Overige voorzieningen

Geldend van 08-08-2023 t/m heden

Intitulé

Overige voorzieningen

Het college van burgemeester en wethouders van Almere,

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende beleidsregel ‘Overige voorzieningen’ onder intrekking van de op 13 september 2022 vastgestelde beleidsregel ‘Overige Voorzieningen’.

Overige voorzieningen

Een aanvraag voor een meeneembare voorziening, intermediaire voorziening, vervoersvoorziening en werkplekaanpassing (dat onderdeel is van artikel 22j tot en met 22m van de Verordening Participatiewet Almere) wordt beoordeeld aan de hand van onderstaande uitgangspunten.

Bij het vaststellen van de hoogte van de voorziening wordt aangesloten bij het “Besluit Normbedragen voorzieningen UWV” die halfjaarlijks gepubliceerd wordt. We sluiten aan bij de lijst voor codes; B11, C18-II t/m C18-IV, C20-I, C20-III, C22, C25-I t/m C-25-VI, C26-I, C26-II, C27, C71, E17-I, E17-III, E17-A1, E17-A3, I12.

  • 1.

    Alleen voorzieningen die meer kosten dan het drempelbedrag worden vergoed.

    Als een voorziening wordt vergoed dan wordt het drempelbedrag niet van de vergoeding afgetrokken.

  • 2.

    Algemeen gebruikelijke middelen worden niet vergoed.

    Een voorziening is een middel of dienst die beoogt de structureel functionele beperkingen als gevolg van ziekte en/of gebrek van de klant weg te nemen. Als voorwaarde geldt, dat dit middel of de dienst, specifiek is ontwikkeld voor het gebruik door personen met een ziekte of gebrek. Tevens dient dit middel of dienst niet tot de Arbo-taak van de werkgever te worden gerekend.

  • 3.

    Alleen de méérkosten ten opzichte van de algemene gebruikelijke kosten worden vergoed.

  • 4.

    De goedkoopst adequate voorziening wordt vergoed.

    Een voorziening dient om een drempel tot participatie weg te nemen. In de praktijk kan het voorkomen dat verschillende voorzieningen dezelfde drempels wegnemen. Bij gelijke geschiktheid wordt de goedkoopst adequate oplossing vergoed.

  • 5.

    De kosten dienen in redelijke verhouding te staan tot de oplossing.

    Daarbij wordt gekeken naar:

    • De kosten van de voorziening t.o.v. de besparing op de uitkeringslast;

    • De mate waarin de voorziening bijdraagt aan de arbeidscapaciteit van de persoon;

    • De omvang en de duur van de loonvormende arbeid.

  • 6.

    Niet-gebruik wordt niet vergoed.

    Een voorziening wordt alleen vergoed voor die periode in het jaar dat hij gebruikt wordt voor het werk. Bij periode van niet gebruik gaan we in ieder geval uit van:

    • Vakantie en feestdagen;

    • Arbeidstijdverkorting (ATV) en/of arbeidsduurverkorting (ADV);

    • Langdurig ziekteverzuim (meer dan 10 werkdagen).

  • Voor de berekening mag worden uitgegaan van 48 werkweken per jaar (bij voltijd

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld,

Almere, 31 juli 2023

Burgemeester en wethouders van Almere,

namens hen,

de afdelingsmanager Werk en Inkomen

M. L. de Wilde