via 14050. Het aanvraagformulier is ook te downloaden op de site van de gemeente Groningen. De vergunningaanvraag digitaal aanleveren via mail naar burgerzaken@groningen.nl. Het college beslist op een aanvraag binnen vier weken na ontvangst.

  • 3. Aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid kunnen voorschriften en eisen worden verbonden ter verzekering van de naleving van deze nadere regels en ter bevordering van de goede orde op de begraafplaats. De vergunninghouder is verplicht de voorschriften en eisen na te leven.

  • 4. De vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden ingetrokken, indien de daaraan verbonden voorschriften en eisen niet worden nagekomen.

  • 5. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een grafbedekking behoort een werktekening te worden ingediend. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 4. Algemene bepalingen grafbedekkingen.

  • 1. Het is verboden een grafbedekking op een particulier graf te hebben waarvan het college aan de rechthebbende schriftelijk te kennen heeft gegeven dat die grafbedekking verwijderd moet worden, omdat deze naar het oordeel van het college hinder of nadeel aan de nabije graven of aan de begraafplaats als zodanig toebrengt.

  • 2. De rechthebbende op een particulier graf is verplicht te gedogen, dat de op het particuliere graf aanwezige bedekking door de gemeente en op haar kosten geheel of gedeeltelijk wordt weggenomen of verplaatst, voor zolang dit ter begraving van stoffelijke overschotten in de nabijheid of om andere redenen nodig is.

  • 3. De gemeente is niet aansprakelijk voor de zich op de particuliere graven bevindende voorwerpen of beplantingen of voor schade daaraan ontstaan door storm, molest of derden.

  • 4. Op aanvraag van de rechthebbende en tegen betaling van het hiervoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde recht, kan het college toestemming verlenen tot herplaatsing van een op grond van artikel 23, 24 of 26 van de beheersverordening verwijderde grafbedekking.

  • 5. Een aanvraag als bedoeld in het vierde lid dient te geschieden binnen twee jaar na dagtekening van de in dat lid bedoelde artikelen genoemde waarschuwing van het college.

  • 6. Voordat een monument kan worden geplaatst, dient hiervoor via e-mail aan burgerzaken@groningen.nl een afspraak te worden gemaakt met de afdeling burgerzaken. Bij de plaatsing zelf dient een medewerker van de Gemeente Groningen aanwezig te zijn. Eveneens dient een grafnummer aangebracht te zijn. Zonder grafnummer kan het monument niet geplaatst worden. De plaats van het grafnummer wordt nader in deze verordening bepaald.

  • 7. Voordat een monument (tijdelijk) kan worden verwijderd, dient dit via e-mail aan burgerzaken@groningen.nl te worden gemeld aan de afdeling burgerzaken.

Artikel 5. Losse bloemen, planten en grind

  • 1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant in de graftuin.

  • 2. Het is niet toegestaan om losse stenen, keitjes, grind, doek, kunststof, hout of betonbandjes en dergelijke op of rond het graf en op de paden te plaatsen.

Artikel 6. Winterharde gewassen

  • 1. Beplanting mag slechts in een pot op de grafmonumenten worden geplaatst en mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte van het graf of grafbedekking kunnen worden gehouden.

  • 2. De maximale hoogte van eigen beplanting is op alle soorten graven 60 cm.

  • 3. De beplanting dient uitsluitend binnen de maximale maten van de grafbedekking geplaatst te worden.

  • 4. Het hebben van winterharde beplanting in de graftuin van het graf is alleen toegestaan in overleg met de beheerder. Alleen geschikte winterharde gewassen mogen worden geplaatst.

  • 5. Voor en tijdens een begrafenis of een bijzetting kan het zijn dat de beplanting of de grafbedekking tijdelijk verwijderd wordt van het bestaande of naast gelegen graf. Na de begrafenis wordt de situatie weer naar redelijkheid hersteld zoals de gemeente het heeft aangetroffen. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid voor de beplanting die terug is geplaatst.

Artikel 7. Tijden voor opgravingen, herbegravingen en ruimingen

Op werkdagen mogen werkzaamheden zoals opgravingen, herbegravingen en ruimingen tussen 7.00 uur en 17.00 uur worden uitgevoerd.

HOOFDSTUK 2. NADERE REGELS VOOR BEGRAAFPLAATS SELWERDERHOF

Artikel 8. De bezorging van as

Particuliere urnengraven voor bepaalde tijd zijn bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 4 asbussen.

Artikel 9. Indeling en uitgifte van de graven

  • 1. De particuliere graven worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      particuliere graven uitgegeven voor onbepaalde tijd, bestemd voor het begraven van een of meerdere lijken dan wel het plaatsen van asbussen. Op verzoek van de rechthebbende kan het college toestemming verlenen tot het stichten van een grafkelder in deze particuliere graven;

    • b.

      particuliere graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van één lijk dan wel het plaatsen van meerdere asbussen;

    • c.

      particuliere graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van twee lijken boven elkaar dan wel het plaatsen van meerdere asbussen;

    • d.

      particuliere graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van drie lijken boven elkaar dan wel het plaatsen van meerdere asbussen;

    • e.

      particuliere partnergraven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven naast elkaar van twee met namen aangeduide overledenen, dan wel van één overledene en één asbus/urn;

    • f.

      particuliere graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het op islamitische wijze begraven van één lijk;

    • g.

      particuliere kindergraven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van één lijk (maximale kistlengte 120 cm) dan wel het plaatsen van één asbus;

    • h.

      particuliere kindergraven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het op islamitische wijze begraven van één lijk (maximale kistlengte 120 cm);

    • i.

      particuliere foetusgraven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van een foetus;

    • j.

      particuliere urn kelders en graven op urnenvelden, uitgegeven voor de tijd van 5, 10,15, 20 en 30 jaren, bestemd voor het plaatsen van maximaal vier asbussen;

    • k.

      particuliere vrije veld graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van één, twee of drie lijken dan wel het plaatsen van meerdere asbussen.

  • 2. De algemene graven worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      algemene graven uitgegeven voor de tijd van 10 jaren, bestemd voor het begraven van drie lijken;

    • b.

      algemene kindergraven uitgegeven voor de tijd van 10 jaren, bestemd voor het begraven van maximaal drie lijken.

  • 3. In de particuliere kindergraven mag een asbus ook geplaatst worden in een urnenkelder of in een sierurn op het graf.

  • 4. De uitgifte van de in het eerste lid, onder b, c, d en e bedoelde particuliere graven geschiedt in:

    • a.

      een groep, waarvoor uitsluitend liggende grafzerken zijn toegelaten;

    • b.

      een groep, waarvoor uitsluitend staande stenen, met gras als hoofdbestanddeel van de grafbedekking en een strookje van 50 cm voor kleinschalige beplanting, zijn toegelaten;

    • c.

      een groep, waarvoor uitsluitend combinaties van staande stenen met banden en/of dekplaten, al dan niet voorzien van een bloembakje, gruis of tuintje, zijn toegelaten;

    • d.

      Een groep waarvoor uitsluitend de onder a en c genoemde grafbedekkingen zijn toegelaten;

  • 5. De uitgifte van de in het eerste lid onder f en h bedoelde particuliere graven geschiedt in een groep waar op islamitische wijze wordt begraven en waar in het graf gebruik moet worden gemaakt van een blijvende houten bekisting.

  • 6. De uitgifte van particuliere foetusgraven geschiedt in een groep waar zowel staande steentjes als liggende steentjes geplaatst mogen worden.

  • 7. De uitgifte van vrije veld graven geschiedt in een groep, waar een grafbedekking naar keuze mag worden geplaatst.

  • 8. De uitgifte van algemene graven en algemene kindergraven geschiedt in groepen waar geen grafbedekking mag worden geplaatst.

Artikel 10. Afmetingen van graven

  • 1. De afmetingen van elk afzonderlijke graf bedragen:

    Afmetingen graven (in cm.)

    Selwerderhof

     
     

    Lengte

    Breedte

    a

    Particulier graf onbepaalde tijd

    260

    130

    b

    Particulier graf bepaalde tijd

    220

    110

    c

    Particulier urnengraf

    100

    100

    d

    Particulier kindergraf bepaalde tijd

    130

    90

    e

    Particulier foetusgraf

    50

    50

    f

    Particulier vrije veld graf

    220

    110

    g

    Algemeen graf

    220

    110

    h

    Algemeen kindergraf

    130

    90

  • 2. Het college kan, indien daartoe naar hun oordeel aanleiding bestaat, voor een particulier graf voor onbepaalde tijd meer grond beschikbaar stellen dan in het eerste lid is bepaald.

  • 3. Asbussen worden bijgezet in een – in het particuliere urnengraf te plaatsen – afgesloten urnenkelder.

Artikel 11. Grafbedekkingen

  • 1. De afmetingen van de grafbedekkingen mogen bedragen:

Afmetingen grafbedekkingen Selwerderhof (in cm.)

Graf

 

Liggende zerken

Staande zerken

 
 

lengte

breedte

dikte

Breedte

Hoogte*

Dikte

a

Particulier graf onbepaalde tijd met kelder boven maaiveld

 

Afhankelijk van de kelderafmetingen

b

Particulier graf

  • onbepaalde tijd

  • onbepaalde tijd met kelder onder maaiveld

  • bepaalde tijd

  • op vrije veld graf

Liggende grafzerken

(A-stenen)

200

80

>8

-

-

-

Staande stenen

(B-stenen)

-

-

-

80

50-120

6/8**

Overige bedekkingen

(C-stenen)

200

80

vrij

80

90-120

6/8**

c

Particulier urnengraf

 

70/74

***

54/58

***

6

54

Max.

