Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsverordening gemeente Teylingen

Geldend van 25-05-2010 t/m 20-10-2010

Burgemeester en wethouders van Teylingen;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

gelet op de door de werknemers- en werkgeversdelegatie in de Commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg gemaakte afspraken;

BESLUITEN

vast te stellen de navolgende

Bezoldigingsverordening gemeente Teylingen

I Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    CAR/UWO: Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de sector gemeenten en de Uitwerkingsovereenkomst;

  • b.

    ambtenaar: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • c.

    salaris: het salaris is het bedrag dat aan de ambtenaar is toegekend, of als voor een betrekking een vast bedrag geldt, dit vaste bedrag. Voor deeltijders is het salaris het schaalbedrag naar rato.

  • d.

    uurloon: 1/156 deel van het – zo nodig naar een volledige betrekking herberekende- salaris van de ambtenaar per maand;

  • e.

    schaal: de in het kader van de bezoldigingsregeling, bedoeld in het eerste lid, voor een betrekking of voor een aantal betrekkingen tezamen ter bepaling van het salaris geldende opklimmende reeks van bedragen, daaronder mede begrepen de bedragen welke gelden ter verhoging van het salaris als gevolg van diensttijduitloop;

  • f.

    salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een letter en een getal, dat in een schaal voor een salaris is vermeld;

  • g.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal, dat kan worden bereikt door jaarlijkse salarisverhogingen;

  • h.

    bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in deze verordening, alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en de waarnemingstoelage;

  • i.

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR/UWO;

  • j.

    functie: het geheel van werkzaamheden, dat uit de vastgelegde doelstellingen en taken van de gemeente is af te leiden en dat door één of meerdere ambtenaren is te verrichten;

  • k.

    functiewaarderingsonderzoek: het op systematische wijze in rangorde plaatsen van functies onderzoek met als criterium de relatieve zwaarte van het werk;

  • l.

    conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • m.

    volledige werktijd: een werktijd welke gemiddeld 36 werkuren per week omvat;

  • n.

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR/UWO;

  • o.

    functieniveau: de schaal die het resultaat is van de conversie;

  • p.

    aanloopniveau: een schaal direct onder het functieniveau.

II Salaris

Recht op salaris

Artikel 2

  • 1.

    Het recht op salaris vangt aan op de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan op de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Gebroken tijdvakken

Artikel 3

Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Onvolledige betrekking

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen

Artikel 5

De salarissen van de ambtenaren, van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR/UWO.

Artikel 6

  • 1.

    De toepassing van bijlage IIa van de CAR/UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de CAR/UWO.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4.

    Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16 van de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen schaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 7

  • 1.

    Indien uit een laatstgehouden personeelsbeoordeling is gebleken dat de ambtenaar voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende schaal het salaris periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2.

    De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke verplichting, als bedoeld in hoofdstuk 3 van de CAR/UWO, wordt geacht in zijn betrekking met verlof te zijn, wordt voor de toekenning van het salaris als diensttijd in aanmerking genomen.

  • 3.

    De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling één jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 4.

    Een verhoging van het salaris op grond van het vorige lid gaat voor de ambtenaar, die is aangesteld voor de vervulling van een functie bij wijze van proef, niet eerder in dan de dag, waarop deze aanstelling is beëindigd en een vaste aanstelling ingaat, als bedoeld in artikel 2:4:1 van de Uitwerkingsovereenkomst.

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 8

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende schaal nog niet heeft bereikt, kan een extra salarisverhoging tot een in de schaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, toekennen op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking. Het toekennen van de extra salarisverhoging moet gebaseerd zijn op een personeelsbeoordeling.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8, lid 3 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Geen periodieke verhoging

Artikel 9

  • 1.

    Vervult de ambtenaar zijn functie naar het oordeel van burgemeester en wethouders op een onvoldoende wijze, dan blijft salarisverhoging, als bedoeld in artikel 7 lid 1, achterwege. Het onthouden van de periodieke verhoging moet gebaseerd zijn op een personeelsbeoordeling.

  • 2.

    Nadien kan worden bepaald, dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

  • 3.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval 1 maand voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 10

  • 1.

    Bij de overgang naar een hogere schaal ingevolge bijlage IIa wordt de ambtenaar ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

III Instrumenten van flexibele beloning

Gratificatie en kleine beloningen

Artikel 11

  • 1.

    Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd zoals bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO, kan aan hem een gratificatie of een andere vorm van beloning worden toegekend.

  • 2.

    Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd kan een groepsgratificatie of andere vorm van beloning worden toegekend.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel worden door burgemeester en wethouders nadere regels vastgesteld.

Tijdelijke persoonlijke toelage

Artikel 12

  • 1.

    Aan de ambtenaar die bijzondere prestaties in de functie levert, kan een tijdelijke toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage wordt ineens en ten hoogste éénmaal binnen een tijdvak van één jaar uitgekeerd.

  • 3.

    Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een tijdelijke toelage in aanmerking komen.

  • 4.

    De tijdelijke toelage bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldende salarisbedrag per maand.

Persoonlijke toelage na het bereiken maximum functionele schaal

Artikel 13

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage worden toegekend, indien betrokkene gedurende drie jaren uitstekend heeft gefunctioneerd.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage is niet hoger dan 10 procent van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere schaal niet overschrijdt.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Arbeidsmarkttoelage

Artikel 14

  • 1.

    Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3.

    De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal het verschil tussen het maximum salaris van de bij de functie behorende functieschaal en het maximum salaris dat behoort bij de schaal twee schalen boven de bij de functie behorende functieschaal.

  • 4.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

IV overige toelagen en vergoedingen

Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

Artikel 15

  • 1.

    Aan de ambtenaar wordt op eigen verzoek een vergoeding toegekend voor woon-werkverkeer voor de te reizen afstand vanaf huis naar standplaats.

  • 2.

    De ambtenaar die met het openbaar vervoer reist, ontvangt per maand een volledige vergoeding van het bus- en/of treinabonnement. Voor deze vergoeding dient de ambtenaar de openbaar vervoerbewijzen in te leveren, zodra deze niet meer geldig zijn.

  • 3.

    De werkgever kan voor de werknemer een OV-jaarabonnement voor het woon-werkverkeer aanschaffen.

  • 4.

    Aan de ambtenaar die met het openbaar vervoer reist, wordt een vergoeding verstrekt voor de daadwerkelijk gemaakte kosten van een fietsenstalling. Voor deze vergoeding dient de ambtenaar betaalbewijzen te overleggen.

  • 5.

    De ambtenaar, die met de eigen auto reist en waarbij de enkele reisafstand meer dan 10 km bedraagt, ontvangt een vergoeding volgens bijlage I van deze bezoldigingsverordening.

  • 6.

    Voor de ambtenaar die met de fiets naar het werk komt, wordt een vergoeding van € 0,15 per kilometer verstrekt.

  • 7.

    De in lid 6 van dit artikel bedoelde vergoeding wordt verstrekt indien de werknemer verklaart op jaarbasis meer dan de helft van de werkdagen op de fiets naar het werk te komen.

  • 8.

    Er bestaat geen 2e aanspraak op een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer indien in de desbetreffende maand reeds een vaste tegemoetkoming wordt genoten.

  • 9.

    Indien de ambtenaar langer dan een aaneengesloten periode van een maand niet in staat is om op de plaats van tewerkstelling te werken, dan wordt de vergoeding zoals bedoeld in dit artikel stopgezet.

  • 10.

    Voorzover bepaalde reiskostenvergoedingen bovenmatig zijn, strekken deze vergoedingen mede tot vergoeding van reiskosten, die de werkgever in een kalenderjaar of loontijdvak nog wel belastingvrij kan vergoeden.

Vergoeding reis en verblijfkosten bij dienstreizen

Artikel 16

  • 1.

    De ambtenaar heeft recht op een vergoeding van reiskosten en verblijfkosten ter zake van reizen in het belang van de dienst.

  • 2.

    De ambtenaar ontvangt een vergoeding per daadwerkelijk gereden kilometer zoals opgenomen in de bijlage. De parkeer- tol en veergelden worden volledig vergoed.

  • 3.

    De kosten van het openbaar vervoer worden volledig ( trein 2e klasse) vergoed.

  • 4.

    Dienstreizen 1e klasse worden beschikbaar gesteld indien de leidinggevende aangeeft dat 1e klasse reizen effectiever is.

  • 5.

    Verblijfskosten worden vergoed conform artikel 5 van de Reisregeling Binnenland.

Overwerkvergoeding

Artikel 17

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die op grond van een dienstopdracht overwerk moet verrichten, wordt een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO.

  • 2.

    Aan de ambtenaar, die overwerk moet verrichten, worden de kosten van een avondmaaltijd op declaratiebasis vergoed tot een maximum van een avondmaaltijd, zoals bedoeld in het Reisbesluit Binnenland.

  • 3.

    Indien de ambtenaar er voor kiest thuis een avondmaaltijd te nuttigen, dan worden de kosten voor een maaltijd niet vergoed. De reiskosten woon-werkverkeer worden dan toegekend zoals bedoeld in artikel 15 van deze regeling.

  • 4.

    Een directielid of afdelingshoofd heeft geen recht op overwerkvergoeding zoals bedoeld in dit artikel.

Toelage onregelmatige dienst

Artikel 18

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR/UWO, wordt een toelage toegekend.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur. Dit percentage bedraagt:

  •  

    20 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur en tussen 18 en 22 uur;

  •  

    40 voor de uren op zaterdag tussen 6 en 22 uur;

  • 40 voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0 en 6 uur en tussen 22 en 24 uur;

  •  

    65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, lid 3 van de Uitwerkingsovereenkomst;

  •  

    met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris behorende bij schaal 9.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Overige vergoedingen en toelagen

Artikel 19

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die daadwerkelijk vuilwerk verricht, wordt een variabele vuilwerktoelage verstrekt van € 5,00 per dag of € 2,50 per dagdeel. Voor de toepassing van dit lid worden nadere regels vastgesteld.

  • 2.

    De ambtenaar, die volgens een vooraf vastgesteld rooster opdracht krijgt zich beschikbaar te houden voor gladheidbestrijding en andere calamiteiten, ontvangt daarvoor een toelage ter grootte van het bedrag, zoals genoemd in bijlage I.

  • 3.

    De ambtenaar, die volgens een vooraf vastgesteld rooster opdracht krijgt zich beschikbaar te houden voor de storingstelefoon, ontvangt daarvoor een toelage ter grootte van het bedrag, zoals genoemd in bijlage I.

  • 4.

    De ambtenaar, die is aangewezen tot bedrijfshulpverlener, ontvangt daarvoor een toelage, zoals genoemd in bijlage I.

  • 5.

    De ambtenaar, die is aangewezen als bijzonder opsporingsambtenaar, ontvangt naar rato van de omvang van de dienstbetrekking een inconveniëntentoelage, zoals genoemd in bijlage 1.

In een nader vast te stellen regeling wordt bepaald wat onder inconveniëntentoelage wordt verstaan.

V Overige bepalingen

Afbouwregeling

Artikel 20

Indien een toelage is komen te vervallen omdat deze toelage is opgeheven, ontvangt de ambtenaar in het eerste jaar na de datum waarop die toelage is komen te vervallen een financiële compensatie van 100%. In het tweede jaar wordt 75% toegekend en in het derde jaar wordt 50% toegekend. In het vierde jaar wordt 25% toegekend, waarna de toelage wordt beëindigd.

Incorporeren afbouwregeling

Artikel 21

Indien op grond van artikel 20 een afbouwregeling is toegekend, wordt de gegeven garantie in het salaris geïncorporeerd indien na toekenning van de afbouwregeling voor de ambtenaar een hogere schaal van toepassing is dan ten tijde van de toekenning voor hem gold of waar hij ten tijde van de garantietoekenning aanspraak op kon maken.

Algemene salarismaatregelen

Artikel 22

Indien in de salarissen van het gemeentepersoneel een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wordt deze wijziging automatisch gevolgd met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat, overeenkomstig de salarisbedragen van de ambtenaren zoals vermeld in bijlage IIa van de CAR/UWO.

Onvoorziene gevallen

Artikel 23

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Bezwaren

Artikel 24

  • 1.

    De ambtenaar die zich niet kan verenigen met de wijze waarop de bezoldigingsverordening is toegepast kan daartegen bezwaar maken.

  • 2.

    Het bezwaar wordt behandeld conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.

Slotbepaling

Artikel 25

Deze verordening vervangt de op 30 oktober 2007 vastgestelde bezoldigingsverordening en kan worden aangehaald als “Bezoldigingsverordening gemeente Teylingen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 mei 2010.

Burgemeester en wethouders van Teylingen,

de secretaris, de burgemeester,

M.J.A. van Rhijn. Drs. S.W.J.G. Schelberg

BIJLAGE I, behorende bij de Bezoldigingsverordening, bevattende de vergoedingen en toelagen.

 

 

Omschrijving

Vergoeding/toelage

1. Consignatietoelage gladheidbestrijding en andere calamiteiten 2. Consignatietoelage storingstelefoon 3. Toelage bedrijfshulpverlening 4. Vergoeding reiskosten bij dienstreizen   5. Inconveniëntentoelage BOA’s 6. Vuilwerktoeslag

€ 71,33 per week consignatieweek c.q. € 10,19 per dag*   € 71,33 per consignatieweek c.q. € 10,19 per dag* € 13,24 per maand € 0,28 per kilometer (privé-auto) € 0,15 per kilometer (privé-fiets) € 117,51 per maand* € 47,00 per maand*

• herziening vindt plaats op basis van het stijgingspercentage van de voor de gemeentelijke sector geldende schaalbedragen. De genoemde bedragen gelden per 1-6-2008.

 

 

 

 

 

 

8. Vergoeding reiskosten woon-werkverkeer

Enkele reisafstand woning-werk

Maandelijkse vergoeding bij reizen op

AUTO

Meer dan

t/m

1 dag per week

2 dagen per week

3 dagen per week

4 of meer dagen per week

10 km

15 km

€ 8,12

€ 16,25

€ 24,37

€ 32,50

15 km

20 km

€ 11,37

€ 22,75

€ 34,12

€ 45,50

20 km of meer

-

€ 16,25

€ 32,50

€ 48,75

€ 65,00

FIETS

Alle reisafstanden

Bij fietsgebruik op meer dan de helft van de werkdagen

€ 0,15 per kilometer