Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR699008
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR699008/3
Regeling vervalt per 01-01-2028
Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2023
Geldend van 01-01-2025 t/m 31-12-2027
Intitulé
Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2023Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Overwegende dat:
- -
energie-initiatieven van belang zijn voor de energietransitie, omdat deze lokaal geworteld zijn en bewoners kunnen meebeslissen over en meeprofiteren van hun energieprojecten, zodat deze initiatieven zorgen voor meer draagvlak voor en democratisering van de energietransitie;
- -
veel kracht en energie op lokaal niveau bestaat die kan bijdragen aan klimaatdoelstellingen op nationaal, provinciaal en lokaal niveau;
- -
de provincie Zuid-Holland eerder een vergelijkbare succesvolle subsidieregeling heeft gehad in de periode 2017-2021;
- -
het niet vanzelfsprekend is dat kosten en baten van de energietransitie evenwichtig verdeeld worden en het daarom ook van belang is om de inclusiviteit van de energietransitie te bevorderen
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2023
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
Asv : Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;
- -
Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV): Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PBEU, L 187);
- -
biomassa: biologisch afbreekbare gedeelte van producten, afvalstoffen en plantaardige en dierlijk (rest)- materiaal van de land- en bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, en biogas en de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval;
- -
buurtenergieplan: projectplan voor een duurzame warmtevoorziening voor de wijk;
- -
buurtorganisatie: rechtspersoon waarvan de organisatie bestaat uit personen die vanuit verschillende rollen elkaar aanvullen wat betreft kwaliteiten en capaciteiten en waarin ook de bewoners uit de buurt zijn vertegenwoordigd;
- -
collectief zon-op-het-dak project: een project waarbij een zonnedak wordt gerealiseerd waaraan mensen deel kunnen nemen die geen zonnepanelen op hun eigen dak kunnen of willen leggen, waaronder tevens begrepen, solar carports en zon-op-waterbassin-projecten;
- -
communicatieplan: plan waarin omschreven wordt hoe, met welke materialen en middelen, waarom en met welk doel het project in de aanvraag wordt uitgevoerd en wanneer en met welke frequentie contact wordt gezocht met bewoners en organisaties die van belang zijn voor het project;
- -
De-minimisverordening: Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2023, 2831);
- -
duurzame energie: energie afkomstig van hernieuwbare natuurlijk bronnen, niet zijnde biomassa, die constant worden aangevuld;
- -
duurzame warmte: warmte afkomstig van hernieuwbare natuurlijk bronnen, niet zijnde biomassa, die constant worden aangevuld of gewonnen door het gebruik van restwarmte;
- -
Energie Samen Zuid-Holland: projectbureau voor energiecoöperaties en lokale energie-initiatieven in Zuid-Holland, die ondersteuning, kennisdeling en belangenbehartiging biedt;
- -
energieaudit: een systematische procedure met als doel toereikende informatie te verzamelen over het huidige energieverbruiksprofiel van een gebouw of groep gebouwen, van een industriële of commerciële activiteit of installatie of van private of publieke diensten, mogelijkheden voor kosteneffectieve energiebesparing te signaleren en kwantificeren en verslag uit te brengen van de resultaten;
- -
energiebesparing; gebouwgebonden maatregelen of gedragsmaatregelen die leiden tot verminderd verbruik van energie;
- -
energiecoöperatie: een coöperatie die zich richt op het bevorderen van een duurzame energievoorziening met minstens 10 leden, een open lidmaatschap en democratische besluitvorming;
- -
kwartiermaken: onderzoek of verkenning naar de behoefte aan samenwerking tussen verschillende organisaties door belangen, behoeftes, ambities en doelstellingen op te halen, tegen elkaar af te wegen en te verbinden;
- -
lokaal energie-initiatief (LEI): energiecoöperatie of een gezamenlijk initiatief van bewoners, ondernemers of organisaties uit eenzelfde lokale omgeving, gericht op het opwekken, gebruik, opslaan, delen of besparen van duurzame energie waaronder begrepen een lokaal energiesysteem en waar iedereen uit die lokale omgeving zo gewenst aan kan deelnemen, mee profiteren en meebeslissen;
- -
