Economisch Programma 2023–2028

Geldend van 11-08-2023 t/m heden

Intitulé

Economisch Programma 2023–2028

Provincie Flevoland heeft beleid vastgesteld. Hiervoor hebben Provinciale Staten op 19 juli 2023, een besluit 3104530 vastgesteld. Met dit bericht laat provincie Flevoland u weten dat er misschien iets verandert in uw buurt.

Contact

Voor informatie over de inhoud of de procedure, kunt u terecht bij provincie Flevoland, Visarenddreef 1 te Lelystad.

Bel 0320 – 265 265 of mail naar info@flevoland.nl.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking in dit Provinciaal Blad

Inleiding

Investeren in de kapitalen van de toekomst

Het Economisch Programma 2023-2028 is de uitwerking van de Economische Visie 2030 ‘Investeren in de kapitalen van de toekomst’. Visie en programma vormen samen het Flevolands economisch beleid.

In dit programma maken we de provinciale inzet concreet met vier programmalijnen:

  • Verdienvermogen mkb

  • Menselijk en sociaal kapitaal

  • Toekomstbestendig bedrijfsleven

  • Ruimtelijk-economische ontwikkeling.

Waar wenselijk behouden we de principes van de vorige beleidsperiodes. Daarom bouwt de Economische Visie 2030 voort op het Economisch Programma 2016-2021.

Waar het nodig is kiezen we een benadering die rekening houdt met deze complexe tijd van transities en plotselinge maatschappelijke en economische uitdagingen. Dit vraagt om bestendigheid en aanpassingsvermogen. Een tijd waarin het noodzaak is om te investeren in de kapitalen van de toekomst om het Flevolandse economisch ecosysteem weerbaar en veerkrachtig te maken.

Leeswijzer

In de programmalijn ‘verdienvermogen mkb’ beschrijven we de provinciale inzet gericht op het Flevolands mkb. In ‘menselijk en sociaal kapitaal’ laten we provinciale uitdagingen zien voor de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt.

In beide programmalijnen beschrijven we de provinciale inzet, uitvoering, gewenste impact, monitoring en evaluatie.

De programmalijnen ‘toekomstbestendig bedrijfsleven’ en ‘ruimtelijk-economisch ontwikkeling’ volgen later. Die werken we uit in samenhang met de omgevingsvisie en instrumenten uit de omgevingswet.

We vinden de samenhang tussen de vier programmalijnen onderling belangrijk. Daarom kijken we bij de uitwerking van de laatste twee programmalijnen ook of aanpassing van de twee eerder vastgestelde programmalijnen nodig is.

Verdienvermogen mkb

We blijven de uitgangspunten van de vorige beleidsperiodes gebruiken. Daarmee bouwt het Economisch Programma 2023-2028 door op het Economisch Programma 2016-2021.

De provincie zet in op het versterken van het verdienvermogen mkb via de volgende vijf domeinen:

  • Overheid en leiderschap

  • Markt

  • Cultuur

  • Financiering

  • Support

Het zesde domein ‘human capital’ is de zelfstandige programmalijn ‘menselijk en sociaal kapitaal’.

Maatschappelijke vraagstukken

In het economisch beleid hebben we de definitie van verdienvermogen verbreed van alleen economische groei naar het creëren van structurele welvaart en welzijn, voor nu en later. Toch blijven groeiambities van ondernemers - en daarmee samenhangende groei van bruto regionaal product en werkgelegenheid - belangrijke randvoorwaarden voor een sterk mkb.

Om banen en verdienvermogen in de regio te creëren is bedrijvigheid nodig. Bedrijvigheid in steden, dorpen, havens, het landelijk gebied en op industriegebieden. Het gericht aantrekken daarvan vraagt om een sterke economische positie van Flevoland met een onderscheidend profiel. Deze programmalijn richt zich op deze randvoorwaarden. Dit betekent dat de provincie groei wil faciliteren die past binnen toekomstbestendige kaders. In de programmalijn ‘toekomstbestendig bedrijfsleven’ zal de provincie verder inkleuren hoe zij die groei het liefst ziet.

Door in te zetten op het breed gedefinieerd verdienvermogen sturen we op:

  • Versterken van het Flevolandse mkb

  • Versterken en vergroten van toegang tot kapitaal

  • Ondernemerschap dat bijdraagt maatschappelijke waardecreatie

Realisatie van deze doelen zal - samen met de realisatie van de doelen van de overige drie programmalijnen – een bijdrage leveren aan een weerbare en duurzame economie. Een economie die bestand is tegen conjuncturele schokken en marktfalen, die inspeelt op maatschappelijke transities en aansluit op de behoeften en demografie van haar inwoners. Hiervoor is een luisterende, proactieve overheid nodig die (private) investeringen aanjaagt en publieke belangen borgt.

Provinciale inzet en uitvoering

De inzet van de provincie gebeurt op drie schaalniveaus:

  • Generiek (individuen, lokaal)

  • Specifiek (groepen, clusters, regionaal)

  • Opgavegericht of transitiegericht (regio-overstijgend)

In deze programmalijn, ‘verdienvermogen mkb’, wordt dat als volgt uitgewerkt:

Generiek

De beschikbare instrumenten zijn toegankelijk voor het brede mkb dat groei en ontwikkelingsambities heeft.

Specifiek

De instrumenten zijn bedoeld voor het specifieke mkb, bijvoorbeeld het innovatieve mkb. Of mkb in een specifieke sector zoals de maritieme sector, de maakindustrie, Smart Industry of logistiek.

Opgavegericht of transitiegericht

De instrumenten zijn bedoeld voor het mkb dat met haar producten of diensten een bijdrage levert aan de grote transities, zoals de circulaire-, energie- en voedseltransitie. Met digitalisering als doorkruisende opgave.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1. Schematische weergave van de provinciale inzet op elk schaalniveau per domein. Zo ontstaat een matrix die we hierna verder invullen.

Overheid en leiderschap

Dit domein gaat over wet- en regelgeving. Maar ook over het tonen van lokaal en regionaal leiderschap bij het agenderen en oppakken van vraagstukken in de regio.

Maatschappelijke vraagstukken

Bij wet- en regelgeving gaat het vooral om de spelregels vanuit Brussel, het Rijk en gemeenten. Hier kan een provincie weinig invloed op uitoefenen. Wel kan ze een coördinerende en informerende rol spelen.

Het gericht aantrekken van bedrijvigheid in steden en dorpen vraagt om een sterke economische positie van Flevoland. Hiervoor is een bovenregionaal onderscheidend economisch profiel van groot belang. Bij dit profiel hoort ook een visie op welk Flevoland we willen zijn. Wat hiervoor nodig is, welke partijen hier een rol bij moeten spelen. Ook hoe Flevolandse belangen behartigd kunnen worden.

Provinciale inzet

We gaan onze agenderende rol verder versterken. Daarbij halen we zoveel mogelijk de belangen en behoeften op bij ondernemers en andere partners in het ecosysteem, zoals overheden en onderwijs.

Doelgroep: voornamelijk transitiegericht mkb.

Uitvoering

Als financier en deelnemer gaat de provincie de Economic Board Flevoland sterker positioneren in haar agenda bepalende rol. Zij zal een verbindende functie vervullen tussen de regio Zwolle en de metropoolregio Amsterdam. Hiervoor zal nauwe samenwerking gezocht worden met de Amsterdam Economic Board en de Economic Board regio Zwolle.

Markt

Dit domein gaat over de aansluiting van vraag en aanbod op (internationale) markten.

Specifieke vraagstukken

Export

Er is een verband tussen internationaal ondernemerschap en groei. Bedrijven die hun activiteiten uitbreiden naar een internationaal ecosysteem, worden vaak succesvoller dan vergelijkbare bedrijven zonder internationale strategie. De internationale markt geeft mogelijkheden als de binnenlandse markt verzadigd is.

Voor sommige bedrijven is internationaal actief zijn een noodzaak, omdat hun specialisme in een niche in de markt zit. Vooral snelgroeiende bedrijven, waarvoor de Nederlandse markt te klein is om die snelle groei te realiseren, oriënteren zich op buitenlandse groeimarkten.

Daarnaast heeft een bedrijf misschien wel de potentie om internationaal te gaan, maar mist het de juiste kennis of netwerken om toegang te krijgen tot de buitenlandse markt.

Provinciale inzet

De provincie moedigt internationaal ondernemen aan en helpt het mkb bij het aanboren van de juiste afzetmarkten. De provincie stimuleert het gebruik van Europese regelingen door er bekendheid aan te geven en te helpen bij het gebruik ervan. We ondersteunen bedrijven met internationale ambities ook door bijvoorbeeld aan te haken bij de netwerken van Amsterdam en de regio Zwolle en bij handelsmissies van andere regio’s. De provincie draagt samen met partners bij aan de (economische) zichtbaarheid van Flevoland.

Doelgroep: generiek en specifiek mkb dat exportambities heeft of export wil uitbreiden.

Uitvoering

Voor het generieke mkb

De provincie gaat door met het geven van ondersteuning aan Flevolandse bedrijven met internationale ambities. Dit doen we door middel van persoonlijk advies, doorverwijzing naar de juiste instanties en netwerken, het organiseren van themabijeenkomsten en het verstrekken van vouchers internationalisering.

Voor het specifieke mkb

Via een programma voor internationalisering betrekken we ondernemers bij internationale (vak)beurzen en bij door andere partijen georganiseerde handelsmissies. Vanuit het programma haken we aan bij het Trade and Innovate netwerk. Hierin werken we steeds meer toe naar een meerjarige marktbewerking voor enkele markt-thema combinaties. Door aan te sluiten bij en gebruik te maken van het netwerk, initiatieven, kennis en expertise versterkt de provincie haar instrumenten voor export.

De provincie zal haar eigen activiteiten meer richten op de markten en thema’s die het meest relevant zijn voor ondernemingen in de provincie. Dit zijn onder andere agrifood/agritech binnen West-Europa, machinebouw en agritech naar Noord-Amerika, en algemene handel binnen West-Europa. Deze aanpak betekent overigens niet dat we bedrijven uit andere sectoren of met andere doeleinden niet ondersteunen.

Ondernemerscultuur

Dit domein gaat over de ondernemerscultuur, de sociale samenhang en organisatiegraad binnen het mkb.

Maatschappelijke vraagstukken

Het mkb is niet alleen het motorblok van de Flevolandse economie maar tegelijkertijd ook het weefsel van de samenleving.

Ondernemers die zorgen voor banen, actief en zichtbaar zijn in verschillende netwerken en participeren in lokale gemeenschappen zijn de ondernemers die passen bij de cultuur van Flevoland. Deze cultuur kenmerkt zich door een pioniersmentaliteit en een vitaliteit die ontstaat uit onze jonge geschiedenis.

Onze ondernemers denken in kansen en oplossingen.

Voor het Flevolands ecosysteem is het belangrijk dat de stem van ondernemers gehoord wordt. Ook dat partijen elkaar weten te vinden en ondernemers samen de benodigde slagkracht hebben. Gelukkig gaat veel goed, maar nog niet alle netwerkstructuren houden lang stand. Dit komt doordat Flevoland als jonge provincie nog niet beschikt over de historie die andere provincies wel hebben.

Provinciale inzet

De provincie jaagt actief het betrokken ondernemerschap aan om hiermee meer verbinding tussen elkaar en met de provincie te krijgen. En zodoende het ecosysteem van ondernemerschap te versterken.

Doelgroep: het generieke mkb.

Uitvoering

De provincie zal het programma voortzetten dat zich richt op versterking van de ondernemerscultuur. Verder zal de provincie initiatieven - die bijdragen aan betrokken ondernemerschap - financieel of organisatorisch ondersteunen.

Financiering

Maatschappelijke vraagstukken

Het is bewezen dat innovaties bijdragen aan groei. Innovaties zijn de brandstof voor de regio. Voor Nederland in het algemeen en de regio’s in het bijzonder, is het van economisch belang om een innovatieve voorsprong te houden. We willen daarom dat er geen kapitaaltekorten ontstaan voor innovatiefinanciering.

Flevoland beschikt over een aantal uitgebalanceerde financieringsinstrumenten. Dit kan innovatieve bedrijven, snelle groeiers en scale-ups helpen om hun innovaties van ideefase tot marktfase te brengen.

De opzet van het financieringslandschap is zo gemaakt dat de fondsen elkaar niet zouden moeten beconcurreren. Wel dat ze complementair zijn aan elkaar én aan het aanbod uit te markt. Ze voorzien namelijk in een financieringsbehoefte bij ondernemers die door de algemene financieringsmarkt niet wordt opgepakt. Dit noemen wij marktfalen. Bij het optreden van marktfalen in Flevoland zijn de fondsen goed inzetbaar.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2. De Flevolandse financieringsinstrumenten per bedrijfsfase.

De afgelopen beleidsperiode heeft bewezen dat onze fondsen goed inzetbaar zijn om het verdienvermogen (in de traditionele zin) te versterken. Daarom gaan we hiermee door in deze beleidsperiode.

Tegelijkertijd kijken we ook of de bestaande instrumenten voldoende passend zijn om binnen het mkb-verdienvermogen bij te dragen aan de brede welvaart aspecten en maatschappelijke transities.

Provinciale inzet

De provincie zet haar financieringslandschap voort en gaat bewaken dat financieringsinstrumenten zoveel mogelijk aansluiten op de actuele kapitaalvraag van ondernemers in Flevoland. We blijven ondernemers niet alleen in hun groeiambities, maar ook in andere ontwikkelingen financieel ondersteunen.

Doelgroep: het generieke en specifieke mkb

Uitvoering

De provincie start met het uitvoeren van een breed kapitaalmarktonderzoek waarin een nulmeting wordt gedaan naar de kapitaalbehoefte van ondernemers in Flevoland.

De provincie blijft ondernemers ondersteunen bij hun groeiambities met een toegankelijke laagdrempelige regeling. Deze regeling zal ook geschikt gemaakt worden voor andere ontwikkelambities, zoals het meer toekomstbestendig maken van een onderneming.

Daarnaast blijft de provincie ondernemers ondersteunen met een innovatie-stimuleringsregeling.

Support

Dit domein gaat over de eerste- en tweedelijns ondersteuningslaag van het Flevolands mkb. Maar ook over ondersteunende samenwerkingsverbanden zoals clusters.

Specifieke vraagstukken

Ondernemersvraagstukken

Ondernemers hebben bij verschillende ondernemersvraagstukken ondersteuning nodig. In het verleden heeft de Kamer van Koophandel in een groot deel van die ondersteuningsbehoefte voorzien.

Daarnaast maken de grote transities op het terrein van verduurzaming, digitalisering en arbeidsmarkt het urgenter om vooral het brede mkb beter te ondersteunen met informatie en advies. Het Comité voor Ondernemerschap heeft daarom in haar advies ‘Dienstbare dienstverlening’ opgeroepen om (semi) publieke dienstverlening te versterken.

In Flevoland is er een breed aanbod aan dienstverlenende partijen waar ondernemers met uiteenlopende vraagstukken terecht kunnen. Toch ervaren veel ondernemers dit als een woud van loketten. Ook hebben zij grote behoefte aan een duidelijk en toegankelijk aanbod.

Samenwerking

Flevolanders kenmerken zich als oplossingsgericht. ‘Dingen gedaan krijgen’ in samenwerking is onze kracht.

Rondom de Flevolandse sterke sectoren zijn al mooie vormen van samenwerking tot stand gekomen. Clusters waarbij partijen uit het bedrijfsleven, onderwijs en de overheid zich hebben georganiseerd rondom thema’s als agrofood, logistiek, voertuigtechnologie, maakindustrie en bouw.

Deze clusters hebben een plek in de regio en zijn verbonden met het DNA van Flevoland. Het zijn clusters met een dynamisch mkb-weefsel, maar ze zijn veelal nog klein en weten elkaar bij gedeelde belangen niet altijd te vinden.

Elk cluster bestaat uit sterke en innovatieve bedrijven waar met gedrevenheid wordt gewerkt aan de toekomst van Nederland. Voor de maritieme sector gebeurt dat bijvoorbeeld in Urk Maritime. En voor voertuigtechnologie bij het Mobiliteits- en Infrastructuur Testcentrum in Marknesse.

In de logistieke sector liggen grote kansen om te komen tot bovenregionale ontwikkeling met een forse economische spin-off. De ontwikkeling van Flevokust Haven is hiervan een voorbeeld. Voor de andere clusters zijn dezelfde soort initiatieven te noemen. Ze raken aan het hart van het Flevolandse DNA en laat de innovatiekracht en pioniersgeest zien.

Voor de Flevolandse economie is het belangrijk om de bestaande clusters uit te bouwen, zodat ze op bovenregionaal niveau onderscheidend zijn. Het potentieel daarvoor is beschikbaar. De basis voor de groei is aanwezig, maar vraagt een verdere aanmoediging. Daarbij kunnen de clusters elkaar versterken. De maakindustrie kan betrokken worden in de ontwikkeling en productie van circulaire bouwelementen. Innovaties in de voertuigtechnologie kunnen meteen gebruikt worden in de logistiek. Zo zijn er nog vele voorbeelden van potentiële uitwisseling van kennis, talenten en innovaties.

Verbinding van en interactie tussen clusters en met onderzoeks- en onderwijsinstellingen maakt de beoogde groei mogelijk. Ook helpt het de clusters zich verder te ontwikkelen. Er ontstaat dan een gezamenlijk economisch motorblok voor de regio. Deze realiseert verdienvermogen voor de regio en voor de rest van Nederland.

Het potentieel voor de ontwikkeling van de clusters in de Flevolandse economie zit voornamelijk in de energietransitie, grondstoffentransitie en voedseltransitie, met digitalisering en verduurzaming als doorkruisende opgave. Deze transities horen bij de nationale duurzaamheidsopgaven. Door in te spelen op deze ontwikkelingen wordt economische groei mogelijk en maakt de Flevolandse economie zich klaar voor de toekomst.

Voor de bestaande clusters in Flevoland zijn een groot aantal mogelijkheden.

Zo kunnen circulaire bouwmaterialen worden gebruikt om te komen tot het produceren van duurzame, modulaire woningen die passen bij de ambitie van het Rijksbrede programma Circulaire Economie.

Smart Mobility oplossingen kunnen ontwikkeld worden in het MITC en gebruikt worden in het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB).

De voedselverwerkende industrie kan samenwerken met logistieke bedrijven om kortere voedselketens te realiseren en kringlooplandbouw dichterbij te brengen. Kortom: door in te zetten op de koppeling tussen die clusters waar Flevoland goed in is en op ontwikkelingen die (inter)nationaal vorm moeten krijgen, is meerwaarde te behalen.

We zien dubbelingen van activiteiten voor clusterontwikkeling. Voor partijen is het vaak onduidelijk wat zij op het gebied van clusterontwikkeling van de provincie kunnen verwachten. Ook is er nog te weinig langetermijnperspectief. Een provinciaal masterplan om de clustersamenwerking naar een hoger niveau te tillen ontbreekt nog.

Provinciale inzet

Doelgroep: zowel het generieke, specifieke als opgavegerichte mkb.

Generiek

We blijven inzetten op een ondersteuningslaag die breed toegankelijk is voor het mkb. Deze ondersteuningslaag ontwikkelen wij door zodat ze meer vraag gestuurd zal werken en het aanbod beter op elkaar aansluit.

Specifiek

Ondernemers blijven we ondersteunen bij het opwerken van circulaire, innovatieve ideeën naar kansrijke businessproposities. Om clustervorming aan te moedigen zal de provincie een clusterstrategie ontwikkelen.

Opgavegericht

De provincie zal verkennen of er behoefte is en mogelijkheden zijn om ‘triple helix’ samenwerking te organiseren rondom de voedsel- energie- en grondstoffentransitie.

Uitvoering

Ondernemers blijven hulp krijgen van mkb-accountmanagers die een makel- en schakel functie vervullen voor de doelgroep.

We blijven specifieke ondersteuning aanbieden aan het mkb met 2 tot 10 werknemers.

Wij blijven ondernemers ondersteunen met business development van ideeën die innovatief zijn en bijdragen aan de voedsel-, energie- en grondstoffentransitie.

We gaan een clusterstrategie opstellen waarin de provincie haar rol in ‘triple helix’ samenwerking duidelijk beschrijft en hoe zij vanuit deze rol toegevoegde waarde kan bieden in onderlinge samenhang met partners uit de ‘triple helix’.

De provincie gaat een verkenning doen naar clustersamenwerking rondom de voedsel-, energie- en grondstoffentransitie.

Gewenste impact

Met de uitvoering van dit programma verwachten we dat het brede mkb verder versterkt is, meer weerbaar is voor conjuncturele schokken en beter om kan gaan met de uitdagingen van de transities. Voor het brede mkb is de toegang tot het ondersteuningsaanbod en de toegang tot kapitaal verbeterd.

Monitoring en evaluatie

De goede dingen blijven doen

De economie van Flevoland monitoren we op verschillende schaalniveaus.

In de eerste plaats geven de cijfers van het Bruto Regionaal Product (BRP) en de regionale werkgelegenheidscijfers een beeld van het totale ecosysteem. Hieruit kunnen we alleen niet opmaken wat het effect is van de instrumenten van de provincie in het kader van dit Economisch Programma.

Om toch kwantitatief en kwalitatief te kunnen meten en beoordelen wat onze toegevoegde waarde is, ontwikkelen we een instrument voor monitoring en evaluatie. Dit instrument past bij de omslag van aanbod- naar vraaggericht werken en is meer gericht op impactmonitoring in plaats van op outputmonitoring. Deze monitoring levert een tweede niveau van resultaten op.

Ten derde gaat de provincie haar toegevoegde waarde meten bij de ondernemers die van provinciale regelingen en inzet gebruikmaken. Zoals de detailhandel en

e-commerce hun klanten bevragen op onderwerpen als service, kwaliteit van het gekochte product en snelheid van verzenden, zo kunnen wij onze klanten bevragen op het gastheerschap dat wij tonen, op de doeltreffendheid van onze regelingen en op de snelheid van onze dienstverlening.

Directe monitoring en evaluatie levert instant feedback op. Zo kunnen we schaven aan producten en diensten en tijdig bijsturen of stoppen als blijkt dat iets niet werkt. Actuele data bieden inzichten die leiden tot onderbouwde aanscherping van doelen en targets, zodat de provincie de goede dingen blijft doen voor haar doelgroep.

Menselijk en sociaal kapitaal

Menselijk en sociaal kapitaal loopt als een rode draad door het economisch beleid. Naast de uitwerking in een eigen programmalijn komt dit onderwerp op diverse manieren aan bod in de drie andere programmalijnen.

Voor het verdienvermogen mkb is goed opgeleid personeel nodig voor het in stand houden van de bedrijfsvoering, groei en innovatie van bedrijven. De veranderende maatschappij maakt het voor huidige werknemers steeds belangrijker om zich een leven lang te ontwikkelen.

Voor bedrijven is het belangrijk dat de werkgelegenheid die zij creëren passend is bij de structuur van de arbeidsmarkt en dat vacatures binnen een (internationaal) bedrijf aansluiten bij de opleiding en ervaring van de Flevolandse werkzoekenden. Daarbij is voor een goed vestigingsklimaat voor (internationale) bedrijven een omgeving met voldoende goed opgeleid personeel dan wel de mogelijkheid tot het creëren van opleidingsaanbod belangrijk.

In de programmalijn ‘toekomstbestendig bedrijfsleven’ willen we het mkb helpen om met de grote transities circulair, voedsel en energie om te gaan. Hier is goed opgeleid personeel de sleutel tot succes.

Ook bij ruimtelijk-economische ontwikkeling is het beschikbaar hebben of ontwikkelen van de juiste skills (vaardigheden) bij werknemers en/of het hebben van het juiste opleidingsaanbod in de buurt van groot belang om de gewenste bedrijven aan te trekken.

Maatschappelijke vraagstukken

Er zijn grote vraagstukken op het gebied van menselijk en sociaal kapitaal.

De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is niet goed. Verschillende sectoren hebben te maken met ernstige tekorten op het gebied van goed geschoold personeel. Opleidingen gericht op deze sectoren, zoals bijvoorbeeld de techniek, hebben een (hele) kleine instroom van studenten.

Kansenongelijkheid, laaggeletterdheid, digibetisme en laaggecijferdheid hebben impact op onze beroepsbevolking. Flevoland heeft veel voortijdige schoolverlaters en een hoog onbenut arbeidspotentieel.

Doorgaande leerlijnen binnen het onderwijs, een inzet op Leven Lang Ontwikkelen en de transitie van de arbeidsmarkt naar een meer op skills (vaardigheden) - in plaats van op diploma’s - gerichte aanpak, zijn systeemveranderingen die nodig zijn voor de toekomst.

Er is een groot tekort aan personeel. Tegelijk staan er mensen aan de kant die niet of beperkt mee kunnen doen aan de samenleving. Dit kunnen mensen zijn met onvoldoende basisvaardigheden, een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren die zonder startkwalificaties het onderwijs hebben verlaten. Het onbenut arbeidspotentieel van Flevoland is 11% (landelijk 10%).1

In sommige situaties krijgen jongeren een baan aangeboden voordat ze een diploma hebben. Dit heet ‘groenpluk’ en kan later tot problemen leiden. Bijvoorbeeld wanneer ze hun baan verliezen of willen veranderen van werk.

Provinciale inzet

De inzet van de provincie gebeurt op drie schaalniveaus:

  • Generiek (individuen, lokaal)

  • Specifiek (groepen, regionaal)

  • Opgavegericht of transitiegericht (regio-overstijgend)

In deze programmalijn, ‘menselijk en sociaal kapitaal’, wordt dat als volgt uitgewerkt:

Generiek

De basis op orde. De provincie Flevoland wil samen met partners investeren in een goede arbeidsmarktinfrastructuur. Zodat de verbindingen binnen de arbeidsmarkt verbeteren, we initiatieven beter benutten, en vraag en aanbod elkaar weten te vinden. Zodat de onderkant van de arbeidsmarkt meer mee kan doen aan de samenleving. Dit gaat om bovenlokale samenwerking op de volgende gebieden: het versterken van basisvaardigheden, de aanpak van onbenut arbeidspotentieel en het tegengaan van vroegtijdige schoolverlating.

Specifiek

De aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven kunnen we verder versterken. Het onderwijs leidt namelijk niet altijd op tot wat bedrijven nodig hebben. De instrumenten die we in willen zetten richten zich op het continueren en versterken van de bestaande netwerkstructuur.

Opgavegericht of transitiegericht

De maatschappij ontwikkelt zich en er zijn grote transitieopgaven (circulair, voedsel en energie) die vragen om werknemers met de juiste vaardigheden. Werknemers moeten wendbaar en flexibel over de arbeidsmarkt kunnen bewegen.

De provincie wil de infrastructuur van onderwijs/kennis (arbeidsmarkt) versterken door samen met partners een agenda op te stellen die zich richt op de eerdergenoemde transities en de transitie van de arbeidsmarkt. Op de huidige arbeidsmarkt is het hebben van het juiste diploma van belang. Op de arbeidsmarkt van de toekomst is het hebben van de juiste vaardigheden belangrijker dan het hebben van het juiste papiertje.

Uitvoering

Samenwerken in de arbeidsmarktregio

Nederland is verdeeld in 35 arbeidsmarktregio’s. In de arbeidsmarktregio Flevoland hebben we een samenwerkingsverband met het Regionaal Werkbedrijf Flevoland (RWF)2. Binnen het RWF zijn er voor de drie ‘tekortsectoren’ sectortafels opgericht. Hierin werken werkgevers, onderwijs, gemeenten en UWV samen aan oplossingen voor de tekorten op de arbeidsmarkt.

Er zijn sectortafels ingericht voor de sectoren Techniek, Zorg & Welzijn en Transport & Logistiek. De sectortafels weten wat er in de betreffende sector speelt en kennen de arbeidsmarkt. De sectortafels richten zich op (zij)instroom, op het behouden van bestaande werknemers en op het anders organiseren van het werk. Het schakelteam zorgt voor de uitvoering. Daarnaast zijn er vier bestuurlijke themagroepen: Iedereen doet mee, Een Leven Lang Ontwikkelen, Voldoende Personeel en Krachtige Regio.

In de (tekort) sectoren zorg- en welzijn en onderwijs zitten grote werkgevers. Deze sectoren dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de regio. Maar ze dragen niet direct bij aan het verdienvermogen. De focus van het economisch beleid ligt op het mkb, het economisch motorblok van Flevoland. De provincie heeft voor deze sectoren aandacht in de samenwerking in de arbeidsmarktregio, maar richt zich er verder niet specifiek op.

Bovenregionale samenwerking

De arbeidsmarkt houdt niet op bij de provinciegrenzen. Mensen wonen hier en werken misschien elders of omgekeerd. Met het Rijk maken we afspraken en in interprovinciale overleggen (IPO) stemmen we af met de andere provincies.

Met de provincies Noord-Holland en Utrecht, de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en de regio Zwolle vindt ook samenwerking plaats.

Met Utrecht en Noord-Holland wordt bestuurlijk en ambtelijk samengewerkt in Techniekpact-verband. Het Techniekpact zet onder andere in op het verbeteren van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt in de technieksector. Dit om het toenemende tekort aan werknemers in deze sector aan te pakken.

Met Noord-Holland heeft Flevoland een Human Capital Agenda (HCA) Klimaatopgave opgesteld.

In MRA-verband doet Flevoland mee aan het bestuurlijk overleg economie (Platform Economie). Ambtelijk neemt de provincie deel aan de werkgroep Onderwijs-Arbeidsmarkt MRA.

Flevoland gaat de samenwerking met regio Zwolle versterken. Daarbij is human capital genoemd als mogelijk thema. We verkennen verder hoe we dit kunnen invullen.

Inzet generiek

Uit overleg met belanghebbenden uit het onderwijs, bedrijfsleven en de overheid komt het belang van het hebben van voldoende basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden) naar voren. Ook het onbenut arbeidspotentieel en het voorkomen van vroegtijdig schooluitval (o.a. door groenpluk) hebben aandacht nodig. Het bestaande aanbod dat rond deze vraagstukken is georganiseerd, is niet goed in beeld bij de belanghebbenden.

Samen met partners in de regio gaan we aan de slag met voor ons twee nieuwe vraagstukken:

  • Het verbreden en verdiepen van het ondersteuningsaanbod zodat de kleine mkb’ers (tussen de 2-10 personeelsleden) geholpen worden met personeelsvraagstukken op het gebied van ongeschoold en laaggeschoold personeel.

  • Het verbinden van het aanbod aan ondersteuning vanuit het sociaal domein en aanbod aan ondersteuning vanuit het economisch domein om zo de doorgaande leerlijnen en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt te versterken. Er is veel aanbod beschikbaar, maar (kleine) ondernemers zijn vaak onbekend met deze ondersteuningsmogelijkheden voor hun werknemers of kunnen de weg in alle regels niet vinden.

Inzet specifiek

Bij de specifieke clusters willen we doorgaan met de samenwerkingsverbanden die er op dit moment al zijn. Tegelijk willen we deze samenwerkingsverbanden gebruiken om de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Dit kan door de arbeidsmarkt goed voor te bereiden op wat de bedrijven in de toekomst nodig hebben. Denk hierbij aan vaardigheden op het gebied van digitalisering.

Het gaat onder andere om de volgende bestaande samenwerkingsverbanden:

  • Samenwerkingsverband RWF

  • Samenwerkingsverbanden onderwijs – arbeidsmarkt

  • Techniekpact

  • HCA-klimaatopgave

  • ICT korte opleidingsaanbod gericht op zij instroom in de ICT

  • Samenwerkingsverband gericht op circulair onderwijsinnovatie.

  • Maritieme campusontwikkeling

  • Gastvrijheidseconomie

  • Logistiek opzet Sharehouse + leer-werkakkoord

We zien ook behoefte aan een nieuw initiatief.

We continueren de publiek-private samenwerking (PPS) regeling voor human capital en stellen die als het nodig is bij. In aanvulling daarop maken we het mogelijk om de opbrengsten van de PPS-regeling toekomstbestendig te maken, zodat onderwijsprogramma’s niet te vroeg worden afgebroken omdat de tijdelijke financiering ophoudt.

Inzet opgavegericht

We willen aansluiten bij de transitieopgaven.

Vanuit de rijksoverheid zijn Nationale Groeifonds aanvragen toegekend, zoals de Leven Lang Leren (LLL) katalysator. We gaan verkennen welke kansen dit biedt en hoe we hiervan gebruik kunnen maken voor Flevoland.

De provincie wil inzetten op het stimuleren van een leercultuur en talent ontwikkeling in Flevoland.

De provincie wil de onderwijs/kennis (arbeidsmarkt) infrastructuur versterken. Dit door samen met de onderwijsinstellingen en andere partners een agenda op te stellen die is gericht op de transities (circulair, energie, voedsel).

Nieuwe initiatieven:

  • Groeifondsaanvraag opschaling publiek-private samenwerkingen (PPS-en)

  • Transitie agenda opstellen met de onderwijsinstellingen

  • Human Capital digitalisering

  • Opzet opleidingsbedrijven Tech & Transitie voor zowel de energietransitie als de woningbouwopgave.

  • Smart Mobility campusontwikkeling en innovatie ontwikkelagenda

Gewenste impact

Met de uitvoering van dit programma verwachten we een verbeterde aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Met als resultaat dat meer mensen een passende baan hebben gevonden in Flevoland en dat de krapte op de arbeidsmarkt is afgenomen. Het onbenutte arbeidspotentieel is gelijk aan (of minder dan) de landelijke cijfers. Kortom: de werkgelegenheid in Flevoland is passend bij de arbeidsmarkt van Flevoland en andersom.

Monitoring en evaluatie

Samen met de gemeenten voeren we jaarlijks een werkgelegenheidsonderzoek uit. Dit onderzoek geeft inzicht in de ontwikkeling van banen, vestigingen en werkgelegenheid in Flevoland. Deze informatie kan leiden tot het bijstellen van beleid.

Daarnaast zullen aanvullende instrumenten voor monitoring en evaluatie ontwikkeld worden.

Ondertekening


Noot
1

CBS-cijfers - UWV regio in beeld. Onbenut talent in Flevoland (werk.nl)

Noot
2

Het RWF is een samenwerkingsverband van de volgende partijen: de zes gemeenten in Flevoland, ROC van Flevoland, ROC Friese Poort, Windesheim, Praktijkonderwijs, FNV, CNV, VNO-NCW, MKB Midden Nederland, UWV en de provincie.