Beleidsplan particuliere bomen gemeente Staphorst

Geldend van 15-08-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan particuliere bomen gemeente Staphorst

1. Inleiding

Het bomenbeleid van de gemeente Staphorst is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel gaat over gemeentelijke bomen en is door de Raad vastgesteld op 10 mei 2016. Dat deel regelt hoe wij omgaan met aanleg en beheer, verzoeken en klachten met betrekking tot de gemeentelijke bomen.

Op dit moment ligt het tweede deel voor dat gaat over de ‘andere’, particuliere bomen. Dit deel regelt in hoeverre de particuliere bomen vanuit wetgeving worden beschermd of cultuurhistorisch waarden bezitten en daarom bescherming behoeven. Gemeentelijke monumentale bomen en bomen die geschonken zijn en op de bomenlijst staan, vallen onder beide plannen.

1.1 Uitgangspunten voor het "particuliere" beleid

De gemeenteraad van Staphorst heeft op 6 december 2016 een amendement aangenomen, waarin het uitgangspunt voor dit tweede deel van het beleid is vastgesteld. De kern van het beleid is dat de inwoners van de gemeente Staphorst in beginsel over hun eigen bomen mogen beschikken. Inwoners moeten meer vrijheid en zeggenschap krijgen bij aanplant, beheer, kap en herplant van hun eigen bomen.

De raad baseerde zich hierbij o.a. op de uitkomst van een enquête die onder de inwoners van Staphorst is gehouden in mei 2016. Uit de enquête komt naar voren dat inwoners belang hechten aan bomen, maar dat ze volgens hen minder goed beschermd hoeven te worden door middel van beleid, wetgeving en de APV. Een deel van de respondenten wil wel dat er na het kappen een nieuwe boom geplant moet worden.

Op deze vrijheid zijn op voorhand een aantal beperkingen aangegeven. Zo zal het beleid altijd moeten voldoen aan Europese, landelijke en provinciale wetgeving en beleid. Bovendien, zo heeft de gemeenteraad aangegeven, wordt de vrijheid om bomen te kappen ingeperkt als het om historische/culturele waardevolle bomen en landschapselementen gaat.

1.2 Proces

De gemeenteraad vindt burgerparticipatie een belangrijk onderdeel bij het opstellen van het beleidsplan.

Aan participatie is onder andere invulling gegeven door in juni 2017 een informatie- en inspraakavond te houden in het gemeentehuis. Daar hebben een dertigtal inwoners en betrokkenen hun inbreng geleverd. Geconcludeerd werd dat het huidige beleid een stuk soepeler kan en mag, maar dat er ook bomen zijn die bescherming verdienen.

2. Huidig wettelijk kader

2.1 Lokaal kader

De Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Voor het kappen van bomen in de meeste gevallen een kapvergunning nodig. Daarnaast is de gemeente Staphorst terughoudend met het verlenen daarvan. De APV stelt strenge eisen aan het verlenen van een kapvergunning.

Het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan zijn planregels opgenomen over het vellen/rooien en aanplanten van houtige beplantingen.

De Omgevingsvisie

De recent vastgestelde Omgevingsvisie geeft aan dat de hoge kwaliteit van het landschap van Staphorst, Staphorst niet op slot mag zetten. De gemeente wil ruimte bieden aan ontwikkelingen in het buitengebied, waarbij gewerkt wordt aan behoud en versterking van de landschappelijke kwaliteiten.

2.2 Nationaal wettelijk kader

De Wet Natuurbescherming benoemt regels met betrekking tot flora en fauna, Natura-2000-gebieden (Olde Maten en Veerslootslanden) en bepaalde houtopstanden buiten de bebouwde kom (voormalige Boswet). In bijlage 1 wordt nader ingegaan op de verschillende nationale kaders.

3. Nieuw beleid

In lijn met wat inwoners en de raad hebben aangegeven is de kern van het beleid:

  • Een boomeigenaar bepaalt zelf of zijn/haar boom gekapt mag worden, tenzij er gegronde redenen zijn dat het algemeen belang boven het individueel belang gaat.

Er is in ieder geval sprake van een gegronde reden wanneer bomen beschermwaardig en belangrijk zijn voor het landschap en het aanzien van de gemeente Staphorst. Deze elementen staan in verschillende kleuren aangegeven op de Groene Kaart (bijlage 2) en corresponderen met het stroomschema (bijlage 3) en de tekst in dit document.

Het nieuwe beleid wordt na twee jaar geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.

