Alcoholverordening Wijk bij Duurstede

Geldend van 15-07-2023 t/m heden

Intitulé

Alcoholverordening Wijk bij Duurstede

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    Vergunning

    De vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet.

    Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de burgemeester het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen.

    Horecabedrijf

    De activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

    Terras

    Het buiten de besloten ruimte gelegen deel van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dranken of spijzen voor gebruik ter plaatse mogen worden verstrekt.

    Slijtersbedrijf

    De activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen.

    Proeverij

    Een proeverij als bedoeld in artikel 25e van de Alcoholwet.

    Paracommerciele

    inrichting

    Een inrichting waarin een paracommerciele rechtspersoon in eigen beheer het horecabedrijf exploiteert als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet.

    Paracommerciele

    rechtspersoon

    Een rechtspersoon, niet zijnde een naamloze vennootschap (NV) of besloten vennootschap (BV), met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van het horecabedrijf.

    Bijeenkomst van

    persoonlijke aard

    Bijeenkomst, waarbij meestal zwak-alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houdt met de activiteiten van de paracommerciele rechtspersoon, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke.

    Leidinggevende

    • 1°.

      de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend;

    • 2°.

      de natuurlijke persoon, die algemene leiding geeft aan een onderneming, waarin het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend in een of meer inrichtingen;

    • 3°.

      de natuurlijke persoon, die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van zodanig bedrijf in een inrichting.

    Bezoeker

    Een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:

    • leidinggevenden in de zin van de wet;

    • personen die dienst doen in de inrichting;

    Personen van wie de aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

    Alcoholhoudende drank

    De drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat.

    Sterke drank

    Zwakalcoholhoudende drank

    De drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;

    Alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank.

    Feestdagen

    Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, eerste en tweede Pinksterdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Kerstdag, Koningsdag, en Bevrijdingsdag.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan wat de Alcoholwet daaronder verstaat.

Artikel 2 Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen

De burgemeester kan aan een vergunning voor een horecabedrijf of slijtersbedrijf voorschriften verbinden.

  • 1.

    Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

    • a.

      Ter bescherming van de volksgezondheid

    • b.

      In het belang van de openbare orde en veiligheid

    • c.

      Ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de Alcoholwet.

  • 2.

    De burgemeester kan de aan een vergunning verbonden voorschriften wijzigen, dan wel nieuwe voorschriften aan de vergunning verbinden voor zover dit strekt tot bescherming van de in lid 1 van dit artikel genoemde gevallen.

Artikel 3 Onderscheid naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon

  • 1. Paracommerciële rechtspersonen worden in vier categorieën ingedeeld:

    • a.

      Sportieve en recreatieve instellingen;

    • b.

      Sociaal-culturele instellingen;

    • c.

      Educatieve rechtspersonen;

    • d.

      Rechtspersonen van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard.

  • 2. Paracommerciële rechtspersonen mogen beperkt horeca-activiteiten ontplooien. Deze beperkingen kunnen per categorie verschillen.

Artikel 4 Activiteiten paracommerciële rechtspersonen die passen binnen de doelstelling

  • 1. Ten aanzien van sportieve en recreatieve rechtspersonen zijn toegestaan:

    • a.

      Jubileumfeest van het bestuur;

    • b.

      Clubkampioenschap, indien van toepassing;

    • c.

      Afscheidsfeest van het bestuur / een bestuurslid;

    • d.

      Feestavond voor vrijwilligers, maximaal twee keer per jaar;

    • e.

      Jaarfeest of afsluiting van het seizoen, maximaal één keer per jaar;

    • f.

      Toernooi;

    • g.

      Nieuwjaarsborrel voor leden;

    • h.

      Overig strikt club gerelateerde feesten voor leden.

  • 2. Ten aanzien van sociaal-culturele rechtspersonen zijn toegestaan:

    • a.

      Bijeenkomsten/vergaderingen/feesten van en voor verenigingen en stichtingen die gebruikmaken van het pand (dus alleen toegankelijk voor de leden);

    • b.

      Sociaal-culturele evenementen (ook voor publiek toegankelijk);

    • c.

      Jaarvergaderingen;

    • d.

      Kerstviering;

    • e.

      Nieuwjaarsborrel

  • 3. Ten aanzien van educatieve rechtspersonen zijn toegestaan:

    • a.

      Lessen/cursussen

    • b.

      Afstudeerbijeenkomst / diploma-uitreiking

    • c.

      Schoolfeesten voor leerlingen

    • d.

      Ouderavond

    • e.

      Laatste schooldag

    • f.

      Sportdag voor leerlingen en leraren

  • 4. Ten aanzien van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard:

    • Alle activiteiten die te maken hebben met levensbeschouwelijke of godsdienstige zaken, zoals bijeenkomsten, cursussen, kerstviering, enz.

Artikel 5 Reguleren paracommerciele rechtspersonen

  • 1. Er wordt geen alcoholhoudende drank verstrekt tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn, als dit zou leiden tot oneerlijke mededinging.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod als gesteld in het eerste lid, voor maximaal 6 bijeenkomsten van persoonlijke aard. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 3. Het is verboden om de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard (waaronder inbegrepen de verhuur van het pand en inventaris) openlijk aan te prijzen of onder de aandacht te brengen met bijvoorbeeld posters, brochures, publicaties in kranten of tijdschriften, internet of via social media kanalen kenbaar te maken.

  • 4. Een paracommerciële rechtspersoon mag uitsluitend zwak alcoholhoudende drank verstrekken.

  • 5. Een paracommerciële rechtspersoon mag zwak- alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken op:

    • a.

      Maandag tot en met vrijdag van 17:00 uur tot uiterlijk 24:00 uur. De eindtijd van het schenken is daarbij tevens de sluitingstijd van de inrichting en bijbehorende terrassen.

    • b.

      Zaterdag en zondag vanaf 12:00 uur tot uiterlijk 24:00 uur. De eindtijd van het schenken is daarbij tevens de sluitingstijd van de inrichting en bijbehorende terrassen.

  • 6. De burgemeester kan een tijdelijk ontheffing verlenen van de schenk- en/of openingstijden zoals genoemd in het vijfde lid. De ontheffing is maximaal de openingstijd van openbare inrichtingen zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 7. De burgemeester kan een tijdelijke ontheffing verlenen van het gestelde in het vierde lid, in het geval van bijeenkomsten van persoonlijke aard en in bijzondere gevallen. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 8. Geen ontheffing van de bepaling in het vierde lid kan worden verleend ten aanzien van een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon:

    • a.

      die deel uitmaakt van een gebouw dat uitsluitend of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven aan leerlingen die merendeels de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt;

    • b.

      die deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer jeugdorganisaties of -instellingen dan wel in hoofdzaak bezocht pleegt te worden door jeugdige personen die merendeels de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 9. Een ontheffing kan worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      De openbare orde.

    • b.

      De openbare veiligheid.

    • c.

      De volksgezondheid.

Artikel 6 Indieningsvereisten en weigeringsgronden ontheffingen

  • 1. Een paracommerciële rechtspersoon vraagt uiterlijk twee weken voor een bijeenkomst als bedoeld in artikel 5, lid 1 schriftelijk of digitaal een ontheffing aan bij de burgemeester, onder vermelding van:

    • a.

      Adresgegevens van de inrichting.

    • b.

      De datum van de bijeenkomst.

    • c.

      Het tijdstip van de bijeenkomst.

    • d.

      De inhoud van de bijeenkomst.

  • 2. De ontheffing wordt tevens geacht te zijn gevraagd wanneer de burgemeester op verzoek van de paracommerciële rechtspersoon de bijeenkomst, die redelijkerwijs niet te voorzien was, toestaat.

  • 3. De burgemeester kan aan de ontheffing nadere voorschriften en/of beperkingen verbinden die strekt tot bescherming van de in artikel 5, lid 9 genoemde gevallen.

Artikel 7 Cursussen en proeverij in slijtersbedrijven na de openingstijd

  • 1. Slijtersbedrijven zijn vrijgesteld van het in artikel 3, eerste lid, en het in artikel 14, eerste lid, van de Alcoholwet vervatte verbod, ten behoeve van het tegen betaling organiseren van een proeverij in hun slijtlokaliteit.

  • 2. De vrijstelling geldt buiten de dagen en tijden dat de slijtlokaliteit op grond van de Winkeltijdenwet regulier is opengesteld.

Artikel 8 Verbod ‘happy hours’

Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd.

Artikel 9 Verplichten Sociale hygiëne diploma op vervoersmiddelen

Gereserveerd.

Artikel 10 Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven

Gereserveerd.

Artikel 11 Beperkingen voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven

Gereserveerd.

Artikel 12 Koppeling toegang aan leeftijden

Gereserveerd.

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1. De burgemeester is bevoegd om af te wijken van enig voorschrift in deze verordening, wanneer deze voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met het voorschrift te dienen doelen.

  • 2. In de overige gevallen waarin de verordening niet voorziet, beslist de burgemeester.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële rechtspersonen:

    • a.

      De voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van eerdere gemeentelijke vergunningen op grond van de wet zijn gesteld;

    • b.

      De tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

  • 2. Als vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag voor een ontheffing is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Als vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een bezwaarschrift is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt de dag na bekendmaking in werking.

  • 2. De Verordening paracommercie Wijk bij Duurstede 2013, vastgesteld op 10 december 2013 wordt ingetrokken.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als Alcoholverordening Wijk bij Duurstede.

Toelichting verordening

De Alcoholverordening gemeente Wijk bij Duurstede 2023 bevat medebewindbepalingen die zijn gebaseerd op de artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Alcoholwet.

AlgemeenOneerlijke mededinging

De op basis van artikel 4 van de Alcoholwet door de gemeente te stellen regels over de paracommerciële rechtspersonen dienen ter voorkoming van oneerlijke mededinging/concurrentie.

In de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II 2008/09, nummer 3, blz. 10) staat dat de regering ervan uitgaat dat gemeenten de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële rechtspersonen in acht nemen en geen onnodige beperkingen opleggen, daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren.

Het is niet mogelijk om beperkingen op te leggen die iedere mededinging met de reguliere horeca tegengaan. De gemeenteraad treedt dan buiten de bevoegdheidsgrondslag van de Alcoholwet.

Artikel 1Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit de Alcoholwet werken door in de op de Alcoholwet gebaseerde regelgeving.

Artikel 4Toegestane activiteiten paracommerciële rechtspersonen

In de verordening is een niet-limitatieve opsomming van door paracommerciële rechtspersonen te organiseren activiteiten opgenomen, waarvan kan worden geoordeeld dat die in beginsel passen binnen de doelstelling van de rechtspersoon.

Artikel 5Reguleren paracommerciële rechtspersonen

Het in deze verordening opgenomen artikel is een uitwerking van artikel 4 van de Alcoholwet.

Op grond van artikel 4, eerste lid en derde lid, onder a, van de Alcoholwet moet geregeld worden gedurende welke tijden in de inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt. Met andere woorden, de schenktijden voor alcoholhoudende dranken moeten geregeld worden.

Lid 6

Dit betreft een ontheffingsmogelijkheid in relatie tot de schenktijden. De maximale tijd waarvoor een ontheffing kan worden verleend is de openingstijd van openbare inrichtingen zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening.

Hier kan bijvoorbeeld gebruik van worden gemaakt in het kader van de jaarwisseling, competities en toernooien, bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen, die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de rechtspersoon betrokken zijn. Het betreft nadrukkelijk een tijdelijke ontheffing in uitzonderlijke situaties, om te voorkomen dat via de ontheffingsmogelijkheid structureel langer alcohol verstrekt kan worden voor gebruik ter plaatse.

Lid 7

Dit betreft een ontheffingsmogelijkheid om tijdelijk sterke drank te mogen verstrekken voor gebruik ter plaatse. In de basis mag er bij paracommerciële rechtspersonen uitsluitend zwakalcoholhoudende drank worden verstrekt.

Hier kan bijvoorbeeld gebruik van worden gemaakt bij bijzondere gelegenheden als de jaarwisseling, bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen, die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de rechtspersoon betrokken zijn.

Daarnaast kunnen er bijzondere situaties zijn waarbij het schenken “van iets sterkers” in de rede ligt, zoals bij paracommerciële rechtspersonen die meer gericht zijn op senioren zoals een biljartvereniging. Ook daar is een ontheffingsmogelijkheid wenselijk. Om te voorkomen dat eveneens aan rechtspersonen een dergelijke ontheffing wordt afgegeven, is via lid 8 een leeftijdsgrens opgenomen. Een ontheffing kan niet worden verleend voor locaties waar in hoofdzaak jongeren komen.

Regels bijeenkomsten

Op grond van artikel 4, eerste lid en derde lid, onder b en c, van de Alcoholwet moeten regels gesteld worden over door paracommerciële rechtspersonen in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen, welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn.

Uiteraard alleen voor zover er tijdens deze bijeenkomsten alcoholhoudende drank wordt verstrekt door de paracommerciële rechtspersoon. Het is overigens niet toegestaan om (als organisator van een activiteit/huurder van een ruimte) zelf drank mee te nemen en deze in de inrichting van de paracommerciële rechtspersoon te nuttigen.

Op grond van artikel 4, vierde lid van de Alcoholwet heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor ten hoogste twaalf aaneengesloten dagen ontheffing te verlenen van de bij of krachtens (via deze verordening) dit artikel gestelde regels.

Hierbij kan worden gedacht aan bijzondere festiviteiten zoals bijvoorbeeld Koningsdag, Carnaval, braderieën of attracties. Aan deze ontheffingen kan de burgemeester voorschriften en beperkingen verbinden.

Omdat de burgemeester deze bevoegdheid rechtstreeks aan de wet ontleent, kan de raad hier verder geen beperkingen aan stellen. De burgemeester kan hiervoor zelf wel beleidsregels opstellen waarin wordt uitgewerkt hoe en onder welke voorwaarden ontheffing wordt verleend (artikel 4:81 van de Awb).

Lid 8

Een ontheffing is niet mogelijk wanneer er sprake is van een inrichting van een paracommerciële rechtspersoon die deel uitmaakt van een gebouw waarin onderwijs wordt gegeven voor leerlingen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Hetzelfde is van toepassing wanneer de inrichting deel uit maakt van een gebouw die in gebruik is bij één of meer jeugdorganisaties of -instellingen die bezocht worden door jeugdige personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 7Cursussen en proeverij in slijtersbedrijven na de openingstijd

Het is voor slijters verboden in hun slijterij een proeverij te organiseren. Dat volgt uit de artikelen 3 en 14 van de Alcoholwet. Het is alleen toegestaan de klant te laten proeven als hij daarom verzoekt en dat proeven moet bovendien gratis zijn (artikel 13, tweede lid, van de Alcoholwet).

Artikel 25e van de Alcoholwet maakt het mogelijk om bij verordening vrijstelling te verlenen van de in artikel 3 en 14 neergelegde verboden, zodat betaalde proeverijen in slijtlokaliteiten zijn toegestaan. Deze vrijstelling geldt voor alle slijters in de gemeente.

Andere winkels, zoals bijvoorbeeld supermarkten, die op basis van de Alcoholwet zwak-alcoholhoudende drank mogen verkopen, mogen geen proeverijen in hun winkel organiseren. Deze winkels zijn geen slijtlokaliteit in de zin van de Alcoholwet. De vrijstelling geldt alleen voor slijtersbedrijven. Sommige supermarkten hebben bij hun winkel een kleine slijterij (de zogenaamde borrelshop), waarvoor men over een alcoholwetvergunning beschikt. Als proeverijen zijn toegestaan dan kunnen deze ook in een borrelshop worden georganiseerd.

Voorwaarden

De voorwaarden waaraan een proeverij moet voldoen staan genoemd in artikel 6.1 van het Alcoholbesluit. Zo mogen maximaal 1 proeverij per dag en maximaal 3 proeverijen per week worden gegeven. Vóór aanvang van de proeverij moeten de kosten van deelname door een leidinggevende van het slijtersbedrijf zijn vastgesteld. De deelnemers aan de proeverij moeten vóór aanvang bekend zijn bij de leidinggevende. De deur van de slijterij is tijdens de proeverij gesloten voor publiek. Alleen de deelnemers hebben toegang. Tijdens de proeverij mag alleen die (alcoholhoudende en alcoholvrije) drank worden verkocht die in het kader van de proeverij aan de deelnemers is verstrekt.

Vrijstelling

Door het verlenen van een vrijstelling aan slijtersbedrijven om tegen betaling een proeverij in hun slijtlokaliteit te organiseren wordt een uitzondering gemaakt op twee verboden in de Alcoholwet, te weten een uitzondering op het verbod om zonder horecavergunning het horecabedrijf uit te oefenen (artikel 3, eerste lid, van de Alcoholwet). Vrijstelling van dat verbod is nodig omdat het geven van een betaalde proeverij geldt als het uitoefenen van het horecabedrijf. Ten tweede wordt een uitzondering gemaakt op het verbod om een slijtlokaliteit in gebruik te hebben voor ook andere bedrijfsactiviteiten dan slijtersactiviteiten (artikel 14, eerste lid, van de Alcoholwet).

De vrijstelling voor het organiseren van een proeverij in een slijtlokaliteit geldt voor alle slijtersbedrijven. Het is niet mogelijk om te differentiëren, dat staat de Alcoholwet niet toe. Het geven van een proeverij kan dus niet nader afhankelijk gesteld worden van een vergunning of een ontheffing. Proeverijen mogen uitsluitend tegen betaling worden georganiseerd.

Regels

Tijdens de proeverij mogen alleen de deelnemers aan de proeverij aanwezig zijn in de slijtlokaliteit (artikel 6.1 van het Alcoholbesluit). Een proeverij mag alleen plaatsvinden op een tijdstip dat de slijterij normaal gesproken is gesloten maar bij of op grond van de Winkeltijdenwet wel geopend zou mogen zijn (artikel 25e van de Alcoholwet). Dus als een slijterij gebruikelijk sluit om 18.00 uur, dan zou tussen 18.00 en 22.00 uur een proeverij kunnen worden gegeven. Als echter een slijterij gebruikelijk pas om 22.00 uur sluit, dan is een proeverij in de avonduren dus niet toegestaan. Het is niet mogelijk een slijtlokaliteit eerder dan normaal te sluiten om vervolgens een proeverij te organiseren.

Het ligt voor de hand dat een proeverij in de avonduren plaatsvindt, maar een proeverij op zondag is ook denkbaar mits opening op zondag bij (winkeltijden)verordening is toegestaan.

Artikel 8Verbod ‘happy hours’

Dit artikel verbiedt ‘happy hours’ in de horeca. Deze bepaling is gebaseerd op artikel 25d van de Alcoholwet dat het mogelijk maakt om bij gemeentelijke verordening, ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde, regels te stellen over prijsacties voor alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse in een horecalokaliteit of op een terras. Het geeft de gemeente de mogelijkheid om op te treden tegen ‘happy hours’ waar tijdens bepaalde tijdspanne kortingen op alcoholhoudende drank wordt gegeven.