Regeling vervallen per 01-01-2016

Beleidsregel subsidieverstrekking bij referenda

Geldend van 09-03-2006 t/m 31-12-2015

Intitulé

Beleidsregel subsidieverstrekking bij referenda

(commissie, d.d. 28 februari 2006)

De commissie

overwegende dat zij op grond van de Referendumverordening Leeuwarden 2005 bevoegd is tot het nemen van beschikkingen op subsidieaanvragen in het kader van een referendum;

dat zij hiervoor een regeling moet vaststellen met inachtneming van het bepaalde in genoemde verordening;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

de volgende beleidsregel vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Commissie: permanente onafhankelijke commissie als bedoeld in de Referendumverordening;

  • c.

    Referendum: raadplegend dan wel raadgevende volksstemming in de gemeente Leeuwarden over een voorgenomen besluit van de raad;

  • d.

    Referendumverordening: Referendumverordening Leeuwarden 2005;

  • e.

    Reglement: Reglement van de referendumcommissie;

  • f.

    Subsidie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4:21 van de Awb

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Ter financiële ondersteuning van standpuntuitdragende campagnes die worden gevoerd in het kader van een referendum kan een subsidie worden verstrekt aan:

    • a.

      rechtspersonen die zijn gevestigd in de gemeente Leeuwarden;

    • b.

      groepen van tenminste tien natuurlijke personen, woonachtig in de gemeente Leeuwarden, die in een gestructureerd verband met elkaar samenwerken om een standpunt uit te dragen voorafgaand aan een referendum. Personen die bij de eerstvolgende of laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen zijn of waren geplaatst op een kandidatenlijst als bedoeld in artikel H1 van de Kieswet, blijven bij de bepaling van het vereiste aantal personen buiten beschouwing.

  • 2. In het kader van het referendum kan slechts één aanvraag per rechtspersoon en/of per groep van natuurlijke personen worden ingediend. Een natuurlijk persoon kan slechts eenmaal als functionaris van een rechtspersoon en/of als onderdeel van een groep van natuurlijke personen een aanvraag indienen.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt aan politieke groeperingen die zijn geregistreerd bij het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, provinciale staten, de Tweede Kamer en het Europees Parlement als bedoeld in de Kieswet.

Artikel 3 Termijnen subsidieverlening

  • 1. Aanvragen voor subsidieverlening moeten worden ingediend binnen twee weken na bekendmaking van het besluit waarbij de raad heeft bepaald welk bedrag ten hoogste beschikbaar is voor de subsidieverstrekking.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt bekend gemaakt in één of meer in de gemeente Leeuwarden verschijnende dag- of nieuwsbladen. Daarbij wordt de aanvraagtermijn aangegeven.

  • 3. Binnen twee weken na het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in het eerste lid beslist de commissie over het verlenen van de aangevraagde subsidies.

Artikel 4 Aanvraag subsidieverlening

  • 1. Aanvragen moeten bij de commissie worden ingediend en worden gedaan met gebruikmaking van een beschikbaar gesteld aanvraagformulier en dienen een opgave te bevatten van de volgende gegevens:

    • a.

      indien het een groepering van natuurlijke personen betreft: de namen, voorletters, adressen, woonplaatsen, geboortedata en handtekeningen van tenminste tien aanvragers die deelnemen aan de activiteiten van de groep;

    • b.

      indien het een rechtspersoon betreft: de rechtsvorm, de statutaire naam, vestigingsadres en handtekeningen van degene(n) die bevoegd zijn de rechtspersoon te vertegenwoordigen.

  • 2. Bij de aanvraag worden de voorgenomen activiteiten omschreven, wordt een aanduiding en uitleg van het gevraagde subsidiebedrag gegeven en een motivering.

  • 2. Bij onduidelijkheid kan de commissie extra informatie opvragen.

  • 3. Overeenkomstig het bepaalde in de Awb kan de commissie besluiten de aanvraag niet te behandelen als de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen.

Artikel 5 Criteria en weigeringsgronden

  • 1. Subsidie kan alleen worden verstrekt ter bekostiging van materiële kosten die een aanvrager maakt ten behoeve van een campagne.

  • 2. Bij de beschikking op subsidieaanvragen worden de volgende criteria in acht genomen:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd levert een bijdrage aan de campagne over het onderwerp waarop het referendum betrekking heeft;

    • b.

      uit de aanvraag spreekt betrokkenheid van de aanvragers bij het onderwerp van het referendum;

    • c.

      de activiteit is voor het publiek toegankelijk en/of de uitingen zijn openbaar;

    • d.

      de aanvrager maakt de geplande activiteit bij het publiek bekend;

    • e.

      het geheel van te verlenen subsidies is gespreid over aanvragers, en soort en inhoud van de verschillende activiteiten.

  • 3. Subsidie wordt alléén verleend voor activiteiten die vóór de datum van het referendum plaatsvinden.

  • 4. Geen subsidie kan worden verleend ten behoeve van activiteiten die (mede) met een winstoogmerk worden ondernomen en/of die worden georganiseerd door aanvragers die beogen geldelijke winst te behalen.

  • 5. Geen subsidie wordt verleend voor een activiteit die reeds heeft plaatsgevonden voordat over een subsidieaanvraag is beslist.

Artikel 6 Verdeling

  • 1. Subsidie kan slechts worden verleend voor zover de raad hiervoor een budget ter beschikking heeft gesteld en voor zover dit budget toereikend is.

  • 2. De commissie bepaalt hoe het beschikbare budget wordt verdeeld. De wijze van verdeling wordt bekendgemaakt bij de bekendmaking van het door de raad ter beschikking gestelde budget.

  • 3. Wanneer er meer subsidie wordt aangevraagd dan er beschikbaar is, wordt met behulp van de in artikel vijf tweede lid genoemde criteria een rangorde bepaald. Tevens wordt in de overweging meegenomen de hoeveelheid subsidie die de aanvrager voor de activiteit ontvangt uit andere fondsen.

Artikel 7 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1. Binnen twee weken na de datum van het referendum dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling moet de subsidieontvanger de volgende stukken indienen:

    • a.

      rekening van inkomsten en uitgaven of van baten en lasten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteit voorzien van een toelichting;

    • b.

      inhoudelijk verslag van de gesubsidieerde activiteit.

  • 3. Indien de aanvraag tot vaststelling niet binnen de daartoe gestelde termijn is ingediend, kan de commissie de subsidieontvanger een termijn stellen, waarbinnen de aanvraag alsnog wordt ingediend.

Artikel 8 Beschikking subsidievaststelling

  • 1. De commissie stelt de subsidie vast binnen twee weken na ontvangst van de in het derde lid genoemde stukken.

  • 2. De commissie kan, indien het niet mogelijk is een beslissing te nemen binnen de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn, de beslissing verdagen met ten hoogste twee weken.

  • 3. Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt de commissie de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 4. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 5. Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking genomen.

Artikel 9 Ambtshalve subsidievaststelling

De commissie kan de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen, indien:

  • 1.

    na afloop van de in artikel 7 eerste lid genoemde termijn geen aanvraag is ingediend tot subsidievaststelling, of

  • 2.

    de beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling wordt ingetrokken of ten nadele van de ontvanger wordt gewijzigd.

Artikel 10 Uitbetaling subsidies

Na de beschikking tot verlening van de subsidie wordt het subsidiebedrag zo spoedig mogelijk bij wijze van voorschot uitbetaald.

Artikel 11 Slotbepaling

  • 1. In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist de commissie.

  • 2. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel subsidieverstrekking bij referenda”.

  • 3. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag die volgt op die van haar publicatie.

Ondertekening

Leeuwarden, 28 februari 2006

de referendumcommissie,

namens deze,

voorzitter

dr. H.B. Winter