Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Land van Cuijk 2023

Geldend van 27-07-2023 t/m heden

Intitulé

Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Land van Cuijk 2023

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 mei 2023;

gelet op:

  • -

    het beleidskader Gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (12 juli 2018);

  • -

    het Regionaal Handelingsperspectief Woonwagenbeleid van de regio Noordoost-Brabant;

  • -

    artikel 149 van de Gemeentewet

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening overeenkomstig de volgende bepalingen:

Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Land van Cuijk 2023

Artikel 1. Begrippen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Standplaats: een kavel die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten, zoals omschreven in artikel 1, laatste gedachtestreep, sub C van de Woningwet;

  • b.

    Woonwagen: zijnde een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, zoals omschreven in artikel 1, laatste gedachtestreep, sub B van de Woningwet. Een prefabwoning, chalet of houtskeletbouwwoning wordt in deze verordening ook gezien als woonwagen;

  • c.

    Huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats (en eventuele huurwoonwagen), waarin afspraken over het gebruik van de standplaats zijn vastgelegd;

  • d.

    Hoofdbewoner: het hoofd van de standplaatszoekende dan wel standplaatsinnemende huishouding;

  • e.

    Huishouden/huishouding: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;

  • f.

    Inkomensgrens: het jaarlijks door het ministerie van Binnenlandse Zaken vastgestelde inkomens- en huurprijsgrenzen voor sociale huurwoningen (waaronder standplaatsen en woonwagens);

  • g.

    Standplaatszoekende: huishouden dat in het toewijzingssysteem (wachtlijst) is ingeschreven en in aanmerking wenst te komen voor inneming van een standplaats (en eventuele woonwagen) op een woonwagenlocatie;

  • h.

    Wachtlijst: een lijst met standplaatszoekenden, waarin per standplaatszoekende de op enig moment opgebouwde punten worden bijgehouden. De toewijzing van een vrijgekomen woonwagenstandplaats (en woonwagen) geschiedt aan de hand van de wachtlijst;

  • i.

    Spijtoptant: een standplaatszoekende die in het verleden vanuit een woonwagen-standstandplaats in Land van Cuijk is verhuisd naar een reguliere woning, maar graag opnieuw een woonwagen wenst te betrekken;

  • j.

    Doorstromer: Een woonwagenbewoner die een standplaats in Land van Cuijk heeft, een nieuwe standplaats accepteert en ervoor zorgt dat zijn standplaats beschikbaar komt voor de wachtlijst

  • k.

    Afstammingsbeginsel: het beginsel dat inhoudt dat de standplaatszoekende, diens ouders dan wel grootouders in een woonwagen wonen dan wel moeten hebben gewoond, waarbij sprake moet zijn van een generatie op generatie doorlopende en intensieve beleving van de woonwagencultuur, wat kan worden vastgesteld doordat de inschrijver de adresgegevens van hemzelf, diens ouders of grootouders op het inschrijfformulier vermeldt, waarna burgemeester en wethouders met behulp van de Basisregistratie Personen toetsen of het genoemde adres van standplaatszoekende, ouders of grootouders een woonwagenlocatie betrof;

  • l.

    Mantelzorg: Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

  • m.

    Gereserveerde mantelzorg: Mantelzorg, anders dan mantelzorg als onder onderdeel L bedoeld, geboden door de ouder of het (klein)kind van de direct of in de toekomst hulpbehoevende bewoner, ten behoeve van de zelfredzaamheid, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten overstijgt. De huurder van een standplaats waarop een eigen woonwagen is geplaatst kan een (klein)kind of ouder aanwijzen die als mantelzorger fungeert;

  • n.

    Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk.

Artikel 2. Inschrijving wachtlijst

  • 1. Burgemeester en Wethouders stellen een wachtlijst vast van standplaatszoekenden. Burgemeester en Wethouders houden de wachtlijst actueel op basis van toewijzingen, nieuwe inschrijvingen en uitschrijvingen.

  • 2. Standplaatszoekenden die een inschrijving bij burgemeester en wethouders indienen worden geplaatst op de in het vorige lid bedoelde wachtlijst indien zij:

    • a.

      voldoen aan het afstammingsbeginsel, en;

    • b.

      de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, en;

    • c.

      de Nederlandse nationaliteit bezitten of anderszins rechtmatig in Nederland verblijven, en;

    • d.

      een sociale binding hebben met de gemeente Land van Cuijk, en;

    • e.

      eerste, tweede of derdegraads familie hebben die op een woonwagenlocatie in Land van Cuijk wonen.

  • De laatste twee voorwaarden gelden niet voor de standplaatszoekende die reeds minimaal 3 jaar in Land van Cuijk woont.

  • 3. Voor inschrijving wordt gebruikgemaakt van een vastgesteld inschrijfformulier. Op het formulier is aangegeven welke stukken de standplaatszoekende bij indiening van het formulier dient mee te sturen. De standplaatszoekende ontvangt een bevestiging van de inschrijving.

  • 4. De bevestiging van de inschrijving bevat het volgende:

    • a.

      het feit dat de aanvraag compleet volledig is en de standplaatszoekende op de wachtlijst wordt geplaatst. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders gegevens ontbreken, stelt zij de standplaatszoekende daarvan op de hoogte met het verzoek die gegevens alsnog binnen uiterlijk twee weken aan te leveren;

    • b.

      de door burgemeester en wethouders aan de standplaatszoekende toegekende eenmalige aanvangspunten;

    • c.

      de factuur voor de kosten van inschrijving.

  • 5. De inschrijving van de standplaatszoekende is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar, behoudens in het geval de ingeschreven standplaatszoekende overlijdt en hij/zij een geregistreerde partner heeft die voldoet aan het afstammingsbeginsel en zelf niet op de wachtlijst ingeschreven staat en minimaal 3 jaar ingeschreven staat op hetzelfde woonadres als de standplaatszoekende, in welk geval de opgebouwde punten overgedragen worden aan de desbetreffende partner.

  • 6. Standplaatszoekenden die al een standplaats huren of in eigendom hebben, kunnen zich ook inschrijven voor plaatsing op de wachtlijst.

  • 7. Een briefadres geldt in deze verordening niet als woonadres.

Artikel 3. Kosten inschrijving en verlenging

  • 1. De standplaatszoekende betaalt € 17,50 inschrijfkosten en € 17,50 voor jaarlijkse verlengingskosten. Jaarlijkse aanpassing van deze bedragen vindt plaats bij vaststelling van de legesverordening.

  • 2. Het door de standplaatszoekende medegedeelde correspondentieadres wordt door burgemeester en wethouders gebruikt voor de jaarlijkse facturering van de verlengings-kosten. De standplaatszoekende is gehouden burgemeester en wethouders schriftelijk te informeren bij een wijziging van het correspondentieadres. De standplaatszoekende zelf is daarmee verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van het juiste (en gewijzigde) adres.

Artikel 4. Vervallen van de inschrijving

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de inschrijving laten vervallen:

    • a.

      op eigen verzoek van de standplaatszoekende;

    • b.

      als de standplaatszoekende een aangeboden woonwagenstandplaats accepteert en een huurovereenkomst met de eigenaar van de standplaats aangaat;

    • c.

      in geval de standplaatszoekende onjuiste gegevens voor plaatsing op de wachtlijst heeft verstrekt;

    • d.

      als de standplaatszoekende de inschrijf- of verlengingskosten niet tijdig voldoet (na eenmalige herinnering);

    • e.

      als de standplaatszoekende is overleden.

  • 2. Een standplaatszoekende die is uitgeschreven van de wachtlijst, verliest daarmee de tot dan toe opgebouwde inschrijftijd en puntenaantal.

Artikel 5. Puntenopbouwsysteem

  • 1. Het puntenopbouwsysteem gaat uit van een eenmalige puntentoekenning bij inschrijving overeenkomstig het bepaalde in het derde lid én een jaarlijks op te bouwen puntenaantal overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid. Het totaal opgebouwde puntenaantal is beslissend voor de rang op de wachtlijst op het moment dat een standplaats vrijkomt.

  • 2. De in lid 5 omschreven situaties worden onderverdeeld in zeven categorieën; de toewijzing geschiedt steeds per opvolgende categorie. Als er in de eerste categorie geen toewijzing of acceptatie plaatsvindt, wordt de volgende categorie geraadpleegd, vervolgens weer in de daaropvolgende categorie.

  • 3. Op basis van de woonsituatie per 12 juli 2018 vindt eenmalige puntentoekenning plaats als volgt:

    • a.

      de standplaatszoekende die vanaf de geboorte onafgebroken bij de (groot)ouders op een standplaats in de gemeente woont, krijgt bij inschrijving eenmalig 100 punten toegewezen;

    • b.

      de standplaatszoekende die woonwagenbewoner is, op een standplaats in de gemeente woont, die hoofdbewoner is, en waarbij de huidige standplaats vrijkomt (= door-stromer), krijgt bij inschrijving eenmalig 80 punten toegewezen;

    • c.

      de standplaatszoekende die woonwagenbewoner is maar in een reguliere woning in de gemeente woont (= spijtoptant), krijgt bij inschrijving eenmalig 70 punten toegewezen;

    • d.

      de standplaatszoekende die woonwagenbewoner is, (aantoonbaar) minimaal 3 jaar op een standplaats in de gemeente woont, maar geen hoofdbewoner is (de standplaats komt niet vrij, de standplaatszoekende is inwonende in een woonwagen), krijgt bij inschrijving eenmalig 60 punten toegewezen;

    • e.

      alle andere standplaatszoekenden krijgen bij inschrijving eenmalig 1 punt toegewezen.

  • 4. De standplaatszoekende die op de wachtlijst staat, ontvangt gedurende elk jaar dat hij of zij ingeschreven staat, 12 punten boven op de opgebouwde punten.

  • 5. Bij de inschrijving wordt een nader onderscheid gemaakt naar de volgende categorieën:

    • a.

      Een inwonend kind dat geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Land van Cuijk en sindsdien onafgebroken bij diens ouders of grootouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Land van Cuijk woont valt onder categorie 1.

    • b.

      Kinderen of ouders van bewoners van de locatie waar een standplaats vrijkomt die nu in een woning of op een andere woonwagenlocatie wonen vallen onder categorie 2.

    • c.

      Een woonwagenbewoner die al meer dan drie jaar inwoont bij iemand anders op de locatie waar een standplaats vrijkomt valt onder categorie 3.

    • d.

      Een woonwagenbewoner die in de gemeente Land van Cuijk woont waar de standplaats vrijkomt valt onder categorie 4.

    • e.

      Overige eerste-, tweede- of derdegraads familieleden van de bewoners op de woonwagenlocatie waar een standplaats vrijkomt vallen onder categorie 5.

    • f.

      Een woonwagenbewoner die in een van de andere gemeenten woont waar deze regels gelden binnen de regio Noordoost Brabant, valt onder categorie 6.

    • g.

      Overige woonwagenbewoners die een standplaats zoeken vallen onder categorie 7.

  • 6. Met in achtneming van het in het eerste tot en met vijfde lid bepaalde wordt bij een gelijk puntentotaal in een gelijke categorie eerst voorrang verleend aan degene met de langste inschrijfduur en, indien beiden een gelijke inschrijfduur hebben, vindt toewijzing plaats aan degene met de hoogste leeftijd, en indien beiden een gelijke leeftijd hebben, vindt toewijzing plaats door middel van loting.

Artikel 6. Toewijzing

  • 1. Burgemeester en wethouders wijzen de standplaatszoekende een vrijgekomen standplaats toe volgens het puntensysteem en de voorrangsregels van artikel 5 en 6 en eventueel met inachtneming van de hardheidsclausule van artikel 10. De rangorde van de standplaats-zoekende op de wachtlijst wordt gebaseerd op het aantal eenmalig toegekende en op enig moment totaal opgebouwde punten.

  • 2. Indien een standplaats beschikbaar komt, worden eerst de standplaatszoekenden van artikel 5 lid 5 sub a aangeschreven (categorie 1). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 3. Indien de toewijzing ingevolge lid 2 van dit artikel (standplaatszoekenden uit categorie 1) niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 5 lid 5 sub b (categorie 2). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 4. Indien de toewijzing ingevolge lid 3 van dit artikel (standplaatszoekenden uit categorie 2) niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 5 lid 5 sub c (categorie 3). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 5. Indien de toewijzing ingevolge lid 4 van dit artikel (standplaatszoekenden uit categorie 3) niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 5 lid 5 sub d aangeboden (categorie 4). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 6. Indien de toewijzing ingevolge lid 5 van dit artikel (standplaatszoekenden uit categorie 4) niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 5 lid 5 sub e aangeboden (categorie 5). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 7. Indien de toewijzing ingevolge lid 6 van dit artikel (standplaatszoekenden uit categorie 5) niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 5 lid 5 sub f aangeboden (categorie 6). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

  • 8. Indien de toewijzing ingevolge lid 7 van dit artikel (standplaatszoekenden uit categorie 6) niet leidt tot een acceptatie, wordt de vrijgekomen standplaats vervolgens aangeboden aan de groep standplaatszoekenden van artikel 5 lid 5 sub g aangeboden (categorie 7). Degene uit deze groep met het op dat moment hoogst aantal punten wordt vervolgens als eerste benaderd om zijn of haar belangstelling kenbaar te maken. De standplaatszoekende heeft het recht te weigeren zonder verlies van het aantal punten. Bij weigering wordt de eerstvolgende van deze groep op de wachtlijst benaderd voor toewijzing van de vrijgekomen standplaats.

Artikel 7. Koop of huur

  • 1. Indien de vrijgekomen standplaats een koopstandplaats betreft, wordt deze aan de betreffende standplaatszoekende in koop aangeboden. Indien de vrijgekomen standplaats een standplaats met huurwoonwagen betreft, wordt deze aan de betreffende standplaatszoekende in huur aangeboden. Alle huurstandplaatsen met huurwoonwagens zijn eigendom van de woningcorporatie en behoren tot de zogeheten ‘sociale kernvoorraad’.

  • 2. Alleen standplaatszoekenden van 23 jaar en ouder komen in aanmerking voor een huurstandplaats met huurwoonwagen.

Artikel 8. Gereserveerde mantelzorg

  • 1. Indien de huurder van de standplaats aan wie gereserveerde mantelzorg werd verleend, komt te overlijden of vertrekt, zal de standplaats eenmalig met voorrang worden toegewezen aan de bij de verhuurder geregistreerde mantelzorger, ongeacht zijn rangorde op de wachtlijst.

  • 2. De voorwaarden voor het bepaalde in het vorige lid zijn als volgt:

    • a.

      de standplaatszoekende moet opgenomen zijn op wachtlijst;

    • b.

      de standplaatszoekende moet met het formulier 'Gereserveerde mantelzorg' zijn aangemeld en geregistreerd worden door de gemeente voor de desbetreffende standplaats;

    • c.

      het inkomen van de standplaatszoekende dient in redelijke verhouding te staan tot de woonlast van de standplaats en de woonwagen tezamen;

    • d.

      indien op de standplaats reeds een ouder recht krachtens gereserveerde mantelzorg van toepassing is, kan geen nieuwe aanspraak meer worden gemaakt op gereserveerde mantelzorg.

Artikel 9. Overgangsregeling bestaande inschrijvingen

  • 1. De standplaatszoekenden die reeds bij de voormalige gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis ingeschreven stonden op de wachtlijst voor een standplaats, voldoen aan de voorwaarden van artikel 2 lid 2 én zich na de inwerkingtreding van deze verordening willen inschrijven, worden ingedeeld in de van toepassing zijnde categorie inclusief startpunten als genoemd in artikel 5. Deze groep standplaatszoekenden krijgt naast de categorie-indeling en de toegewezen startpunten, eenmalig extra punten toegekend, gelijk aan de optelsom van het aantal maanden dat zij ingeschreven stonden bij de bestuurlijke voorgangers van de gemeente Land van Cuijk voor een standplaats in de gemeente Land van Cuijk.

  • 2. De in lid 1 genoemde standplaatszoekenden hoeven geen inschrijfkosten te betalen. De jaarlijkse verlengingskosten dienen wel te worden betaald.

Artikel 10. Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd naar eigen inzicht in de geest van deze verordening te beslissen in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

  • 2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om in situaties waarin toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leiden, af te wijken van deze verordening.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Toewijzingsverordening woonwagenstandplaatsen Land van Cuijk 2023’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk in zijn openbare vergadering van 29 juni 2023.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Marieke Moorman