40

6

d

Particulier kindergraf bepaalde tijd

Liggende grafzerken

(A -stenen)

100-120

60

4-6

-

-

-

Staande stenen

(B-stenen)

-

-

-

60

50-60

4-6

Overige bedekkingen

(C-stenen)

100-120

60

4-6

60

50-60

3-6

e

Particulier foetusgraf

Liggende grafzerken

35

35

4

-

-

-

Staande stenen

-

-

-

35

35

4

f

Algemeen graf en algemeen kindergraf

 

Geen grafbedekking toegestaan

g

Partnergraf

Liggende grafzerken

(A -stenen)

200

190

>8

 
 
 

Staande stenen

(B-stenen)

 
 
 

170

90-120

6/8**

Overige bedekkingen

(C-stenen)

200

190

vrij

170

90-120

6/8**

  • *

    gerekend vanaf het maaiveld

  • **

    6 met pilasters en 8 zonder

  • ***

    70, 54 zonder plinten en 74, 58 met plinten

  • 2. Voor het materiaal van de grafbedekkingen gelden de volgende eisen:

    • a.

      Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, glas, roestvrij staal, keramiek of duurzame kunststoffen, die niet verkleuren, vorstbestendig zijn en niet breken. Er mogen geen poreuze (kalk)steensoorten toegepast worden;

    • b.

      Dekplaten van tegeltjes of andere losse materialen, verlijmd of in specie gezet, zijn niet toegestaan;

    • c.

      Grafbedekkingen en onderdelen mogen, naar oordeel van de beheerder, niet aanstoot gevend of ontsierend zijn voor de begraafplaats.

  • 3. Voor de constructie en samenstelling van de grafbedekkingen gelden de volgende eisen:

    • a.

      Grafsteen onderdelen zoveel mogelijk met specie of kit en waar nodig massieve doken aan elkaar bevestigen. De doken, incl. de doken voor de letterplaten, van massief metaal, 80 mm lang en 10 mm dik. De dookgaten elk 40 mm diep met een passende diameter. Bij marmer koperen doken gebruiken;

    • b.

      De op tekening aangegeven afmetingen mogen in de praktijk geen afwijkingen vertonen, met uitzondering van de diktematen;

    • c.

      Alle aan te brengen plinten op de hoeken bevestigen met kit of cement. De plinten minimaal 3 cm dik.

  • 4. Voor de vormgeving van de grafbedekkingen gelden de volgende eisen:

    • a.

      Er mag geen firmanaam of enige andere reclame op (delen van) grafbedekkingen zijn aangebracht;

    • b.

      Op de grafbedekking moet een duidelijk leesbaar grafnummer zijn aangebracht. Dit conform het gestelde in de beheersverordening. Bij een liggende steen (A-steen) en een staande steen +l iggend gedeelte (C-steen) is de plaats hiervan links vooraan op de rand of de zerk. Bij een staande steen met bloemenstrook (B-steen) is dit links onderaan op de dorpel. Op andersoortige monumenten (bijvoorbeeld kunstwerken) het nummer aanbrengen op een door de beheerder op te geven plaats;

    • c.

      Voor de particuliere graven voor bepaalde tijd (inclusief Islamitische graven) gelden de volgende eisen:

      • Uitvoering A-steen:

        Fundering van gewapende betonplaat 200 x 80 cm en minimaal 6 cm dik. Rondom plinten aanbrengen, dikte minimaal 3 cm. De gewapende betonroef van 186 x 66 (minimale wanddikte 6 cm), aan de voorzijde maximaal 16 cm hoog, aan de achterkant maximaal 26 cm hoog. De roef en de plaat dienen in één geheel te zijn gegoten;

      • Uitvoering B-steen:

        Monument plaatsen op een fundering van gewapend beton 80 x 35 x 6 cm of op een door de gemeente aangebrachte betonstrook. In de betonstrook mogen geen doken geplaatst worden. Een letterplaat moet aangebracht worden op een dorpel van minimaal 8 cm hoog en minimaal ter breedte en dikte van de letterplaat. De letterplaat moet aan de dorpel bevestigd worden met 2 doken van 8 cm lang en 1 cm doorsnede. Afwijkende afmetingen/constructies vooraf overleggen met de beheerder van de begraafplaats. Een spatplaat onder of voor het monument van 80 breed x 6 cm dik (maximaal ter grootte van het graftuintje) op maaiveldniveau is toegestaan. Bij B stenen wordt door de gemeente aan de voorzijde van het monument een gazon met een bloemstrook van 50 cm breed aangelegd op kosten van de rechthebbende;

      • Uitvoering C-steen:

        • 1.

          Staande steen - banden - gruis - met of zonder bloembakje:

          Fundering: Gewapende betonplaat 200 x 80 x 6 cm

          Letterplaat: Afmetingen: zie B-steen

          Banden: Minimaal 8 cm dik en 12 cm breed;

        • 2.

          Staande steen - banden - dekplaat - met of zonder bloembakje:

          Fundering: Gewapende betonplaat 200 x 80 x 6 cm

          Letterplaat: Afmetingen: zie B-steen

          Banden: Minimaal 8 cm dik en 12 cm breed

          Dekplaat: Minimaal 3 cm dik;

        • 3.

          Staande steen met dekplaat, met plinten:

          Fundering: Gewapende betonplaat 200 x 80 x 6 cm, gewapende betonroef190 x 70 x 9 cm hoog en 6 cm breed, gewapend beton achter (onder letterplaat)20 cm breed. Betonplaat en betonroef moeten in één geheel zijn gegoten.

          Letterplaat: Zie B-steen Plinten: Minimaal 3 cm dik

          Dekplaat: De dekplaat met een oversteek van 2 cm rondom, minimaal 3 cm dik;

        • 4.

          Staande steen - banden met tuintje

          Letterplaat: Zie B-steen

          Banden: Minimaal 8 cm dik en 12 cm breed

          Fundering: Gewapende betonrand/-raam 198 x 78 x 15 cm breed en 6 cm hoog. Gemetselde onderdelen zijn niet toegestaan.

    • d.

      Voor de kindergraven (inclusief Islamitische graven) gelden de volgende eisen:

      • Uitvoering A-steen:

        Fundering: Gewapende betonplaat 60 cm breed, 120 cm lang en 6 cm dik

        Zerk: De zerk onder een helling van 1:20 en op een roef aanbrengen. De zerk met rondom een oversteek van 2 cm.

        Plinten: Minimaal 3 cm dik aan de zijkanten;

      • Uitvoering B-steen:

        Fundering: Betonplaat van 60 x 40 x (minimaal) 6 cm.

        Letterplaat: Een dorpel (4-5 cm dik) onder de letterplaat is verplicht, behalve als de letterplaat dikker is dan 5 cm;

      • Uitvoering C-steen:

        Alle typen C-stenen, die bij de particuliere graven bepaalde tijd mogen worden gebruikt, mogen ook bij de particuliere kindergraven bepaalde tijd worden toegepast.

        Fundering: Gewapende betonplaat 60 cm breed en 120 cm lang en 6 cm dik

        Letterplaat: Als B-steen

        Banden: 8-10 cm breed en 4/5 cm dik

        Dekplaat: 3-5 cm dik, met oversteek van 2 cm rondom.

    • e.

      Voor de urnengraven gelden de volgende eisen:

      • De grafsteen direct met specie op het betondeksel van de betonkelder bevestigen. Bij kunststof kelders mag kit worden gebruikt. Bij het verwijderen van met monument voor (reparatie of bijlettering) mag hierdoor geen schade aan de kunststof deksel ontstaan. De oversteek aan beide zijkanten is 2 cm;

      • Op de particuliere urnengraven mogen staande of liggende stenen en combinaties van staande en liggende grafstenen worden geplaatst. Een liggende steen wordt onder een helling gelegd, zodanig dat de voorste plint 3 cm beneden het maaiveld ligt en het achterste gedeelte met de onderkant gelijk met het maaiveld komt te liggen. Bij een combinatie van staande en liggende grafbedekkingen ligt de liggende zerk vlak en de onderzijde van de plinten gelijk met het maaiveld. De grafstenen genoemd in dit lid mogen onderling van steensoort verschillen. Voor grafbedekkingen met afwijkende vormen en materialen, zoals bijvoorbeeld kunstwerken en zwerfkeien moet voorafgaand aan de vergunningaanvraag met de beheerder worden overgelegd;

      • Bij urnengraven die in een talud worden geplaatst, de plinten ter plekke opmeten. De onderzijde van de plinten minimaal 3 cm onder het maaiveld. Plinten in alle gevallen met lijm en passende doken aan de deksteen bevestigen en niet aan het deksel van de urnenkelder;

    • f.

      Voor de particuliere graven voor onbepaalde tijd gelden de volgende eisen:

      Keldergraven

      • De kelderafmetingen in overleg met de beheerder;

      • Op sommige plekken zijn alleen kelders toegestaan met maximaal twee verdiepingen;

      • Een kelder kan boven of beneden maaiveld geplaatst worden. De beheerder geeft de diepte of hoogte waarop de kelder met de bovenkant wordt geplaatst bij plaatsing aan;

      • Het kelderdeksel moet één geheel zijn, ‘broodjes’ zijn niet toegestaan;

      • Voor kelders die beneden maaiveld geplaatst zijn gelden dezelfde mogelijkheden en maten voor grafmonumenten als bij particuliere graven bepaalde tijd;

      • Bij een kelder die boven het maaiveld geplaats is moeten plinten minimaal 3 cm dik zijn en deugdelijk bevestigd worden. Een dekplaat moet tenminste 8 cm dik zijn en aan alle zijden een overstek hebben van 2 cm buiten de plinten. De helling van een zerk moet 1:20 zijn.

    • g.

      Algemene graven

      Op een algemeen graf en een algemeen kindergraf kan geen monument worden geplaatst;

    • h.

      Voor de particuliere vrije veld graven gelden de volgende eisen:

      • Grafmonumenten van kunststof zijn toestaan. Deze hebben dezelfde maatvoering als monumenten van natuursteen die zijn toegestaan op het betreffende graf. De uitvoering, plaatsing en wijze van fundering altijd op aanwijzing van de beheerder. Het onderhoud van deze monumenten berust niet bij de gemeente, maar geschiedt op aanwijs van de beheerder door de rechthebbende;

      • Op particuliere vrije veld graven kunnen dezelfde typen monumenten, met dezelfde eisen aan uitvoering en maatvoering, geplaatst worden als aangegeven bij particuliere graven bepaalde tijd. Gezien het karakter van de vrije velden is er binnen de uitvoering van 'C-stenen' meer ruimte voor het plaatsen van bijvoorbeeld zwerfkeien of kunstwerken;

      • Zwerfkeien als grafsteen ter goedkeuring aan de beheerder aanbieden. Deze worden beoordeeld op gewicht en omvang;

      • Voor de vervaardiging en plaatsing van kunstobjecten dient de ontwerptekening hiervan vooraf ter goedkeuring worden aangeboden aan de beheerder.

    • i.

      Grafmonumenten van kunststof

      Grafmonumenten van kunststof zijn toegestaan. Deze hebben dezelfde maatvoering als monumenten van natuursteen die zijn toegestaan op het betreffende graf. De uitvoering, plaatsing en wijze van fundering altijd op aanwijzing van de beheerder. Bij normale slijtage of losraken van elementen berust reparatie daarvan niet bij de gemeente, maar geschiedt op aanwijs van de beheerder door de rechthebbende.

  • 5. De grafzerken van particuliere graven bepaalde tijd moeten worden aangelegd onder een helling van 1:20 en wel zodanig, dat de hoogte aan de voorzijde met inbegrip van de dikte van de zerk, 9 cm boven het maaiveld bedraagt.

  • 6. De omranding van de grafbedekkingen van particuliere graven bepaalde tijd mag geen grotere hoogte hebben dan 9 cm.

  • 7. De grafzerken van particuliere kindergraven bepaalde tijd moeten worden aangebracht onder een helling van 1 op 20 en wel zodanig, dat de hoogte aan de voorzijde, met inbegrip van de dikte van de zerk, 4-5 cm boven het maaiveld bedraagt. De verschillende grafbedekkingen mogen door elkaar worden geplaatst.

  • 8. Op de foetusgraven mogen zowel staande als liggende grafbedekkingen geplaatst worden.

  • 9. Het college kan toestaan dat bij grafbedekkingen, aan te brengen op naast elkaar gelegen particuliere graven, die zijn uitgegeven aan dezelfde rechthebbende of indien daartoe in een bijzonder geval naar hun oordeel aanleiding bestaat, van de genoemde afmetingen wordt afgeweken.

  • 10. Op de grafbedekkingen mogen sierurnen geplaatst worden.

  • 11. Voor asbus bijzettingen in keldergraven voor onbepaalde tijd moet het deksel worden gelicht. Het hakken van een gat daarvoor in het deksel is niet toegestaan.

HOOFDSTUK 3. NADERE REGELS VOOR DE NOORDERBEGRAAFPLAATS, ESSERVELD EN DE ZUIDERBEGRAAFPLAATS

Artikel 12. Uitgifte graven

  • 1. Het college kan particuliere graven bepaalde tijd met het recht tot begraven uitgeven.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 3. De particuliere graven worden slechts voor directe teraardebestelling uitgegeven.

  • 4. De particuliere graven worden uitgegeven voor de tijd van 30 jaar.

  • 5. Op de Noorder- en Zuiderbegraafplaats worden geen nieuwe graven meer uitgegeven.

Artikel 13. Indeling begraafplaatsen

  • 1. De particuliere graven zijn, volgens de daaraan door het college gegeven onderscheiding, ingedeeld in vier klassen.

  • 2. De particuliere graven op de 'Zuiderbegraafplaats' en op de 'Noorderbegraafplaats' zijn gelegen in rijen en worden aangeduid door vermelding van de klasse en de rij in die klasse en van het nummer.

  • 3. De particuliere graven op de begraafplaats 'Esserveld' zijn gegroepeerd in grafvelden die van elkaar gescheiden zijn door de aanwezige grindpaden. Grotere grafvelden zijn verdeeld in vakken. Overkoepelend is er een verdeling in klassen, lopend van klasse I (hoog) tot IV (laag). De primaire verdeling loopt van klasse I rondom de centrale as van de begraafplaats naar lagere klassen naarmate men verder richting het oosten of westen van de begraafplaats komt. De secundaire klassenverdeling loopt van hoger voor graven gelegen aan grindpaden, naar lager voor graven gelegen binnen in de grafvelden. Graven worden aangeduid met klasse, het grafveld, indien van toepassing het nummer van het vak, en het grafnummer. Een aantal bijzondere graven heeft een letter in plaats van een grafnummer.

  • 4. Particuliere urnengraven op Esserveld, dat zijn graven bepaalde tijd waarin door de rechthebbende maximaal 4 asbussen mogen worden bijgezet.

  • 5. De particuliere graven kunnen worden gebruikt voor het begraven van een lijk of twee lijken boven elkaar.

  • 6. De particuliere graven worden onderscheiden in die welke zijn uitgegeven:

    • a.

      met het uitsluitend recht tot begraven voor onbepaalde tijd;

    • b.

      met het uitsluitend recht tot begraven voor de tijd van 30 jaar.

Artikel 14. Afmetingen van graven

  • 1. De afmetingen van het particuliere graf op de ‘Zuiderbegraafplaats’ en de ‘Noorderbegraafplaats’ bedragen:

    • a.

      in de eerste klasse: lengte minimaal 250 cm en breedte minimaal 110 cm;

    • b.

      in de overige klassen: lengte minimaal 220 cm en breedte minimaal 80 cm.

  • 2. De afmetingen van het particuliere graf op begraafplaats ‘Esserveld’ bedragen:

    • a.

      in de eerste klasse: lengte minimaal 230 cm en breedte minimaal 90 cm;

    • b.

      in de overige klassen: lengte minimaal 220 cm en breedte minimaal 80 cm.

  • 3. De afmetingen van elk afzonderlijk particuliere urnengraf: lengte 100 cm en breedte 100 cm.

Artikel 15. Grafbedekkingen

  • 1. Een monument, al dan niet op een grafkelder geplaatst, dient een lengte te hebben van 200 cm, een breedte van maximaal 80 cm en een hoogte van maximaal 120 cm. De dikte van een letterplaat moet minimaal 6 cm (met pilasters) of 8 cm zijn.

  • 2. Een monument, dat niet op een grafkelder wordt geplaatst, moet worden gefundeerd op een funderingsplaat van gewapend beton ter dikte van 6 cm. Deze plaat moet op vier hoeken rusten op stiepen, reikende met de onderkant tot op de ongeroerde grond. De afmetingen van deze betonplaat moeten gelijk zijn aan de buitenomtrek van het te plaatsen monument, terwijl de zijkanten van deze plaat strak en haaks moeten worden afgewerkt.

    Bij de plaatsing van een staande steen moeten onder de funderingsplaat (dikte 10 cm) aan beide uiteinden twee stiepen worden aangebracht, zodanig dat deze schuin naar buiten gaan en rusten op ongeroerde grond. De letterplaat moet gedookt worden met roestvrije massieve metalen doken rond 1 cm en 8 cm lang.

  • 3. Op de particuliere urnengraven mogen staande, liggende en combinaties van staande en liggende grafstenen worden geplaatst. Een liggende steen wordt onder een helling gelegd, zodanig dat het voorste plint 3 cm beneden het maaiveld ligt en het achterste gedeelte met de onderkant gelijk met het maaiveld komt te liggen. Bij een combinatie van staande en liggende grafbedekking ligt de liggende zerkvlak en de onderzijde van de plinten gelijk met het maaiveld. De grafstenen genoemd in dit lid mogen onderling van steensoort verschillen. Voor grafbedekkingen met afwijkende vormen en materialen, zoals bijvoorbeeld kunstwerken en zwerfkeien, moet vooraf aan vergunningaanvraag met de beheerder worden overgelegd; Voor de maten van deze grafbedekkingen gelden dezelfde afmetingen als op Selwerderhof zoals vermeld in artikel 11 van deze nadere regels.

  • 4. Het college kan aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid voorschriften en eisen verbinden. De vergunninghouder is verplicht de aan de vergunning verbonden voorschriften en eisen na te leven.

  • 5. Op de nieuw uit te geven particuliere graven bepaalde tijd gelegen op het centrale gedeelte van de begraafplaats 'Esserveld', te weten klasse I / veld CG en klasse I / veld 0I, mogen alleen liggende zerken worden geplaatst. De afmetingen bedragen 200 cm lang en 80 cm breed, de dikte bedraagt minimaal 8 cm.

Artikel 16. Onderhoud grafbedekkingen

  • 1. De rechthebbende op een particulier graf op de Zuiderbegraafplaats, het Esserveld of op de Noorderbegraafplaats is verplicht zorg te dragen voor het naar het oordeel van het college op bevredigende wijze schoonhouden en onderhouden van de op het graf aanwezige grafbedekking.

  • 2. Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kunnen de in het eerste lid genoemde werkzaamheden voor tenminste vijf jaren worden opgedragen aan de gemeente tegen betaling van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde recht.

HOOFDSTUK 4. NADERE REGELS VOOR DE BEGRAAFPLAATSEN KLEIN SELWELDERHOF I EN II

Artikel 17. Gedenktekens

Het is verboden enig ander voorwerp dan de reeds aanwezige gedenktekens op een graf te plaatsen.

Artikel 18. Onderhoud grafbedekkingen

De op de begraafplaatsen aanwezige grafbedekkingen en gedenktekens worden door de gemeente onderhouden.

HOOFDSTUK 5. NADERE REGELS VOOR DE BEGRAAFPLAATSEN HOOGKERK, MIDDELBERT EN NOORDDIJK

Artikel 19. Uitgifte graven

  • 1. Het college kan particuliere graven voor bepaalde en onbepaalde tijd met het recht tot begraven uitgeven.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

  • 3. De particuliere graven worden slechts voor directe teraardebestelling en zoveel mogelijk aaneensluitend in de rij volgens datum van begraven uitgegeven.

  • 4. De particuliere graven worden uitgegeven voor de tijd van 30 jaar. De particuliere graven op het urnenveld worden uitgegeven voor de tijd van 5, 10, 15, 20 of 30 jaar.

  • 5. De particuliere urnengraven op de begraafplaatsen Hoogkerk en Noorddijk worden slechts voor directe bijzetting uitgegeven. In bijzondere gevallen kan het college hiervan afwijken.

  • 6. Op de begraafplaats Noorddijk: particuliere urnennissen die bestemd zijn voor de bijzetting van1 of meerdere asbussen per nis en worden uitgegeven voor de tijd van 5, 10, 15, 20 of 30 jaar.

  • 7. De particuliere graven, waaronder de particuliere kindergraven bepaalde tijd op de begraafplaatsen te Hoogkerk en Noorddijk, worden uitgegeven voor het begraven van één lijk. Voor de begraafplaatsen te Hoogkerk en Noorddijk wordt onder het begraven van een lijk mede verstaan het plaatsen van een asbus in een particulier kindergraf bepaalde tijd, bevattende het stoffelijk overschot na crematie van een levenloos geborene of van een kind tot 12 jaar.

  • 8. Aan dezelfde persoon worden niet meer dan twee particuliere grafruimten uitgegeven. Het college kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken.

  • 9. De graven zijn als volgt te onderscheiden:

    • a.

      particuliere graven die kunnen worden gebruikt voor het begraven van één lijk en/of meerdere asbussen;

    • b.

      particuliere partnergraven bestemd voor het begraven naast elkaar van twee met namen aangeduide overledenen, dan wel van één overledene en één asbus/urn;

    • c.

      algemene graven die kunnen worden gebruikt voor het begraven van één lijk.

  • 10. Op de begraafplaats Middelbert zijn geen particuliere graven meer beschikbaar. In de uitgegeven graven kunnen nog wel asbussen worden bijgezet.

Artikel 20. Indeling begraafplaatsen

  • 1. Op de begraafplaatsen zijn de particuliere graven volgens de daaraan door het college gegeven onderscheiding als volgt ingedeeld:

    • a.

      op de begraafplaatsen te Hoogkerk:

      • 1.

        Particuliere graven in twee groepen, te weten particuliere graven met het uitsluitend recht tot begraven voor onbepaalde tijd en particuliere graven met het uitsluitend recht tot begraven voor een termijn van 30 jaar;

      • 2.

        Particuliere urnengraven;

      • 3.

        Particuliere kindergraven bepaalde tijd.

    • b.

      Op de begraafplaats Middelbert particuliere graven voor onbepaalde tijd;

    • c.

      Op de begraafplaats te Noorddijk:

      • 1.

        Particuliere graven in twee groepen, te weten graven met het uitsluitend recht tot begraven voor onbepaalde tijd en particuliere graven met het uitsluitend recht tot begraven voor een termijn van 30 jaar;

      • 2.

        Particuliere urnengraven;

      • 3.

        Particuliere kindergraven bepaalde tijd.

  • 2. De particuliere graven zijn gelegen in rijen en worden als volgt aangeduid:

    • a.

      op de begraafplaatsen Hoogkerk door vermelding van het perk, de rij en het nummer in de rij;

    • b.

      op de begraafplaats Middelbert door vermelding van de rij en het nummer in de rij;

    • c.

      op de begraafplaats Noorddijk door vermelding van de kavel, de rij en het nummer in de rij.

Artikel 21. Afmetingen van graven

De afmetingen (cm) van elk particuliere graf bedragen:

Hoogkerk

 
 

Lengte

Breedte

Particulier graf bepaalde tijd

220

110

Particulier graf onbepaalde tijd

220

110

Particulier urnengraf

100

100

Particulier kindergraf bepaalde tijd

130

90

Middelbert

 

Particulier graf onbepaalde tijd

220

110

Noorddijk

 

Particulier graf bepaalde tijd

220

110

Particulier graf onbepaalde tijd

220

110

Particulier urnengraf

100

100

Particulier kindergraf bepaalde tijd

130

90

Artikel 22. Grafbedekkingen

  • 1. Behoudens de hieronder in lid 2 en 3 van dit artikel vermelde bepalingen, gelden voor de grafbedekkingen dezelfde bepalingen als op begraafplaats Selwerderhof, zoals vermeld in artikel 11 van deze nadere regels.

  • 2. Kelders mogen alleen beneden het maaiveld worden geplaatst op aanwijzing van de beheerder.

  • 3. Bij een monument dat niet op een grafkelder wordt geplaatst moet een toereikend aantal stiepen gebruikt worden, die op ongeroerde grond rusten.

HOOFDSTUK 6. NADERE REGELS VOOR BEGRAAFPARK TEN BOER

Artikel 23. Indeling en uitgifte van de graven

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe teraardebestelling en zoveel mogelijk aaneensluitend in de rij volgens datum van begraven uitgegeven.

  • 2. De particuliere graven worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      particuliere graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van een lijk of twee lijken boven elkaar, (veld 2, het gedeelte achter de urnenmuur) dan wel het plaatsen van meerdere asbussen;

    • b.

      particuliere graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van een lijk, (veld 1, gedeelte over de brug) dan wel het plaatsen van meerdere asbussen;

    • c.

      particuliere partnergraven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven naast elkaar van twee met namen aangeduide overledenen, dan wel van één overledene en één asbus/urn (veld 1, gedeelte over de brug);

    • d.

      particuliere kindergraven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van één lijk (maximale kistlengte 120 cm) dan wel het plaatsen van één asbus;

    • e.

      particuliere urnengraven, graven op urnenvelden, uitgegeven voor de tijd van 5, 10,15, 20 en 30 jaren, bestemd voor het plaatsen van ten hoogste 4 asbussen;

    • f.

      particuliere urnennissen, uitgegeven voor de tijd van 5, 10,15, 20 en 30 jaren, bestemd voor het plaatsen van ten hoogste twee asbussen.

  • 3. De algemene graven worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      algemene graven uitgegeven voor de tijd van 10 jaren, bestemd voor het begraven van twee lijken boven elkaar (veld 2, het gedeelte achter de urnenmuur);

    • b.

      algemene kindergraven uitgegeven voor de tijd van 10 jaren, bestemd voor het begraven van een lijk (veld 1, gedeelte over de brug).

  • 4. In de particuliere kindergraven mag een asbus ook geplaatst worden in een urnenkelder of in een sierurn op het graf.

  • 5. De uitgifte van de in het eerste lid, onder a, b en c bedoelde particuliere graven geschiedt in:

    • a.

      een groep, waarvoor uitsluitend liggende grafzerken zijn toegelaten;

    • b.

      een groep, waarvoor uitsluitend staande stenen, met gras als hoofdbestanddeel van de grafbedekking en een strookje van 50 cm voor kleinschalige beplanting, zijn toegelaten;

    • c.

      een groep, waarvoor uitsluitend combinaties van staande stenen met banden en/of dekplaten, al dan niet voorzien van een bloembakje, gruis of tuintje, zijn toegelaten.

  • 6. De uitgifte van algemene graven en algemene kindergraven geschiedt in een groep waar geen grafbedekking mag worden geplaatst.

  • 7. De uitgifte van algemene kindergraven vindt plaats op de kinderafdeling.

Artikel 24. Afmetingen van de graven

  • 1. De afmetingen van de graven dienen hetzelfde te bedragen als de afmetingen van de graven op de begraafplaats Selwerderhof, zoals genoemd in artikel 10 van deze nadere regels.

  • 2. De afmetingen (cm) van de urnennissen in de urnenmuur bedragen: hoogte 53,5, diepte 37 en breedte 45,5.

Artikel 25. Grafbedekkingen

Voor de grafbedekkingen gelden dezelfde bepalingen als op begraafplaats Selwerderhof, zoals vermeld in artikel 11 van deze nadere regels.

HOOFDSTUK 7. NADERE REGELS VOOR DE BEGRAAFPLAATSEN ESHOF EN HARENERHOF (HAREN)

Artikel 26. Indeling en uitgifte van de graven

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe teraardebestelling en zoveel mogelijk aaneensluitend in de rij volgens datum van begraven uitgegeven.

  • 2. De particuliere graven worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      particuliere graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van een lijk of twee lijken boven elkaar, dan wel het plaatsen van meerdere asbussen;

    • b.

      particuliere kindergraven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van één lijk (maximale kistlengte 120 cm) dan wel het plaatsen van één asbus;

    • c.

      particuliere urnengraven, uitgegeven voor de tijd van 5, 10,15, 20 en 30 jaren, bestemd voor het plaatsen van maximaal vier asbussen;

    • d.

      particuliere urnennissen in een urnenmuur, uitgegeven voor de tijd van 5, 10,15, 20 en 30 jaren, bestemd voor het plaatsen van twee asbussen (oude muur) of vier asbussen (nieuwe muur).

  • 3. De algemene graven worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      Algemene graven uitgegeven voor de tijd van 10 jaar bestemd voor het begraven van twee stoffelijke overschotten boven elkaar;

    • b.

      Algemene kindergraven uitgegeven voor de tijd van 10 jaar bestemd voor het begraven van een stoffelijke overschot.

Artikel 27. Afmetingen van de graven

  • 1. De afmetingen van de graven mogen hetzelfde bedragen als de afmetingen van de graven genoemd in artikel 10 van deze nadere regels.

  • 2. De afmetingen van de urnenruimten in de urnenmuur bedragen: breedte 50 cm, hoogte 50 cm en diepte 50 cm.

  • 3. De afmetingen van de urnenruimte in de urnentuin bedragen: lengte 100 cm en breedte 75 cm.

Artikel 28. Grafbedekkingen

Voor de grafbedekkingen gelden dezelfde bepalingen als op begraafplaats Selwerderhof, zoals vermeld in artikel 11 van deze nadere regels.

HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN

Artikel 29. Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2023.

  • 2. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Gemeente Groningen 2023.

Ondertekening

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 8 november 2022.

De burgemeester,

Koen Schuiling

De secretaris,

Christien Bronda