Beleidsregels Meedoen gemeente Oost Gelre 2023

Geldend van 15-08-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Beleidsregels Meedoen gemeente Oost Gelre 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost Gelre;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7.5 t/m 7.5.2.3. van de geldende Verordening sociaal domein Oost Gelre;

besluit vast te stellen de beleidsregels Meedoen gemeente Oost Gelre 2023.

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet preciezer worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Betrokken persoon: de inwoner van 18 jaar of ouder die gebruik wil maken van de faciliteiten en regelingen als bedoeld in deze beleidsregels in het voordeel van de kinderen waarvoor hij verantwoordelijk is.

    • b.

      Bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, onder c van de wet;

    • c.

      Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van Fijnder, de uitvoeringsorganisatie voor de Participatiewet;

    • d.

      De wet: Participatiewet;

    • e.

      Gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost Gelre;

    • f.

      Inkomen: het inkomen van betrokken persoon zoals bedoeld in artikel 32 van de wet;

    • g.

      Maatschappelijke participatie: deelname aan sociaal-culturele, educatieve en sportieve activiteiten;

    • h.

      Schooljaar: de periode van 1 augustus van een bepaald jaar tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar.

    • i.

      Vermogen: het vermogen van betrokken persoon zoals bedoeld in artikel 34, lid 1 van de wet;

    • j.

      Vermogensgrens: de grens zoals bedoeld in artikel 34, lid 2, onder b van de wet.

Artikel 2 Aanvragen

  • 1. Voor het aanvragen van de vergoedingen moet gebruik worden gemaakt van het juiste formulier met daarbij de benodigde bewijstukken.

  • 2. Betrokken personen met een uitkering op grond van de wet hoeven geen bewijsstukken over hun inkomen en vermogen in te leveren.

  • 3. De toekenning van de vergoedingen aan de betrokken personen zoals bedoeld in lid 2 vindt automatisch plaats.

Artikel 3 Vaststellen maandinkomen

  • 1. Het inkomen wordt vastgesteld met toepassing van artikel 32 van de wet.

  • 2. Als maandinkomen wordt gezien het inkomen over de maand waarin de kosten voor het eerst zijn gemaakt.

  • 3. Bij wisselende inkomsten wordt voor het vaststellen van het maandinkomen het gemiddelde genomen van het inkomen over de maand waarin de kosten zijn gemaakt en de onmiddellijk daaraan voorafgaande twee maanden.

  • 4. De huurtoeslag wordt voor de draagkrachtberekening ten gunste van de betrokken persoon meegenomen.

  • 5. Bij de berekening van de draagkracht worden noodzakelijke (wettelijke) betalingsverplichtingen zoals alimentatie, eigen bijdrage Wet langdurige zorg of andere noodzakelijke betalingsverplichtingen in de berekening van het inkomen ten gunste van de betrokken persoon meegenomen.

  • 6. De terugbetalingsverplichtingen in verband met schulden worden niet als betalingsverplichting gezien zoals bedoeld in het vorige lid.

Artikel 4 Draagkracht

  • 1. De draagkracht wordt door Fijnder vastgesteld op basis van het inkomen en het vermogen.

  • 2. Vermogen anders dan het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34, lid 2, sub a en b van de wet, wordt voor de vaststelling van de draagkracht volledig meegenomen.

  • 3. De waarde van een auto en/of een ander voertuig dat eigendom is van de betrokken persoon, met een gezamenlijke waarde van boven de € 7.000, - wordt toegerekend aan het vermogen.

  • 4. De individuele inkomenstoeslag en de individuele studietoeslag worden voor de beoordeling van de draagkracht niet meegenomen.

  • 5. Als de betrokken persoon zich in de voorbereidende fase bevindt of is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) of een minnelijk schuldregelingstraject volgt, wordt tijdens de fase van voorbereiding en gedurende een periode van 36 maanden vanaf de start van de toelating tot de WSNP of het schuldregelingstraject ervan uitgegaan dat er geen draagkracht aanwezig is.

Artikel 5 Draagkrachtpercentages

  • 1. Tot een inkomen van 130% van de geldende bijstandsnorm is er geen draagkracht. Voor het inkomen tot € 125,- daarboven geldt een draagkracht van 20%. Voor inkomens meer dan 130% van de geldende bijstandsnorm + € 125,- geldt een draagkracht van 50% van het netto meerinkomen (hierbij wordt gerekend met inkomen en bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag).

  • 2. De draagkracht wordt in één keer verrekend tenzij het gaat om periodieke kosten. Dan wordt de draagkracht per maand verrekend.

Artikel 6 Draagkrachtperiode

  • 1. Tijdens de periode dat de betrokken persoon een uitkering ontvangt op grond van de wet, Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers (IOAW) of Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), heeft men geen draagkracht, op voorwaarde dat het vermogen niet hoger is dan het vermogen dat wordt vrijgelaten. Dit geldt ook voor een uitkering op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen.

  • 2. Voor betrokken personen die de AOW-leeftijd (Algemene Ouderdomswet) hebben bereikt, voor betrokken personen met een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) of Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) of de Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong), wordt de draagkracht één keer vastgesteld.

  • 3. De draagkracht in het inkomen wordt voor alle betrokken personen met andere inkomsten vastgesteld voor een periode van drie jaar, beginnende op de eerste dag van de maand waarin de bijstandsaanvraag wordt ingediend.

  • 4. Als binnen de vastgestelde periode van drie jaar een nieuwe bijstandsaanvraag wordt ingediend, blijft de al eerder vastgestelde draagkracht voor die periode gelden.

  • 5. De draagkracht wordt telkens vastgesteld voor een periode van drie jaar op het tijdstip waarop de voorafgaande periode voorbij is.

Artikel 7 Opnieuw bepalen van de draagkracht

  • 1. De draagkracht wordt binnen de vastgestelde periode opnieuw bepaald, als een wijziging van de omstandigheden (zoals gezinssamenstelling / inkomen) daar aanleiding voor geeft.

  • 2. Betrokken personen zijn verplicht, zoals beschreven in artikel 17, lid 1 van de wet, zelf wijzigingen in het inkomen en/of vermogen door te geven.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het Dagelijks Bestuur van Fijnder kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als gebruik daarvan tot ongewenste situaties leidt.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘ Beleidsregels meedoen gemeente Oost Gelre 2023’.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met terugwerkende kracht op 1 juli 2023 onder gelijktijdige intrekking van de ‘Beleidsregels meedoen gemeente Oost Gelre 2022’.

Ondertekening

11 juli 2023,

Burgemeester en wethouders van Oost Gelre,

de secretaris,

J.J.L. Heerkens

de burgemeester,

A.H. Bronsvoort