VTH-Beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre

Geldend van 14-07-2023 t/m heden

Intitulé

VTH-Beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre

Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving

(Omgevingsrecht, Algemene Plaatselijke Verordening, Bijzondere wetten)

Voorwoord

De gemeente Oost Gelre zet zich in voor een duurzame leefomgeving met unieke waarden, waarin veilig, gezond en aantrekkelijk gewoond, geleefd en gewerkt kan worden. De gemeente doet dat onder andere door vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). De visie en ambitie met betrekking tot VTH dienen te worden vastgelegd in een strategisch beleidskader, het zogenaamde VTH-beleidsplan.

In 2007 is het beleidsplan integrale handhaving van de fysieke leefomgeving van de gemeente Oost Gelre vastgesteld. De ontwikkelingen op dit gebied staan niet stil. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Omgevingswet, Wet Kwaliteitsborging, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: WABO) en de Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. Gelet op de verschillende ontwikkelingen was het nodig om een nieuw beleidsplan Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) voor de gemeente Oost Gelre op te stellen.

Voor u ligt het VTH Beleidsplan van de gemeente Oost Gelre voor de periode 2023-2027. Met het vaststellen van dit beleid wordt de uitvoering van de VTH-taken geactualiseerd en afgestemd op de actuele uitvoeringssituatie. Het verlopen “VTH-beleidsplan 2019 – 2022, Oost Gelre” stamt uit 2019. Als gevolg van nieuwe ontwikkelingen op verschillende terreinen, is het noodzakelijk nieuw beleid vast te stellen. Zowel vanuit de ambtelijke organisatie, als bestuurlijk, is geconstateerd dat op basis van het huidige beleid en met de huidige beschikbare capaciteit zaken niet kunnen worden uitgevoerd die mogelijk meer prioriteit verdienen. Dat maakt een herziening van het huidige beleid zeer noodzakelijk en wenselijk. Een andere aanleiding voor het herijken van het beleid is dat in de laatste jaren het aantal aanvragen van vergunningen en daarmee dus handhaving fors is toegenomen.

Daarnaast zal de te verwachten vermindering van regels en vergunningplichten onder de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor ‘het Bouwen’ ervoor zorgen dat werk verschuift van vergunningverlening naar toezicht en handhaving. Het is dus nodig om middels duidelijk handhavingsbeleid opnieuw de prioriteiten te bepalen.

Toezicht en handhaving zijn belangrijke instrumenten, die de gemeente Oost Gelre inzet ten behoeve van het waarborgen en bevorderen van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Met dit “VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre” (hierna VTH-beleidsplan) stelt het college van burgemeester en wethouders het beleid op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht voor de periode 2023 tot en met 2027 vast.

Dit VTH-beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre is niet bedoeld als gemeente breed afwegingskader voor alle vakgebieden. Reden hiervoor is dat wet- en regelgeving te veel uiteenlopen om dat mogelijk te maken. Wel wordt er in dit VTH-beleidsplan de basis gelegd voor de programmatische en integrale uitvoering van deze wettelijke taken en het bereiken van de doelstellingen zoals in dit plan verwoord.

Onze visie daarbij is:

“Oost Gelre is een veilige, gezonde en leefbare gemeente, waarin de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven centraal staat en waar op basis van vertrouwen ruimte voor (economische) ontwikkeling wordt geboden.”

De toezichthoudende partijen gaan op basis van deze visie aan de slag met integrale handhaving. Het streven daarbij is dat we daar zijn waar het nodig is (risicogericht) oftewel op het juiste moment op de juiste plek.

Hoofdstuk 1: Algemene Inleiding

1.1 Algemeen

Voor u ligt het VTH-beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre. In dit beleidsplan wordt het beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving voor de komende periode beschreven. Hieronder vallen de vergunningverlenings-, toezichts- en handhavingstaken die voortvloeien uit de wet- en regelgeving op het gebied van milieu, bouwen, ruimtelijke ordening, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Bijzondere Wetten. Onder deze laatste categorie vallen onder andere de Alcoholwet (vóór 1 juni 2021: Drank- en Horecawet), Wet op de Kansspelen, Besluit Registratie Personen en Winkeltijdenwet.

Voor het onderdeel milieu heeft de Omgevingsdienst Achterhoek een separaat Integraal Handhavingsprogramma opgesteld.

1.2 Waarom een VTH-beleidsplan?

De gemeente Oost Gelre is verplicht om voor vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van het omgevingsrecht beleid vast te stellen en uit te voeren. Met dit VTH beleidsplan 2023-2027 voldoet Oost Gelre aan de vereisten van de wet- en regelgeving1 . Het plan legt de basis voor een programmatische en integrale uitvoering van de wettelijke taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de fysieke leefomgeving. Dit beleidsplan beschrijft de ambities van de gemeente voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. De gemeente gebruikt het plan als algemeen beleidsmatig kader voor de uitvoering door de gemeente en haar uitvoeringsorganisaties, het overleg met de partners, initiatiefnemers en belanghebbenden en de communicatie met haar bedrijven en inwoners. Het maakt een transparante, effectieve en efficiënte inzet van middelen mogelijk. De door de raad gestelde kaders zijn leidend en daarbinnen wordt geprioriteerd aan de hand van de beschikbare middelen.

Daarnaast wil de gemeente voor de inwoners, bedrijven en instellingen inzichtelijk maken welke handhavingsprioriteiten het college van burgemeester en wethouders stelt en wat de inwoner, het bedrijf of de instelling kan verwachten.

Door middel van dit VTH-beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre wordt enerzijds voldaan aan wet- en regelgeving en anderzijds geeft het meer zicht op de handhavingsdomeinen (en de gestelde prioriteiten) die binnen de gemeentegrenzen uitgevoerd worden en wat hierbij komt kijken.

Tot slot worden er in het VTH-beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre prioriteiten vastgesteld die de basis vormen voor het jaarlijks op te stellen Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP). In het jaarlijks op te stellen HUP wordt de beschikbare capaciteit omschreven op de verschillende handhavingstaken en met welke prioritering.

1.3 Reikwijdte VTH beleidsplan Oost Gelre 2023 – 2027

In dit VTH-beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre worden de volgende domeinen behandeld:

  • Bouwen en controle strijdig gebruik bestemmingsplan (WABO) is ondergebracht bij de afdeling Ruimte en Economie van de gemeente Oost Gelre.

  • Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Bijzondere Wetten is ondergebracht bij de afdeling Ruimte en Economie van de gemeente Oost Gelre.

  • Controle op brandveiligheid (gebruiksmeldingen- en vergunningen) is ondergebracht bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland en de vergunningverlening en handhaving bij de afdeling Ruimte en Economie van de gemeente Oost Gelre.

  • Milieu en sloop is volledig ondergebracht bij de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA).2

Daarnaast zijn er andere domeinen die toezicht en handhaving bevatten. Denk onder andere aan de leerplicht en de Participatiewet. Deze beleidsdomeinen maken geen onderdeel uit van het VTH-beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre.

1.4 Wet- en regelgeving

Op grond van artikel 7.2 van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) stelt het college van burgemeester en wethouders uitvoerings- en handhavingsbeleid vast waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen gesteld worden bij de handhaving en welke taken daartoe worden uitgevoerd. Het VTH-beleid is onder te verdelen in een strategisch en een operationeel beleidskader.

Het VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre is de uitwerking van artikel 7.2 Bor en stelt kaders voor toezicht en handhaving van regels voor de fysieke leefomgeving, voor zover uit de wet voortvloeit dat het college van burgemeester en wethouders, of de burgemeester, het bevoegd gezag is. Het betreft hierbij beleid over handhaving van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo),3 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Bijzondere Wetten.

1.5 Ontwikkelingen: Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging

1.5.1 Omgevingswet

De Omgevingswet biedt een ruim en integraal juridisch instrumentarium aan gemeenten om voor de fysieke leefomgeving beleidsontwikkeling, beleidsdoorwerking, beleidsuitvoering en terugkoppeling te kunnen vormgeven. Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) speelt een belangrijke rol om de doelstellingen van de wet te kunnen bereiken.

De Omgevingswet kent de volgende 4 hoofddoelstellingen:

  • 1.

    Inzichtelijk omgevingsrecht.

  • 2.

    Leefomgeving centraal.

  • 3.

    Ruimte voor maatwerk.

  • 4.

    Sneller en beter.

De Omgevingswet maakt het mogelijk om te regelen wat op die locatie nodig is. Op deze manier wordt onze leefomgeving beter beschermd en beter benut. De Omgevingswet legt daarbij veel vertrouwen en verantwoordelijkheid neer bij de initiatiefnemer en de gemeentelijke overheid. De VTH’er helpt om die verantwoordelijkheid waar te maken: enerzijds door een belangrijke verbinding te zijn tussen het concrete initiatief en het beleid, anderzijds door een belangrijke oog- en oorfunctie te vervullen die een bijdrage levert aan het maken en het bijstellen van een visie en een omgevingsplan.

De Omgevingswet zal per 1 januari 2024 in werking treden. Met het vaststellen van dit VTH-plan zal Oost Gelre goed voorbereid zijn op de komst van de Omgevingswet.

1.5.2. VTH onder de Omgevingswet

Onder de Omgevingswet moeten VTH’ers in staat zijn om conform de nieuwe wet en het daarbij behorende juridische instrumentarium naar initiatieven en lopende zaken te kijken. Hiertoe moet bekend zijn hoe het nieuwe recht en het overgangsrecht werkt en zijn vastgesteld hoe de organisatie haar vergunningverleningsproces erop inricht. Maar nog belangrijker: hoe werk je in de geest van de wet, en hoe ga je om met dat vertrouwen en die verantwoordelijkheid die de wetgever neerlegt bij de gemeente en dus de individuele medewerker en organisatie?

De formele juridische stappen in het proces van initiatief tot en met vergunningverlening veranderen in de basis niet. Maar ze moeten wel opnieuw in het licht worden bezien van de uitgangspunten en doelen van de wet. Hiervoor onderscheiden we vier onderdelen, die van belang zijn om de wet naar de geest te implementeren:

  • 1-

    Dienstverlening.

  • In de gemeente Oost Gelre kennen we reeds het vooroverleg c.q. de informele aanvraag. Daarin worden plannen en aanvragen in concept doorgenomen. Het hoofddoel is om in een zo vroeg mogelijk stadium te bepalen of het initiatief wenselijk is. Dat wil zeggen: past het initiatief bij de omgevingsvisie van de gemeente en is het kansrijk om verder te ontwikkelen? Daarnaast wordt een advies over participatie gegeven en worden aandachtspunten meegegeven waar een initiatiefnemer op moet letten bij het indienen van een formele vergunningaanvraag. Zo weet de initiatiefnemer vroeg of diens plan wenselijk is en gaan we als overheid alleen aan de slag met haalbare en wenselijke initiatieven. Dit alles volgens het principe dat één contactpersoon vanuit VTH aanspreekpunt is voor inwoners en bedrijven.

  • Indien het een groot project betreft, of een project met een hoge maatschappelijke impact, gaan we nog een stapje verder en zullen wij een zogenaamde omgevingstafel organiseren. Daarbij zijn initiatiefnemer en benodigde expertises van de overheid vanaf een vroeg stadium betrokken om te zorgen dat het initiatief passend wordt gemaakt binnen de visie/regels van de gemeente, dan wel dat er snel duidelijkheid is over de mogelijkheden. In het stadium van overleg betrekken wij de regionale diensten als de ODA en de VNOG bij de beoordeling en advisering over initiatieven.

  • De reguliere periode voor de behandeling van een officiële vergunningaanvraag is onder de Omgevingswet acht weken. Dat is voor veel aanvragen ook nu al zo. Maar voor met name de buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en milieuaanvragen is dit een behoorlijke uitdaging. Het is daarom belangrijk om de service aan de voorkant goed in te richten. Bij het opstellen van nieuwe regels en beleid zal extra worden gelet op de begrijpelijkheid van deze regels en beleid. Daarnaast wordt ingezet op begrijpelijke communicatie via de website, de standaarddocumenten en de toepasbare regels op het digitaal omgevingsloket. Het voorgaande vanuit de opvatting dat begrijpelijke regels leiden tot minder vragen aan de balie, betere naleving van de regels en meer duidelijkheid bij toezichthouders. Als de service bij wat complexere aanvragen goed is, kan een deel van de afstemming ook al vooraf gebeuren en zullen aanvragen completer worden gedaan. Dat scheelt tijd bij de behandeling.

  • Uiteraard zullen we ook de standaardbrieven naar de inhoud maar vooral ook naar de geest van de wet aanpassen. Daarbij wordt, zoals nu al het geval is bij Oost Gelre, extra aandacht besteed aan de leesbaarheid.

  • 2-

    Expertise

  • Alle VTH’ers moeten vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet de wetgeving kunnen toepassen op concrete initiatieven. De grondslagen van de wet zijn veranderd. Daarom is het belangrijk dat er goede juridische expertise is, en dat vergunningverleners, toezichthouders en handhavers ook goed worden opgeleid. Daartoe hebben zij de afgelopen jaren reeds diverse trainingen, cursussen en opleidingen gevolgd.

  • Aangezien de Omgevingswet nog steeds in ontwikkeling is en er wordt vanuit de (rechts)praktijk over gediscussieerd, wordt aangeraden om de ontwikkeling rondom deze wet te blijven volgen en de nodige trainingen, cursussen en leermaterialen aan te schaffen om de kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken goed te borgen en het werkproces desnoods bij te stellen.

  • 3-

    Samenwerking regio

  • Samenwerking is cruciaal bij de invoering van de Omgevingswet. Voor een omgevingsdienst, provincie of Rijkspartner is het niet mogelijk om bij elke gemeente afzonderlijk aan te sluiten, daarom zijn er binnen de Achterhoek samenwerkingsafspraken gemaakt voor reguliere procedures en meervoudige afspraken over verschillende initiatieven. Hierin zijn per organisatie termijnen afgesproken. Het concept van de omgevingstafel wordt voor regionale initiatieven derhalve ook toegepast. Daarnaast is de noodzaak om informatie uit te wisselen en te delen steeds groter geworden. De gemeente Oost Gelre werkt hiervoor met haar eigen zaaksysteem, dat is aangesloten op alle functionaliteiten van het nieuwe Digitale Omgevingsloket. Zo zal informatie binnen de VTH-keten direct beschikbaar zijn en gedeeld kunnen worden. Door de uniforme werkwijze en inrichting wordt het makkelijker om werk uit te wisselen en medewerkers breed in te zetten.

  • 4-

    Digitalisering en (werk)processen

  • Het Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) zorgt ervoor dat gemeenten aanvragen, meldingen en informatie kunnen ontvangen. Bij de inwerkingtreding van de wet is deze door het Rijk grotendeels gevuld. De gemeente draagt er zorg voor dat de lokale regels worden vermeld, zoals ze ook nu in het Omgevingsloket staan. Ten behoeve van het inrichten van het vergunningen, toezicht en handhavingsproces zal de VTH-software gekoppeld worden. Alle processen zijn daartoe herzien en waar mogelijke geoptimaliseerd en gedereguleerd.

  • In het jaar 2022 zijn stappen gezet om de werkprocessen in te richten op een wijze dat deze geschikt zijn voor- en in afstemming zijn met de Omgevingswet. De werkgroepen ter voorberiding op de komst van de Omgevingswet worden in 2023 nog vol voortgezet.

1.5.2 Wet Kwaliteitsborging

Parallel aan het traject voor de invoering van de Omgevingswet loopt het traject voor de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het Bouwen. Die wet heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van aannemers ten opzichte van particuliere en professionele opdrachtgevers uitgebreid.

Ook deze wet zal om de nodige aanpassing in werkwijze en werkhouding vragen. De wet zal tevens een verschuiving van taken met zich meebrengen. Een voorbeeld: momenteel moet men voordat een omgevingsvergunning wordt afgegeven aantonen dat het bouwwerk aan het Bouwbesluit 2012 of bouwtechnische eisen voldoet. In de toekomst zal dit pas bij de oplevering van het bouwwerk aangetoond moeten worden. De kwaliteitsborging van een bouwwerk verschuift dus naar een latere fase. Dit betekent dat de toezichthouder bij oplevering van bouwwerken zijn controle/toetsing anders en uitgebreider zal uitvoeren.

1.6 Bestuurlijke rolverdeling

Het college van burgemeester en wethouders stelt het VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre en jaarlijks het daarop gebaseerde HUP vast. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van het handhaven ligt bij de portefeuillehouder handhaving. Daarnaast ligt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid bij de burgemeester. In sommige gevallen kan het dus zo zijn dat beide portefeuillehouders betrokken worden.

De gemeenteraad van Oost Gelre heeft de Verordening VTH in april 2019 vastgesteld. Hiermee heeft de gemeenteraad een handvat om de kwaliteit te bepalen van de uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving die belegd zijn bij de ODA. Met de Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht gemeente Oost Gelre wordt het juridische kader gevormd voor het beoordelen, borgen en verbeteren van de kwaliteit van deze VTH-taken.

1.7 Landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen

Tijdens de looptijd van het VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre kunnen zich ontwikkelingen voordoen die invloed hebben op het doel en de prioriteiten uit dit beleid. Met het opstellen van dit beleid is zover mogelijk rekening gehouden met de onderstaande ontwikkelingen.