lokaal energiesysteem: geheel systeem voor een goede afstemming van vraag en aanbod van energie door het opwekken, gebruik, opslaan, delen, besparen en transporteren van energie ter uitvoering van een LEI dat ten goede komt aan de doelgroep opgenomen in het betreffende LEI;
- -
lokale onderneming: kleine of middelgrote onderneming als bedoeld in artikel 2 onder 2 van de AGVV (kmo) die haar respectievelijke hoofdactiviteiten voornamelijk uitoefent in de directe omgeving van het te subsidiëren project;
- -
lokale privaatrechtelijke rechtspersoon: privaatrechtelijke rechtspersoon die haar hoofdactiviteiten voornamelijk uitoefent in de directe omgeving van het te subsidiëren project;
- -
lokale rechtspersoon: privaatrechtelijke onderneming die haar activiteiten hoofdzakelijk in de lokale omgeving verricht;
- -
milieubescherming: elke maatregel of activiteit die is gericht op beperking of preventie van verontreiniging, negatieve milieueffecten of andere aantastingen van de natuurlijke omgeving, met inbegrip van lucht, water en bodem, ecosystemen of natuurlijke hulpbronnen door menselijk toedoen, onder meer met het oog op klimaatmitigatie, op beperking van het risico op dergelijke aantastingen, op bescherming en herstel van de biodiversiteit dan wel op aanmoediging van een rationeler gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energiebesparende maatregelen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en andere technieken om broeikasgasemissies en andere verontreinigende stoffen te reduceren, alsmede om over te stappen naar circulaire economische modellen om het gebruik van grondstoffen te reduceren en efficiëntiewinsten te verhogen. Dit begrip omvat ook maatregelen om het adaptieve vermogen te versterken en de kwetsbaarheid voor klimaateffecten zoveel mogelijk te beperken;
- -
SCE-regeling: Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking;
- -
startdocument: beschrijving van het doel dat met het lokaal energie-initiatief gericht op een warmte-of besparingsinitiatief wordt bereikt en welke acties worden ondernomen in de initiatiefase daarvan;
- -
TRL-niveau 9: innovatie is technisch en commercieel gereed, productierijp en klaar voor lancering waarbij het totale ontwikkelingsproces is afgerond.
Artikel 1.2 Doelgroep
Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan een lokale onderneming ter uitvoering van een lokaal energie-initiatief waarvoor voldoende draagvlak bestaat bij bewoners en organisaties die van belang zijn voor het project.
Artikel 1.3 Subsidievereisten
Om voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
er is een projectplan van het LEI op basis waarvan de subsidie wordt aangevraagd;
- b.
de aanvrager verricht haar activiteiten hoofdzakelijk in de lokale omgeving, bedoeld in het LEI.
Artikel 1.4 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 2.6 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd indien:
- a.
het draagvlak, bedoeld in artikel 1.2, onvoldoende is gewaarborgd;
- b.
voor het project onder dezelfde paragraaf subsidie is verleend;
- c.
voor de activiteit reeds subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale subsidieregeling;
- d.
de activiteit niet uitvoerbaar is wegens strijd met bestaande wet- en regelgeving.
Artikel 1.5 Niet-subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 2.5 van de Asv komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
leges;
- b.
investeringen in fysieke producten.
Artikel 1.6 Rangschikking
-
1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.
-
2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag aangevuld en gecompleteerd is als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
-
3. Wordt het subsidieplafond op enige dag overschreden, dan wordt de volgorde van binnenkomst van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen bepaald door middel van loting, waarbij:
- a.
de eerst getrokken aanvraag als hoogste wordt gerangschikt;
- b.
de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst in aanmerking komt voor subsidie.
- c.
subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.
- a.
Artikel 1.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv heeft de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:
- a.
de activiteit start binnen twee maanden na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking;
- b.
de activiteit wordt binnen drie jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking afgerond;
- c.
de opgedane kennis en resultaten worden actief gedeeld met de provincie Zuid-Holland, Energie Samen Zuid-Holland en de betreffende gemeente.
Artikel 1.8 Verantwoording
Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.
Artikel 1.9 Verantwoording en de AGVV
Als de Algemene groepsvrijstellingsverordening van toepassing is, toont de subsidieontvanger, in afwijking van artikel 1.8, aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door een beknopt financieel verslag en een activiteitenverslag.
Artikel 1.10 Bevoorschotting en betaling
-
1. Het voorschot voor subsidies van € 25.000,00 en hoger bedraagt maximaal 80% van het verleende subsidiebedrag.
-
2. Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.
Paragraaf 2 LEI gericht op collectieve zon-op-dakprojecten
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een LEI dat gericht is op:
- a.
voorbereidingsfase voor collectieve zon-op-dak projecten;
- b.
projectbegeleiding tijdens de realisatiefase van collectieve zon op dak projecten.
- a.
-
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
-
3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan het opwekken, gebruik of besparen van duurzame elektriciteit die rechtstreeks verband houden met studies of adviesdiensten, met inbegrip van energieaudits.
Artikel 2.2 Aanvraagvereisten
[vervallen]
Artikel 2.3 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
het project is gericht op de realisatie van één enkel zonnedak van ten minste 15 kWp;
- b.
een schriftelijk intentieverklaring van de eigenaar van het dak om het desbetreffende dak beschikbaar te stellen voor een collectieve zon op dak project;
- c.
de beschikking tot verlening van subsidie of de voorlopige bevestiging hiertoe op grond van de SCE-regeling of een toets dat de haalbaarheid, waaronder de financiële haalbaarheid, van het project aantoont;
- d.
er is aandacht voor inclusiviteit in het project;
- e.
in de begroting worden de activiteiten, bedoeld in respectievelijk de onderdelen a en b van het eerste lid van artikel 2.1 onderscheiden.
Artikel 2.4 Subsidiabele kosten
-
1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking voor de voorbereidingsfase, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, komen de volgende kosten in aanmerking:
- a.
kosten voor het ontwikkelen van een projectplan tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- b.
kosten voor projectbegeleiding;
- c.
kosten voor het maken van een communicatieplan en het inzetten van communicatiemiddelen tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- d.
kosten voor het organiseren van bewonersbijeenkomsten;
- e.
kosten voor het bijhouden van de administratie voor leden en projectactiviteiten;
- f.
kosten voor het inhuren van bestuurlijke of juridische expertise;
- g.
kosten voor het inhuren van technische en financiële expertise;
- h.
inzet van eigen uren tot maximaal € 60,-- per uur, met uitzondering van bestuurlijke uren;
- a.
-
2. Voor de projectbegeleidingskosten, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, komen de kosten voor projectbegeleiding in aanmerking.
Artikel 2.5 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.4 wordt subsidie geweigerd indien de aanvrager op grond van deze paragraaf voor het onderhavige kalenderjaar meer dan € 40.000,-- heeft aangevraagd.
Artikel 2.6 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie voor de activiteit genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a en b bedraagt gezamenlijk ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000,--.
-
2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 2.500,00 wordt de subsidie niet verstrekt.
-
3. Voor energieaudits die worden uitgevoerd om aan Richtlijn 2012/27/EU te voldoen, wordt alleen steun toegekend indien de energieaudit wordt uitgevoerd naast de op grond van die richtlijn verplichte energieaudit.
Artikel 2.7 Algemene groepsvrijstellingsverordening
-
1. Subsidie verstrekt op grond van artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in Hoofdstuk I en artikel 49 van de Algemene groepsvrijstelling verordening.
-
2. Subsidie verstrekt op grond van artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in Hoofdstuk I en artikel 41 van de Algemene groepsvrijstelling verordening.
Paragraaf 3 De start van een LEI voor een warmte- of energiebesparingsinitiatief
Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor het opstellen van een startdocument voor een LEI die gericht is op energiebesparing of het opzetten van een warmte initiatief.
-
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
-
3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan het besparen van energie of het opzetten van een warmte initiatief door het opstellen van een startdocument.
Artikel 3.2 Doelgroep
In aanvulling op artikel 1.2 wordt subsidie op grond van deze paragraaf verstrekt aan een lokale privaatrechtelijke rechtspersoon ter uitvoering van een lokaal energie-initiatief waarvoor voldoende draagvlak bestaat bij bewoners en organisaties die van belang zijn voor het project.
Artikel 3.3 Aanvraagvereisten
[vervallen]
Artikel 3.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
er is aandacht voor inclusiviteit in het project;
- b.
er is draagvlak in de buurt voor het initiatief;
- c.
een beschrijving van de wijze waarop de gemeentelijke en regionale warmte- of energiebesparingsontwikkelingen worden meegenomen in het projectplan;
- d.
de betreffende gemeente is ingelicht over het warmte initiatief of besparingsinitiatief.
Artikel 3.5 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten voor het ontwikkelen van een projectplan tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- b.
kosten voor projectbegeleiding tijdens het opstellen van het startdocument;
- c.
kosten voor het ontwikkelen van een communicatieplan en het inzetten van communicatiemiddelen tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- d.
kosten voor het organiseren van bewonersbijeenkomsten;
- e.
kosten voor het inhuren van bestuurlijke of juridische expertise om te komen tot het startdocument;
- f.
kosten voor het inhuren van technische en financiële expertise om te komen tot het startdocument;
- g.
inzet eigen uren tot maximaal € 60,-- per uur, met uitzondering van bestuurlijke uren, voor het opstellen van het startdocument.
Artikel 3.6 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,--.
-
2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 2.500,-- wordt de subsidie niet verstrekt.
Artikel 3.7 Verantwoording
In afwijking van artikel 1.8, eerste lid, toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een startdocument.
Paragraaf 4 Initiatiefase van een LEI voor het opzetten van een lokaal warmte initiatief
Artikel 4.1 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor de initiatiefase voor een LEI ten behoeve van duurzame warmte en draagt bij aan de voorbereiding, samenwerking, visievorming tot en met planvorming.
-
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
-
3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan het opwekken, gebruik of besparen van duurzame warmte die rechtstreeks verband houden met studies of consultancy diensten, met inbegrip van energieaudits, ten behoeve van milieubescherming.
Artikel 4.2 Aanvraagvereisten
[vervallen]
Artikel 4.3 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
er is draagvlak in de buurt, wijk of gemeente voor het warmte initiatief;
- b.
naast de aanvrager participeren ten minste de betreffende gemeente en een andere privaatrechtelijke partij met inzet van eigen tijd of middelen in het project;
- c.
er is aandacht voor inclusiviteit in het project;
- d.
een beschrijving van hoe de gemeentelijke en regionale warmte- of besparingsontwikkelingen worden meegenomen in het project;
- e.
een document waaruit blijkt dat de betreffende gemeente is ingelicht over het warmte initiatief;
- f.
de verdeling van de inzet van eigen tijd en middelen in het project van de aanvrager, de gemeente en de andere partner of partners;
- g.
het startdocument.
Artikel 4.4 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking voor de initiatiefase als bedoeld in artikel 4.1 eerste lid:
- a.
kosten voor het ontwikkelen van een projectplan tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- b.
kosten voor projectbegeleiding;
- c.
kosten voor het maken van een communicatieplan en het inzetten van communicatiemiddelen tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- d.
kosten voor het organiseren van bewonersbijeenkomsten;
- e.
kosten voor het bijhouden van de administratie voor leden en projectactiviteiten;
- f.
kosten voor het inhuren van bestuurlijke of juridische expertise;
- g.
kosten voor het inhuren van technische en financiële expertise;
- h.
inzet van eigen uren tot maximaal € 60,-- per uur, met uitzondering van bestuurlijke uren;
- i.
kosten voor het vormen van een visie op de lokale warmtetransitie;
- j.
kosten voor het opstellen van een buurtenergieplan.
Artikel 4.5 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie voor de activiteit genoemd in artikel 4.1, eerste lid, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 35.000,00.
-
2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 2.500,00 wordt de subsidie niet verstrekt.
-
3. Voor energieaudits die worden uitgevoerd om aan Richtlijn 2012/27/EU te voldoen, wordt alleen steun toegekend indien de energieaudit wordt uitgevoerd naast de op grond van die richtlijn verplichte energieaudit.
Artikel 4.6 Algemene groepsvrijstellingsverordening
Subsidie verstrekt op grond van artikel 4.1, eerste lid, voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in Hoofdstuk I en artikel 49 van de Algemene groepsvrijstelling verordening.
Paragraaf 5 Initiatiefase- en realisatiefase van een LEI voor energiebesparing
Artikel 5.1 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op hulp aan bewoners door het lokale energie-initiatief ten behoeve van het besparen van energie via:
- a.
gebouw gebonden maatregelen, of
- b.
gedragsmaatregelen.
- a.
-
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
-
3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan het besparen van energie.
Artikel 5.2 Aanvraagvereisten
[vervallen]
Artikel 5.3 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
er is draagvlak in de buurt voor het initiatief;
- b.
er is contact gezocht met een lokaal bewonersinitiatief om samenwerkingsmogelijkheden te verkennen;
- c.
er wordt gewerkt met lokale bewoners en structuren;
- d.
er is aandacht voor inclusiviteit in het project;
- e.
de betreffende gemeente is ingelicht over het besparingsinitiatief;
- f.
een beschrijving hoe de lange termijn van het lokale initiatief eruitziet en hoe de betrokkenen hierin worden meegenomen;
- g.
een ondertekende de-minimis verklaring indien het een activiteit als bedoeld in artikel 5.1 eerste lid onderdeel a betreft.
Artikel 5.4 Subsidiabele kosten
-
1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten voor het ontwikkelen van een projectplan tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- b.
kosten voor projectbegeleiding;
- c.
kosten voor het maken van een communicatieplan en het inzetten van communicatiemiddelen tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- d.
kosten voor het organiseren van bewonersbijeenkomsten;
- e.
kosten voor het bijhouden van de administratie voor leden en projectactiviteiten;
- f.
kosten voor het inhuren van bestuurlijke of juridische expertise;
- g.
kosten voor het inhuren van technische en financiële expertise;
- h.
Inzet eigen uren tot maximaal € 60,-- per uur, met uitzondering van bestuurlijke uren.
- i.
kosten voor coördinatie en begeleiding van energiecoaches of energieklussers;
- j.
kosten voor gemeenschapsvorming;
- a.
-
2. In aanvulling op het eerste lid en in afwijking van artikel 1.5 onderdeel b, komen de kosten voor energiebesparende maatregelen tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten voor subsidie in aanmerking.
Artikel 5.5 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 15.000,--.
-
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het maximum € 35.000,-- indien de wijk of buurt waar het initiatief zich op richt een score heeft van minimaal 8% op de indicator ‘lage inkomens en een woning met een lage energetische kwaliteit’, zoals opgenomen op de kaart in de bijlage bij deze regeling.
-
3. Indien toepassing van het eerste of tweede lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 2.500,-- wordt de subsidie niet verstrekt.
Artikel 5.6 De-minimis
Subsidie verstrekt op grond van artikel 5.1, eerste lid, onder a wordt verleend onder de De-minimisverordening.
Paragraaf 6 LEI gericht op het tot stand brengen van een lokaal energiesysteem
Artikel 6.1 Subsidiabele activiteiten
-
1. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:
- a.
het voorbereiden van het opzetten van een lokaal energie systeem, waaronder het opzetten van samenwerking tussen meerdere lokale bewonersinitiatieven of energiecoöperaties of andere lokale organisaties die leiden tot een lokaal energiesysteem;
- b.
het voorbereiden van het opzetten van een lokaal energie systeem waaronder studies of consultancydiensten, met inbegrip van energieaudits, die rechtsreeks verband houden met de voorbereidingsfase met betrekking projecten tot een lokaal energiesysteem;
- c.
de projectbegeleiding tijdens de realisatiefase van een lokaal energiesysteem.
