Aanwijzingsbesluit cameratoezicht

De burgemeester van Rijswijk

Gelet op artikel 151c Gemeentewet, artikel 2:45 van de Algemene plaatselijke verordening Rijswijk 2021 (hierna: de APV),

Gehoord hebbende de lokale driehoek van Rijkswijk op 28 juni 2023, als bedoeld in artikel 13 van de Politiewet,

Overwegende dat:

• •

  zich in de nacht van zondag 25 juni omstreeks 02 uur 30 een brandstichting heeft voorgedaan bij de portiek aan de Prinses Marijkesingel nrs.32 tot en met 44, waarbij zichtbaar één specifieke brievenbus in de brand stond;

• •

  zich in de nacht van maandag 26 juni omstreeks 03 uur 30 een brandstichting heeft voorgedaan aan de Minister Aalberselaan, waarbij een geparkeerd staande auto door middel van vermoedelijk een cobra en een brandende vloeistof (explosief) in brand is gestoken;

• •

  de eigenaar van het voertuig woonachtig is aan de Prinses Marijkesingel en van wie ook de specifieke brievenbus in de brand stond.

• •

  uit eerste bevindingen van de van de politie is gebleken dat het aannemelijk is dat het om een doelbewuste brandstichtingen ging;

• •

  de brandstichtingen in een drukbevolkte woonwijk hebben plaatsgevonden;

• •

  hiermee sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde in de vorm van

  • 1.

    het doelbewust plaatsen van een explosief dan wel stichten van brand als strafbare gedragingen;

  • 2.

    het gevaar van de brandstichtingen en voor personen in de portiekwoningen en de omgeving daarvan;

  • 3.

    de maatschappelijke onrust in de wijk als gevolg van deze brandstichtingen;

• •

  het hier gaat om een situatie waarin de openbare orde op maatschappelijk onaanvaardbare wijze in het geding is;

• •

  de kans op herhaling op voorhand niet is uit te sluiten en noodzakelijke maatregelen dienen te worden genomen om de kans op verstoringen van de openbare orde en incidenten die de leefbaarheid negatief beïnvloeden te voorkomen;

• •

  de burgemeester ter handhaving van de openbare orde en op grond van artikel 151c van de Gemeentewet juncto artikel 2:45 van de APV bevoegd is om voor bepaalde duur camera’s in te zetten om toezicht te houden op openbare plaatsen;

• •

  de politie bevoegd is om deze camera’s te gebruiken en te bekijken met als doel:

  • 1.

    het voorkomen van strafbare gedragingen die de openbare orde en rust verder kunnen bedreigen;

  • 2.

    het handhaven van de openbare orde;

  • 3.

    adequate en gerichte inzet van de politie;

• •

  het inzetten van cameratoezicht bijdraagt aan het verbeteren van het veiligheidsgevoel bij bewoners, bezoekers en passanten die zich bevinden in de woningen of de directe omgeving daarvan;

• •

  de politie onderzoek verricht naar deze aanslagen;

• •

  de politie adviseert een camera te plaatsen aan de openbare weg om daarmee de heersende onrust in de wijk weg te nemen;

• •

  deze maatregel onderdeel uitmaakt van een breder pakket aan maatregelen, waaronder het opsporingsonderzoek, extra toezicht en surveillance, een bijeenkomst met omwonenden en het aanbod van slachtofferhulp;

• •

  gelet op de aard en ernst van de incidenten, cameratoezicht een onmisbare schakel is om de openbare orde en veiligheid op een adequate wijze te kunnen handhaven;

• •

  het belang van de handhaving van de openbare orde zwaarder weegt dan de inbreuk op de privacy;

• •

  de duur van het cameratoezicht en de omvang van het aangewezen gebied proportioneel is in relatie tot het beoogde legitieme doel;

• •

  aan het einde van dit besluit een evaluatie zal plaatsvinden;

BESLUIT