Landelijke ontwikkelingen

Omgevingswet4

De komst van de Omgevingswet betekent dat er veel verandert. De wet bundelt bijvoorbeeld 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Met de nieuwe Omgevingswet wil het kabinet de verschillende plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur beter op elkaar afstemmen. Daarnaast willen ze duurzame projecten stimuleren en gemeenten, provincies en waterschappen meer ruimte geven. Zo kunnen zij hun omgevingsbeleid afstemmen op hun eigen behoeften en doelstellingen. Verder biedt de wet meer ruimte voor particuliere ideeën.

Dit komt doordat er meer algemene regels gelden in plaats van gedetailleerde vergunningen. Het ziet er dan ook naar uit dat er een verschuiving zal plaatsvinden van vergunningverlening naar informatievoorziening/ communicatie en toezicht en handhaving.

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

De Wet kwaliteitsborging treedt hoogstwaarschijnlijk gelijktijdig in werking met de Omgevingswet begin 2024. Met de komst van deze wet toetst de gemeente niet meer inhoudelijk aan bouwtechnische voorschriften, maar controleert of de opdracht¬gever werkt met een toegelaten, bij de bouwactiviteit passend instrument en een onafhankelijke kwaliteitsbor¬ger. Ook controleert de gemeente of alle specifieke risico’s voor dat bouwwerk in de risicobeoordeling in kaart zijn gebracht en in het borgingsplan zijn vastgelegd. Mocht toezicht en handhaving noodzakelijk zijn, dan biedt de Wkb in aanvulling op de Algemene wet bestuursrecht verschillende handvatten om te kunnen beschikken over de noodzakelijke informatie. Dit alles vraagt een aanzienlijk aantal wijzigingen in processen, competenties en informatievoorziening die de gemeente voor de inwerkingtreding van dit nieuwe stelsel moet implemente¬ren.

Landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht (LHSO)

In oktober 2022 is de ‘Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht’ (LHSO) landelijk uitgekomen. Door de komst van de LHSO treden handhavende instanties zoals: overheden, omgevingsdiensten, het OM en de politie op eenzelfde manier op bij overtredingen. Zo ontstaat er een gelijk speelveld, wordt het rechtsgevoel gerespecteerd en blijft de leefomgeving veilig, schoon en gezond. Door de LHSO te volgen en vast te stellen, komen wij onze visie na met betrekking tot integraal optreden bij overtredingen. De vaststelling van de LHSO gaat wel gepaard aan de vaststelling van onderhavig “VTH-beleidsplan Oost Gelre 2023 – 2027” en maakt hier onderdeel van uit.

Ondermijning

De ondermijning is een verzamelterm voor meerdere wetten/wetsvoorstellen waarmee het instrumentarium van de overheid voor de aanpak van ondermijning wordt uitgebreid en versterkt. Twee meest concrete voorbeelden zijn de verruiming van artikel 13b Opiumwet en een voorstel tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

Verruiming artikel 13b Opiumwet

Op 11 december 2018 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet (verruiming sluitingsbevoegdheid) aangenomen. Het gewijzigde artikel 13b Opiumwet is in 2019 in werking treden. Het voornoemde artikel biedt burgemeesters de mogelijkheid om panden te sluiten als er voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die duidelijk bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs, zoals bepaalde apparatuur, chemicaliën en versnijdingsmiddelen. Voorheen kon een pand alleen worden gesloten als geconstateerd werd dat een handelshoeveelheid drugs aanwezig was, werd verkocht of afgeleverd.

Wijziging Wet Bibob

De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: ‘Wet Bibob’) biedt een bestuurlijk instrument om overheden te ondersteunen bij het voorkomen van het ongewild faciliteren van criminele activiteiten. De wet is aangepast om de toepassingsmogelijkheden van de Wet Bibob te verruimen met o.a. een uitbreiding van de mogelijkheden tot het doen van eigen onderzoek en een uitbreiding van het toepassingsbereik van de wet. Zo is in de wet opgenomen dat bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak toegang krijgen tot de justitiële gegevens van ‘relevante’ derden, zoals vermogensverschaffers, bestuurders, aandeelhouders, leidinggevenden of beheerders van betrokkenen. Het idee hierachter is dat bestuursorganen zich dan een beter oordeel kunnen vormen over de zakelijke omgeving van de betrokkene en daarmee over diens integriteit. Daarnaast wordt het toepassingsbereik van Wet Bibob uitgebreid naar alle overheidsopdrachten en beperkt de wet zich niet langer tot de sectoren bouw, ICT en milieu. Verder wordt Bibob-onderzoek - net als bij vastgoedtransacties - mogelijk bij de overdracht van erfpacht, mits de gemeente een toestemmingsvereiste voor die overdracht heeft bedongen. Ten slotte kan ook de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 29 Wet Bibob worden doorbroken als een bestuursorgaan het noodzakelijk acht om gegevens uit een Bibob-onderzoek met partners in het Regionaal Informatie en Expertise Centrum te delen.

Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche

Het is nog altijd niet bekend wanneer het wetsvoorstel ‘Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche’ in werking zal treden. Met het wetsvoorstel wordt voorzien in een verplicht vergunningenstelsel voor gemeenten dat betrekking heeft op alle seksbedrijven. Door de invoering van deze wet zal van gemeenten een inspanning worden gevraagd die dat tot op het heden niet hoefden. Maar ook na invoering van dit wetsvoorstel blijft het mogelijk dat gemeenten toezichtstaken kunnen overdragen aan de politie. Afspraken hierover zullen moeten worden gemaakt in Driehoeksverband.

Regionale ontwikkelingen

Samenwerkingsconvenant ‘groene BOA’s

In 2018 hebben de provincie Gelderland en de politie een nieuw convenant "Handhaven op elkaars grondgebied, regio Oost Nederland" opgesteld en ter ondertekening voorgelegd aan alle handhavingspartners betrokken bij het toezicht in het Gelderse buitengebied. Het convenant ziet op de samenwerking tussen de lokale handhavingspartners in het buitengebied en het optreden op elkaars grondgebied/terrein. De lokale handhavingspartners zijn groene boa's die werkzaam zijn bij bijvoorbeeld provincie, gemeenten, omgevingsdiensten, natuurbeschermingsorganisaties, particuliere terreineigenaren, sportvisfederaties, politie en Koninklijke Marechaussee. De gemeente heeft zelf geen groene BOA’s in dienst.

Op grond van het convenant moeten alle partijen voor de uitvoering van de samenwerking werkafspraken maken. Hiertoe heeft stichting Groennetwerk, na overleg met de provincie, een voorstel gedaan. De gemeente Oost Gelre heeft positief gereageerd op deze samenwerking.

Project Ariadne

De voormalige minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Ollongren heeft een bijdrage van €400.000 beschikbaar gesteld voor het project Ariadne. Het Ariadne project is een samenwerkingsproject van het OM, politie en provincie in Gelderland. Hiermee wordt criminaliteit en ondermijning aangepakt rondom vakantieparken. Daarbij worden Gelderse gemeenten intensief ondersteund op het gebied van toezicht en handhaving. Dit project is financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en provincie Gelderland. Hierdoor is onze ondersteuning kosteloos voor gemeenten. De recreatieparken zijn, op basis van het ondermijningsbeeld van 2019, een witte vlek binnen de gemeente Oost Gelre. De gemeente Oost Gelre gaat om die reden deelname aan dit project heroverwegen. Ariadne is onderdeel van het project Vitale Vakantieparken.

Regionale werkgroep ondermijning

Acht gemeenten in de Achterhoek hebben de intentie uitgesproken om de samenwerking te zoeken om ondermijning beter aan te kunnen pakken. De gemeenten kunnen elkaar helpen door kennisdeling, uitwisselen van goede voorbeelden, efficiënt organiseren van activiteiten en waar mogelijk samen optrekken. Het idee is om daarvoor een gezamenlijke werkgroep op te richten onder aansturing van een gezamenlijke projectleider die in 2019 is gestart. Ook zal de projectleider ondersteunen in complexe casuïstiek en adviseren bij het prioriteren van thema’s.

Keurmerk Veilig Buitengebied

Diverse gemeenten in Achterhoek Oost, waaronder Oost Gelre, zijn in 2019 gestart met de werkgroep Veilig Buitengebied. Doel is om het buitengebied veilig te houden en waar nodig veiliger te maken. Structurele samenwerking tussen publieke en private partijen in de aanpak van criminaliteit vormt de basis. Deze samenwerking wordt voortgezet.

Lokale ontwikkelingen

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit / project ‘Adressen op orde’

De gemeente Oost Gelre doet mee met de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit. In dat kader is in 2019 gestart met het project ‘Adressen op orde’. Doel van dit project is om de Basisregistratie Personen (BRP) zoveel mogelijk op orde te krijgen en te houden en daarmee adresfraude tegen te gaan. Concreet houdt dit in dat als team Burgerzaken een inschrijving of verhuizing in de BRP ontvangt die vragen oproept, de toezichthouders een huisbezoek uitvoeren. Op die manier wordt vastgesteld of de adresgegevens kloppen. Het onderzoek en het huisbezoek brengen niet alleen gevallen van adresfraude aan het licht, maar ook situaties waarin burgers juist ondersteuning blijken nodig te hebben.

Tegengaan ondermijnende criminaliteit

De afgelopen jaren is aandacht geschonken aan het signaleren van ondermijning. Opvallende casussen worden in brede samenwerking, waaronder politie en het Regionale Informatie en Expertise Centrum Oost Nederland, opgepakt. Deze samenwerking wordt voortgezet. Samenwerking door informatie te delen, zorgt voor een completer beeld van de omvang, werkwijze en leidt daarmee tot een betere aanpak van criminaliteit.

Beleidsregels Wet aanpak woonoverlast gemeente Oost Gelre 2018

Op 1 juli 2017 is de Wet aanpak woonoverlast in werking getreden. Deze wet biedt gemeenteraden de mogelijkheid om de burgemeester bij verordening de bevoegdheid toe te kennen om bij ernstige en herhaaldelijke woonoverlast gedragsaanwijzingen op te leggen aan de overlastgever. De gemeenteraad van Oost Gelre heeft deze bevoegdheid bij raadsbesluit van 6 februari 2018 in de Algemene Plaatselijke Verordening opgenomen. Door deze wet en het betreffende APV-artikel heeft de burgemeester de mogelijkheid om specifieke gedragsaanwijzingen te geven aan overlastgevers in zowel huur- als koopwoningen. Houdt de overlastgever zich niet aan de gedragsaanwijzing, dan kan de dwangsom verbeurd worden verklaard en moet de overlastgever betalen óf kan de burgemeester met toepassing van bestuursdwang ingrijpen. In het verlengde hiervan zijn eind 2018 de beleidsregels ‘Wet aanpak woonoverlast gemeente Oost Gelre 2018’ vastgesteld. De beleidsregels zien op de wijze waarop de burgemeester van Oost Gelre uitvoering geeft aan zijn bevoegdheid tot het opleggen van gedragsaanwijzingen in het kader van de Wet aanpak woonoverlast.

Digitaal opkoopregister

Artikel 2:67 lid 1 van de APV bepaalt dat een handelaar verplicht is aantekening bij te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register. Eind 2018 heeft de burgemeester besloten het Digitaal Opkopers Register (DOR) aan te wijzen als doorlopend en gewaarmerkt register voor de in- en verkoop van gebruikte of ongeregelde goederen. Het DOR is gekoppeld aan een landelijk systeem van de politie waarin gestolen goederen worden geregistreerd. Het voordeel van dit digitale systeem is dat de politie automatisch bericht krijgt, als gestolen geregistreerd goed in het opkopersregister wordt ingevoerd. De snelle uitwisseling van gegevens met de politie, vergroot de pakkans van helers, inbrekers en veelplegers. Met het DOR wordt bijgedragen aan de integrale aanpak van helers, inbrekers en veelplegers. De gemeente voert in samenwerking met de politie de controles uit op de registerplicht.

Project Theseus

Het project Theseus is gestart in mei 2021 op initiatief van de Gelderse Omgevingsdiensten, provincie Gelderland, Openbaar Ministerie, politie en diverse gemeenten in Gelderland. De deelnemende partners hebben het gezamenlijke doel om ondermijning op bedrijventerreinen te ontdekken, te voorkomen en/of tegen te gaan. Hierbij kan gedacht worden aan milieucriminaliteit, arbeidsuitbuiting en drugsproductie. Het project Theseus beoogt in deze aanpak het volgende:

  • -

    Ondersteuning van gemeenten en ketenpartners bij controles op bedrijventerreinen

  • -

    Signalen van ondermijning herkennen door preventieve controles en data-analyses

  • -

    Gemeenten ondersteunen bij het integraal werken bij de aanpak en preventie van ondermijning

  • -

    Gemeenten helpen bij het vergroten van de weerbaarheid en bewustwording bij ondernemers

Eind 2023 / begin 2024 gaat de gemeente deelnemen aan dit project. Alle bedrijventerreinen worden vanuit dit project bezocht, met als doel het vergoten van de weerbaarheid en bewustwording van de ondernemers en zicht krijgen op wat er daadwerkelijk aan bedrijven zit op de verschillende bedrijventerreinen.

Ontwikkelingen evenementen

Er wordt steeds meer aandacht besteed aan de organisatie van evenementen. Hierbij kan gedacht worden aan duurzaamheid, inclusie, wetgeving rondom afval tijdens evenementen, stikstof en ecologie. Daar komt bij dat er op het gebied van veiligheid meer de nadruk komt te liggen op een goede voorbereiding en afstemming.

Buurtbemiddeling

Buurtbemiddeling is vanaf 2018 actief in de gemeente Oost Gelre. Door een goede samenwerking tussen de gemeente, woningcorporaties, Politie, Welzijn- en Hulpverleningsorganisaties is de situatie bij burenconflicten door deze inzet sterk verbeterd.

Oost Gelre stimuleert bewoners om eerst zelf in actie te komen. Wanneer dat niet lukt kan men onder de deskundige begeleiding van twee vrijwillige buurtbemiddelaars gezamenlijk het probleem oplossen. Inwoners kunnen zich aanmelden bij Buurtplein.

Handhavingsbeleid horeca

Sinds 2020 geldt het beleid dat horecagelegenheden pas open mogen op het moment de vergunningen voor exploitatie, alcohol, terras en speelautomaten zijn verstrekt. Zie bijgaand beleid: https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR678952/1

Integraal toezicht en handhaving bouwen en milieu (ODA)

De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging hebben gevolgen voor toezicht en handhaving. De afwegingsruimte wordt groter; doelvoorschriften krijgen de voorkeur boven middelvoorschriften. De verwachting is dat het profiel van toezichthouders en handhavers onder de Omgevingswet daardoor verandert; minder technisch en meer communicatief en procesgericht.

Het doel van de toezichthouders blijft echter hetzelfde: het bevorderen van de naleving van de regels op het gebied van het omgevingsrecht, zodat de leefomgeving wordt beschermd. Dit kan worden bereikt door:

  • het stimuleren van de spontane naleving door middel van voorlichting,

  • het houden van toezicht en daarmee het vergroten van de pakkansbeleving,

  • het opleggen van sancties.

Bouwen

Integraal wil zeggen dat een probleemsituatie of overtreding de aanpak vraagt van medewerkers vanuit verschillende vakdisciplines of organisaties. Eén medewerker uit één vakdiscipline of organisatie kan het vraagstuk niet alleen oplossen. Daarom is het toezicht en de handhaving integraal. Hierbij valt te denken aan toezicht op een evenement. Daarbij is o.a. betrokken: politie, brandweer, boa’s en bouwtoezicht. Dit in tegenstelling tot probleemsituaties of overtredingen die niet integraal zijn, zoals een illegaal gebouwde schutting of toezicht op het opruimen van hondenpoep. Deze kunnen door de medewerker van één vakdiscipline of organisatie worden opgepakt.

De meerwaarde van integraal toezicht en handhaving is onder andere dat de handhavingsstrategie afgestemd kan worden, waarbij gekozen wordt voor de meest effectieve handhavingsstrategie. Daarnaast is integraal toezicht en handhaven effectiever en efficiënter. Ook neemt hierdoor voor de burger en ondernemer de toezichts- en handhavingslast af.

Milieu

Toezicht en handhaving op milieu liggen bij de ODA. Daarvoor wordt voor de milieutaken een risicomodel gebruikt. In dat model zijn met name veiligheidsrisico’s verwerkt. Daarnaast spelen andere vormen van aantasting van de leefomgeving, de volksgezondheid, biodiversiteit door emissies van geur, geluid, licht of stoffen een rol in de bepaling van de risico’s.

In het geval tijdens de uitvoering van toezicht een overtreding wordt vastgesteld, wordt aan de hand van de Landelijke handhavingstrategie Omgevingsrecht (LHSO) bepaald hoe daar tegen wordt opgetreden. Desnoods kan de ODA de leidraad van Infomil gebruiken als richtinggevend bij het handhavend optreden. De LHSO zet in op een passende interventie bij iedere overtreding. De toezichthouder schat in op basis van de ernst van de overtreding en het gedrag van de overtreder op welke wijze moet worden opgetreden. Dit kan variëren van het geven van een waarschuwing tot het opleggen van bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sancties. Door het volgen van de LHSO wordt passend en uniform opgetreden bij bevindingen die gedaan zijn tijdens toezicht.

Om te bepalen wat een passende interventie is, worden de volgende twee hoofdvragen gesteld:

  • 1.

    Inzake herstel

    • a.

      Is herstel mogelijk? Zo ja, dan is in elk geval bestuursrechtelijk optreden aangewezen en is de vervolgvraag:

    • b.

      Welke bestuursrechtelijke interventie is in dit geval het meest geschikt?

  • 2.

    Inzake bestraffing

    • a.

      Is er aanleiding voor bestraffing? Zo ja, dan is de vervolgvraag:

    • b.

      Welke weg (bestuursrechtelijk of strafrechtelijk) is het meest passend?

De uitwerking van de LHSO en de inzet van sancties is verder te vinden in het document Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) dat gelijktijdig met dit VTH-beleidsplan wordt vastgesteld.

Regelgericht versus risicogericht

De Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) heeft aangegeven dat, vanwege de toekomstige Omgevingswet, er binnen de brandweer gewerkt wordt met het traject van regelgericht naar risicogericht werken. Dit houdt in dat de brandweer in het voortraject van een plan met de initiatiefnemer aan tafel gaat om de uitgangspunten met betrekking tot de brandveiligheid, maar zeker ook de mogelijk om op te kunnen treden bij brand, te bespreken. Verder zal de brandweer na oplevering of net voor oplevering een controlerende taak gaan krijgen of er wel of niet aan alle uitgangspunten en regelgeving voldaan is. Naast het hebben van vooroverleg met de initiatiefnemer zal ook toezicht houden op wet- en regelgeving verder ontwikkeld gaan worden. De gemeente en VNOG treden in overleg om te bepalen wie de controle op brandveiligheid tijdens evenementen gaat uitvoeren. De uitkomst hiervan wordt nader uitgewerkt in het VTH-uitvoeringsprogramma.

Naast de VNOG gaat ook de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) risicogericht toezicht houden. Dit staat beschreven in het Integraal Uitvoeringsprogramma Omgevingsdienst Achterhoek (ODA).5

Samenwerkingsconvenant collegiale uitruil toezichthoudend ambtenaren en BOA’s Openbare Ruimte in de Regio Achterhoek

De meeste gemeenten in de Achterhoek (Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Oost Gelre) hebben in 2017 een convenant ondertekend voor het uitruilen van toezichthoudend ambtenaren en boa’s openbare ruimte. De verwachting is dat Aalten in 2023 het convenant ook zal ondertekenen. Het mogelijk maken van het onderling uitruilen van deze functionarissen biedt vele voordelen namelijk;

  • -

    het waarborgt continuïteit in piekperiodes, vakantieperiodes, bij ziekte, bij opleiding en bij andere gevallen van verhindering;

  • -

    vanwege een beperkte personele bezetting bij sommige gemeenten waarborgt deze samenwerking de veiligheid tijdens het daadwerkelijk optreden in avond- en nachtelijke uren en tijdens evenementen;

  • -

    er door uitruil soms regionaal en projectmatig gehandhaafd kan worden;

  • -

    soms anonimiteit of anders gesteld “plaatselijk niet bekend zijn van de handhavers” gewenst is;

  • -

    onderlinge uitwisseling een leereffect en kennisoverdracht oplevert.

Dit samenwerkingsconvenant wordt regelmatig geëvalueerd. Er wordt gekeken of gemeenten evenredig hebben bijgedragen aan het uitruilen van toezichthouders en boa’s en of er draagvlak is voor het in stand houden van de samenwerkingsovereenkomst.

Convenant Veilig Uitgaan

De gemeente heeft in samenwerking met de politie (eenheid Oost-Nederland), het Openbaar Ministerie en de Koninklijke Horeca Nederland (afdeling Oost Gelre) in 2017 het Convenant Veilig Uitgaan opgesteld en ondertekend. Het doel van het convenant is om tot gezamenlijke afspraken te komen en concrete maatregelen uit te voeren die betrekking hebben op de kwaliteit en veiligheid in de uitgaansgebieden. Naast de leden van de Koninklijke Horeca Nederland is het ook voor individuele ondernemers mogelijk om zich te conformeren aan het convenant en de daarin opgenomen afspraken en maatregelen.

Integraal veiligheidsplan Achterhoek Oost 2023 – 2026

In maart 2023 is het Integraal veiligheidsplan Achterhoek Oost 2023 – 2026 vastgesteld door de gemeenteraad. De volgende prioriteiten zijn daarin vastgelegd:

Ondermijnende criminaliteit, waarbij de focus wordt gelegd op:

  • Milieucriminaliteit

  • Drugscriminaliteit

  • Zorgfraude

• Zorg en veiligheid, waarbij de focus wordt gelegd op:

  • Personen met onbegrepen gedrag

  • Huiselijk geweld en kindermishandeling

  • Jeugd en veiligheid

• Jeugd en Veiligheid, waarbij de focus wordt gelegd op:

  • Drankgebruik

  • Drugsgebruik

  • Jeugdcriminaliteit

  • Jeugdoverlast

• Digitale veiligheid, waarbij de focus wordt gelegd op:

  • Digitale weerbaarheid: inwoners, bedrijven en instellingen bewust en weerbaar maken.

  • Het bieden van handelingsperspectief en het ontwikkelen van een gerichte aanpak bij digitale veiligheid

• Leefbaarheid, waarbij de focus wordt gelegd op:

  • Het verder versterken van de samenwerking met de politie om het wijkgericht werken te implementeren.

Daarnaast worden voor onze gemeente de volgende specifieke aandachtspunten voorgesteld:

  • Jeugdoverlast is de afgelopen jaren toegenomen. Om dit aan te pakken wordt er extra focus gelegd op vroegsignalering en een integrale aanpak.

  • Drugsgebruik door jeugdigen pakken we aan door in te zetten op zowel de jeugdige als zijn omgeving (ouders, sport, school, horeca, etc.). Dit zijn de hoofdlijnen van het veiligheidskader. De bijbehorende prioriteiten zijn echter niet in beton gegoten, omdat het mogelijk moet zijn om in te springen op actualiteiten. Hiervoor is ruimte aangezien er gewerkt gaat worden met jaarlijkse uitvoeringsplannen.

Op de genoemde prioriteiten wordt ook inzet gevraagd vanuit toezicht en handhaving. Dit geldt voor de gemeente maar ook voor onze samenwerkingspartners als de politie, VNOG en ODA. Om die reden worden deze prioriteiten ook meegenomen in het VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre en het HUP per jaar.

Preventie- en Handhavingsplan alcohol en drugs

Er is een nieuw plan in ontwikkeling voor de komende 4 jaar waarin opgenomen staat welke preventieve en repressieve maatregelen worden getroffen om het gebruik van alcohol en drugs tegen te gaan.

1.8 Beleidscyclus

Het beleidsplan is gebaseerd op de zogenaamde BIG-8. Dit model is door KPMG ontworpen voor overheden in het kader van kwaliteitsmanagement. Het maakt vanuit een strategisch kader de vertaling naar operationeel beleid ten behoeve van kwaliteitsborging, samen met een sluitende planning- en control cyclus.

Het evaluatieonderdeel van de cyclus zorgt ervoor dat het beleid steeds blijft aansluiten op de uitvoeringspraktijk en andersom.

De aanpak conform de BIG-8 is op grond van hoofdstuk 5 van de Wabo verplicht voor wat betreft toezicht en handhaving. In de Wet VTH is bepaald dat er ook ten aanzien van (omgevings-)vergunningen een dergelijk beleid vastgesteld dient te worden. In onderhavig beleidsstuk is dan ook het strategische vergunningenbeleid opgenomen. Deze werkwijze wordt ook doorgevoerd bij de taakvelden APV en Bijzondere Wetten, hoewel het hiervoor niet verplicht is.

afbeelding binnen de regeling

In de onderstaande tabel worden de producten ten behoeve van de beleidscyclus weergegeven.

College van B&W

Gemeenteraad

Gemeente Oost Gelre

1x in 4 jaar een

Handhavingsbeleid

Ter vaststelling

Ter kennisname

Jaarlijks een handhavingsuitvoeringsprogramma

Ter vaststelling

Ter kennisname

Jaarlijks een evaluatie van

handhavingsuitvoeringsprogramma van het afgelopen jaar

Ter vaststelling

Ter kennisname

1.8.1 VTH-beleidsplan

In het VTH-beleidsplan legt de gemeente doelen en prioriteiten vast, evenals de methodiek om te bepalen in hoeverre de doelen worden bereikt. Het beleid is gebaseerd op probleem- en risicoanalyse met betrekking tot de naleving en op een analyse van inzichten, werkwijzen en algemene beleidskaders ten aanzien van de vergunningverlening. Het beleid wordt minimaal vierjaarlijks geactualiseerd.

1.8.2 VTH-uitvoeringsprogramma

Jaarlijks wordt er in het VTH-uitvoeringsprogramma beschreven welke activiteiten worden uitgevoerd om de doelen en prioriteiten te realiseren en worden de benodigde inzet en resultaten beschreven. De beperkte capaciteit wordt daarbij zo efficiënt en effectief mogelijk ingezet. Gedurende het jaar vindt monitoring plaats van de uitvoering van het programma en het bereiken van de doelen. De gemeente beseft hierbij dat 100% naleving een utopie is, maar streeft ernaar de risico’s zo laag mogelijk te houden.

1.8.3 VTH-jaarverslag

In het VTH-jaarverslag evalueert en rapporteert de gemeente de voortgang en kwaliteit van de uitvoering van de voorgenomen activiteiten en het bereiken van de doelen en prioriteiten. Er wordt onder andere gerapporteerd over risico’s en naleefgedrag. Daarnaast wordt gerapporteerd over de aantallen van de verschillende resultaten (bijvoorbeeld aantal verleende vergunningen, uitgevoerde controles, aantal overtredingen en overtreding soorten, uitvoering van handhaving, klachten en meldingen en afhandeling daarvan). De komende jaren streeft de gemeente ernaar steeds meer te evalueren en rapporteren op basis van “outcome“ (maatschappelijk resultaat) naast de “output” (kwantitatieve prestatie in aantallen beschikkingen, controles etc.).

Hoofdstuk 2: Wat willen we bereiken?

2.1 Visie en uitgangspunten

Bij het opstellen van de visie met bijbehorende uitgangspunten is gekeken naar het vastgestelde coalitieprogramma 2022-2026 “Samen gaan we de uitdaging aan”. Thema’s die daarin terugkomen zijn met name: leefbaarheid, gezondheid, duurzaamheid en (burger)participatie.

Visie gemeente Oost Gelre:

“Oost Gelre is een veilige, gezonde en leefbare gemeente, waarin de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven centraal staat en waar op basis van vertrouwen ruimte voor (economische) ontwikkeling wordt geboden”.

Om deze visie te bereiken, zijn de volgende uitgangspunten van belang:

1) Inwoners en bedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid6 .

De gemeente Oost Gelre vindt het van groot belang dat inwoners en bedrijven zelf hun verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de naleving van de voor hen geldende regels en zal haar inwoners en bedrijven hierop nadrukkelijk aanspreken.

2) Voorkomen van overtredingen verdient prioriteit.

De gemeente Oost Gelre legt de nadruk op preventie. Het voorkomen van overtredingen heeft de prioriteit. Preventie begint bij helder en duidelijk beleid en regelgeving met een groot draagvlak. Goede en tijdige communicatie met belangenorganisaties en inwoners is dan ook een absolute noodzaak. Door het vergroten van het draagvlak zal het naleefgedrag worden verbeterd. Daarnaast denkt de gemeente Oost Gelre mee in oplossingen en kunnen het uitleggen als iets niet kan.

3) Handhaving vindt onderbouwd, planmatig, transparant, risicogericht en (indien mogelijk) integraal plaats.

De gemeente Oost Gelre voert op effectieve en doortastende wijze de wettelijke taken en bestuurlijke opdrachten uit op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Daarbij werken wij zo veel mogelijk integraal samen met in- en externe (keten)partners. Daarnaast verloopt goede handhaving volgens plan. Dit handhavingsbeleid en het jaarlijkse handhavingsuitvoeringsprogramma lenen zich daar bij uitstek voor. Niet alles kan (tegelijk) worden aangepakt. Op basis van argumenten worden er prioriteiten gesteld en keuzes gemaakt. Consistent en consequent handhaven is van groot belang. Daarmee is voor een ieder duidelijk wat hij van de gemeente kan verwachten en andersom. We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen.

2.2 Waar ligt de focus?

Bij het opstellen van het VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre is rekening gehouden met ontwikkelingen die van invloed zijn op de samenwerking met -en de speerpunten van- de ketenpartners (VNOG en ODA). De standaard werkzaamheden van de VNOG en ODA worden als regulier werk uitgevoerd en staan beschreven in hun eigen beleids- en uitvoeringsplannen.

In de gemeente Oost Gelre is het niet mogelijk om tegen alle overtredingen waarvoor de gemeente (Burgemeester & Wethouders of de burgemeester) bevoegd gezag is, op te treden. Om die reden, wordt de focus gelegd op prioriteiten. Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyses (zie bijlage II t/m V) en het IVP Achterhoek Oost 2023 – 2026 is duidelijk geworden waar de komende jaren de focus gelegd moet gaan worden.

Risicoanalyse en prioriteiten

Om gericht te kunnen werken aan het beschermen van de leefomgeving zijn diverse risicoanalyses uitgevoerd. Er is daarbij een relatie gelegd tussen de kans dat een regel of voorschrift niet wordt nageleefd en de negatieve effecten die zich voor kunnen doen bij het uitvoeren van activiteiten. Deze risicoanalyses hebben als doel om objectief in beeld te brengen wat de risico’s zijn als de regelgeving niet nageleefd en/of gehandhaafd wordt. In deze risicoanalyses worden de mogelijke negatieve gevolgen van regelovertredingen, de ernst van deze effecten en de kans dat die negatieve effecten zich voordoen betrokken.

Bij de risicoanalyse wordt gebruik gemaakt van de methodiek risico = negatief effect x kans, waarmee een mogelijk risico wordt berekend. Hierbij worden de volgende vragen gesteld:

  • Hoe groot is de kans dat een regel of voorschrift wordt nageleefd?

  • Hoe groot zijn de effecten op de leefomgeving bij niet naleving?

Deze methodiek is een gangbare landelijke risicobeoordelingsmethode, die door veel overheidsorganen wordt toegepast en is gebaseerd op de methode “Programmatisch handhaven – Gids voor gemeenten, waterschappen en provincies” van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).

De risicoanalyses zijn, per domein, ingevuld door medewerkers van de gemeente Oost Gelre, welke betrokken zijn bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Op basis van deze risicoanalyses zijn de volgende prioriteiten, per domein, naar voren gekomen:

Risicoanalyse: Bouwen en Ruimtelijke Ordening

  • Illegale bewoning in / op recreatiegebieden en grotere complexen in het groen.

  • Illegale kap

Risicoanalyse: APV en bijzondere wetten

De onderstaande thema’s scoren het hoogste:

  • Hondenpoep

  • Zwerfafval

  • Drugshandel en druggebruik

  • Vandalisme

  • Loslopende honden en gevaarlijke honden.

  • Illegale verstrekking alcoholhoudende drank en naleving leeftijdsgrenzen

  • Veiligheid evenementen

  • Alcoholgebruik <18

Risicoanalyse: Bouwbesluit 2012 Oost Gelre

  • Brandveiligheid in openbare gebouwen, voor zorg-, maatschappelijke-, sport- en recreatiedoeleinden, kantoorgebouwen, bedrijfsgebouwen, horeca en detailhandel.

De brandveiligheid van complexe aanvragen, waarbij sprake is van meerdere gebruiksfuncties of grote brandcompartimenten, wordt getoetst door de VNOG. De constructieve veiligheid wordt bij aanvragen voor grotere bouwwerken (zoals woningen, stallen, bedrijfshallen en de complexe aanvragen) getoetst door de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek). De externe toetsen worden door specialisten op het ambitieniveau getoetst.

Opgemerkt dient te worden dat de gemeente de overige onderdelen toetst op een praktisch niveau (zie bijlage 5). Hierbij geldt hoe hoger het cijfer, hoe zwaarder de toets. Dit niveau is haalbaar met de huidige beschikbare capaciteit.

Tot slot is in bijlage 6 van dit VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre het ambitieniveau opgenomen waarop de medewerkers van Oost Gelre aanvragen zouden willen toetsen. Met de huidige beschikbare capaciteit is het niet mogelijk om dit ambitieniveau waar te maken. Daarbij komt dat het aantal ingediende aanvragen, en daarmee het aantal Bouwbesluittoetsen, de afgelopen 5 jaren alleen maar toe is genomen.

Focus

Tot slot dient opgemerkt te worden dat de focus van de handhavingstaken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening, APV en Bijzondere Wetten aan het verschuiven is. Van oudsher waren de handhavingstaken op het gebied van de APV en Bijzondere Wetten met name gericht op de “kleine ergernissen” waaronder parkeren, hondenpoep, loslopende honden en overlast etc. Op dit moment krijgen toezichthouders en boa’s een steeds belangrijkere rol in het signaleren, voorkomen en tegengaan van georganiseerde criminaliteit. Ook is er een verschuiving waar te nemen van repressieve naar preventieve taken. De aankomende jaren krijgen deze taken dan ook prioriteit.

2.3 Doelen, uitgangspunten en prestatie indicatoren

Hier staan de doelstellingen en prestatie indicatoren die tijdens de looptijd van dit VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre gemonitord worden bij de uitvoering van de taken. Doelen en prestatie indicatoren hebben betrekking op alle vergunningen en toezicht en handhaving daarop. Dit geldt zowel binnen het omgevingsrecht als de APV en Bijzondere Wetten.

Hierbij geldt voor de activiteit milieu en slopen (waaronder asbestverwijdering door bedrijven) dat die (op zoveel mogelijk dezelfde wijze) door de ODA worden beoordeeld conform het vastgestelde ROK (Regionaal Operationeel Kader).

Doelen en uitgangspunten: vergunningen en meldingen

Bij de toepassing van de beoordelingsstrategie voor vergunningaanvragen en meldingen binnen het brede terrein van de leefomgeving zijn de volgende doelstellingen en uitgangspunten geformuleerd:

  • De belangrijkste beoordelingskaders zijn gericht op het uitsluiten van risico’s bij de realisering / uitvoering van de vergunningen / meldingen en gericht op veiligheid, gezondheid en duurzaamheid.

  • Vergunningaanvragen / meldingen gebaseerd op de APV en/of bijzondere wetgeving, zoals de evenementenvergunningaanvragen en aanvragen Alcoholwet worden beoordeeld conform het daarvoor vastgelegde beleid in Oost Gelre en de van toepassing zijnde wetgeving.

  • Alle aanvragen worden getoetst aan het Bibob beleid en indien nodig wordt een Bibob onderzoek uitgevoerd.

  • Alle vergunningplichtige evenementen worden beoordeeld op basis van de risicoscan evenementen (A/ B/ C evenementen) en de daarbij behorende afdoeningsstrategie.

  • Vergunningaanvragen worden binnen de gestelde wettelijke termijnen beoordeeld en afgehandeld, het proces is daarop afgestemd en wordt op efficiency en effectiviteit gemonitord en indien nodig aangepast.

Prestatie indicatoren: vergunningen en meldingen

Om te monitoren of de doelstellingen en uitgangspunten gehaald worden zijn de volgende prestatie indicatoren opgesteld:

Algemeen

  • Aanvragen worden bij binnenkomst direct ingescand en de originele stukken worden naar het archief verzonden (geen fysieke werkdocumenten aanwezig).

  • Na ontvangst van een klacht/melding/informatieverzoek wordt uiterlijk binnen één werkweek contact opgenomen met de melder / verzoeker.

  • Bij een vergunningsaanvraag voor eenvoudige onderwerpen wordt gestimuleerd die aanvraag meteen formeel in te dienen.

  • Als een vergunningsaanvraag moet worden aangevuld dan wordt de aanvrager daarover binnen 2 weken op geattendeerd.

Omgevingsvergunningen

Minimaal aantal omgevingsvergunningen verleend binnen wettelijke beslistermijn:

  • Omgevingsrecht: 98%

Aantal omgevingsvergunningen van rechtswege verleend:

  • Maximaal 2% van het totaal aantal vergunningen waarvoor de reguliere procedure geldt

Maximum aantal bezwaarschriften dat ‘gegrond’ moet worden geacht:

  • Omgevingsrecht: maximaal 2% van de ingediende bezwaarschriften

Vergunningen APV en Bijzondere Wetten

Minimaal aantal vergunningen verleend binnen wettelijke beslistermijn:

  • APV en Bijzondere Wetten: 90%

Aantal vergunningen van rechtswege verleend:

  • maximaal 2% van het totaal aantal vergunningen waarvoor de reguliere procedure geldt

Maximum aantal dossiers waar een dwangsom is betaald wegens niet tijdig beslissen:

  • 0

Maximum aantal bezwaarschriften dat ‘gegrond’ moet worden geacht:

  • APV en Alcoholwet: maximaal 2% van de ingediende bezwaarschriften.

Doelen en uitgangspunten / nalevingsstrategie toezicht en handhaving

Bij de toepassing van de nalevingsstrategie binnen het brede terrein van de leefomgeving zijn de volgende doelstellingen en uitgangspunten gesteld:

  • Toezicht en handhaving zijn geen doelen op zich, maar middelen tot een doel. Uiteindelijk gaat het er bij de uitvoering van wettelijke taken op dit gebied om wat het resultaat daarvan is in de maatschappij.

  • Toezicht en handhaving wordt zoveel mogelijk risicogericht en informatiegestuurd uitgevoerd. Dit betekent dat de beschikbare capaciteit daar wordt ingezet waar het risico op en de risico’s van niet-naleving het grootst zijn.

  • Toezicht en handhaving geschiedt op een open, eenduidige en voortvarende wijze, waarbij beoogd wordt om met afgestemde en gepaste (mix van) interventie(s) een blijvende gedragsverandering te realiseren. De wijze van interventie volgt de Landelijke Handhavings-strategie zoals ook door de gemeente Oost Gelre wordt onderschreven en vastgesteld.

  • Toezicht en handhaving vindt zoveel mogelijk integraal plaats met als doel het efficiënter uitvoeren van toezicht- en handhavingstaken en een verlichting van de toezicht last voor de aanvrager / vergunninghouder.

  • Toezicht en handhaving is zoveel mogelijk gericht op preventie en het zoeken naar oplossingen/legalisering. Indien nodig wordt er consistent en consequent gehandhaafd ter voorkoming van herhaling.

Prestatie indicatoren: toezicht en handhaving

Om te monitoren of de doelstellingen gehaald worden zijn de volgende prestatie indicatoren opgesteld:

Na ontvangst van een klacht / melding / verzoek om handhaving wordt uiterlijk:

  • binnen één werkweek contact opgenomen met de melder / verzoeker.

Maximum aantal dossiers waarin een dwangsom is betaald wegens niet tijdig beslissen op een verzoek om handhaving:

  • 0

Maximum aantal bezwaarschriften tegen handhavingsbesluiten dat ‘gegrond’ moet worden geacht:

  • Omgevingsrecht: maximaal 2% van de ingediende bezwaarschriften.

  • APV en Alcoholwet-vergunningenverlening: maximaal 2% van de ingediende bezwaarschriften.

De boa’s nemen deel aan preventieactiviteiten ter voorkoming van veelvoorkomende en georganiseerde criminaliteit.

De toezichthouders en boa’s hebben een actieve rol in de aanpak van het thema ondermijning. Hierbij gaat het onder andere om actief controleren van (leegstaande) panden (industrieterreinen en woningen), recreatieparken, deelname aan de werkgroep veilig buitengebied en de deelname aan de ondermijningstafel.

De toezichthouders en boa’s nemen deel aan toezicht- en handhavingstaken tijdens evenementen.

De boa’s hebben een actieve rol in de aanpak van jeugdoverlast. Dit gebeurt zowel preventief, als op basis van meldingen/klachten.

De boa’s en toezichthouders nemen actief deel aan het gemeentelijke integrale handhavingsoverleg.

De boa’s leveren een actieve bijdrage, in voorkomende dringende situaties en specifieke acties zoals bijvoorbeeld undercover acties Alcoholwet) aan het samenwerkingsconvenant collegiale uitruil, toezichthoudende ambtenaren en boa’s Openbare Ruimte in de Regio Achterhoek.

2.4 Hoe verder? Op naar een handhavingsuitvoeringsprogramma

Met het VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre is er een samenhangend en integraal vergunningen-, toezichts- en handhavingsbeleid geformuleerd voor alle beleidsvelden binnen de fysieke leefomgeving (bouwen, ruimtelijke ordening, APV en Bijzondere wetten).

Dit VTH beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre zal dan ook als fundering worden gebruikt voor het HUP. In het HUP zal op basis van de huidige capaciteit en middelen uitvoering worden gegeven aan de prioriteiten, doelen en uitgangspunten zoals in het VTH-beleidsplan 2023 – 2027 Oost Gelre staat verwoord. Het VTH-beleidsplan kan dan ook gezien worden als een strategisch beleidsdocument terwijl het HUP een operationele insteek heeft van een jaar.

De uitkomsten van de risicoanalyse, de daaruit voortvloeiende prioriteiten en doelstellingen en de speerpunten voor Oost Gelre zijn richtinggevend bij het opstellen van het HUP 2023 Oost Gelre.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van B&W van Oost Gelre,

Op 4 juli 2023

Bijlage I: Afkortingen

APV : Algemene plaatselijke verordening Oost Gelre

BOA : Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Bor : Besluit omgevingsrecht

LHSO : Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht

CCV : Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

IVP : Integraal Veiligheidsplan Achterhoek Oost 2023 – 2026

MOR : Ministeriële regeling omgevingsrecht

ODA : Omgevingsdienst Achterhoek

VNOG : Veiligheidsregio Noord- en oost-Gelderland

VTH : Vergunningen, Toezicht en Handhaving

Wabo : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Bijlage II: Toelichting en uitkomsten geïntegreerde risicoanalyse

Hieronder wordt een toelichting gegeven op de methodiek van de risicoanalyse. Vervolgens wordt er een tabel gepresenteerd waar de uitkomsten van de risicoanalyses, binnen de verschillende domeinen, geïntegreerd zijn. Op basis van die tabel zijn de prioriteiten bepaald. Vervolgens worden in de bijlagen III, IV en V de afzonderlijke tabellen gepresenteerd vanuit de domeinen:

  • Bouwen en Ruimtelijke Ordening

  • APV en bijzondere wetten

  • Bouwbesluit 2012

In wet- en regelgeving is bepaald voor welke activiteiten inwoners en bedrijven een vergunning moeten aanvragen of een melding moeten doen om die activiteit volgens de vastgestelde regels te mogen uitvoeren of ondernemen. Het is echter niet nodig om elke aanvraag die wordt ingediend even diepgaand te toetsen aan de regels dan wel om alle opgelegde regels tot in detail te controleren. Immers niet iedere activiteit herbergt dezelfde risico’s bij een calamiteit.

Om gericht te kunnen werken aan het beschermen van de leefomgeving zijn diverse risicoanalyses uitgevoerd. Er is daarbij een relatie gelegd tussen de kans dat een regel of voorschrift niet wordt nageleefd en de negatieve effecten die zich voor kunnen doen hij het uitvoeren van activiteiten. Deze risicoanalyses hebben als doel om objectief in beeld te brengen wat de risico’s zijn als de regelgeving niet nageleefd en/of gehandhaafd wordt. In deze risicoanalyses worden dus de mogelijke negatieve gevolgen van regelovertredingen, de ernst van deze effecten en de kans dat die negatieve effecten zich voordoen betrokken.

Bij de risicoanalyse wordt gebruik gemaakt van de methodiek risico = negatief effect x kans, waarmee een mogelijk risico wordt berekend. Hierbij worden de volgende vragen gesteld:

  • Hoe groot is de kans dat een regel of voorschrift wordt nageleefd?

  • Hoe groot zijn de effecten op de leefomgeving bij niet naleving?

Deze methodiek is een gangbare landelijke risicobeoordelingsmethode, die door veel overheidsorganen wordt toegepast en is gebaseerd op de methode “Programmatisch handhaven – Gids voor gemeenten, waterschappen en provincies” van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).

De negatieve effecten kunnen als volgt onderverdeeld worden:

  • 1.

    Fysieke veiligheid: In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan de fysieke veiligheid/zijn de gedragsvoorschriften bedoeld om de fysieke veiligheid te beschermen?

  • 2.

    Kwaliteit sociale leefomgeving: In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving en zijn de gedragsvoorschriften bedoeld om de kwaliteit van de sociale leefomgeving te beschermen?

  • 3.

    Financieel-economische schade: Hoe groot is de financieel-economische schade voor de gemeenschap/voor de gemeente als de bedoelde groepen de voorschriften overtreden?

  • 4.

    Natuurschoon: In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan de bescherming van het natuurschoon/zijn de gedragsvoorschriften bedoeld om het natuurschoon te beschermen?

  • 5.

    Schade aan de volksgezondheid: In welke mate draagt het voldoen aan de voorschriften bij aan de bescherming van de volksgezondheid/zijn de gedragsvoorschriften bedoeld om de volksgezondheid te beschermen?

  • 6.

    Schade aan het bestuurlijke of gemeentelijke imago: Hoe groot is de politiek-bestuurlijke afbreuk als de voorschriften uit dit thema niet worden nageleefd?

In de systematiek wordt per handhavingsthema aan de negatieve effecten een waarde toegekend aan de hand van een 5-puntsschaal:

1 = heel klein

2 = klein

3 = gemiddeld

4 = groot

5 = heel groot

Ten aanzien van de vraag hoe groot de kans is dat een regel of voorschrift wordt nageleefd, wordt in de risicoanalyses ook de kans op niet spontane naleving betrokken. Immers, als de kans op spontane naleving heel groot is, is het risico bij een mogelijk gevaarlijke situatie gering. In de beoordeling hiervan in de matrix wordt de volgende weging aan de kans op naleving gegeven:

1 = zeer kleine kans op overtreding (= zeer goed naleefgedrag)

2 = kleine kans op overtreding (= goed naleefgedrag)

3 = gemiddelde kans op overtreding (= middelmatig naleefgedrag)

4 = grote kans op overtreding (= slecht naleefgedrag)

5 = zeer grote kans op overtreding (= zeer slecht naleefgedrag)

De risicoanalyses zijn in ingevuld door de medewerkers van de gemeente Oost Gelre, welke betrokken zijn bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hieronder wordt per domein, met bijbehorende taak, weergeven welke prioriteit het moet krijgen.

De onderstaande schaalverdeling is van toepassing op de tabel:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Door programmatisch te werken wordt de beschikbare capaciteit ingezet daar waar de risico’s het grootst zijn en waarvoor de aanwezige deskundigheid en kennis het meest gevraagd is. Op die manier blijft Oost Gelre op een verantwoorde manier verzekerd van een veilige en gezonde omgeving.

Bij het invullen van de risicoanalyse is gebruik gemaakt van de aanwezige kennis en expertise/deskundigheid van de medewerkers van de afdelingen Omgeving, Publiek en bestuur en de boa’s. Gezien de opzet van de analyse waarbij alleen is gekeken naar mogelijke effecten gekoppeld aan activiteiten zouden de uitkomsten daarvan voor het hele grondgebied van Oost Gelre hetzelfde moeten zijn.

Dit maakt dat de uitkomsten van de risicoanalyse een goede basis bieden om te komen tot een uitvoeringsniveau voor Oost Gelre en dat de uitkomsten kunnen wijzigen als ervaring de komende periode daar aanleiding toe geeft.

Omgevingsfactor

Uitkomst risicoanalyses

Invloed

Van de verschillende activiteiten zijn per fase de risico’s in beeld gebracht gekoppeld aan de verschillende taken van het bevoegd gezag. Voor alle VTH-taken is deze in beeld gebracht voor de bouw-, gebruiks-, en sloopfase en voor de APV/Bijzondere wetten. Dit levert een lijst op met activiteiten met een hoog, gemiddeld of laag risico. De uitkomsten van de risicoanalyses worden gebruikt bij het uitvoeringsniveau en het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma voor VTH.

Aanbeveling

Oost Gelre

De uitkomsten van de risicoanalyses gebruiken bij het bepalen van het uitvoeringsniveau en het jaarlijks op te stellen VTH uitvoeringsprogramma.

Bijlage III: Risicoanalyse Bouwen en Ruimtelijke Ontwikkeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage IV Risicoanalyse APV en bijzondere wetten

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage V: Risicoanalyse Bouwbesluit 2012 op huidig toetsingsniveau

De onderstaande tabel is ingevuld op basis van de beschikbare uren. Op basis van de beschikbare uren wordt er op het niveau zoals in de onderstaande tabel staat beschreven getoetst. Hierbij geldt hoe hoger het cijfer, hoe zwaarder de toets.

De brandveiligheid van complexe aanvragen, waarbij sprake is van meerdere gebruiksfuncties of grote brandcompartimenten, wordt getoetst door de VNOG. De constructieve veiligheid wordt bij aanvragen voor grotere bouwwerken (zoals woningen, stallen, bedrijfshallen en de complexe aanvragen) getoetst door de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek). De externe toetsen worden door specialisten op het ambitieniveau (bijlage 6) getoetst.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Matrix Ambitieniveau, artikelsgewijze uitwerking toetsing Bouwbesluit gemeente Oost Gelre

afbeelding binnen de regeling

Bijlage VI Ambitieniveau Risicoanalyse Bouwbesluit 2012

De onderstaande tabel is ingevuld op basis van het ambitieniveau van de medewerkers van de gemeente Oost Gelre. Dit ambitieniveau kan niet gehaald worden met de huidige beschikbare capaciteit. Daarbij komt dat het aantal ingediende aanvragen, en daarmee het aantal Bouwbesluittoetsen, de afgelopen 5 jaren alleen maar toeneemt.

De brandveiligheid van complexe aanvragen, waarbij sprake is van meerdere gebruiksfuncties of grote brandcompartimenten, wordt getoetst door de VNOG. De constructieve veiligheid wordt bij aanvragen voor grotere bouwwerken (zoals woningen, stallen, bedrijfshallen en de complexe aanvragen) getoetst door de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek). De externe toetsen worden door specialisten wel op het ambitieniveau getoetst.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Matrix Ambitieniveau, artikelsgewijze uitwerking toetsing Bouwbesluit gemeente Oost Gelre

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

Artikel 7.2 Besluit omgevingsrecht (Bor).

Noot
2

Integraal Uitvoeringsprogramma Omgevingsdienst Achterhoek (ODA).

Noot
3

Hoofdstuk 7 artikelen 7.2, 7.3, 7.6 en 7.7 Bor en hoofdstuk 10 Mor zijn belangrijk.

Noot
4

Bij Koninklijkbesluit is de datum van inwerkingtreding bepaald op 1 januari 2024.

Noot
5

Integraal Uitvoeringsprogramma Omgevingsdienst Achterhoek (ODA).

Noot
6

Anonieme meldingen veelal in het kader van burenruzies worden, waarbij geen verdere informatie kan worden verkregen, niet in behandeling genomen.