Beleidsregels handhaving kinderopvang gemeente Westland 2023

Geldend van 19-07-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels handhaving kinderopvang gemeente Westland 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland,

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht:

gelet op de Wet kinderopvang;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels handhaving kinderopvang gemeente Westland 2023.

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • Aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45, eerste en tweede lid Wko;

  • Afwegingsmodel (bijlage 1): schematisch overzicht waarin overtredingen van de wet- en regelgeving zijn opgenomen, prioriteiten aan de kwaliteitseisen zijn toegekend (hoog- gemiddeld, laag) en de boetenormbedragen zijn vastgesteld;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • Besluit kwaliteit: Besluit kwaliteit kinderopvang;

  • Besluit registers: Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang;

  • Besluit ve: Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • Besluit GOB: Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang;

  • Bestraffend traject: Traject wat opgestart wordt als de houder de aanwijzing uit het hersteltraject niet heeft opgevolgd. Hierbij kan een boete worden opgelegd. Dit traject kan ook direct, dus niet na een hersteltraject, worden ingezet als er sprake is van recidive.

  • Bestuurlijke boete: Een bestuurlijke boete bestraft een overtreding die in het verleden begaan is. Er is dus een overtreding geconstateerd en dat feit wordt bestraft

  • College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

  • Feitelijk leidinggevende: een feitelijk leidinggevende is een persoon in functie die werkzaam is voor de houder en feitelijk leidinggeeft.

  • flex: flexibele inspectieactiviteit

  • Herstelaanbod: Het aanbod wat de GGD doet aan de houder als er een overtreding is geconstateerd, gericht op het herstellen van de overtreding.

  • Hersteltermijn: de termijn die de gemeente aan de houder geeft bij een op herstel gerichte handhavingsmaatregel, om de overtreden kwaliteitseis alsnog na te leven. Hersteltraject: Traject, gestart door de toezichthoudende partij, gericht op herstel van de overtreding. Hier wordt ook een hersteltermijn aan gekoppeld.

  • Gastouder: Een gastouder is iemand die in gezinsverband betaalde kinderopvang verzorgt voor maximaal 6 kinderen tegelijkertijd.

  • Gastouderbureau: Een gastouderbureau is een organisatie die bemiddelt tussen een gastouder en vraagouder voor de opvang van kinderen.

  • Houder:

    • A.

      Degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum of een gastouderbureau exploiteert;

    • B.

      De gastouder die een voorziening voor gastouderopvang exploiteert;

  • Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • Kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang De voorziening is geregistreerd met een uniek nummer in het LRK;

  • Kinderopvangvoorziening: een kindercentrum voor dagopvang(KDV), buitenschoolse opvang(BSO), een gastouderbureau(GOB) of een voorziening voor gastouderopvang(VGO);

  • Kwaliteitseisen: als bedoeld in hoofdstuk 1, afdeling 3, van de Wko en de daaruit voortvloeiende regelgeving;

  • LRK: Landelijk Register Kinderopvang

  • Personeel: personen werkzaam bij een onderneming waarmee de houder een kinderopvangvoorziening exploiteert;

  • PRK: Persoons Register Kinderopvang

  • Regeling: Regeling Wet kinderopvang;

  • Regeling kwaliteit GOB: Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang;

  • Risicoprofiel: Profiel wat de GGD opstelt op basis van het opgebouwde inspectie- en handhavingsverleden, en kan mee nagegaan of er een verhoogde kans is op niet-naleving van de kwaliteitseisen.

  • Startend kindercentrum: een houder met één kinderopvangvoorziening met niet meer dan twee groepen. Tot en met het moment van de eerste reguliere inspectie als bedoeld in artikel 1.62, tweede lid Wko;

  • VOG: verklaring omtrent het gedrag;

  • Wko: Wet kinderopvang.

  • GGD: GGD Haaglanden

Artikel 2 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving van de voorschriften inzake de kwaliteit en voorzieningen van kinderopvang, zoals die bij of krachtens de Wko en de bijbehorende besluiten en aanverwante regelingen tot stand zijn gekomen

Artikel 3: Toezicht

De GGD is de toezichthouder van de kinderopvang. Met ingang van 2022 is deze toezichthouder gestart met de ‘flexibele inspectieactiviteit’ (verder: ‘Flex’). Flex heeft als einddoel de verhoging van de kwaliteit van kinderopvang. Met de invoering van Flex is de mogelijkheid gecreëerd om variaties aan te brengen in de keuzes aangaande de per inspectie te onderzoeken onderwerpen. Hierdoor is er meer ruimte voor uitgebreider of diepgaander onderzoek alsmede voor maatwerk. De Gemeente en GGD maken samen afspraken over de te toetsen voorwaarden op basis van lokale keuzes, speerpunten en invulling door de toezichthouder en leggen dit schriftelijk vast

3.1 Voorwaarden Flex

Voor de inzet van Flex gelden de volgende voorwaarden:

  • Het wordt toegepast bij elke risicoprofiel;

  • Het geldt alleen voor het jaarlijks onderzoek bij een KDV, BSO en GOB;

  • Vaste onderwerpen worden grotendeels losgelaten;

  • Maatwerk op houderniveau is mogelijk;

  • Verplicht blijven controles op:

    • o

      VOG;

    • o

      Inschrijving in het PRK;

    • o

      Pedagogische kwaliteit;

    • o

      VE (indien van toepassing).

3.2 Onderzoeken

De GGD voert de volgende onderzoeken namens de gemeente Westland uit:

  • -

    Onderzoek voor registratie: naar aanleiding van een ingediende aanvraag tot exploitatie onderzoekt de toezichthouder of de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden volgens de voorschriften van de Wko en onderliggende besluiten en regelgeving.

  • -

    Onderzoek na registratie: binnen 3 maanden na registratie in het LRK vindt een onderzoek plaats. Dit onderzoek vindt niet plaats bij voorzieningen voor gastouderopvang.

  • -

    Jaarlijks onderzoek: alle kindercentra en gastouderbureaus worden jaarlijks onderzocht

  • -

    Onderzoek van/naar/omtrent/inzake/betreffende de voorzieningen voor gastouderopvang; dit onderzoek vindt jaarlijks plaats op basis van een steekproef.

  • -

    Nader onderzoek: naar aanleiding van eerder geconstateerde overtreding(en) en als er een handhavingsmaatregel is ingezet, onderzoekt de toezichthouder of de overtreding is hersteld na afloop van de hersteltermijn. Incidenteel onderzoek: een onderzoek naar aanleiding van een incident, een signaal of wijzigingsverzoek van een houder.

Artikel 4 Vormen van sanctioneren

  • 1. Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het College de mogelijkheid om een hersteltraject en/of bestraffend traject op te starten;

  • 2. Het college bepaalt aan de hand van het afwegingsmodel:

    • A.

      Welk handhavingstraject wordt ingezet (herstel, bestraffend of beide).

    • B.

      Welke stap (handhavingsmiddel) van het handhavingstraject wordt ingezet;

    • C.

      De lengte van de hersteltermijn (hersteltraject) en/ of de hoogte van de boete (bestraffend traject).

  • 3. Indien een overtreding niet is opgenomen in het afwegingsmodel, bepaalt het College per individueel geval de wijze van handhaving, zoals is opgenomen in lid 2 van dit artikel.

Artikel 5 Subjecten van handhaving

  • 1. Het College handhaaft op de kwaliteitseisen per kinderopvangvoorziening;

  • 2. Indien de houder of de gastouder dezelfde overtreding bij meerdere kinderopvangvoorzieningen begaat, kan het College handhaven richting de houder of de gastouder.

  • 3. Het College kan een aanwijzing geven en een sanctie opleggen aan een feitelijk leidinggevende.

Hoofdstuk 2: Hersteltraject

Artikel 6 Herstelsancties

Indien gebleken is dat een houder van een kinderopvangvoorziening niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het College in beginsel een hersteltraject. Dit traject is gericht op het beëindigen van de overtreding(-en) en voorkoming van herhaling daarvan

  • 1. Bij het uitvoeren van het hersteltraject hanteert het College de volgende stappen:

    stap 1: aanwijzing

    stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang,

    stap 3: exploitatieverbod

    stap 4: intrekken van de toestemming tot exploitatie en verwijdering van de registratie uit het LRK

  • 2. Het College kan besluiten om een bepaalde stap of stappen van het hersteltraject over te slaan:

    • a.

      als de overtreding hiertoe aanleiding geeft of

    • b.

      als de overtreding is hersteld volgens het herstelaanbod van de GGD.

  • 3. Het College kan besluiten om bepaalde stappen van het hersteltraject meerdere keren toe te passen:

    • a.

      als de overtreding hiertoe aanleiding geeft of

    • b.

      als het resultaat van het herstelaanbod hiertoe aanleiding geeft.

  • 4. In afwijking van het genoemde in lid 2 worden bij overtredingen met een hoge prioriteit in beginsel geen stappen overgeslagen.

  • 5. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit van de kwaliteitseis zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht.

  • 6. Bij het opleggen van een aanwijzing gelden de volgende hersteltermijnen:

    Prioriteit hoog: maximaal 2 weken,

    Prioriteit gemiddeld: maximaal 2 maanden,

    Prioriteit laag: maximaal 6 maanden.

  • 7. In geval van bijzondere omstandigheden kan het College besluiten af te wijken van de duur van de in het zesde lid opgenomen hersteltermijnen.

Hoofdstuk 3: Bestraffend traject

Artikel 7 Bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke boete

  • 1. Het College start het bestraffend traject op indien er sprake is van overtredingen met de prioriteit “hoog”. Dit geldt ook als de overtreding is beëindigd na herstelaanbod door de GGD.

  • 2. Bij overtredingen met een prioriteit ‘gemiddeld’ of ‘laag’ kan het College het bestraffend traject starten en een boete opleggen.

Artikel 8 Waarschuwing

  • 1. Bij een eerste overtreding van een kwaliteitseis met de prioriteit ‘hoog’ wordt geen boete opgelegd maar wordt volstaan met het geven van een waarschuwing;

  • 2. Bij elke volgende overtreding van een kwaliteitseis met de prioriteit hoog, wordt een boete opgelegd conform artikel 7 indien

    • a.

      Deze overtreding plaatsvindt binnen 2 jaar na de in het vorige lid bedoelde waarschuwing of

    • b.

      deze overtreding plaatsvindt bij dezelfde in het LRK geregistreerde kinderopvangvoorziening.

Artikel 9 Hoogte bestuurlijke boete

  • 1. Bij de berekening van de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1.72, eerste lid van de Wet kinderopvang, wordt het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsoverzicht als uitgangspunt gehanteerd. Zie voor specificatie van de boetes Bijlage: Afwegingsmodel.

  • 2. De bestuurlijke boete die wordt opgelegd aan een gastouder of feitelijk leidinggevende is niet meer dan 10% van het boetenormbedrag. Bij de bestuurlijke boete voor een overtreding die alleen kan worden begaan door een gastouder, wordt het boetenormbedrag opgenomen in het afwegingsoverzicht voor die overtreding aangehouden.

Artikel 10 Recidive

Er is sprake van recidive indien een overtreding plaatsvindt:

  • 1.

    Binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde kwaliteitseis heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    De overtreding plaatsvindt op dezelfde in het LRK geregistreerde kinderopvangvoorziening.

Artikel 11 Hoogte van de boete bij recidive

Bij de vaststelling van de hoogte van de boete bij recidive wordt

  • 1.

    Bij de eerste recidive de hoogte van de boete 1,5 maal het onder artikel 8 bepaalde boetebedrag;

  • 2.

    Bij alle volgende recidives wordt de hoogte van de boete 2 maal het onder artikel 9 bepaalde boetebedrag.

Artikel 12 Matiging

  • 1. Het College kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, in het geval dat de belanghebbende aannemelijk maakt dat de boeteoplegging onevenredig is op grond van:

    • a.

      De ernst van de overtreding,

    • b.

      De mate van verwijtbaarheid,

    • c.

      De omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of

    • d.

      De omstandigheden waarin de overtreder verkeert

  • 2. Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn in het geval van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.

  • 3. Indien de boete wordt opgelegd aan een startend kindercentrum, matigt het College de boete ambtshalve met 50 %.

Artikel 13 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meer overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen ten hoogste van €45000.

Indien door één feitelijke gedraging twee of meer kwaliteitseisen worden overtreden, wordt voor elke afzonderlijke overtreding van een kwaliteitseis een boete opgelegd. De overtreding waarvoor het hoogste boetenormbedrag is vastgesteld wordt volledig opgelegd. Voor de overige overtredingen wordt de boete gematigd tot een derde van het boetenormbedrag.

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels handhaving Wet Kinderopvang Gemeente Westland 2023”.

Artikel 15 Intrekking oude beleidsregels

De beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Westland 2019 en het daarbij behorende afwegingskader worden ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 12 juni 2023,

De secretaris,

A.C. Spindler

de burgemeester,

B.R. Arends

Bijlage: Afwegingsmodel

Begripsomschrijvingen

In dit afwegingsmodel wordt verstaan onder:

Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

Besluit go:

Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang;

Besluit ko:

Besluit kwaliteit kinderopvang;

Besluit registers:

Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang;

Besluit ve:

Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

bso:

kindercentrum voor buitenschoolse opvang;

dag:

kindercentrum voor dagopvang;

gob:

gastouderbureau;

lrk:

landelijk register kinderopvang;

onverwijld:

maximaal 4 weken bij een wijziging als bedoeld in artikel 1.47, lid 1, Wko;

prk:

personenregister kinderopvang;

Regeling ehbo:

Regeling aanwijzing geregistreerde certificaten voor kinderopvang inzake met goed […] afgesloten onderricht verlenen van eerste hulp aan kinderen;

Regeling go:

Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang;

Regeling Wko:

Regeling Wet kinderopvang;

ve:

voorschoolse educatie;

vgo:

voorziening voor gastouderopvang;

vog:

verklaring omtrent het gedrag;

Wko:

Wet kinderopvang.

HOOFDSTUK 1. KINDERCENTRA VOOR DAG- EN BUITENSCHOOLSE OPVANG

Registratie, wijzigingen en administratie

1.1.1 Registratie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Een kindercentrum is in exploitatie zonder dat uit onderzoek is gebleken dat dit zal plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen.

Wko 1.45, lid 3 (dag, bso)

Hoog

€ 20.750

1.1.2 Wijzigingen

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder doet van een wijziging in aangewezen gegevens niet onverwijld mededeling aan het College.

Wko 1.47, lid 1 (dag, bso)

Besluit lrk 7, lid 2 en 5, lid 1 en 2 (dag, bso)

Hoog

€ 1.000

1.1.3 Administratie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Kinderopvang geschiedt niet op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder en de ouder.

Wko 1.52, lid 1 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 500 per overeenkomst

  • b.

    De administratie is niet zodanig ingericht dat op verzoek tijdig gegevens kunnen worden verstrekt.

Regeling Wko 11, lid 1 (dag, bso)

Hoog

€ 8.000

  • c.

    De administratie is niet compleet.

Regeling Wko 11, lid 2 (dag, bso)

Hoog

€ 500 per onderdeel

1.2 Pedagogisch klimaat

1.2.1 Pedagogisch beleid

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Het kindercentrum beschikt niet over een pedagogisch beleidsplan.

    De houder draagt er geen zorg voor dat conform het plan wordt gehandeld.

    De houder geeft geen uitvoering aan het pedagogisch beleidsplan wat ve betreft.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 3, lid 1 (dag), 12, lid 1 (bso)

Besluit ve 4a, lid 2 (ve)

Hoog

Hoog

€ 3.000

€ 2.000

  • b.

    Het pedagogisch beleidsplan is niet compleet.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 3, lid 2 en 3 (dag), 12, lid 2 en 3 (bso)

Besluit ve 4a, lid 1 (ve)

Gemiddeld

€ 500

per onderdeel

  • c.

    De houder evalueert het pedagogisch beleidsplan niet jaarlijks en stelt deze niet zo nodig bij.

Besluit ve 4a, lid 2 (ve)

Gemiddeld

€ 2.000

1.2.2 Pedagogische praktijk

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder draagt geen zorg voor verantwoorde kinderopvang.

    De houder houdt geen rekening met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden.

Wko 1.49, lid 1 en 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 2 (dag), 11 (bso)

Hoog

€ 10.000

1.2.3 Voorschoolse educatie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Voorschoolse educatie omvat minder dan 10 uur per week.

Besluit ve 2 (ve)

Hoog

€ 2.000

  • b.

    Voor de voorschoolse educatie wordt geen programma gebruikt.

Besluit ve 5 (ve)

Hoog

€ 3.000

1.3 Personeel en groepen

1.3.1 Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Een vog-plichtige:

    • -

      is niet in het bezit van een geldige vog; of

  • voor zover het natuurlijke personen betreft

    • -

      is niet ingeschreven in het prk; of

    • -

      is niet gekoppeld aan de houder in het prk.

Een persoon die niet voldoet aan de vog/prk-eisen heeft zijn werkzaamheden aangevangen.

Wko 1.50, lid 3 en 4 en 1.48d, lid 2 en 3 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000 per persoon

  • b.

    De houder overlegt niet (tijdig) opnieuw zijn geldige vog, op verzoek van de toezichthouder.

Wko 1.50, lid 6 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

  • c.

    De houder verlangt niet dat een vog-plichtige (tijdig) opnieuw zijn geldige vog overlegt.

Wko 1.50, lid 7 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

  • d.

    De houder overlegt niet (tijdig) de geldige vog van een persoon van 12 jaar of ouder, op verzoek van de toezichthouder.

Wko 1.50, lid 8 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

1.3.2 Opleidingseisen en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleidingen stagiairs

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Een beroepskracht of een pedagogisch beleidsmedewerker beschikt niet over een passende opleiding.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 6, lid 1 en 3 (dag), 15, lid 1 en 3 (bso)

Regeling Wko 7, lid 1 en 2 (dag), 9a, lid 1 en 3 (bso)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    Een beroepskracht meertalige bso beschikt niet over:

    • -

      een passende opleiding; of

    • -

      beheerst niet aantoonbaar ten minste niveau B2 voor gesprekken voeren, lezen, luisteren en spreken van de Duitse, Engelse of Franse taal.

Wko 1.50, lid 1 (bso)

Besluit ko 15, lid 1 (bso)

Regeling Wko 9a, lid 1 en 2 (bso)

Hoog

€ 3.000

  • c.
    • -

      beschikt niet over een passende opleiding; of

    • -

      beheerst niet aantoonbaar ten minste niveau 3F voor mondelinge taalvaardigheid en lezen.

    Een beroepskracht ve:

Besluit ve 4, lid 1, 2, 3 en 3a (ve)

Regeling Wko 10c (ve)

Hoog

€ 3.000

  • d.

    De inzet van een beroepskracht in opleiding of stagiair geschiedt niet overeenkomstig de cao.

    Meer dan 1/3 van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op het kindercentrum bestaat uit beroepskrachten in opleiding of stagiairs.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Regeling Wko 9 (dag) 9c (bso)

Hoog

Hoog

€ 1.000

€3.000

  • e.

    Bij de inzet van een beroepskracht in opleiding of stagiair is geen rekening gehouden met de opleidingsfase.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 7, lid 8 (dag), 16, lid 7 (bso)

Hoog

€ 3.000

  • f.

    De houder stelt niet jaarlijks voor elke locatie een opleidingsplan vast.

    De houder geeft geen uitvoering aan het plan.

    Het plan is niet compleet.

    De houder evalueert het plan niet jaarlijks en stelt deze niet zo nodig bij.

Besluit ve 4, lid 4 (ve)

Gemiddeld

Gemiddeld

€ 1.000

€ 500 per onderdeel

1.3.3 Aantal beroepskrachten

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De beroepskracht-kind ratio wordt niet nageleefd.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 7, lid 1, 2, 4 en 7 (dag), 16, lid 1, 2 en 4 (bso)

Besluit ve 3, lid 1 (ve)

Hoog

€ 5.000 (dag)

€ 2.500 (bso)

  • b.

    De houder informeert ouders niet over de tijden waarop wel en niet wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 3, lid 4 (dag), 12, lid 4 (bso)

Gemiddeld

€ 500

  • c.

    Er is geen volwassene beschikbaar in geval van een calamiteit.

    De houder informeert zijn personeel niet over de naam en het telefoonnummer van deze persoon.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 7, lid 5 (dag), 16, lid 5 (bso)

Hoog

€ 2.000

  • d.

    Er is ter ondersteuning van de beroepskracht niet ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 7, lid 6 (dag), 16, lid 6 (bso)

Hoog

€ 2.000

1.3.4 Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder heeft het minimaal aantal uren waarvoor hij jaarlijks pedagogisch beleidsmedewerkers inzet, niet afgestemd op het aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal kindercentra dat hij exploiteert.

Wko 1.50, lid 1

Besluit ko 8, lid 1 en 2 (dag), 17, lid 1 en 2 (bso)

Hoog

€ 2.000

  • b.

    De houder bepaalt de wijze waarop hij de uren (waarvoor hij pedagogisch beleidsmedewerkers inzet) verdeelt over zijn kindercentra, niet jaarlijks.

    De houder legt de verdeling niet schriftelijk vast.

    De verdeling van de uren is niet zodanig dat iedere beroepskracht jaarlijks coaching ontvangt.

Wko 1.50, lid 1

Besluit ko 8, lid 3 (dag), 17, lid 3 (bso)

Hoog

Hoog

€ 1.000

€ 2.000

1.3.5 Stabiliteit van de opvang voor kinderen

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De opvang vindt niet plaats in stam- of basisgroepen.

    Een kind wordt opgevangen in meer dan één stamgroep.

    De maximale (ve) groepsgrootte wordt overschreden.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 9, lid 1 (dag), 18, lid 1 (bso)

Besluit ve 3, lid 2 (ve)

Hoog

€ 4.000 (dag)

€ 2.000 (bso)

€ 3.000

  • b.

    De houder informeert de ouders en het kind niet over de stamgroep en de toegewezen beroepskrachten.

Wko 1.50, lid 1 (dag)

Besluit ko 9, lid 3 (dag)

Gemiddeld

€ 1.000

  • c.

    Aan een kind zijn te veel vaste beroepskrachten toegewezen.

    Van een kind is geen vaste beroepskracht werkzaam op de stamgroep.

Wko 1.50, lid 1 (dag)

Besluit ko 9, lid 4 (dag)

Hoog

€ 3.000

  • d.

    Een kind maakt gedurende de week gebruik van meer dan twee verschillende stamgroepruimtes.

Wko 1.50, lid 1 (dag)

Besluit ko 9, lid 6 (dag)

Gemiddeld

€ 2.000

  • e.

    Aan een kind is geen mentor toegewezen.

    De mentor is geen beroepskracht van het kind.

    De mentor bespreekt de ontwikkeling van het kind niet periodiek met de ouders.

    De mentor is voor de ouders geen aanspreekpunt bij vragen over het kind.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 9, lid 11 (dag), 18, lid 5 (bso)

Gemiddeld

Gemiddeld

€ 1.000

€ 500

1.3.6 Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De Nederlandse taal wordt niet als voertaal gebruikt.

Wko 1.55, lid 1 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    De houder heeft geen gedragscode vastgesteld of hier wordt niet naar gehandeld.

Wko 1.55, lid 2 (dag, bso)

Hoog

€ 2.000

1.4 Veiligheid en gezondheid

1.4.1 Veiligheids- en gezondheidsbeleid

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder heeft geen veiligheids- en gezondheidsbeleid.

    De houder draagt er geen zorg voor dat conform het beleid wordt gehandeld.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 4, lid 1 (dag), 13, lid 1 (bso)

Hoog

Hoog

€ 3.000

€ 2.000

  • b.

    De houder heeft het beleid niet schriftelijk vastgelegd.

    De houder houdt het beleid niet actueel.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 4, lid 2 (dag), 13, lid 2 (bso)

Hoog

Hoog

€ 3.000

€2.000

  • c.

    Het beleid is niet compleet.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 4, lid 3, 4 (dag), 13, lid 3 (bso)

Gemiddeld

€ 500 per onderdeel

  • d.

    Er is niet te allen tijde ten minste één volwassene aanwezig die gekwalificeerd is voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 4, lid 5 (dag), 13, lid 4 (bso)

Regeling Wko 8 (dag), 9b (bso)

Regeling ehbo 1 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

1.4.2 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder heeft voor het personeel geen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld.

    In de meldcode is niet stapsgewijs aangegeven hoe met signalen wordt omgegaan.

    De meldcode draagt niet bij aan het zo snel en adequaat mogelijk bieden van hulp.

Wko 1.51a, lid 1 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    De meldcode is niet compleet.

Wko 1.51a, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 5, lid 1 en 2 (dag), 14, lid 1 en 2 (bso)

Gemiddeld

€ 500 per onderdeel

  • c.

    De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode niet.

Wko 1.51a, lid 4 (dag, bso)

Hoog

€ 2.000

  • d.

    De houder treedt niet, nadat hem bekend is geworden dat een personeelslid zich mogelijk schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf of mishandeling jegens een opvangkind, onverwijld in overleg met een aangewezen deskundige.

Wko 1.51b, lid 1 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

  • e.

    De houder doet niet onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar, nadat uit het overleg met de deskundige is geconcludeerd dat sprake is van een redelijk vermoeden dat de desbetreffende persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf of mishandeling.

Wko 1.51b, lid 2 (dag, bso)

Hoog

€ 3.000

  • f.

    De houder bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze met betrekking tot misdrijven niet.

Wko 1.51b, lid 5 en1.51c, lid 3 (dag, bso)

Hoog

€ 2.000

1.5 Accommodatie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De binnen- of buitenruimtes zijn niet:

    • -

      veilig;

    • -

      toegankelijk;

    • -

      passend ingericht.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 10, lid 1 (dag), 19, lid 1 (bso)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    Een stamgroep beschikt niet over een afzonderlijke vaste stamgroepruimte.

    Per aanwezig kind is niet ten minste 3,5 m2 binnenspeelruimte beschikbaar.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 10, lid 2 (dag), 19, lid 2 (bso)

Hoog

Hoog

€ 2.000 per groep

€ 3.000

  • c.

    Per aanwezig kind is niet ten minste 3m2 vaste buitenspeelruimte beschikbaar.

    De buitenspeelruimte is niet aangrenzend (dag).

    De buitenspeelruimte is niet in de directe nabijheid van het kindercentrum en veilig bereikbaar (bso).

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 10, lid 3 (dag), 19, lid 3 (bso)

Hoog

Gemiddeld

€ 2.000

€ 1.000

  • d.

    Het kindercentrum beschikt niet over een afzonderlijke slaapruimte.

Wko 1.50, lid 1 (dag, bso)

Besluit ko 10, lid 4 (dag)

Hoog

€ 3.000

1.6 Ouderrecht

1.6.1 Informatie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder informeert de ouders en eenieder die daar om verzoekt niet over het te voeren beleid als bedoeld in paragraaf 2 ‘Eisen’ van de Wko.

Wko 1.54, lid 1 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

  • b.

    De houder informeert ouders en personeel niet (juist) over het inspectierapport.

Wko 1.54, lid 2 en 3 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

1.6.2 Oudercommissie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Er is geen oudercommissie ingesteld.

    De houder spant zich niet voldoende in om een oudercommissie in te stellen.

Wko 1.58, lid 1 en 2 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

  • b.

    De houder betrekt ouders niet voldoende.

    De houder biedt ouders niet de gelegenheid om deel te nemen aan een oudercommissie.

Wko 1.58, lid 3 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

  • c.

    De oudercommissie voldoet niet aan de eisen.

Wko 1.58, lid 4, 5 en 6 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

  • d.

    De houder heeft geen reglement oudercommissie vastgesteld.

Wko 1.59, lid 1 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 500

  • e.

    Het reglement voldoet niet aan de eisen.

Wko 1.59, lid 2, 3, 4 en 5 (dag, bso)

Laag

€ 500

1.6.3 Klachten en geschillen

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder treft voor bepaalde zaken geen klachtenregeling voor ouders.

Wko 1.57b, lid 1 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

  • b.

    De klachtenregeling is niet schriftelijk vastgelegd.

    De klachtenregeling is niet compleet.

Wko 1.57b, lid 2 (dag, bso)

Gemiddeld

Gemiddeld

€1.000

€ 500 per onderdeel

  • c.

    De houder brengt de klachtenregeling of wijzigingen hiervan niet onder de aandacht van ouders.

    De houder handelt niet overeenkomstig de klachtenregeling.

Wko 1.57b, lid 3 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

  • d.

    De houder draagt geen zorg voor een jaarlijks klachtenverslag.

    Het klachtenverslag is niet compleet.

Wko 1.57b, lid 4 (dag, bso)

Regeling Wko 11h (dag, bso)

Laag

€ 500

  • e.

    Het klachtenverslag voldoet niet aan de eisen.

Wko 1.57b, lid 5 en 6 (dag, bso)

Laag

€ 500

  • f.

    De houder zendt het klachtenverslag niet tijdig aan de toezichthouder en brengt het niet gelijktijdig (juist) onder de aandacht van de ouders.

Wko 1.57b, lid 8 (gob)

Laag

€ 500

  • g.

    De houder is niet aangesloten bij een erkende geschillencommissie voor het behandelen van geschillen.

Wko 1.57c, lid 1 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

  • h.

    De houder brengt de geschillencommissie niet (juist) onder de aandacht van ouders.

Wko 1.57c, lid 2 (dag, bso)

Gemiddeld

€ 1.000

1.7 Overig

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder komt een:

    • -

      aanwijzing;

    • -

      bevel;

    • -

      vordering tot medewerking;

  • niet na.

Wko 1.65, lid 5 (dag, bso)

Awb 5:20 (dag, bso)

Hoog

€ 4.150

  • b.

    De houder exploiteert een kindercentrum, ondanks een verbod hiertoe.

Wko 1.66 (dag, bso)

Hoog

€ 20.750

HOOFDSTUK 2. GASTOUDERBUREAUS EN VOORZIENINGEN VOOR GASTOUDEROPVANG

2.1 Registratie, wijzigingen en administratie

2.1.1 Registratie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang is in exploitatie zonder dat uit onderzoek is gebleken dat dit zal plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen.

Wko 1.45, lid 3 (gob, vgo)

Hoog

€ 20.750

2.1.2 Wijzigingen

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder doet van een wijziging in aangewezen gegevens niet onverwijld mededeling aan het College.

Wko 1.47, lid 1 (gob)

Besluit lrk 7, lid 2 en 5, lid 1 en 2 (gob)

Hoog

€ 1.000

2.1.3 Administratie

  • a.

    Gastouderopvang geschiedt niet op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder en de ouder.

    De overeenkomst voldoet niet aan de eisen.

Wko 1.56, lid 4 (gob)

Regeling Wko 11b en 11e (gob)

Gemiddeld

€ 500 per overeenkomst

  • b.

    De administratie is niet zodanig ingericht dat op verzoek tijdig gegevens kunnen worden verstrekt.

Regeling Wko 11, lid 1 (gob)

Hoog

€ 8.000

  • c.

    De administratie is niet compleet.

Regeling Wko 11, lid 2 en 3 (gob)

Besluit go 7, lid 4 (gob)

Hoog

€ 500 per onderdeel

2.2 Pedagogisch klimaat

2.2.1 Pedagogisch beleid

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder stelt geen pedagogisch beleidsplan vast.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Besluit go 11, lid 1 (gob)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    Het pedagogisch beleidsplan is niet compleet.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 12a, lid 1 (gob)

Gemiddeld

€ 500 per onderdeel

  • c.

    De houder informeert de vraagouder niet over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan.

Regeling go 12a, lid 2 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • d.

    De gastouder handelt niet overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 16 (vgo)

Hoog

€ 200

2.2.2 Pedagogische praktijk

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder draagt geen zorg voor het tot stand brengen en begeleiden van verantwoorde gastouderopvang.

Wko 1.49, lid 4 onder a en 1.56, lid 1 (gob)

Hoog

€ 10.000

  • b.

    De gastouder biedt geen verantwoorde gastouderopvang.

Wko 1.49, lid 3 en 1.56b, lid 1 (vgo)

Hoog

€ 1.000

2.3 Personeel en eisen aan gastouder

2.3.1 Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Een vog-plichtige:

    • -

      is niet in het bezit van een geldige vog; of

      voor zover het natuurlijke personen betreft

    • -

      is niet ingeschreven in het prk; of

    • -

      is niet gekoppeld aan de houder in het prk.

  • Een persoon die niet voldoet aan de vog/prk-eisen heeft zijn werkzaamheden aangevangen.

Wko 1.56, lid 3 en 1,50, lid 3 en 4 (gob), 1.56b, lid 3 (vgo) en 1.48d, lid 2 (gob, vgo) en 3 (gob)

Hoog

€ 3.000 per persoon

  • b.

    De houder overlegt niet (tijdig) opnieuw zijn geldige vog, op verzoek van de toezichthouder.

Wko 1.56, lid 3 en1.50, lid 6 (gob)

Hoog

€ 3.000

  • c.

    De houder verlangt niet dat een vog-plichtige (tijdig) opnieuw zijn geldige vog overlegt.

Wko 1.56, lid 3 en 1.50, lid 7 en 1.56b, lid 5 (gob)

Hoog

€ 3.000

  • d.

    De houder of gastouder overlegt niet (tijdig) de geldige vog van een persoon van 12 jaar of ouder, op verzoek van de toezichthouder.

Wko 1.56, lid 3 en1.50, lid 8 (gob) en 1.56b, lid 7 (vgo)

Hoog

€ 3.000

2.3.2 Deskundigheid gastouder

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De gastouder beschikt niet over een passende beroepskwalificatie.

Wko 1.56, lid 1 (gob) en 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 13, lid 1 onder a en 2 (vgo)

Regeling Wko 10, lid 1 en 2, 10a, lid 1 en 2, 10b, lid 1 en 2 (vgo)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    De gastouder is niet in het bezit van een geldige kwalificatie voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 13, lid 1 onder b en 3 (vgo)

Regeling Wko 10d (vgo)

Regeling ehbo 1 (vgo)

Hoog

€ 300

2.3.3 Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De Nederlandse taal wordt niet als voertaal gebruikt.

Wko 1.55, lid 1 (vgo)

Hoog

€ 300

  • b.

    De houder heeft geen gedragscode vastgesteld of hier wordt niet naar gehandeld.

Wko 1.55, lid 2 (gob, vgo)

Hoog

€ 2.000

2.4 Accommodatie

2.4.1 Eisen aan ruimtes

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Het opvangadres beschikt niet over voldoende speelruimte.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 15, lid 1 (vgo)

Regeling go 14, lid 1 onder a (vgo)

Hoog

€ 300

  • b.

    De voorziening voor gastouderopvang beschikt niet over voldoende buitenspeelmogelijkheden.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 15, lid 1 (vgo)

Regeling go 14, lid 1 onder b (vgo)

Hoog

€ 200

  • c.

    De binnen- of buitenruimtes zijn niet:

    • -

      veilig;

    • -

      toegankelijk;

    • -

      passend ingericht.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 15, lid 1 (vgo)

Hoog

€ 300

  • d.

    De voorziening voor gastouderopvang is niet voorzien van rookmelders die voldoen aan de eisen.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Regeling go 14, lid 1 onder c (vgo)

Hoog

€ 200

  • e.

    De voorziening voor gastouderopvang is niet altijd rookvrij.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Regeling go 14, lid 1 onder d (vgo)

Hoog

€ 200

  • f.

    Het opvangadres beschikt niet over voldoende (afzonderlijke) slaapruimte.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 15, lid 1 (vgo)

Regeling go 14, lid 1 onder a (vgo)

Hoog

€ 300

  • g.

    De eisen aan ruimtes waar gastouderopvang plaatsvindt, worden niet jaarlijks door de houder getoetst op naleving tijdens een bezoek aan de voorziening voor gastouderopvang.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 14, lid 2 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

per vgo

2.4.2 Groepssamenstelling

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De maximale groepsgrootte wordt niet afgestemd op de leeftijd van de opvangkinderen.

    Bij een gastouder worden meer dan 6 kinderen gelijktijdig opgevangen.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 14, lid 1 (vgo)

Regeling go 13, lid 1 (vgo)

Hoog

€ 300

  • b.

    De houder draagt er geen zorg voor dat per voorziening voor gastouderopvang wordt beoordeeld of de samenstelling van de groep opvangkinderen verantwoord is.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 11b, lid 1 (gob)

Hoog

€ 3.000

2.5 Veiligheid en gezondheid

2.5.1 Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder voert geen beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de door de gastouder op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd.

    De houder legt niet in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico’s de opvang van kinderen met zich brengt.

Wko 1.51 (gob)

Besluit go 7, lid 1 (gob)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    De houder inventariseert niet samen met de gastouder jaarlijks de veiligheids- en gezondheidsrisico’s die de opvang van kinderen in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes met zich brengt.

    De houder draagt er geen zorg voor dat daartoe elk opvangadres ten minste een keer per jaar wordt bezocht door een bemiddelingsmedewerker werkzaam bij het gastouderbureau.

Wko 1.51 (gob)

Besluit go 7, lid 2 (gob)

Hoog

€ 2.000

  • c.

    De risico-inventarisatie is niet compleet.

Wko 1.51 (gob)

Besluit go 7, lid 3 en 5 (gob)

Regeling go 11, lid 1, 3 en 4 (gob, vgo)

Gemiddeld

€ 500 per onderdeel

  • d.

    De gastouder neemt de risico-inventarisatie niet in acht.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 12, lid 1 (vgo)

Regeling go 11, lid 2 (vgo)

Hoog

€ 200

  • e.

    De risico-inventarisatie is niet inzichtelijk voor vraagouders.

Besluit go 7, lid 3 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • f.

    Er is geen ondertekend origineel van de risico-inventarisatie bij de voorziening voor gastouderopvang aanwezig.

Besluit go 12, lid 1 (vgo)

Regeling go 11, lid 1 (vgo)

Gemiddeld

€ 100

2.5.2 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder heeft voor de gastouders geen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld.

    In de meldcode is niet stapsgewijs aangegeven hoe met signalen wordt omgegaan.

    De meldcode draagt niet bij aan het zo snel en adequaat mogelijk bieden van hulp.

Wko 1.51a, lid 1 (gob)

Hoog

€ 3.000

  • b.

    De meldcode is niet compleet.

Wko 1.51a, lid 1 (gob)

Besluit go 8, lid 1 en 2(gob)

Gemiddeld

€ 500 per onderdeel

  • c.

    De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode niet.

Wko 1.51a, lid 4 (gob)

Hoog

€ 2.000

  • d.

    De houder treedt niet, nadat hem bekend is geworden dat:

    • -

      een personeelslid; of

    • -

      een gastouder; of

    • -

      een meerderjarige als bedoeld in artikel 1.56b, lid 3, Wko

  • zich mogelijk schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf of mishandeling jegens een opvangkind, onverwijld in overleg met een aangewezen deskundige.

Wko 1.51b, lid 1 (gob)

Hoog

€ 3.000

  • e.

    De houder doet niet onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar, nadat uit het overleg met de deskundige is geconcludeerd dat sprake is van een redelijk vermoeden dat de desbetreffende persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf of mishandeling.

    De houder stelt de deskundige niet onverwijld in kennis van de aangifte.

Wko 1.51b, lid 2 (gob)

Hoog

€ 3.000

  • f.

    De gastouder treedt niet, nadat hem bekend is geworden dat de houder (een natuurlijk persoon) zich mogelijk schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf of mishandeling jegens een opvangkind, onverwijld in overleg met een aangewezen deskundige.

Wko 1.51c, lid 1 (vgo)

Hoog

€ 300

  • g.

    De gastouder doet niet onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar nadat uit het overleg met de deskundige is geconcludeerd dat sprake is van een vermoeden dat de houder zich schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf of mishandeling.

Wko 1.51c, lid 2 (vgo)

Hoog

€ 300

  • h.

    De houder bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze met betrekking tot misdrijven niet.

Wko 1.51b, lid 5 en1.51c, lid 3 (gob)

Hoog

€ 2.000

  • i.

    De gastouder leeft de meldcode niet na.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Hoog

€ 200

2.5.3 Bereikbaarheid gastouder en achterwacht

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De gastouder is telefonisch niet goed bereikbaar.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 12, lid 2 (vgo)

Gemiddeld

€ 100

  • b.

    De gastouder zorgt niet voor een adequate vervanging bij calamiteiten.

Wko 1.56b, lid 1 (vgo)

Besluit go 12, lid 2 (vgo)

Regeling go 12 (vgo)

Hoog

€ 200

2.6 Ouderrecht

2.6.1 Informatie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder informeert de ouders en eenieder die daar om verzoekt niet over het te voeren beleid als bedoeld in paragraaf 2 ‘Eisen’ van de Wko.

Wko 1.54a, lid 1 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • b.

    De houder informeert ouders, personeel en gastouders niet (juist) over het inspectierapport inzake zijn gastouderbureau of een aangesloten voorziening voor gastouderopvang.

Wko 1.54a, lid 2 en 3 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

2.6.2 Oudercommissie

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    Er is geen oudercommissie ingesteld.

    De houder spant zich niet voldoende in om een oudercommissie in te stellen.

Wko 1.58, lid 1 en 2 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • b.

    De houder betrekt ouders niet voldoende.

    De houder biedt ouders niet de gelegenheid om deel te nemen aan een oudercommissie.

Wko 1.58, lid 3 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • c.

    De oudercommissie voldoet niet aan de eisen.

Wko 1.58, lid 4, 5 en 6 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • d.

    De houder heeft geen reglement oudercommissie vastgesteld.

Wko 1.59, lid 1 (gob)

Gemiddeld

€ 500

  • e.

    Het reglement voldoet niet aan de eisen.

Wko 1.59, lid 2, 3, 4 en 5 (gob)

Laag

€ 500

2.6.3 Klachten en geschillen

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder treft voor bepaalde zaken geen klachtenregeling voor ouders.

Wko 1.57b, lid 1 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • b.

    De klachtenregeling is niet schriftelijk vastgelegd.

    De klachtenregeling is niet compleet.

Wko 1.57b, lid 2 (gob)

Gemiddeld

Gemiddeld

€ 1.000

€ 500

per onderdeel

  • c.

    De houder brengt de klachtenregeling of wijzigingen hiervan niet onder de aandacht van ouders.

    De houder handelt niet overeenkomstig de klachtenregeling.

Wko 1.57b, lid 3 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • d.

    De houder draagt geen zorg voor een jaarlijks klachtenverslag.

    Het klachtenverslag is niet compleet.

Wko 1.57b, lid 4 (gob)

Regeling Wko 11h (gob)

Laag

€ 500

  • e.

    Het klachtenverslag voldoet niet aan de eisen.

Wko 1.57b, lid 5 en 6 (gob)

Laag

€ 500

  • f.

    De houder zendt het klachtenverslag niet tijdig aan de toezichthouder en brengt het niet gelijktijdig (juist) onder de aandacht van de ouders.

Wko 1.57b, lid 8 (gob)

Laag

€ 500

  • g.

    De houder is niet aangesloten bij een erkende geschillencommissie voor het behandelen van geschillen.

Wko 1.57c, lid 1 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

  • h.

    De houder brengt de geschillencommissie niet (juist) onder de aandacht van ouders.

Wko 1.57c, lid 2 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

2.7 Kwaliteit gastouderbureau en zorgplicht

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder draagt geen zorg voor het doorgeleiden van de betalingen van ouders aan gastouders.

Wko 1.49, lid 4 onder b (gob)

Hoog

€ 1.000 per vgo

  • b.

    De houder draagt er geen zorg voor dat de volgende gesprekken plaatsvinden:

    • -

      intakegesprek met de gast- en vraagouder;

    • -

      koppelingsgesprek met gast- en vraagouder;

    • -

      voortgangsgesprek met de gastouder.

  • De gesprekken vinden niet plaats bij de voorziening voor gastouderopvang.

    De gesprekken worden niet gevoerd door een bemiddelingsmedewerker.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 11a, lid 1 onder a, b, c, d en lid 2 (gob)

Hoog

€ 1.000 per gesprek

  • c.

    De houder draagt er geen zorg voor dat de gastouderopvang jaarlijks mondeling met de vraagouders wordt geëvalueerd.

    De evaluatie wordt niet schriftelijk vastgelegd.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 11a, lid 1 onder e (gob)

Gemiddeld

€ 1.000 per vgo

  • d.

    De houder draagt er geen zorg voor dat een bemiddelingsmedewerker in ieder geval tweemaal per jaar de adressen bezoekt waar opvang door de gastouder plaatsvindt.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 11a, lid 1 onder f (gob)

Hoog

€ 1.000 per vgo

  • e.

    De houder maakt geen gebruik van het burgerservicenummer van de ouder.

Wko 1.56a (gob)

Laag

€ 500 per ouder

  • f.

    De houder draagt er geen zorg voor dat per gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 11b, lid 2 (gob)

Hoog

€ 3.000 per vgo

  • g.

    De houder draagt er geen zorg voor dat het gastouderbureau goed bereikbaar is voor de vraagouder en de gastouder en verstrekt hen hierover geen informatie.

Wko 1.56, lid 1 (gob)

Regeling go 11b, lid 3 (gob)

Gemiddeld

€ 1.000

Overig

Overtreding

Artikel

Prioriteit

Boetebedrag oplopend tot:

  • a.

    De houder of gastouder komt een:

    • -

      aanwijzing;

    • -

      bevel;

    • -

      vordering tot medewerking;

  • niet na.

Wko 1.65, lid 5 (gob, vgo)

Awb 5:20 (gob, vgo)

Hoog

€ 4.150

  • b

    De houder of gastouder exploiteert een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang, ondanks een verbod hiertoe.

Wko 1.66 (gob, vgo)

Hoog

€ 20.750

Voorbeelden van ‘flex’ handhaving & inspecties:

Beleidsregels gemeentelijke taken toezicht en handhaving Wet kinderopvang Gemeente Landsmeer 2023 | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl) 

Toezicht en handhaving kinderopvang Ouder-Amstel 2023 | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)

PDF Pijnacker-Nootdorp

Voorbeelden inspecties:

Beleidskader toezicht en handhaving Wet kinderopvang Neder-Betuwe 2022 | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)

Voorbeelden boetelijst:

Beleidsregels handhaving kinderopvang Den Haag 2020 | Lokale wet- en regelgeving (overheid.nl)

Overige bronnen:

wetten.nl - Regeling - Wet kinderopvang - BWBR0017017 (overheid.nl)