Subsidieverordening Kerktorens Hollands Kroon

Geldend van 25-07-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening Kerktorens Hollands Kroon

De raad van de gemeente Hollands Kroon;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2023;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Subsidieverordening Kerktorens Gemeente Hollands Kroon

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon;

  • b.

    Duurzame instandhouding: het treffen van maatregelen en uitvoeren van werkzaamheden ten behoeve van het langdurige voortbestaan van bouwwerk;

  • c.

    Eigenaar: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een kerkgebouw of kerktoren;

  • d.

    Kerkgebouw: een gebouw, gesitueerd binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Hollands Kroon, dat is gebouwd in opdracht van een religieus genootschap ten behoeve van het gezamenlijk uitoefenen van de eredienst;

  • e.

    Kerktoren: een hoog opgaand bouwwerk, gesitueerd binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Hollands Kroon, dat aanmerkelijk hoger is dan het breed en lang is en bij een kerkgebouw hoort. In de meeste gevallen is de toren verbonden aan het schip, dan kunnen de kerktoren en het kerkgebouw niet los van elkaar worden gezien. Maar de toren kan ook losstaand zijn gebouwd;

  • f.

    Luidwerk: een openbare geluidsaanduiding van een of meerdere luidklokken met luidklepels en luidassen;

  • g.

    Maatschappelijke activiteiten: activiteiten op het gebied van sport, cultuur, buurt- en welzijnswerk, onderwijs en zorg;

  • h.

    Onderhoudswerkzaamheden: het totaal van werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding;

  • i.

    Raad: de gemeenteraad van Hollands Kroon;

  • j.

    Restauratiewerkzaamheden: werkzaamheden die gericht zijn op het herstellen en handhaven van de bestaande toestand of het herstellen van een eerdere bouwfase door latere wijzigingen ongedaan te maken;

  • k.

    Uurwerk: een uurwerk in kerktorens bestemd voor openbare tijdaanwijzing;

  • l.

    Werkzaamheden: onderhouds- en/of restauratiewerkzaamheden.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor de volgende erfgoedcategorieën:

  • 1.

    Restauratie- en onderhoudswerkzaamheden aan kerktorens van kerkgebouwen.

  • 2.

    Restauratie- en onderhoudswerkzaamheden aan het luidwerk van een kerktoren.

  • 3.

    Restauratie- en onderhoudswerkzaamheden aan het uurwerk van een kerktoren.

Artikel 3 Bevoegdheid

Het college is bevoegd tot het verlenen, vaststellen en uitbetalen van subsidie als bedoeld in deze regeling. Het college is eveneens bevoegd tot het intrekken of wijzigen van subsidieverlenings- of subsidievaststellingsbesluiten, alsmede tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van subsidiegelden.

Artikel 4 Subsidieplafond

De raad stelt ieder jaar voor het daaropvolgende kalenderjaar of voor een meerjarenperiode een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:25 e.v. van de Algemene Wet Bestuursrecht vast.

Artikel 5 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde plafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene Wet Bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen, dan worden deze aanvragen naar het daaropvolgende jaar doorgeschoven.

Artikel 6 Begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college verleent subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd op voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Het college dient binnen vier weken na de vaststelling of goedkeuring van de begroting de aanvrager schriftelijk mede te delen of zij een beroep doet op de in het eerste lid bedoelde voorwaarde.

Hoofdstuk 2 De aanvraagprocedure

Artikel 7 De aanvraag

Een aanvraag voor subsidie op basis van deze regeling moet worden aangevraagd uiterlijk 6 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 8 Aanleveren van gegevens

De volgende gegevens moeten worden aangeleverd bij de aanvraag:

  • a.

    een (technische) omschrijving van de te verrichten werkzaamheden of een bestek, met een daaraan gerelateerde gespecificeerde begroting of offerte;

  • b.

    voor zover van toepassing: tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (schaal 1:100);

  • c.

    een inspectierapport van een naar het oordeel van het college ten aanzien van de monumentenzorg deskundige of deskundige instelling;

  • d.

    voor zover van toepassing: de naam en het adres van het bedrijf dat een voorziening treft;

Artikel 9 Aanvullen van de gegevens

  • 1. Indien de aanvraag niet volledig is of niet is voorzien van de in artikel 8 bedoelde gegevens dan wel wanneer deze gegevens onvoldoende duidelijk zijn om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen, doet het college daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

  • 2. De aanvrager dient binnen de in de mededeling als genoemd in lid 1 aangegeven termijn de aanvraag aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken. Indien de gevraagde gegevens niet binnen deze termijn zijn verstrekt, neemt het college de aanvraag niet in behandeling.

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de aanvraag ontvangt de aanvrager een schriftelijk besluit.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist binnen 6 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend (aanvraagdatum).

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt, ingeval op het moment van de aanvraagdatum de eventueel van toepassing zijnde omgevingsvergunning nog niet in rechte vaststaat, de datum van het onherroepelijk worden van de onderhavige omgevingsvergunning in de plaats van de aanvraagdatum.

Artikel 11 Toegestane uitvoeringstermijn

  • 1. Het college trekt het besluit tot subsidieverlening in als de opdracht tot het verrichten van werkzaamheden niet binnen 12 maanden na datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening is gegeven

  • 2. Bij onvoorziene omstandigheden die buiten de directe invloedsfeer van de aanvrager liggen kan het college de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk verlengen met nogmaals 12 maanden op verzoek van de aanvrager.

Hoofdstuk 3 Subsidieverlening

Artikel 12 Subsidiabele kosten kerktorens, luidwerk en uurwerk

  • 1. Het college kan subsidie verlenen voor kerktorens voor de volgende restauratiewerkzaamheden;

    • a.

      herstel van het casco. Hieronder wordt verstaan: de hoofdstructuur van de kerktoren bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven;

    • b.

      alle onderhoudswerkzaamheden als nader omschreven in lid 2 die tegelijk met één of meer van de hier genoemde restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd; herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur) al dan niet in combinatie met herstel van het casco. Het gaat dan om zaken als vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister- en schilderwerk, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen;

    • c.

      reconstructies van verdwenen of gewijzigde onderdelen indien en voor zover deze verdwijning en wijziging afbreuk doet aan de monumentale waarde van het object;

  • 2. Het college kan subsidie verlenen voor kerktorens voor de volgende onderhoudswerkzaamheden;

    • a.

      buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk, voor zover het betreft de buitenramen, buitenkozijnen, buitendeuren, galmborden en balustrade;

    • b.

      herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met tengels en panlatten), leien, lood, zink of koper en, uitsluitend in samenhang hiermee, het herstel van gedeelten van het dakbeschot en sporen;

    • c.

      herstel van goten, in zink, koper of lood, inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren, en het aanbrengen van voor de waterafvoer noodzakelijke goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

    • d.

      herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, lijstwerk en luiken;

    • e.

      herstel van torenkruis, galmborden, loodaansluitingen;

    • f.

      herstel van dak- of torenluiken en loopbruggen, inclusief het afgazen van torenluiken en galmgaten en het nemen van beperkte maatregelen tegen overlast van vogels en vleermuizen;

    • g.

      inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

    • h.

      op kleine schaal vervangen of inboeten van natuursteen;

    • i.

      behandelen van muur- of houtwerk ter regulering van de vochthuishouding, dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

    • j.

      herstel van gedeelten van dragende constructies (ankerbalkgebinten, schoren en platen, balkkoppen, en spantbenen);

    • k.

      herstel van glas-in-loodbeglazing en het aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas of historisch waardevol glas;

    • l.

      vervangen en herstel van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarde;

    • m.

      het plaatsen van achterzetbeglazing in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen.

  • 3. Het college kan subsidie verlenen voor luidwerken voor de volgende restauratie- en onderhoudswerkzaamheden;

    • a.

      herstel van het luidwerk. Hieronder wordt onder andere verstaan: klokken, luidmechanisme en klokkenstoelen;

    • b.

      herstel van de luidklokken (werkzaamheden zoals het opvullen van slagplekken, het herstel van kronen en dergelijke);

    • c.

      herstel van de klokophanging (werkzaamheden aan onder andere stroppen en kloklagers);

    • d.

      herstel van klepels en slaghamers (werkzaamheden zoals het uitgloeien van klepels, de revisie en afstelling van de klepelophanging, de vervangen van moderne klepels door historisch verantwoorde klepels en dergelijke);

    • e.

      herstel van de luidinrichting (werkzaamheden aan onder andere luidassen, luidwielen, luidarmen, luidtouwen/- kettingen en luidmotoren);

  • 4. Het college kan subsidie verlenen voor uurwerken voor de volgende restauratie- en onderhoudswerkzaamheden;

    • a.

      herstel van het uurwerk. Hieronder wordt onder andere verstaan: schilderwerk, wijzerplaat, gaand werk, slagwerk, gewichtsaandrijving, tappen en lagers en uurwerkkast;

    • b.

      herstel van de wijzerplaat in hout, lood, koper, keramisch of metaal, wijzerwerk en wijzeraandrijving;

    • c.

      herstel van het gaand werk (onder andere herstel foliot of slinger, staalkabels opwindrondsel, slingervangersysteem);

    • d.

      herstel van het slagwerk (onder andere slagwerklichter, sluitschijf, slaghamer);

    • e.

      herstel van de gewichtsaandrijving, katrollen en gewichten;

    • f.

      herstel van (as)tappen en lagers;

    • g.

      herstel van de uurwerkkast;

    • h.

      vervangen van het mechanische uurwerk voor een digitaal uurwerk voor aandrijving en luiden ten behoeve van duurzaam onderhoud. Het historisch uurwerk dient op de bestaande positie aanwezig te blijven;

    • i.

      onderhoudswerkzaamheden zoals het schoonmaken, smeren en zo nodig bijregelen van de bewegende delen.

  • 5. Indien de aanvrager de voorzieningen in zelfwerkzaamheid verricht, kunnen alleen de materiaalkosten en eventueel noodzakelijk materieel als steigers als subsidiabel worden opgevoerd.

  • 6. De subsidie in de kosten van restauratie of onderhoud van een kerktoren, luidwerk en/of uurwerk bedraagt 25% van het totaal van de door het college subsidiabel geachte kosten, als genoemd in lid 1 tot en met 5, tot een bedrag van maximaal € 25.000, - per aanvraag.

  • 7. Als subsidiabele kosten worden tevens aangemerkt de kosten verbonden met de uitvoering van de subsidiabel geachte restauratie- of onderhoudswerkzaamheden als bedoeld in lid 1 tot en met 5 van dit artikel voor zover het betreft:

    • a.

      het opstellen van een restauratieplan;

    • b.

      het verrichten van bouwhistorisch onderzoek of een haalbaarheidsonderzoek;

    • c.

      het opstellen van een (meerjaren)onderhoudsplan;

    • d.

      uitvoeren van bouwkundige inspectie.

  • 8. De subsidie voor de kosten als genoemd in lid 7 bedraagt 50% van het totaal van de door het college subsidiabel geachte kosten, tot een bedrag van maximaal € 1.500,00 per aanvraag.

Artikel 13 Eigenaar

  • 1. Subsidie kan uitsluitend aangevraagd en verleend worden aan de eigenaar.

  • 2. Subsidie kan niet worden verleend voor kerktorens, luidwerken en uurwerken in eigendom van het rijk, een provincie of gemeente of een daartoe behorende dienst of instelling.

Artikel 14 Toestaan inspectie (ambtelijk) deskundige

De aanvrager van subsidie dient een door het college aangewezen deskundige of ambtenaar in gemeentelijke dienst desgewenst de gelegenheid te bieden de kerktoren, het luidwerk en/of het uurwerk en de wijze waarop de werkzaamheden zullen worden of zijn uitgevoerd, te inspecteren.

Artikel 14 Uitvoeringsvoorschriften

Het college kan aan de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt verleend nadere voorschriften verbinden.

Artikel 16 Schriftelijke toestemming bij afwijking van de verstrekte gegevens

De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is verleend, mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met schriftelijke toestemming van het college.

