Subsidieregeling verduurzamen maatschappelijk vastgoed

1. De subsidie bedraagt 50% van de werkelijke kosten van maatregelen tot maximaal € 50.000 exclusief BTW.

2. Subsidie wordt alleen verstrekt als de werkelijke kosten van maatregelen minimaal € 5.000 bedragen.

3. Indien een huurder/pachter een subsidie aanvraagt, dient de aanvraag gepaard met een bevestiging van de afspraken die zijn gemaakt met de eigenaar van het pand inclusief een verklaring van goedkeuring over de voorgenomen investering.

4. De aanvrager blijft na realisatie eigenaar van de duurzaamheidsmaatregelen.

1. De maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen dienen betrekking te hebben op het verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed en/of de installaties daarvan.

2. De subsidie op grond van deze subsidieregeling bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen (subsidies) in deze kosten.

3. Financieringskosten ten behoeve van een lening als bedoeld in de Verordening Stimuleringslening verduurzamen maatschappelijk vastgoed, vastgesteld door de raad van de gemeente Hardenberg in zijn vergadering van 10 juli 2023, zijn subsidiabel.

4. Het college kan een aanvraag voor een subsidie op grond van deze subsidieregeling afwijzen indien de maatregelen waarvoor deze wordt aangevraagd onvoldoende aansluiten bij de beleidsdoelen van de gemeente Hardenberg als bedoeld in artikel 5.

1. Voor deze regeling geldt een subsidieplafond van € 1.000.000,-.

2. Indien door het verlenen van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden, wijst het college een aanvraag af.

1. Een aanvraag voor een subsidie op grond van deze regeling wordt schriftelijk bij het college ingediend via www.hardenberg.nl/subsidieloket onder opgave van:

• a.

  de te treffen energiebesparende maatregel(en) of duurzame energietechniek(en);

• b.

  maatregelen die technisch noodzakelijk en uitsluitend dienstbaar zijn aan de onder artikel 8 a bedoelde maatregelen;

• c.

  de werkelijke kosten van het treffen van de maatregelen, voorzien van een financiële onderbouwing, bijvoorbeeld door middel van offertes;

2. Subsidie kan alleen worden aangevraagd voor nog te realiseren maatregelen. Aanvragen die tussen 1 augustus en 1 oktober 2023 worden ingediend, hebben betrekking op maatregelen die gerealiseerd worden tussen 1 oktober 2023 en 31 december van het daaropvolgende jaar. Subsidieaanvragen die na 1 oktober 2023 worden ingediend hebben betrekking op maatregelen die in de 12 maanden na aanvraag worden gerealiseerd.

3. Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

4. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

5. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, besluit het college de aanvraag buiten behandeling te stellen.

6. Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af. Als moment van binnenkomst geldt: het moment waarop een complete aanvraag binnenkomt. Als een aanvraag, na toepassing van het bepaalde in lid 4, gecompleteerd is, geldt het moment van binnenkomst van de completering als moment van binnenkomst van de aanvraag

7. Het college beslist voor 1 december 2023 over de subsidieaanvragen die zijn ingediend tussen 1 augustus en 1 oktober 2023, en maakt die door middel van een toewijzings- of afwijzingsbesluit bekend aan de aanvrager. Het college beslist binnen 8 weken over de subsidieaanvragen die zijn ingediend na 1 oktober.

8. Overschrijding van de in het zevende lid bedoelde termijnen betekent niet dat de aanvraag is of wordt gehonoreerd.

9. Indien het College besluit subsidie te verlenen wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd de realisering van de voorziening daadwerkelijk te voltooien binnen een periode van 12 maanden.

10. Indien blijkt dat de aanvrager niet aan de in het negende lid bedoelde verplichting kan voldoen, kan het College, op verzoek van de aanvrager, in bijzondere gevallen uitstel verlenen. De aanvrager dient een verzoek tot uitstel te doen uiterlijk 1 maand voor het einde van de periode waarbinnen de realisering van de maatregelen voltooid dient te zijn.

1. Het college wijst een aanvraag voor een subsidie op grond van deze subsidieregeling af, indien:

• a.

  het subsidieplafond door het verlenen van de subsidie zou worden overschreden; of

• b.

  de werkelijke kosten van de maatregelen naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het daarmee te verkrijgen resultaat; of

• c.

  de werkelijke kosten van de maatregelen minder bedragen dan € 5.000; of

• d.

  er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze subsidieregeling gestelde voorschriften en/of bepalingen; of

• e.

  de maatregelen al zijn gerealiseerd of al is aangevangen met de realisering daarvan.

2. Het college trekt een verleende subsidie op grond van deze subsidieregeling (toewijzing, bedoeld in artikel 8, lid 7) in, indien:

• a.

  de subsidie is verleend/toegewezen op grond van onjuiste gegevens; of

• b.

  de maatregelen waarvoor subsidie is verleend niet tot stand komen.

1. De aanvraag tot subsidievaststelling moet binnen twee maanden na voltooiing van de realisering van de maatregelen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, lid 10 of 11, worden ingediend bij het college.

2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient de subsidieontvanger een financiële verantwoording over te leggen.