Besluit van de raad van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Aalsmeer 2023

Geldend van 25-07-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 14-07-2023

Intitulé

Besluit van de raad van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Aalsmeer 2023

Zaaknummer: Z23-061783

De raad van de gemeente Aalsmeer;

gelezen het voorstel van het presidium van 23 mei 2023;

gelet op artikel 155a en artikel 84 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op het onderzoeksrecht van de raad van de gemeente Aalsmeer 2023

Hoofdstuk 1 Definities

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • enquêtecommissie: een commissie zoals bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet, die een raadsenquête uitvoert;

  • lid: lid van de commissie;

  • raad: gemeenteraad van Aalsmeer;

  • raadsenquête: een onderzoek zoals bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • reguliere onderzoekscommissie: een commissie zoals bedoeld in artikel 84 van de gemeentewet, die een regulier raadsonderzoek uitvoert;

  • voorzitter: voorzitter van de commissie;

Hoofdstuk 2 Raadsenquête

Artikel 2 Raadsenquête en enquêtecommissie

  • 1.

    De raad kan op een verzoek van een of meer van zijn leden een onderzoek instellen zoals bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet en daartoe een commissie instellen zoals bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet.

  • 2.

    De enquêtecommissie bestaat uit minimaal 3 raadsleden. Bij de samenstelling van de enquêtecommissie draagt de raad zorg voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen.

  • 3.

    De raad benoemt de leden en een toereikend aantal plaatsvervangende leden.

  • 4.

    De enquêtecommissie stelt een protocol op met betrekking tot zijn werkwijze.

Artikel 3 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter van de enquêtecommissie. De leden van de enquêtecommissie kiezen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de beraadslaging en zitting;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het bewaken van het door de raad voor het onderzoek vastgestelde budget;

    • d.

      het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

    • e.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 4 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de enquêtecommissie eindigt indien:

    • a.

      de raad besluit tot opheffing van de enquêtecommissie;

    • b.

      een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • c.

      de enquêtecommissie besluit een lid van zijn commissie te horen;

    • d.

      een lid ontslag neemt.

  • 2.

    Een lid van de enquêtecommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de enquêtecommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 5 Bevoegdheden van de enquêtecommissie

  • 1.

    De enquêtecommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

  • 2.

    De enquêtecommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

  • 3.

    De enquêtecommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

  • 4.

    De enquêtecommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.

  • 5.

    De enquêtecommissie kan de bovengenoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn.

  • 6.

    De enquêtecommissie besluit met meerderheid van stemmen. In het geval dat de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 7.

    De Verordening op de raadscommissies Aalsmeer 2022 is niet van toepassing.

Artikel 6 Ambtelijke bijstand

  • 1.

    De griffier of een door de griffier aan te wijzen medewerker ondersteunt de enquêtecommissie als commissiegriffier. De griffier van de enquêtecommissie kan zich laten ondersteunen door één of meer door de griffier aan te wijzen andere medewerkers.

  • 2.

    Indien de gevraagde ondersteuning niet door de griffie(r) kan worden verleend kan de griffier de gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde ondersteuning zo spoedig mogelijk verlenen. De ambtenaren worden in voldoende mate vrijgesteld voor de gevraagde ondersteuning.

  • 3.

    De griffier van de enquêtecommissie is bij iedere zitting van de enquêtecommissie aanwezig.

  • 4.

    Bij verhindering of afwezigheid van de griffier van de enquêtecommissie wordt diens plaats ingenomen door een door de griffier aan te wijzen vervanger.

  • 5.

    De Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Aalsmeer 2018 is niet van toepassing.

Artikel 7 Zittingen

  • 1.

    De voorzitter van de enquêtecommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt die ter openbare kennis.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden van de enquêtecommissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op.

  • 3.

    Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 4.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld.

Artikel 8 Onwillige getuigen en deskundigen bij zittingen

  • 1.

    Indien een opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt, wordt daarvan door de griffier een proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal staan in ieder geval een nauwkeurige omschrijving van de wijze van oproeping en van de reden waarom naar de mening van de enquêtecommissie de getuige of deskundige verplicht is om aan de oproep van de enquêtecommissie te voldoen.

  • 2.

    De enquêtecommissie besluit indien een situatie als genoemd in het eerste lid zich voordoet of een niet verschenen getuige of deskundige met gebruikmaking van artikel 155d, tweede lid van de gemeentewet alsnog voor de enquêtecommissie zal worden gebracht.

  • 3.

    Indien een getuige weigert de eed of belofte af te leggen of weigert te antwoorden op vragen van de enquêtecommissie wordt hiervan door de griffier een proces-verbaal opgemaakt;

  • 4.

    Indien de enquêtecommissie het sterke vermoeden heeft dat door een getuige meineed wordt gepleegd, doet de voorzitter hiervan aangifte bij het openbaar ministerie.

  • 5.

    Opgestelde processen-verbaal worden door de aanwezige leden van de enquêtecommissie en de griffier ondertekend.

Artikel 9 Toehoorders en pers bij zittingen

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken.

Artikel 10 Geluids- en beeldregistraties van zittingen

  • 1.

    De griffier van de enquêtecommissie draagt zorg voor het maken van beeld- en geluidsopnames van zittingen, tenzij de enquêtecommissie oordeelt dat dit niet noodzakelijk is.

  • 2.

    Anderen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Artikel 11 Verslaglegging van zittingen

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

  • 2.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

  • 3.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de commissiegriffier.

Artikel 12 Beraadslagingen van de enquêtecommissie

  • 1.

    De enquêtecommissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

  • 2.

    De enquêtecommissie beraadslaagt achter gesloten deuren.

Artikel 13 Budget van de enquêtecommissie

  • 1.

    De raad stelt bij het besluit tot het instellen van een onderzoek een budget beschikbaar.

  • 2.

    Een lid van de enquêtecommissie wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Verordening rechtspositie raadsleden en fractieassistenten Aalsmeer 2019.

Artikel 14 Afronding van het onderzoek

  • 1.

    De enquêtecommissie doet verslag van haar bevindingen in een onderzoeksrapport en biedt dit aan de raad aan.

  • 2.

    De enquêtecommissie besluit of zij het verslag van bevindingen vergezeld doet gaan van aanbevelingen.

  • 3.

    Van het afwijkende gevoelen van een lid van de enquêtecommissie ten aanzien van de inhoud van het onderzoeksrapport of een onderdeel daarvan, wordt op verzoek van dat lid melding gemaakt in het onderzoeksrapport.

Hoofdstuk 3 Regulier raadsonderzoek

Artikel 15 Regulier raadsonderzoek en reguliere onderzoekscommissie

  • 1.

    De raad kan op een verzoek van een of meer van zijn leden een onderzoek instellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur en daartoe een commissie instellen zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De reguliere onderzoekscommissie bestaat uit minimaal 3 leden. In de commissie kunnen zowel raadsleden als externe leden plaatsnemen. Bij de samenstelling van de reguliere onderzoekscommissie draagt de raad zorg voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen.

  • 3.

    De raad benoemt de leden en een toereikend aantal plaatsvervangende leden.

Artikel 16 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter van de reguliere onderzoekscommissie. De leden van de reguliere onderzoekscommissie kiezen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zijn raadsleden.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de beraadslaging en zitting;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het bewaken van het door de raad voor het onderzoek vastgestelde budget;

    • d.

      het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

    • e.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 17 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van de reguliere onderzoekscommissie eindigt indien:

    • a.

      de raad besluit tot opheffing van de reguliere onderzoekscommissie;

    • b.

      een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • c.

      een lid ontslag neemt.

  • 2.

    Een lid van de reguliere onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de reguliere onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3.

    In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 18 Bevoegdheden van de reguliere onderzoekscommissie

  • 1.

    De reguliere onderzoekscommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

  • 2.

    De reguliere onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen. In het geval dat de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 3.

    De Verordening op de raadscommissies Aalsmeer 2022 is niet van toepassing.

Artikel 19 Ambtelijke bijstand

  • 1.

    De griffier of een door de griffier aan te wijzen griffiemedewerker ondersteunt de reguliere onderzoekscommissie als commissiegriffier. De griffier van de reguliere onderzoekscommissie kan zich laten ondersteunen door één of meer door de griffier aan te wijzen andere medewerkers.

  • 2.

    Indien de gevraagde ondersteuning niet door de griffie(r) kan worden verleend kan de griffier de gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde ondersteuning zo spoedig mogelijk verlenen. De ambtenaren worden in voldoende mate vrijgesteld voor de gevraagde ondersteuning.

  • 3.

    Bij verhindering of afwezigheid van de griffier van de reguliere onderzoekscommissie wordt diens plaats ingenomen door een door de griffier aan te wijzen vervanger.

  • 4.

    De Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Aalsmeer 2018 is niet van toepassing.

Artikel 20 Beraadslagingen van de reguliere onderzoekscommissie

  • 1.

    De reguliere onderzoekscommissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

  • 2.

    De reguliere onderzoekscommissie beraadslaagt achter gesloten deuren.

Artikel 21 Budget van de reguliere onderzoekscommissie

  • 1.

    De raad stelt bij het besluit tot het instellen van een onderzoek een budget beschikbaar.

  • 2.

    Een lid van de enquêtecommissie wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend zoals bedoeld in artikel 2.2 van de Verordening rechtspositie raadsleden en fractieassistenten Aalsmeer 2019.

Artikel 22 Afronding van het onderzoek

  • 1.

    De reguliere onderzoekscommissie doet verslag van haar bevindingen in een onderzoeksrapport en biedt dit aan de raad aan.

  • 2.

    De reguliere onderzoekscommissie besluit of zij het verslag van bevindingen vergezeld doet gaan van aanbevelingen.

  • 3.

    Van het afwijkende gevoelen van een lid van de onderzoekscommissie ten aanzien van de inhoud van het onderzoeksrapport of een onderdeel daarvan, wordt op verzoek van dat lid melding gemaakt in het onderzoeksrapport.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en treedt met terugwerkende kracht tot 14 juli 2023.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op het recht van onderzoek van de raad van de gemeente Aalsmeer’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalsmeer, gehouden op 13 juli 2023.

De griffier,

O. van Kolck

De voorzitter,

mr. G. E. Oude Kotte