3.1 De Groene Kaart

Op de Groene Kaart zijn gebieden en specifieke bomen en landschapselementen aangeduid en de regimes die van toepassing zijn. Bijvoorbeeld gebieden waarop de Wet Natuurbescherming van toepassing is of bomen en landschapselementen en structuren die beschermingswaardig zijn en niet zonder meer mogen worden gekapt. De landschapstypen uit het landschapsplan vormen de basis voor de Groene Kaart. De singels zoals deze zijn geïnventariseerd en aangelegd tijdens de ruilverkaveling Rouveen zijn de basis voor het houtsingellandschap in Rouveen. De beschermingswaardige singels in het houtsingellandschap Staphorst zijn in de periode 2012/2013 door DLG geïnventariseerd in opdracht van de ruilvekavelingscommissie. Daarnaast is de bestaande bomenlijst gecontroleerd en aangevuld en zijn de belangrijke landschapselementen, zoals genoemd in het landschapsplan 2011 aan de hand van luchtfoto's ingetekend. De lijst van beschermingswaardige bomen is bijgevoegd in bijlage 4.

De kaart kent een zekere dynamiek. Bomen of andere landschapselementen kunnen worden toegevoegd, bijvoorbeeld bij toepassing van de cascobenadering of wanneer dat volgt uit een vergunnings- of ruimtelijke ordeningstraject. Maar bomen kunnen ook van de kaart worden gehaald, bijvoorbeeld wanneer een vergunning wordt verleend. De Groene Kaart wordt tweemaal per jaar geactualiseerd.

De Groene Kaart wordt raadpleegbaar op de website van de gemeente en is te vinden bij het onderdeel Omgevingsplein. Inwoners kunnen met één klik op de kaart bepalen welk regime voor hun boom of bomen van toepassing is.

3.2 Drie regimes

De gemeente heeft als uitgangspunt dat iedere burger in beginsel over zijn eigen bomen beslist, tenzij dit vanuit Europese, landelijke of provinciale wetgeving niet mag of tenzij er historische of culturele redenen zijn om bomen te beschermen. In dat geval staan de bomen/ houtopstanden ingetekend op de Groene Kaart en zijn deze expliciet aangeduid als beschermingswaardig.

Het beleid moet leiden tot een eenvoudig systeem waarin de gemeente, vanuit het algemeen (bomen)belang helder aangeeft wanneer de gemeente geen, beperkte of meer betrokkenheid heeft door geen, minder of meer regels voor het kappen van bomen te stellen. Dit vertaalt zich in drie regimes die voor het kappen van bomen van toepassing zijn.

Schetsmatig ziet dat er als volgt uit.

afbeelding binnen de regeling

Het normaal en vakkundig dunnen, snoeien, kandelaberen, kandelaren, afzetten van houtopstanden, knotten e.d. gericht op het onderhoud, vitaal houden of versterken van bomen of landschapselementen valt buiten de regimes (en kan vergunningvrij worden uitgevoerd). Voor het voor het eerst afzetten, kandelaberen, kandelaren of knotten van beschermde bomen is wel vergunning nodig.

De onderscheiden regimes worden hieronder nader uitgewerkt.

A. Regime vrije kap

Inwoners (eigenaar of gebruiker van de grond) zijn binnen dit regime in principe vrij om ‘hun’ boom te kappen. Binnen het gebied waar het 'regime vrije kap' geldt, kunnen specifieke bomen of landschapselementen voorkomen die niet gekapt mogen worden en waarvoor een vergunningplicht geldt. Deze bomen of landschapselementen zijn op de Groene Kaart in rood of groen aangeduid. Wanneer aan het werk een goedgekeurd werkplan Groenblauwe diensten ten grondslag ligt, is geen vergunning nodig. Wanneer er afwijkende werkzaamheden plaatsvinden of wanneer de langlopende contracten zijn afgelopen, dan heeft men wel weer vergunning nodig.

De regel in dit gebied is:

Het is voor particulieren en bedrijven toegestaan hun houtopstand te kappen zonder toestemming van de gemeente, tenzij de houtopstand op de Groene Kaart is aangegeven.

B. Het lichte regime

In bepaalde gevallen wil de gemeente bij het kappen van bomen met de inwoner op een bescheiden manier meekijken of het voortbestaan van het landschapstype behouden blijft. Onder dit lichte regime vallen de bomen en landschapselementen die vanuit cultuurhistorisch/ landschappelijk/ archeologisch of ecologisch oogpunt vervangbaar zijn. Het gaat daarbij met name om erven waarbij de bomen in het kader van de cultuurhistorie geen belangrijke rol spelen, maar wel bijdragen aan de beleving van de omgeving van het dorps- of landschapsgezicht. Binnen dit regime is voor de kap van bomen een melding nodig. Voorwaarde van een melding is dat de boom door herplant in de directe omgeving van de te verwijderen boom wordt gecompenseerd. (zie bijlage 5).

De regel in dit gebied is:

Particulieren en bedrijven kunnen na een melding na tien dagen de boom of bomen kappen wanneer ze in de directe omgeving van de te verwijderen boom of bomen nieuwe bomen planten conform tabel in bijlage 5. Tenzij de boom of het landschapselement op de Groene kaart is gemarkeerd, dan geldt de reguliere procedure.

Wanneer de eigenaar van een boom of landschapselement wil kappen zonder te herplanten (in de nabije omgeving van de te verwijderen boom), dan volgt de gemeente de reguliere vergunningprocedure. Slechts in bijzondere gevallen zal deze vergunning worden verleend.

C. Het regime vergunningplicht

De regel binnen dit regime is:

De bomen en landschapselementen (zoals de eendenkooien, bepaalde geriefbosjes, kerkenbosjes, (elzen)singels en bomenrijen) die op de Groene Kaart als waardevol zijn aangegeven, mogen niet worden gekapt.

Wil een inwoner toch kappen, dan moet hij een vergunning aanvragen. Zodoende kan de gemeente het verzoek beoordelen en indien gewenst voorwaarden stellen om het landschap (eventueel op een andere plek) te herstellen of te verbeteren.

Solitaire bomen

Solitaire bomen die zijn ingetekend op de Groene kaart vallen onder het regime vergunningplicht. De gemeente is terughoudend bij het verlenen van vergunning om deze bomen te kappen. De gemeente verleent alleen vergunning als er sprake is van:

  • een aantoonbaar veiligheidsrisico, waarbij andere maatregelen dan kap niet afdoende zijn;

  • een toekomstverwachting van minder dan 5 jaar, bijvoorbeeld als gevolg van een ziekte/aantasting of vanwege veranderde groeiplaatsomstandigheden;

  • Indien het individuele belang van kap aantoonbaar zwaarder weegt dan het maatschappelijk belang.

Casco

De gemeente wil onder andere agrarische ondernemers ruimte geven voor bedrijfsontwikkelingen met behoud van het karakteristieke landschap. Door herplant kan een landschapselement worden versterkt of uitgebreid. Hiermee wordt gebouwd aan het herstel van structuren in het landschap.

Elk landschapstype heeft een eigen kenmerkende structuur van opgaande beplantingen. Deze structuur is het ‘casco’ van het landschap.

Landschapselementen die tot het casco behoren, zijn op de Groene kaart met rode lijnen aangegeven. Deze rode lijnen mogen daarom in principe niet worden verplaatst. Daarnaast zijn op de Groene kaart groene lijnen te vinden. Dit zijn lijnvormige landschapselementen die wel verplaatst mogen worden wanneer daarvoor compensatie plaatsvindt, op dezelfde plaats of op een andere plek in de buurt. Tenslotte zijn op de Groene kaart blauwe lijnen te vinden. Dit zijn naast de rode lijnen waar structuren kunnen worden hersteld, gewenste uitbreidingslocaties waarop gecompenseerd zou kunnen worden (wenslijnen). Zie ook het stroomschema in bijlage 6.

Voor sommige bomen of landschapselementen die zijn geplant vanwege ruimtelijke ordeningsprocedures geldt eveneens een vergunningplicht. Het gaat daarbij enkel om compensatiegroen in het kader van Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving of erfafscheiding als herstel van landschappelijke waarden of het inpassen van industrie- of recreatieterreinen in het landschap. Kleine erfinrichtingsplannen van particulieren vallen hier niet onder.

Regulier onderhoud

Voor het uitvoeren van onderhoud aan de bomen of landschapselementen, zoals bijvoorbeeld het verwijderen van exoten en snoeien, is geen vergunning nodig, mits dat gebeurt op een manier die het voortbestaan van de boom, elzensingel, geriefbosje, eendenkooi e.d. niet in gevaar brengt. In landschapselementen groeien immers ook spontaan nieuwe, minder gewenste boomsoorten. Kap van ongewenste soorten kan een middel zijn om dergelijke landschapselementen vitaal en bruikbaar te houden.

3.3 De regimes vertaald naar de Groene Kaart

Voor het vertalen van de regimes naar gebieden op de Groene Kaart is gekeken naar het Landschaps-beleidsplan.

Daarin worden zeven landschapstypen onderscheiden:

  • 1.

    Open slagenlandschap

  • 2.

    Olde Maten, Veerslootslanden en Stadsgaten

  • 3.

    Oeverlanden Meppelerdiep

  • 4.

    Beekdallandschap Reest

  • 5.

    Houtsingellandschap de Streek

  • 6.

    Jong ontginningslandschap

  • 7.

    Bos en heidelandschap

Het landschapsbeleid is erop gericht om zoveel mogelijk van deze landschapstypen in stand te houden. De gebieden 1 t/m 3 (m.u.v. het Natura-2000-gebied en de Stadsgaten) worden gekenmerkt door een open karakter. Om die reden is hier vooral het vrije kapregime van toepassing.

Voor de gebieden met de bestemming 'natuur' blijven de planregels van het bestemmingsplan van kracht. Dat geldt ook voor gebieden die eigendom zijn van Staatsbosbeheer of Rijkswaterstaat. Deze twee organisaties hebben een uitzonderingsregel binnen de Wet Natuurbescherming.

Het gebied waar overwegend een licht regime van toepassing is, beslaat de gebieden 4 t/m 7. Hier leveren bomen een wezenlijk bijdrage aan het landschapstype en aan het groene karakter van de gemeente. Het is gewenst dat het aantal bomen in dit gebied vanuit oogpunt van landschapskwaliteit en ecologie (het groene karakter van het gebied) gelijk blijft. Daarom moeten om het groene karakter te behouden de gekapte bomen worden herplant op hetzelfde perceel.

Dit beleid wordt uitgewerkt door aanpassing van regelgeving en toetsingscriteria door het opstellen van een bomenverordening en het waar mogelijk wijzigen van het bestemmingsplan.

3.4 Vergunningverlening, toezicht en handhaving

De gemeente en inwoners zijn samen verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van het opgestelde beleid.

Een aanvraag Omgevingsvergunning voor het kappen van bomen kan worden aangevraagd door het invullen van een aanvraagformulier via het omgevingsloket online (OLO). De gemeente beoordeelt de aanvraag aan de hand van een beoordelingsformulier.

De gemeente gaat uit van het vertrouwen dat inwoners zich aan de regels houden. Toezicht wordt steekproefsgewijs uitgevoerd door de gemeente of door een door de gemeente ingeschakelde deskundige. Ook inwoners kunnen illegale kapactiviteiten melden bij de afdeling vergunningverlening van de gemeente. Wanneer de gemeente overtreding van de regels constateert, volgt een sanctie. Bij illegale kap legt de gemeente, behalve de gebruikelijke herplantplicht, een sanctie op, zoals bijvoorbeeld extra compensatie, een last onder dwangsom of strafrechtelijke handhaving (het Openbaar Ministerie zal dan bepalen of er strafvervolging plaatsvindt).

4. Samenvatting

Het nieuwe beleid particuliere bomen komt tegemoet aan de uitgangspunten van het amendement, de uitkomst van de enquete en de wensen die zijn ingebracht op de informatie- en meedenkavond. Hierdoor sluit het aan bij de wens van bewoners en de gemeenteraad. Het nieuwe beleid gaat uit van het ‘vergunningvrij, tenzij’ principe.

Veel bomen zijn vergunningvrij geworden in het nieuwe beleid. Daarnaast geldt voor een deel van Staphorst voor het kappen van bomen een beperkt regime in combinatie met een herplantplicht.

Beschermenswaardige bomen en andere waardevolle landschapselementen zijn ondergebracht in de reguliere vergunningplicht. Omdat de gemeente Staphorst over diverse landschapstypen en behoudwaardige groene elementen beschikt, wordt een gebiedswijze benadering toegepast.

Dit houdt in dat aan de hand van de opgestelde tenzij‘s een Groene kaart is opgesteld. De beschermenswaardige elementen (punt, lijn of vlak) zijn daarop aangegeven. Deze Groene Kaart is te raadplegen via de gemeentelijke website. Op deze manier is het voor zowel inwoner als gemeente vooraf duidelijk welke voorwaarden op welke gebieden of bomen van toepassing zijn.

Het beschreven beleid is ter verduidelijking schematisch weergegeven in een stroomschema zie bijlage 3.

Bijlagen

  • 1.

    Wetgeving

  • 2.

    De Groene Kaart

  • 3.

    Stroomschema vergunningvrij of vergunningplicht

  • 4.

    Criteria voor de bomenlijst

  • 5.

    Tabel met advies voor herplant op erven binnen het lichte regime

  • 6.

    Schema cascobeleid

Ondertekening

Bijlage 1: Wetgeving

De Wet natuurbescherming regelt de bescherming van flora en fauna, natuurgebieden, soorten, bomen in het buitengebied en bos. De provincie Overijssel is bevoegd gezag en houdt toezicht op de naleving. De gemeente heeft een informatieplicht hierover naar de inwoner. Met ingang van de Wabo is de gemeente verplicht natuurbescherming mee te nemen bij vergunningverlening. De gemeente is samen met de inwoners dus ook verantwoordelijk voor de correcte naleving van de Wet natuurbescherming.

Flora en fauna

Door de wet worden diverse planten en dieren beschermd. Het is nooit toegestaan om houtopstanden te verwijderen wanneer die gedurende het hele jaar de nest- of verblijfplaats van een beschermd dier is. Wanneer de houtopstand niet het hele jaar de nest- of verblijfplaats van een beschermd dier is, moet men de werkzaamheden uitstellen tot deze zijn verlaten.

Daarnaast kan het zijn dat de houtopstand onderdeel uitmaakt van het foerageergebied (foerageren is de biologische term voor het regelmatig terugkerend zoeken en vinden van voedsel door dieren) of vluchtroutes van beschermde diersoorten. Om te weten te komen of dat het geval is, kan men een Quick Scan flora en fauna doen. De Quick scan geeft uitsluitsel of het wel of niet toegestaan is om de houtopstand te kappen en onder welke voorwaarden.

De Wet natuurbescherming beschermt bepaalde planten- en diersoorten, onder andere door een verbod op het verstoren of beschadigen van beschermde soorten, zoals steenuil, vleermuis, gierzwaluw, otter. Als u een activiteit wilt uitvoeren waarbij u de wet overtreedt, dan kunt u een ontheffing bij ons aanvragen.

Natuurnetwerk Nederland

Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.

Natuurgebieden

Natura 2000-gebieden maken onderdeel uit van een Europees netwerk van belangrijke natuurgebieden en zijn wettelijk beschermd door de Wet Natuurbescherming. Binnen de gemeente Staphorst is het gebied ‘Olde Maten en Veerslootslanden’ aangemerkt als Natura 2000-gebied. Het beheer en onderhoud van dit gebied wordt uitgevoerd volgens een goedgekeurd beheerplan, onder toezicht van de provincie Overijssel.

Bomen buitengebied

De Wet natuurbescherming beschermt bos van minimaal 10 are en bomenrijen van minimaal 21 bomen gelegen buiten de bebouwde kom (de zogenaamde 'houtopstanden'). Wanneer men houtopstanden wil kappen die onder de Wet natuurbescherming vallen, moet men een kapmelding indienen bij de provincie. Doorgaans geldt daarbij ook een herplantplicht. Er zijn enkele uitzonderingen waarbij een kapmelding niet is vereist, deze staan vermeld in art. 4.1 van de Wet natuurbescherming.

Deze verplichting staat los van het aanvragen van een omgevingsvergunning bij de gemeente en kan dus ook gelden binnen het vergunning vrije regime.

De meldingsplicht en herplantplicht van de provincie op basis van de Wet natuurbescherming zijn niet van toepassing op:

  • Houtopstanden binnen grenzen van de bebouwde kom (zie onderstaand kaartje).

  • Houtopstanden op een erf of in een tuin.

  • Fruitbomen of windschermen rondom boomgaarden.

  • Naaldbomen die dienen als kerstbomen, indien niet ouder dan twintig jaar.

  • Kweekgoed.

  • Uit populieren of wilgen bestaande wegbeplantingen, beplantingen langs waterwegen, eenrijige beplantingen langs landbouwgronden.

  • Het dunnen van een houtopstand.

  • Beplantingen van populieren, wilgen, essen of elzen die kennelijk zijn bedoeld voor de productie van houtige biomassa die:

    • o

      zijn aangelegd na 1 januari 2013,

    • o

      ten minste eens per tien jaar worden geoogst,

    • o

      bestaan uit minstens tienduizend stoven per hectare per beplantingseenheid

    • o

      aaneengesloten is: de beplanting wordt niet doorgesneden door onbeplante stroken breder dan twee meter.

Kaart begrenzing bebouwde kom t.b.v. de Wet Natuurbescherming:

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: De Groene Kaart

De Groene Kaart, datum gewijzigd: 30-08-2018, maakt integraal onderdeel uit van deze kaart

Bijlage 3: Stroomschema vergunningvrij, meldingsplicht of vergunningplicht

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4: Criteria voor de bomenlijst

In deze bijlage worden de criteria voor de Bomenlijst nader toegelicht. De beoordeling van de verschillende criteria levert een totaalscore op, waaruit blijkt of een boom wel of niet in aanmerking komt voor de Bomenlijst.

Levensverwachting

De levensverwachting wordt beoordeeld aan de hand van de conditie in relatie tot eventuele gebreken en de groeiplaatsomstandigheden. Als de boom een levensverwachting heeft van minder dan 10 jaar, wordt deze op voorhand niet opgenomen op de Bomenlijst. Daarom de volgende keuzes:

  • <10 jaar

  • >10 jaar

Gedenkboom

Gedenkbomen zijn bomen die vanwege een speciale gelegenheid zijn aangeplant als gedenkboom. Gedenkbomen zijn in beginsel altijd onderdeel van de Bomenlijst, tenzij de levensverwachting minder dan 10 jaar is.

Leeftijd

De leeftijd is van belang om de monumentale waarde van een boom te bepalen. Hoe ouder de boom, des te beschermwaardiger deze is. Daarom is het volgende onderscheid gemaakt:

  • < 40 jaar

  • 40 – 80 jaar

  • 80 jaar

Duurzaamheid

De duurzaamheid van een boom zegt iets over de hardheid van het hout en de leeftijd die een boom onder normale groeiplaatsomstandigheden kan bereiken.

Langzaam groeiende bomen kunnen vaak een hogere leeftijd bereiken waardoor deze bomen vaak bepalend zijn voor het straatbeeld omdat ze hier al generaties lang aanwezig zijn. Bomen kunnen worden beoordeeld in de volgende drie klassen:

  • Snelgroeiend/niet duurzaam

  • Normaal

  • Traag groeiend/duurzaam

Boomgrootte

De boomgrootte is opgedeeld in hoogteklassen. Deze hoogteklassen worden veel gebruikt in Nederland en geven aan wat de uiteindelijke hoogte van een boomsoort kan worden. Hierbij worden de volgende boomgroottes onderscheiden:

  • 3e grootte: 8 meter of kleiner

  • 2e grootte: 8-15 meter

  • 1e grootte: 15 meter of groter

Herkomst

Boomsoorten kunnen inheems of uitheems zijn. Bomen die van nature in Nederland voorkomen worden inheems genoemd. Deze soorten zijn meer waardevol dan exoten (uitheemse soorten). Inheemse bomen trekken o.a. meer verschillende soorten insecten aan.

Dendrologische waarde

De dendrologische waarde zegt iets over de zeldzaamheid. Hoe zeldzamer een soort, hoe hoger de dendrologische waarde van deze soort is. De zeldzaamheid is streekgebonden en bestaat uit de volgende klassen:

  • Veel voorkomend

  • Algemeen voorkomend

  • Zeldzaam

  • Zeer zeldzaam

Stamomtrek

De stamomtrek wordt gemeten op 1,30 meter boven het maaiveld. De dikte van een boom zegt iets over de grootte en/of leeftijd van de boom. Hoe groter de omtrek, hoe ouder de boom. De onderverdeling is als volgt:

  • <100 cm

  • 100 - 200 cm

  • 200 - 300 cm

  • > 300 cm

Bovengrondse/ondergrondse groeiruimte

Goede bovengrondse of ondergrondse groeiplaatsomstandigheden zijn voor de boom van groot belang. Belemmerende groeiplaatsomstandigheden hebben een negatief effect op bijvoorbeeld de ontwikkeling, de groeivorm, de levensverwachting of de directe omgeving van de boom.

Ongestoorde groeiplaatsomstandigheden  Er zijn geen aanwijsbare belemmeringen m.b.t. de ondergrondse en bovengrondse groeiplaats.

Matig belemmerende groeiplaatsomstandigheden  De omstandigheden waarin de boom staat zijn beperkend of in de nabije toekomst beperkend.

Ernstig belemmerende groeiomstandigheden  De ondergrondse of bovengrondse groeiplaatsomstandigheden zijn ernstig beperkend.

Groeivorm

De groeivorm zegt met name iets over de ontwikkeling van de boom, ten opzicht van hoe de boom er van nature uit zou moeten zien. Vrij uitgroeiende bomen hebben de meest natuurlijke groeivorm, terwijl ‘opgekroonde’ bomen deels door menselijk ingrijpen worden gevormd. De volgende drie opties worden onderscheiden:

  • Slechte of geen bijzondere groeivorm  De natuurlijke vorm en bijbehorende kroonomvang van de boom zijn in slechte staat, of de kroonvorm is zeer algemeen.

  • Soorteigen habitus opgekroond  De natuurlijke vorm en bijbehorende kroonomvang van de boom zijn aanwezig maar door opkronen is deze op enige wijze beïnvloed.

  • Soorteigen habitus  De natuurlijke vorm en bijbehorende kroonomvang van de boom zijn aanwezig en daardoor geeft de boom een goed beeld van de soorteigen habitus.

Ruimtelijke betekenis

De plek die een boom inneemt in de openbare ruimte heeft betrekking op de ruimtelijke betekenis. Zo kan een boom bijdragen aan de structuur van de openbare ruimte, het landschap en de ecologie. Ruimtelijk betekenis wordt voor een groot deel bepaald door de zichtbaarheid van de boom in openbare ruimte. Daarom wordt de volgende indeling gebruikt voor de beoordeling:

  • Niet zichtbaar vanaf openbare weg

  • Niet zichtbaar vanaf openbare weg en ondersteunend bij landschappelijke en of ecologische structuur

  • Gedeeltelijk zichtbaar vanaf openbare weg of landschap

  • Gedeeltelijk zichtbaar vanaf openbare weg en of landschap en ondersteunend bij de gemeentelijke groenstructuur

  • Vanaf alle zijden zichtbaar vanaf de openbare weg

Bijzonder (cultuurhistorische) betekenis

Bomen kunnen een cultuurhistorische betekenis hebben doordat zij typerend zijn voor het gebied of de locatie waar ze groeien. De volgende categorieën worden onderscheiden:

  • Geen bijzonder (cultuurhistorische) betekenis

  • Streekeigen beplanting

  • Bijzondere (cultuurhistorische) betekenis

Eindscore van een boom

In de volgende situaties wordt de boom als waardevol of monumentaal gezien en wordt deze op de Bomenlijst geplaatst:

  • Indien de boom een ‘gedenkboom’ betreft met een levensverwachting van > 10 jaar

  • Indien de boom een eindscore heeft van minimaal 60 punten i.c.m. een levensverwachting van > 10 jaar.

Puntentabel

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 5: Tabel met advies voor herplant op erven binnen het lichte regime

Houtopstand in IJhorst-Zuid en binnen de gearceerde gebieden op de Groene kaart met de culturele en historische waarden en een minimale omtrek van 50 cm.

Houtopstand op een erf in het houtsingellandschap, het beekdallandschap, het bos en heidelandschap of het jonge ontginningen landschap met een minimale omtrek van 50 cm.

Houtopstand die onderdeel uitmaakt van erfbeplanting langs het Lint met een omtrek van meer dan 50 cm gemeten op 1,3 meter boven maaiveld, of een fruitboom met een omtrek van meer dan 50 cm.

14-16 cm omtrek

b.v.

Aesculus hippocastanum (cv.)

Castanea sativa

Alnus cordata/glutinosa

Betula pendula

Fagus sylvatica

Carpinus betulus

Quercus robur

Quercus rubra

Sorbus aucuparia

Robinia pseudoacacia

Tilia cordata (cv.)

Tilia europaea (cv.)

Tilia platyphyllos (cv.)

Verscheidene soorten variëteiten naaldbomen:

Abies, Pinus, Larix kaempferi, Pseudotsuga menziessii, Picea

14-16 cm omtrek

Houtsingelgebied:

b.v.

Alnus glutinosa

Aesculus hippocastanum

Fagus sylvatica

Fraxinus excelsior Quercus robur

Ulmus cv. (bv. ‘Clusius’ of ‘Columella’)

Ulmus laevis

Hoogstamfruitbomen

Jonge ontginningen landschap

Heidelandschap

b.v.

Aesculus hippocastanum (cv.)

Alnus cordata/glutinosa

Betula pendula

Fagus sylvatica

Quercus robur

Quercus rubra

Robinia pseudoacacia

Tilia cordata (cv.)

Tilia europaea (cv.)

Tilia platyphyllos (cv.)

Verscheidene soorten variëteiten naaldbomen:

Abies, Pinus, Larix kaempferi, Pseudotsuga menziessii, Picea

Beekdallandschap

b.v.

Alnus cordata/glutinosa

Betula pendula

Quercus robur

Tilia cordata (cv.)

Tilia x europaea (cv.)

Tilia platyphyllos (cv.)

14-16 cm omtrek

Solitaire bomen

b.v.

Alnus glutinosa

Juglans regia

Fraxinus excelsior

Betula pendula

Castanea sativa

Fagus sylvatica

Aesculus hippocastanum

Quercus robur

Mespilus germanica

Morus alba

Cydonia vulgaris

Hoogstamfruit:

appel b.v.

Dubbele Zuren Paradijsappel

Brabantse Bellefleur

Beauty of Bath

Bramley´s Seedling

Gravensteiner

Groninger Kroon

Notarisappel

Present van Engeland

Schone van Boskoop

Sterappel

Princesse Noble

Zijden Hemdje

Kers b.v.

Early Rivers

Heldelfinger Riesenkirsche

Dubbele meikers

Varikse zwarte

pruim b.v.

Opal

Dubbele Boerenwitte

Rein Claude d´Oullins

Rein Claude d´Althan

Rein Claude Verte

Victoria

peer b.v.

Clapp´s Favourite

Conference

Gieser Wildeman

Bijlage 6: Schema Cascobeleid

afbeelding binnen de regeling

Herplant cascobenadering:

Gebied:

Herplant:

Oeverlanden Meppelerdiep

Inheemse bomen 12-14 cm omtrek op 1 m hoogte

Inheems bosplantsoen handelsmaat 120/180 cm (is lengtemaat)

Kenmerkend; Knotwilgen

Oldematen Veerslootslanden en Stadsgaten

Inheemse bomen12-14 cm omtrek op 1 m hoogte

Inheems bosplantsoen handelsmaat 120/180 cm (is lengtemaat)

Bossages; min. 2/3 menging Alnus glutinosa, Salix

Elzensingel: min. 2/3 Alnus glutinosa

Essensingel: min. 1/2 Fraxinus

Onderbeplanting; Sambucus nigra, Crataegus monogyna, Ilex aquifolium, Sorbus aucuparia,Malus domestica, Pyrus communis, Amelanchier lamarckii , Viburnum opulus, Myrica gale, Prunus spinosa, Salix

Open slagen landschap

Inheemse bomen handelsmaat 12-14 cm omtrek op 1m hoogte

Inheems bosplantsoen handelsmaat 120/180 cm (is lengtemaat)

Eendenkooien, pest- en geriefhoutbosjes;

min. 2/3 menging Alnus glutinosa, Salix, Populus alba

Onderbeplanting; Sambucus nigra, Crataegus monogyna, Ilex aquifolium, Sorbus aucuparia, Malus domestica, Pyrus communis, Amelanchier lamarckii , Viburnum opulus, Prunus spinosa

houtsingellandschap de Streek

Inheemse bomen handelsmaat 12-14 cm omtrek op 1 m hoogte

Inheems bosplantsoen handelsmaat 120/180 cm (is lengtemaat)

Elzensingel: min. 2/3 Alnus glutinosa

Eikensingel: min. 2/3 Quercus robur

Essensingel: min. 1/2 Fraxinus voorkeur resistente essen

Geriefhoutbosjes, eendenkooi; min. 2/3 menging Alnus glutinosa, Quercus robur

Onderbeplanting; Sambucus nigra, Crataegus monogyna, Ilex aquifolium, Sorbus aucuparia, Malus domestica, Pyrus communis

Jong ontginningslandschap

Inheemse bomen handelsmaat 12-14 cm omtrek op 1 m hoogte

Inheems bosplantsoen handelsmaat 120/180 cm (is lengtemaat)

Eikensingel: min. 2/3 Quercus robur

Essensingel: min. 1/2 Fraxinus

Bossages, geriefhoutbosjes: min. 1/2 Quercus, Betula, Fraxinus

Onderbeplanting; Sambucus nigra,Crataegus monogyny, Ilex aquifolium, Sorbus aucuparia, Malus domestica, Pyrus communis

Landschapstype bos en heidelandschap

Inheemse bomen handelsmaat 12-14 cm omtrek op 1 m hoogte

Inheems bosplantsoen handelsmaat 120/180 cm (is lengtemaat)

Houtwallen: min. 1/2 Quercus robur

Bos: Quercus, Betula, Picia abies, Pinus, Douglas, Larix

Onderbeplanting; Sambucus nigra, Crataegus monogyna, Ilex aquifolium, Sorbus aucuparia, Malus domestica, Pyrus communis

Reestdal

Inheemse bomen handelsmaat 12-14 cm omtrek op 1 m hoogte

Inheems bosplantsoen handelsmaat 120/180 cm (is lengtemaat)

Houtwallen: min. 1/2 Quercus robur

Elzensingel: min. 2/3 Alnus glutinosa

Bos, bossages: Quercus, Betula, Picia abies, Pinus, Douglas, Larix

Lanen: bij voorkeur 2/3 Linde, Beuk of eik

Onderbeplanting; Sambucus nigra, Crataegus monogyna, Ilex aquifolium, Sorbus aucuparia, Malus domestica, Pyrus communis