Artikel 17 Afwijzingscriteria

De subsidie wordt niet verleend indien één of meer van de navolgende situaties zich voordoet:

  • a.

    de aanvrager niet aantoonbaar de eigenaar van het monument is;

  • b.

    een voor de werkzaamheden vereiste vergunning niet is verleend;

  • c.

    de kosten van de voorzieningen kunnen worden gedekt uit de opbrengsten van een brand- en/of stormverzekering of enige andere vorm van verzekering;

  • d.

    de aanvrager zonder schriftelijke toestemming vooraf van het college met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de subsidie is verleend;

  • e.

    door het verlenen van subsidie het in artikel 4 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden;

  • f.

    de aanvrager een daarvoor door het college aangewezen deskundige of ambtenaar niet toestaat om het monument of varend erfgoed te inspecteren;

  • g.

    de gevraagde voorzieningen geen zicht geven op duurzame instandhouding;

  • h.

    door de uitvoering van de werkzaamheden de (historische) karakteristiek wordt aangetast;

  • i.

    de kosten van de gevraagde voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • j.

    als voor dezelfde werkzaamheden aan de kerktoren, luidwerk en/of uurwerk in de voorafgaande periode van 6 jaar subsidie is toegekend;

  • k.

    voor zover van toepassing: het bedrijf dat de voorzieningen zal treffen niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel

  • l.

    een kerktoren, luidwerk of uurwerk voor dezelfde restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden een aanvraag heeft ingediend voor de subsidie voor gemeentelijke monumenten of de voorgaande 6 jaar voor dezelfde werkzaamheden een subsidie voor gemeentelijke monumenten heeft ontvangen.

Hoofdstuk 4 Subsidievaststelling en -uitbetaling

Artikel 18 Subsidievaststelling

  • 1. Binnen 4 weken na het voltooien van de voorzieningen dient de aanvrager een verzoek in voor vaststelling en uitbetaling van de subsidie door te verklaren, dat de werkzaamheden zijn voltooid onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens:

    • a.

      de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt

    • b.

      een verklaring van de ambtenaar Erfgoed dat de werkzaamheden zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2. Het besluit tot subsidievaststelling wordt binnen zes weken na indiening van de aanvraag als genoemd in lid 1 genomen.

  • 3. Indien naar het oordeel van het college niet wordt voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens en de termijn waarbinnen deze moeten worden aangeleverd.

  • 4. De aanvrager dient binnen de in lid 3 aangegeven termijn de aanvraag aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken.

  • 5. Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt indien niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste of derde lid. De aanvrager ontvangt hiervan een schriftelijk besluit.

  • 6. Indien uit de aanvraag als bedoeld in lid 1 blijkt dat de werkelijke kosten hoger zijn dan de aangevraagde subsidiabele kosten, wordt de subsidie vastgesteld over de in de verleningsbeschikking genoemde subsidiabele kosten.

  • 7. Indien uit de aanvraag als bedoeld in lid 1 blijkt dat de werkelijke kosten lager zijn dan de in de ver- leningsbeschikking genoemde subsidiabele restauratiekosten, wordt de subsidie vastgesteld over de werkelijke kosten.

Artikel 19 Uitbetaling

Overeenkomstig artikel 4:87 van de Algemene wet bestuursrecht geschiedt de betaling binnen zes weken nadat het besluit tot subsidievaststelling is bekendgemaakt op een door de aanvrager op te geven bankrekeningnummer.

Artikel 20 Opschorting en terugvordering

De artikelen 4:56 en 4:57 Awb zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5 Intrekking of wijziging van de subsidie

Artikel 21 De intrekking/wijziging

Wat betreft de mogelijkheden om een besluit tot subsidieverlening of subsidievaststelling in te trekken of te wijzigen is Afdeling 4.2.6 Awb onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan van de bepalingen van deze verordening afwijken indien de toepassing ervan zou leiden tot kennelijke onbillijkheden van overwegende aard of indien zich omstandigheden voordoen waarin niet door deze verordening is voorzien.

  • 2. Van de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid mag geen gebruik worden gemaakt als hierdoor in strijd gehandeld zou worden met de Algemene wet bestuursrecht of andere wettelijke bepalingen.

Artikel 23 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening Kerktorens Hollands Kroon.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 13 juli 2023.

Griffier

J.M.M. Vriend

Voorzitter

A. van Dam