Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023

Nijverdal, 4 juli 2023 nr. 2023-014039

Het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn;

Gelet op de artikelen 2.2, tweede lid, 4.4, zesde lid, 5.2, derde lid en artikel 7.4, tweede lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023;

B e s l u i t :

vast te stellen het:

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Uitvoeringsbesluit Wmo, de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening.

  • 2.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023;

    • b.

      zin: zorg in natura.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Leveringsvorm

  • 1.

    Een maatwerkvoorziening wordt verstrekt in de vorm van zin of een pgb.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde verstrekkingsvorm zin is het uitgangspunt, een pgb kan alleen verstrekt worden op verzoek van de aanvrager.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid wordt een maatwerkvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming verstrekt voor de voorzieningen genoemd in artikel 5.2 van de Verordening.

Hoofdstuk 3 Maatwerkvoorzieningen

Artikel 3.1 Keuzevrijheid voor aanbieder(s)

  • 1.

    Indien het college meerdere aanbieders heeft gecontracteerd voor het leveren van een bepaalde maatwerkvoorziening in natura, wordt de cliënt in beginsel de mogelijkheid geboden hieruit een aanbieder te kiezen.

  • 2.

    De tarieven behorende bij de maatwerkvoorzieningen, genoemd in het eerste lid, staan vermeld in hoofdstuk 5 en worden jaarlijks geactualiseerd.

Artikel 3.2 Huishoudelijke ondersteuning

De maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a van de Verordening, kan bestaan uit de volgende modules:

  • a.

    schoon en leefbaar huis;

  • b.

    wasverzorging;

  • c.

    regie/organisatie, advies/instructie/voorlichting;

  • d.

    maaltijden;

  • e.

    boodschappen;

  • f.

    kindzorg.

Artikel 3.3 Begeleiding individueel en dagbesteding

  • 1.

    De maatwerkvoorzieningen begeleiding individueel en dagbesteding, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b en c van de Verordening kent twee niveaus, te weten basis en plus.

  • 2.

    Onder de niveaus wordt verstaan:

    • a.

      basis is bedoeld voor inwoners met een verstandelijke, zintuigelijke, lichamelijke, cognitieve, psychische, psychosociale of (psycho)geriatrische beperking. Er moet sprake zijn van matige beperkingen in de zelfredzaamheid op één of meerdere leefgebieden;

    • b.

      plus is bedoeld voor inwoners met ernstige en/of meervoudige verstandelijke, zintuigelijke, lichamelijke, cognitieve, psychische, psychosociale of (psycho)geriatrische beperkingen. Er moet sprake zijn van ernstige beperkingen in de zelfredzaamheid op meerdere levensgebieden.

Artikel 3.4 Vervoer samenhangend met dagbesteding

De financiële tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, onder a van de Verordening, bedraagt voor vervoer (in combinatie met dagbesteding) maximaal € 0,21 per kilometer.

Artikel 3.5 Woonvoorziening

  • 1.

    Het college kan op grond van artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g van de Verordening een maatwerkvoorziening verstrekken voor de aanpassing van de woning waarin de cliënt zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2.

    Wanneer de kosten van een woningaanpassing meer bedragen dan € 10.000,--, wordt afgewogen of verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning als goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt.

  • 3.

    Indien verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning de goedkoopst compenserende voorziening is, kan hiervoor op grond van artikel 5.2, tweede lid, onder b van de Verordening een financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

  • 4.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten is gebaseerd op de daadwerkelijk te maken kosten, met een maximum van € 2.269,--.

  • 5.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten aan personen die op verzoek van de gemeente ten behoeve van een persoon met beperkingen woonruimte ontruimen, is gebaseerd op de daadwerkelijk te maken kosten.

  • 6.

    Indien een cliënt te maken heeft met dubbele woonlasten, kan voor een periode van maximaal zes maanden een financiële tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten van tijdelijke huisvesting in verband met het aanpassen van de huidige woonruimte van de cliënt of het aanpassen van de door cliënt nog te betrekken woonruimte. De financiële tegemoetkoming voor de kosten van tijdelijke huisvesting wordt uitsluitend verleend als de cliënt redelijkerwijs niet kan voorkomen dat hij deze dubbele lasten heeft. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is afhankelijk van de kale huur van de woonruimte, met een maximum gelijk aan de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag. Bij niet-zelfstandige woonruimte bedraagt de financiële tegemoetkoming de helft van de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag.

  • 7.

    In geval van huurbeëindiging van een woonruimte, die is aangepast voor een bedrag van € 10.000,-- of meer, kan het college voor een periode van maximaal zes maanden de kosten voor de kale huur van de woonruimte, met een maximum gelijk aan de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag, vergoeden aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten.

  • 8.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een woonvoorziening in de vorm van het bezoekbaar maken van een woonruimte is gebaseerd op de daadwerkelijk te maken kosten.

Artikel 3.6 Sportvoorziening

  • 1.

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor een sportvoorziening, als bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, onder c van de Verordening, wordt bepaald door de aanschafwaarde van de voorziening vermeerderd met 20% van de aanschafwaarde voor te verwachten onderhoudskosten en bedraagt maximaal € 3.425,--.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel genoemde bedrag wordt niet vaker dan eens in de drie jaar verstrekt.

Artikel 3.7 Vervoersvoorziening

  • 1.

    De voorzieningen voor de lokale verplaatsingen, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j van de Verordening, bestaan uit:

    • a.

      een vervoerpas, waarmee tegen regulier openbaar vervoer tarief maximaal 1.500 kilometer per jaar gereisd kan worden met de regiotaxi Twente (collectief vervoer);

    • b.

      een voorziening in natura in de vorm van een verplaatsingsmiddel;

    • c.

      een pgb te besteden aan een voorziening als bedoeld onder b.

  • 2.

    Indien de in het eerste lid, onder a genoemde voorziening niet leidt tot het te bereiken resultaat, kan het college één van de volgende voorzieningen verstrekken:

    • a.

      een pgb voor de kosten van een taxi die maximaal € 3.975,-- per jaar bedraagt. Daarnaast kunnen een vast bedrag en een bedrag per minuut worden gedeclareerd. Voor het vaste bedrag geldt een maximum van € 3,60 per keer. Voor het bedrag per minuut geldt een maximum van € 0,44 per minuut;

    • b.

      een pgb voor de kosten van een rolstoeltaxi die maximaal € 5.010,-- per jaar bedraagt. Daarnaast kunnen een vast bedrag en een bedrag per minuut worden gedeclareerd. Voor het vaste bedrag geldt een maximum van € 7,33 per keer. Voor het bedrag per minuut geldt een maximum van € 0,49 per minuut;

    • c.

      een pgb voor de kosten van het aanpassen van een eigen auto, vastgesteld conform artikel 4.4, eerste lid, aanhef en onder b van de Verordening.

  • 3.

    Indien de omvang van het in het eerste lid, onder a genoemde maximum aantal kilometers per jaar en de in het tweede lid, onder a en b genoemde maximumbedragen per jaar aantoonbaar niet toereikend is, kan deze worden verruimd tot maximaal een verdubbeling van de genoemde kilometers c.q. bedragen.

  • 4.

    Indien de in het eerste lid, onder a en de in het tweede lid genoemde voorzieningen, alsmede de in het derde lid geboden uitbreiding van deze voorzieningen naar het oordeel van het college niet leiden tot het te bereiken resultaat, kan het college één van de volgende voorzieningen verstrekken:

    • a.

      een voorziening in natura in de vorm van:

      • i.

        een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen;

      • ii.

        en al dan niet aangepaste auto;

    • b.

      een pgb te besteden aan een voorziening als bedoeld onder a.

Hoofdstuk 4 Pgb

Artikel 4.1 Wijze vaststelling pgb

  • 1.

    De hoogte van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning, zoals vermeld in hoofdstuk 5, zijn maximum all-in tarieven per uur.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde all-in tarief betekent dat het gaat om een tarief waarin alle kosten zijn opgenomen, waaronder salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

  • 3.

    De hoogte van het pgb voor onderhoud en verzekering, als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, aanhef en onder a van de Verordening, wordt vastgesteld aan de hand van een door het college goedgekeurde offerte.

Artikel 4.2 Controle

  • 1.

    De cliënt of zijn pgb-beheerder zorgt voor een goede en controleerbare administratie en houdt deze gedurende zeven jaar beschikbaar vanaf de ingangsdatum van de toekenning van het pgb.

  • 2.

    De cliënt of zijn pgb-beheerder verantwoordt desgevraagd de besteding van het pgb conform artikel 7.4, eerste lid van de Verordening.

Hoofdstuk 5 Tarieven maatwerkvoorzieningen

Huishoudelijkeondersteuning

Module

zin

Pgb professioneel (90%)

Pgb niet-professioneel

Eenheid

Schoon en leefbaar huis

€ 37,97

€ 34,17

*)

Per uur

Wasverzorging

€ 37,97

€ 34,17

*)

Per uur

Regie/organisatie, advies/instructie/voorlichting

€ 37,97

€ 34,17

*)

Per uur

Maaltijden

€ 37,97

€ 34,17

*)

Per uur

Boodschappen

€ 37,97

€ 34,17

*)

Per uur

Kindzorg

€ 37,97

€ 34,17

*)

Per uur

Begeleiding individueel en dagbesteding

Voorziening

zin

Pgb professioneel (90%)

Pgb niet-professioneel

Eenheid

Begeleiding individueel basis

€ 77,80

€ 70,02

*)

Per uur

Begeleiding individueel plus

€ 94,79

€ 85,31

*)

Per uur

Dagbesteding basis

€ 49,28

€ 44,35

*)

Per dagdeel

Dagbesteding plus

€ 68,78

€ 61,90

*)

Per dagdeel

*) Op grond van artikel 4.4, vijfde lid, onder a en b van de Verordening is het tarief voor een vergoeding voor niet-professionele hulp:

  • -

    bij het bestaan van een dienstbetrekking gelijk aan de hoogste periodiek voor de benodigde hulp in de desbetreffende functieschaal in de CAO VVT, vermeerderd met de vakantiebijslag en tegenwaarde van de verlofuren; of

  • -

    in het geval er geen sprake is van een dienstbetrekking gelijk aan maximaal de hoogte van de tegemoetkoming per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk, zoals opgenomen in artikel 2ab, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, ongeacht de feitelijke omvang van de voorziening. Dit betreft € 141,- per kalendermaand waarin de voorziening geleverd wordt

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag, volgende op die van haar bekendmaking.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2023.

Ondertekening

Het college voornoemd,

De wnd. secretaris, de burgemeester,