Uitvoeringsregeling subsidie onderhoud provinciale monumenten Noord-Holland 2023

Geldend van 21-07-2023 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie onderhoud provinciale monumenten Noord-Holland 2023

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Overwegende dat het wenselijk is om het onderhoud van provinciale monumenten met een subsidie te stimuleren en dat door onderhoud het behoud van het provinciale monument wordt bevorderd of vergroot;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het kader van rechtvaardiging van de staatssteun, de volgende steunmaatregel van toepassing achten:

Artikel 53 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbj bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187) (Algemene groepsvrijstellingsverordening).

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie onderhoud provinciale monumenten Noord-Holland 2023

Artikel 1

In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);

  • b.

    inspectierapport: door een onafhankelijk ter zake deskundig persoon of instantie opgesteld rapport conform de ERM Uitvoeringsrichtlijn URL 2005 dat de bouwkundige staat van een monument beschrijft;

  • c.

    monument: een onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed van de provincie Noord-Holland, die is ingeschreven in het provinciale erfgoedregister als bedoeld in artikel 3,17, derde lid, Erfgoedwet;

  • d.

    onderhoudswerkzaamheden: regelmatig terugkerende en geheel of gedeeltelijke herstelwerkzaamheden.

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    de eigenaar van een monument;

  • b.

    de natuurlijke of rechtspersoon die belast is met het beheer of het behoud van het monument.

Artikel 3

Subsidie kan worden verstrekt voor reeds verrichte onderhoudswerkzaamheden aan een monument

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

  • a.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteit;

  • b.

    een inspectierapport, dat niet ouder is dan 3 jaar;

  • c.

    de facturen en de betaalbewijzen van de uitgevoerde werkzaamheden die niet ouder zijn dan 24 maanden;

  • d.

    indien subsidie wordt gevraagd voor een rooms-katholiek religieus gebouw bevat de aanvraag tevens een bisschoppelijke verklaring waaruit blijkt dat wordt ingestemd met de uitvoering van de restauratie conform de subsidieaanvraag;

  • e.

    indien de aanvrager om subsidie niet de eigenaar is van het monument bevat de aanvraag om subsidie tevens een document waaruit blijkt dat de eigenaar instemt met de onderhoudswerkzaamheden..

Artikel 5

Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 6

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 7

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste subsidiabele kosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 8

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de onderhoudswerkzaamheden bij ontvangst van de subsidieaanvraag nog niet zijn afgerond;

  • b.

    uit het inspectierapport blijkt dat het monument in slechte staat verkeert;

  • c.

    uit het inspectierapport niet blijkt dat het verrichte onderhoud noodzakelijk is.

  • d.

    voor het monument binnen 1 jaar voor ontvangst van de subsidieaanvraag door Gedeputeerde Staten reeds subsidie is verstrekt;

  • e.

    door de werkzaamheden het monumentale karakter van het monument is aangetast;

  • f.

    voor dezelfde activiteit door het Nationaal Restauratiefonds een lening uit het Noord-Hollands Fonds voor Monumenten is verstrekt;

  • g.

    voor dezelfde activiteit reeds subsidie is verstrekt op grond van artikel 9, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling subsidie restauratie provinciale monumenten Noord-Holland 2023.

Artikel 9

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      het herstellen van pandekking;

    • b.

      het herstellen van leiwerk;

    • c.

      het herstellen of vernieuwen van zinkwerk;

    • d.

      het aanbrengen of herstellen van lood;

    • e.

      het herstellen van brand- en bliksembeveiliging;

    • f.

      het herstellen van schoorstenen;

    • g.

      het herstellen, reinigen en ontstoppen van voorzieningen voor de afvoer van hemelwater;

    • h.

      werkzaamheden die de waterhuishouding rondom het monument bevorderen;

    • i.

      het partieel herstel van voegwerk en pleisterwerk van gevels;

    • j.

      het partieel herstellen van betonnen gevels;

    • k.

      het herstellen van de enkele beglazing van vensterwerk;

    • l.

      het buitenschilderwerk;

    • m.

      het binnenschilderwerk, voor zover dit betrekking heeft op beschermingswaardige onderdelen van het monument;

    • n.

      het herstellen van rieten daken;

    • o.

      de kosten van het inspectierapport;

    • p.

      de kosten van ongediertebestrijding voor zover dit ongedierte is dat het casco van het monument kan aantasten.

  • 2. Indien de aanvraag betrekking heeft op het onderhoud aan een monumentale tuin wordt de subsidie verstrekt voor de kosten van onderhoud aan bouwkundige elementen waarbij de oorspronkelijke ontwerptekening als uitgangspunt wordt genomen.

  • 3. Subsidie voor de kosten van andere werkzaamheden dan de werkzaamheden, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt slechts verstrekt indien de werkzaamheden naar het oordeel van Gedeputeerde Staten noodzakelijk zijn voor het onderhoud en het behoud van het monument.

  • 4. Kosten van zelfwerkzaamheid komen voor subsidie in aanmerking, indien de werkzaamheden worden verricht in het kader van een door de subsidieontvanger gedreven onderneming

  • 5. Kosten komen voor subsidie in aanmerking indien deze zijn gemaakt tot maximaal 24 maanden voor ontvangst van de subsidieaanvraag.

Artikel 10

  • 1. De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 18.500,-.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond artikel 53, leden 6, 7 en 8 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening verstrekt mag worden.

  • 3. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 11

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst

  • 2. De Uitvoeringsregeling onderhoud provinciale monumenten Noord-Holland 2019 wordt ingetrokken.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie onderhoud provinciale monumenten Noord-Holland 2023

Ondertekening

Haarlem, 11 juli 2023.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.T.H. van Dijk, voorzitter

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris