Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR698677
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR698677/2
Beleidsregels Uitvoering RooO gemeente Lansingerland
Geldend van 29-01-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Beleidsregels Uitvoering RooO gemeente LansingerlandDe burgemeester van Lansingerland;
gelet op:
- -
titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
- -
de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;
overwegende dat:
- -
er binnen de gemeente Lansingerland opvang wordt geboden aan ontheemden uit Oekraïne;
- -
de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) aan de burgemeester de opdracht geeft om die opvang te regelen;
- -
de burgemeester op eenduidige wijze uitvoering wil geven aan de RooO;
- -
het college hiervoor kaders heeft vastgelegd (T22.06347);
- -
het wenselijk is om in aanvulling op de RooO beleidsregels vast te stellen;
besluit vast te stellen: de Beleidsregels Uitvoering RooO gemeente Lansingerland.
Artikel 1. Begripsbepalingen
-
1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
college: het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland;
- b.
gemeente: de gemeente Lansingerland;
- c.
GOO: Gemeentelijke Opvang Oekraïne;
- d.
leefgeld: de financiële toelage die ontheemden ontvangen op grond van de RooO;
- e.
LOO: Langdurige Opvang Oekraïne;
- f.
loondervingsuitkering: een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, Ziektewet, Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en Wet arbeids-ongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomstenvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, Wet arbeid en zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor militairen en Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;
- g.
POO: Particuliere Opvang Oekraïne;
- h.
RooO: de Regeling opvang ontheemden Oekraïne.
- a.
-
2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de RooO.
Artikel 2. Doelgroep en reikwijdte
-
1. Deze beleidsregels zijn van toepassing op de ontheemden die als gevolg van de oorlog met Rusland zijn ontheemd en/of gevlucht en vallen onder artikel 1, lid c, van de RooO, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
- –
de ontheemde verblijft in een GOO, POO, LOO, of zorginstelling (zoals omschreven in artikel 12, lid 10, van de RooO);
- –
de GOO, POO of LOO, of zorginstelling, moet zich bevinden op het grondgebied van de gemeente;
en
- –
de ontheemde moet zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen van de gemeente.
- –
-
2. De artikelen 12 tot en met 15 van deze beleidsregels gelden uitsluitend voor meerderjarige ontheemden uit Oekraïne die vallen onder het toepassingsbereik van de Tijdelijke Wet opvang ontheemden Oekraïne en die in een gemeentelijke opvanglocatie (GOO) binnen de gemeente Lansingerland verblijven.
Artikel 3. Uitkeren leefgeld
-
1. Het college keert het leefgeld uit via een Nederlandse betaalrekening.
-
2. In afwijking van het vorige lid kan uitbetaling plaatsvinden via een prepaid pas (moneycard).
-
3. Indien uitbetaling niet kan plaatsvinden via een prepaid pas of via een Nederlandse betaalrekening omdat het openen van een Nederlandse bankrekening niet mogelijk is, kan in uitzonderlijke gevallen de uitbetaling contant plaatsvinden.
-
4. Het college keert het leefgeld in de eerste week van de maand uit.
-
5. Indien een ontheemde zich na de eerste dag van de maand meldt voor het leefgeld, dan keert het college het leefgeld naar rato voor de resterende dagen van de maand uit. In de daaropvolgende maand ontvangt de ontheemde het volledig bedrag van het leefgeld.
-
6. Het college verstrekt het leefgeld aan de ontheemde. Het leefgeld is bestemd voor de ontheemde en zijn/haar eventuele gezin. Het college registreert uit welke gezinsleden dit gezin bestaat.
-
7. Het leefgeld is niet bestemd voor grootouders, ooms, tantes of meerderjarige kinderen. Die worden niet tot het gezin gerekend.
-
8. De minderjarige ontheemde die zonder ouder(s) is gevlucht heeft per 1 augustus 2022 recht op leefgeld onder de voorwaarde dat hij/zij is aangemeld bij Stichting Nidos. Stichting Nidos vraagt bij de rechtbank voogdij aan voor de minderjarige ontheemde. In afwachting van de voogdijmaatregel verstrekt het college leefgeld aan de minderjarige ontheemde, of aan de feitelijk verzorger. Na de toekenning van de voogdij verstrekt het college het leefgeld aan diegene met voogdij, of aan de feitelijke verzorger.
Artikel 4. Inkomsten
-
1. De ontheemde is verplicht inkomsten van hem/haar en zijn/haar gezin direct en volledig aan de gemeente te melden.
-
2. Indien een ontheemde inkomsten heeft die lager zijn dan de norm van het leefgeld en een aanvraag doet voor het leefgeld, heeft de ontheemde bij toekenning recht op het verschil tussen deze inkomsten en de leefgeld norm.
-
3. Indien een ontheemde in de loop van de maand nieuwe inkomsten ontvangt, die lager zijn dan de leefgeld norm, worden deze inkomsten niet in mindering gebracht op het al betaalde leefgeld van die maand. Vanaf de eerste dag van de daaropvolgende maand, ontvangt de ontheemde het verschil tussen de inkomsten en de leefgeld norm.
-
4. In het geval van inkomsten moet de ontheemde salarisspecificaties of een arbeidsovereenkomst met salarisvermelding waaruit het maandelijkse salaris blijkt overleggen aan de gemeente, indien hij/zij nog aanspraak wil maken op leefgeld opgehoogd tot het normbedrag.
-
5. Bij de bepaling van de hoogte van de hoogte van het leefgeld bij lid 2 en 3, maakt het college, indien nodig, een schatting van de inkomsten van de maand.
-
6. Onder inkomsten, als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan:
- -
inkomsten uit arbeid;
- -
inkomsten uit zelfstandig bedrijf of beroep;
- -
een loondervingsuitkering;
- -
een toeslag op grond van de Toeslagenwet.
- -
-
7. Een vrijwilligerswerkvergoeding (als bedoeld in artikel 11a, lid 1, van de RooO) wordt niet als inkomen aangemerkt.
Artikel 5. Beëindiging leefgeld
-
1. Het college kan het leefgeld beëindigen wanneer de ontheemde inkomsten heeft die hoger zijn dan de leefgeld norm.
-
2. Indien een meerderjarig gezinslid inkomsten ontvangt die hoger zijn dan de leefgeld norm, kan het college het leefgeld beëindigen voor het gehele gezin.
-
3. Het college kan het leefgeld beëindigen met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de kalendermaand waarin de inkomsten bij het college bekend zijn geworden.
-
4. Het college beëindigt het leefgeld wanneer de ontheemde verhuist naar een andere gemeente of naar het buitenland. Het leefgeld stopt met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de kalendermaand waarin de ontheemde is verhuisd.
-
5. De ontheemde kan de GOO, POO of LOO verlaten voor de duur van maximaal aaneengesloten 28 dagen met behoud van het leefgeld.
-
6. Indien de ontheemde na afloop van de periode van 28 dagen, als bedoeld in het vorige lid, niet is teruggekeerd naar de GOO, POO of LOO, kan het college het leefgeld beëindigen.
-
7. Wanneer de ontheemde gedurende de kalendermaand verhuist naar een ander type opvang binnen de gemeente, dan behoudt de ontheemde het reeds ontvangen leefgeld voor de maand waarin hij/ zij is verhuisd. Na de verhuizing ontvangt de ontheemde het nadien van toepassing zijnde leefgeld op de eerste van de daaropvolgende kalendermaand. Het college vordert een eventueel verschil in het leefgeld niet terug.
Artikel 6. Terugvordering leefgeld
-
1. Het college vordert het leefgeld terug indien het ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt aan de ontheemde of zijn/haar gezin.
-
2. Vordering als bedoeld in het vorige lid vindt plaats door het bedrag te verrekenen met het leefgeld van de volgende maand(en).
Artikel 7. Recht op hernieuwde aanvraag leefgeld
-
1. Wanneer de ontheemde na beëindiging van het leefgeld geen inkomsten meer heeft, of lager dan de leefgeld norm, kan hij/zij bij het college opnieuw een aanvraag doen voor het leefgeld.
-
2. Het college verstrekt het leefgeld vanaf de maand volgend op de maand waarover voor het laatst inkomen of uitkering wordt ontvangen.
Artikel 8. Reiskosten re-integratie en/of werk
-
1. Het college kan aan een ontheemde die leefgeld ontvangt een vergoeding verstrekken voor de noodzakelijke reiskosten om de re-integratievoorziening of het werk te bereiken.
-
2. De verstrekking, als bedoeld in het vorige lid, is op basis van de goedkoopst adequate voorziening. Dit kunnen kosten zijn voor openbaar vervoer (via de 9292 app) of een kilometervergoeding van € 0,21 per kilometer (kortste route volgens de routeplanner van de ANWB).
-
3. Er is geen recht op een verstrekking als het aantal kilometers tussen het woonadres en het adres waar betrokkene naartoe reist minder dan 7 kilometer bedraagt.
-
4. Er is geen recht op een verstrekking voor zover een beroep kan worden gedaan op een andere voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de persoon toereikend en passend te zijn.
-
5. De verstrekking, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt maximaal met 1 maand terugwerkende kracht verstrekt.
Artikel 9. Participatie aanbod
-
1. Het college kan aan de ontheemde en zijn/haar meerderjarige gezinsleden NT2-taallessen aanbieden.
-
2. Het college kan aan de ontheemde en zijn/haar meerderjarige gezinsleden een begeleidingstraject richting werk aanbieden. Dat is in het geval dat de ontheemde moeite heeft zelfstandig een baan te bemachtigen en/of te behouden.
Artikel 10. Buitengewone kosten
-
1. Het college kan een vergoeding voor buitengewone kosten aan de ontheemde verstrekken.
-
2. Buitengewone kosten worden vergoed voor ontheemden die niet meer inkomsten ontvangen dan 115% van de toepasselijke leefgeldsnorm.
-
3. Onder buitengewone kosten wordt onder andere verstaan:
- a.
kosten voor reiskosten voor een verblijfsrechtelijke procedure. De verstrekking is op basis van de goedkoopst adequate voorziening. Dit kunnen gemaakte kosten zijn voor openbaar vervoer (via de 9292 app) of een kilometervergoeding van € 0,21 per kilometer (kortste route volgens de routeplanner van de ANWB).
- b.
kosten om acute persoonlijke medische redenen (tenzij de zorgverzekeraar deze kosten bij het CAK kan declareren op grond van de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (SOV) of als de kosten gedekt worden door de zorgverzekering van betrokkene);
- c.
kosten voor reiskosten voor medische zorg kunnen in bijzondere gevallen worden vergoed;
- d.
kosten voor de vangnetregeling uit de Wet op de lijkbezorging (Wlb): als de nabestaanden niet kunnen of willen zorgdragen voor de laatste bestemming van het lichaam of er geen nabestaanden zijn of te achterhalen zijn, draagt op grond van artikel 21 Wlb het college daarvoor zorg.
- a.
Artikel 11. Reiskosten ISK, speciaal onderwijs en aangepast vervoer
-
1. Het college vergoedt 100% van de door het college vastgestelde reiskosten naar primair- of voortgezet onderwijs voor:
- a.
leerlingen die voortgezet onderwijs volgen in een Internationale Schakelklas (ISK) buiten Lansingerland;
- b.
leerlingen die speciaal onderwijs volgen buiten Lansingerland.
- a.
-
2. De verstrekking, als bedoeld in het vorige lid, is op basis van de goedkoopst adequate voorziening. Dit kunnen kosten zijn voor openbaar vervoer (via de 9292 app) of een kilometervergoeding van € 0,21 per kilometer (kortste route volgens de routeplanner van de ANWB).
-
3. Er is geen recht op een verstrekking voor zover een beroep kan worden gedaan op een andere voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de persoon toereikend en passend te zijn.
-
4. De verstrekking, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt maximaal met 1 maand terugwerkende kracht verstrekt.
-
5. Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school zoals bedoeld in sub b, van het eerste lid, bezoekt, indien:
- a.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in sub b, van het eerste lid, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is;
- b.
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding –van openbaar vervoer gebruik te maken; of
- c.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in sub b, van het eerste lid, en de leerling jonger is dan twaalf jaar; of
- d.
aanspraak bestaat op een andere vervoersvoorziening, maar aangepast vervoer voor de gemeente goedkoper is dan deze andere vervoersvoorziening.
- a.
-
6. Een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer kan ook worden verstrekt een leerlingen tot de basisschool leeftijd, die onderwijs volgen in een ISK, buiten Lansingerland.
-
7. Indien begeleiding in het aangepast vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepast vervoer.
-
8. Wanneer een ontheemde niet naar school gaat, dan vervalt het recht op de vergoeding als bedoeld in lid 5 volgens dit artikel.
Artikel 12. Eigen bijdrage
-
1. Met ingang van 1 juli 2024 bestaat er een wettelijke verplichting tot het betalen van een eigen bijdrage voor gas, water en elektra voor de opvang in een gemeentelijke opvanglocatie (GOO).
-
2. Met ingang van 1 januari 2025 zijn de ontheemden uit Oekraïne die verblijven in de gemeentelijke opvanglocaties (GOO) binnen de gemeente Lansingerland verplicht om maandelijks een eigen bijdrage te betalen.
-
3. De eigen bijdrage geldt voor de volgende ontheemden:
- a.
Ontheemden met inkomsten uit arbeid, waaronder begrepen inkomsten uit loondienst, eigen onderneming, of als zelfstandige zonder personeel (zzp), in binnen- of buitenland. Meerderjarige kinderen uit hetzelfde gezin die in dezelfde gemeentelijke opvanglocatie verblijven worden gezien als een aparte meerderjarige ontheemde;
- b.
Ontheemden die een loondervingsuitkering of toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangen;
- c.
Ontheemden die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben met een ontheemde die een eigen bijdrage moet betalen.
- a.
-
4. Voor het inkomen zoals bedoeld onder a en b van het vorige lid geldt een inkomensgrens voor de eigen bijdrage. Na het innen van de eigen bijdrage houdt een ontheemde tenminste een inkomen over dat gelijk is aan 115% van de van toepassing zijnde leefgeld norm. Als het inkomen door het heffen van de eigen bijdrage onder de 115% van de van toepassing zijnde leefgeld norm uitkomt, vervalt de verplichting tot betaling van de eigen bijdrage voor die maand.
Artikel 13. Hoogte eigen bijdrage
De hoogte van de eigen bijdrage voor gas, water en elektra bedraagt € 105,- per maand per meerderjarige ontheemde en zijn/haar meerderjarige gezinslid tot een maximum van € 210,-.
Artikel 14. Innen van de eigen bijdrage
-
1. De eigen bijdrage wordt met ingang van 1 februari 2025 maandelijks door middel van een factuur aan de ontheemde, en indien van toepassing aan zijn/haar meerderjarige gezinslid, over de voorafgaande kalendermaand opgelegd.
-
2. Indien de ontheemde door betaling van de eigen bijdrage stelt dat hij/zij onevenredig nadeel onder-vindt als gevolg van andere aantoonbare financiële verplichtingen, kan op zijn/haar verzoek een aanvullende beoordeling plaatsvinden. Hierbij wordt bekeken of, en in hoeverre, deze financiële verplichtingen in redelijkheid aanleiding geven tot tijdelijke vrijstelling van de eigen bijdrage en tot het inkomen weer op het niveau van de geldende norm is.
Artikel 15. Inlichtingenplicht
-
1. De ontheemde is verplicht om uit eigen beweging dan wel op verzoek van het college direct inlichtingen te verstrekken over (wijzigingen in) de gezinssamenstelling, huisvestingssamenstelling, werk en inkomen.
-
2. De ontheemde is verplicht om het college direct in te lichten als zich wijzigingen voordoen in zijn persoonlijke situatie die invloed kunnen hebben op de hoogte van het inkomen en/of het betalen dan wel de hoogte van de eigen bijdrage.
Artikel 16. Hardheidsclausule
Het college kan van een of meer artikelen of artikelleden van deze beleidsregels afwijken als daaraan vasthouden voor de ontheemde gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
Artikel 17. Inwerkingtreding en duur beleidsregels
Deze beleidsregels treden in werking per 11 juli 2023.
Artikel 18. Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: de Beleidsregels Uitvoering RooO gemeente Lansingerland.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de burgemeester van Lansingerland op 4 juli 2023.
Met een vriendelijke groet,
De burgemeester van Lansingerland
drs. Pieter van de Stadt
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl