Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie gemeente Staphorst 2019

Geldend van 12-08-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie gemeente Staphorst 2019

Artikel 1 Doel van de regeling

Tijdelijk een financiële tegemoetkoming verstrekken in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie, ten behoeve van de opvang van kind(eren) van belanghebbende in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd dat zij naar het voortgezet onderwijs gaan.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Wko: Wet kinderopvang 2019;

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst;

    • c.

      SMI (Sociaal Medische Indicatie): gemeentelijke indicatie om gezinnen tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang als zij door bepaalde medische of sociale omstandigheden tijdelijk niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag Wko;

    • d.

      ouder(s): gezaghebbende ouder(s)/pleegouder(s) van het kind dat/die woonachtig is/zijn in de gemeente Staphorst;

    • e.

      het adviesorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van de gemeente advies uitbrengt over de noodzaak van kinderopvang;

    • f.

      voorliggende voorziening: Andere regelingen of wetten waarop door de ouder een beroep kan worden gedaan voordat aanspraak kan worden gemaakt op de gemeentelijke regelingen zoals de kinderopvangtoeslag, voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning of informele kinderopvang (opvang door buren, familie, mantelzorg).

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als de Wko.

Artikel 3 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op gezinnen die behoren tot de doelgroep SMI

en:

  • 1.

    geen recht hebben op kinderopvangtoeslag omdat zij niet kunnen werken vanwege aantoonbare lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking voor wie op advies van een adviesorgaan is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maakt, en/of

  • 2.

    ten aanzien van wie door een adviesorgaan is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is, of

  • 3.

    indien de noodzaak voor kinderopvang blijkt uit (andere) stukken van een huisarts en/of andere instellingen, dan is er geen aanvullend advies nodig van een adviesorgaan;

  • 4.

    geen beroep kunnen doen op een voorliggende voorziening.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college.

  • 2. Een aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, burgerservicenummer, geboortedatum van de ouder(s);

    • b.

      indien van toepassing, naam, burgerservicenummer, geboortedatum van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder, het adres van de partner;

    • c.

      naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      loonstrook en/of uitkeringsspecificatie waaruit het bruto jaarinkomen van de ouder(s) blijkt;

    • e.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • f.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten.

  • 3. Het college stelt op aanvraag van de ouder(s) vast of de ouder een persoon is die onder de doelgroep genoemd in artikel 3 van deze regeling is.

  • 4. Alvorens te besluiten, kan het college ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang advies bij een adviesorgaan als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder e van deze beleidsregels opvragen.

  • 5. Het college kan periodiek herindicatie verrichten op personen als bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregels. De herindicatie vindt plaats overeenkomstig het vierde lid van artikel 4.

Artikel 5 Besluit toekenning tegemoetkoming

  • 1. De sociaal medische indicatie is leidend voor de bepaling of ouder(s) in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van kosten voor kinderopvang.

  • 2. De sociaal medische indicatie heeft een geldigheidsduur van maximaal 6 maanden.

  • 3. Het college stelt op grond van het bepaalde in het advies van het adviesorgaan vast in welke mate de ouder(s) in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten vanwege een gebleken noodzaak op grond van sociaal medische indicatie. Het advies bevat de volgende elementen:

    • -

      aantal noodzakelijke uren (per dag en verwachte duur);

    • -

      medische/psychische situatie van ouder en/of kind;

    • -

      informatie van betrokken/doorverwijzende instanties/instellingen.

  • 4. De voorziening voor kinderopvang betreft een geregistreerd kindercentrum of gastouderopvang.

  • 5. Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening.

Artikel 6 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald aan de hand van de berekeningsmethodiek van de landelijke regeling kinderopvangtoeslag van de belastingdienst.

  • 2. De tegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van maximaal 6 maanden.

  • 3. De tegemoetkoming is gemaximeerd tot 26 uren opvang per week, vermenigvuldigd met het uurtarief van de kinderopvang (zoals vastgesteld door de Belastingdienst) minus de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

  • 4. Afhankelijk van de draagkrachtruimte van de ouders kan voor een tegemoetkoming in de kosten van SMI een beroep worden gedaan op de bijzondere bijstand.

Artikel 7 Vaststelling tegemoetkoming

  • 1. Het college besluit over de aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2. Het college kan dit besluit met ten hoogste 4 weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Ingangsdatum

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag door het college in ontvangst is genomen.

  • 2. Als op de datum als bedoeld in lid 1 nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming toegekend met ingang van de datum waarop de geïndiceerde kinderopvang start.

  • 3. Kinderopvangtoeslag kan met beperkte terugwerkende kracht worden aangevraagd. Op het moment van aanvragen heeft de belanghebbende recht op de toeslag van de lopende maand en drie maanden hieraan voorafgaand.

Artikel 9 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

  • 2. In afwijking van het 1e lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 10 De bevoorschotting en vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2. Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

  • 3. De ouder verstrekt binnen 4 weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 4. Het college stelt de tegemoetkoming binnen 8 weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 11 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen 4 weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 12 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder(s) doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2. De ouder(s) verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

Artikel 13 Herziening en intrekking

Het college herziet het recht op tegemoetkoming of trekt dit in:

  • a.

    indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 12 heeft geleid tot een ten onrechte of te hoog verstrekt tegemoetkoming;

  • b.

    indien anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 14 Terugvordering

Indien het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 13 heeft genomen, vordert het college de ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terug.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in artikel 6 is bepaald, indien toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 9 juli 2019

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als “Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie gemeente Staphorst 2019”.

  • 3. Met ingang van de in het 1e lid genoemde datum, wordt “Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie” vastgesteld d.d. 8 maart 2011, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 11 juni 2019.

de secretaris,

de burgemeester,

Toelichting

Algemeen

De Wet kinderopvang 2019 (Wko) regelt de financiering van kinderopvang. Dit betreft kinderopvang zoals bedoeld in artikel 1.1 lid 1 Wko. Op grond van de Wko heeft de ouder of zijn eventuele partner aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. Deze tegemoetkoming is een landelijke regeling en wordt vanuit het rijk gefinancierd.

Mensen met een sociaal medische problematiek vallen niet onder de werking van de Wko. Omdat de groep die om sociaal medische redenen kinderopvang nodig heeft toch vaak een kwetsbare groep is, wil het college met deze beleidsregels een tegemoetkoming kinderopvang op grond van SMI mogelijk maken.

In de gemeente Staphorst zijn op 1 maart 2011 nadere regels inzake de SMI vastgesteld. Met het vaststellen van de “Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie gemeente Staphorst 2019” zijn de eerder vastgestelde beleidsregels geactualiseerd.

Sociaal Medische Indicatie

Sociaal Medische Indicatie (SMI) is een vangnetregeling die gemeenten de mogelijkheid geeft om gezinnen tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang als zij door bepaalde medische en/of sociale omstandigheden tijdelijk niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag.

Het uiteindelijke streven is om het gezin in de positie te krijgen dat de ouders weer meedoen aan het arbeidsproces en/of er weer een opvoedingssituatie in het gezin komt die de SMI overbodig maakt.

Doelgroep SMI

Tot de doelgroep SMI behoren gezinnen waarvan de ouders (tijdelijk) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag omdat zij niet kunnen werken vanwege een sociale of medische situatie.

Het adviesorgaan heeft schriftelijk geadviseerd dat het om sociaal en/of medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt gemaakt van kinderopvang. De kinderen in het gezin zijn in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd dat het kind naar het voortgezet onderwijs gaat.

Aanvraag

Als de noodzaak van kinderopvang op grond van SMI is vastgesteld, kan de aanvraag verder in behandeling worden genomen.

Voor het vaststellen van de noodzakelijkheid van de kinderopvang op grond van sociaal-medische redenen, de indicatie, kan advies worden gevraagd van een adviesorgaan.

Besluit

Wanneer ouders gebruik willen maken van kinderopvang, dan kunnen zij in beginsel vanuit de Wko aanspraak maken op kinderopvangtoeslag.

Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, is een aanvraag voor indicatie naar de noodzakelijkheid van kinderopvang op grond van sociaal-medische problematiek door de gemeente niet mogelijk. Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening.

Ook heeft het college de bevoegdheid de tegemoetkoming te weigeren als er een andere mogelijkheid is dat de ouders de opvang regelt waarbij hij bijvoorbeeld familie, vrienden, kennissen of buren kan inzetten.

Hoogte en duur van de tegemoetkoming

Het is voor gemeenten niet noodzakelijk om alle kosten van de kinderopvang te vergoeden. Aan ouders wordt gevraagd de eigen bijdrage aan kinderopvangorganisatie zelf te (blijven) betalen.

Voor het uitrekenen van de eigen bijdrage maakt de gemeente gebruik van de tarieventabel van de belastingdienst. Dit verkleint ook de overstap van de SMI naar de kinderopvangtoeslag op een later moment.

De duur van de tegemoetkoming wordt maximaal op 6 maanden gesteld.

Verder wordt een maximale uurprijsvergoeding gehanteerd voor de kinderopvang. Deze uurprijsvergoeding wordt jaarlijks vastgesteld door de belastingdienst. Indien de ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor een opvangvorm die boven deze uurprijsvergoeding ligt, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).

Ook is er een beperking aangebracht op het aantal te vergoeden dagen kinderopvang per week. De gemeente vergoedt maximaal 26 uren per week. Deze uren mogen over meerdere werkdagen verspreid worden, maar biedt ouders/verzorgers in ieder geval de mogelijkheid om 2,5 dag kinderopvang af te nemen. Indien ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor meer dagen aan opvang, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).

Afhankelijk van de draagkrachtruimte van de ouders kan voor een tegemoetkoming in de kosten van SMI een beroep worden gedaan op de bijzondere bijstand. Voor het bepalen van de draagkrachtruimte wordt de berekeningsmethodiek van de bijzondere bijstand gehanteerd.