- a.
-
2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.
-
3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan de realisatie van een lokaal energiesysteem.
Artikel 6.2 Aanvraagvereisten
[vervallen]
Artikel 6.3 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
het project is er tevens op gericht om bewoners te betrekken;
- b.
er is draagvlak om samen te werken onder de betrokken initiatieven en energiecoöperaties;
- c.
naast de aanvrager participeren ten minste twee andere privaatrechtelijke partijen met inzet van eigen tijd of middelen in het project;
- d.
als er sprake is van opslag- of flexibiliteitsoplossingen, is er sprake van TRL-niveau 9;
- e.
er is aandacht voor inclusiviteit in het project.
- f.
in de begroting worden de activiteiten, bedoeld in respectievelijk de onderdelen a, b en c van het eerste lid van artikel 6.1 onderscheiden;
- g.
de betreffende gemeente is ingelicht over het project;
- h.
de wijze waarop de inzet van eigen tijd en middelen in het project van de aanvrager en de andere privaatrechtelijke partners is verdeeld.
Artikel 6.4 Subsidiabele kosten
-
1. Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen in de voorbereidingsfase als bedoeld in artikel 6.1 eerste lid, onderdeel a en b de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
- a.
kosten voor het ontwikkelen van een projectplan tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- b.
kosten voor projectbegeleiding;
- c.
kosten voor het maken van een communicatieplan en het inzetten van communicatiemiddelen tot een maximum van 20% van de subsidiabele kosten;
- d.
kosten voor het organiseren van bewonersbijeenkomsten;
- e.
kosten voor het bijhouden van de administratie voor leden en projectactiviteiten;
- f.
kosten voor het inhuren van bestuurlijke of juridische expertise;
- g.
kosten voor het inhuren van technische en financiële expertise;
- h.
inzet van eigen uren tot maximaal € 60,-- per uur, met uitzondering van bestuurlijke uren.
- i.
kosten voor het opstellen van een samenwerkingsovereenkomst;
- j.
kosten voor het inrichten van een digitale structuur voor het lokale energiesysteem;
- k.
kosten voor evaluatie, meten en monitoren van het lokale energiesysteem.
- a.
-
2. In afwijking van het eerste lid komen in de realisatiefase als bedoeld in artikel 6.1 eerste lid onderdeel c alleen de kosten voor projectbegeleiding voor subsidie in aanmerking;
Artikel 6.5 Subsidiehoogte
-
1. De hoogte van de subsidie voor de activiteit genoemd in artikel 6.1, eerste lid, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000,00.
-
2. Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 2.500,00 wordt de subsidie niet verstrekt.
-
3. Voor energieaudits die worden uitgevoerd om aan Richtlijn 2012/27/EU te voldoen, wordt alleen steun toegekend indien de energieaudit wordt uitgevoerd naast de op grond van die richtlijn verplichte energieaudit.
Artikel 6.6 Algemene groepsvrijstellingsverordening
-
1. Subsidie verstrekt op grond van artikel 6.1, eerste lid, onder a of b voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in Hoofdstuk I en artikel 49 van de Algemene groepsvrijstelling verordening.
-
2. Subsidie verstrekt op grond van artikel 6.1, eerste lid, onder c voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in Hoofdstuk I en artikel 41 van de Algemene groepsvrijstelling verordening.
Paragraaf 7 Slotbepalingen
Artikel 7.2 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2023.
Artikel 7.3 Werkingsduur en overgangsrecht
Deze regeling vervalt op 31 december 2027, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.
Artikel 7.4 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2023.
Ondertekening
Den Haag, 27 juni 2023
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris
drs. J. SMIT, voorzitter
Bijlage behorende bij artikel 5.2 van de Subsidieregeling Lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2023
[Vanwege de leesbaarheid van de kaart, is deze kaart tevens zichtbaar via de volgende link: Energiearmoede in Zuid-Holland (arcgis.com).]
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl