Uitvoeringsbesluit beheer begraafplaatsen en crematorium

Geldend van 01-07-2023 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit beheer begraafplaatsen en crematorium

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam

gelezen het voorstel van de concerndirecteur Stadsbeheer d.d. 20 juni 2023, kenmerk 23bo4553

gelet op artikel 2 en artikel 6 , vierde lid, van de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium 2023,

overwegende, dat het wenselijk is om nadere regels vast te stellen ten aanzien van de dagelijkse gang van zaken op de gemeentelijke begraafplaatsen en het gemeentelijk crematorium en ten aanzien van grafbedekkingen;

besluit:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Beheer en dagelijkse leiding

  • 1. De dagelijkse leiding over de gemeentelijke begraafplaatsen en het crematorium berust bij de beheerder.

  • 2. De beheerder regelt in ieder geval:

    • a.

      de volgorde en tijdstippen van de begravingen;

    • b.

      crematies, herdenkingen en plechtigheden als bedoeld in artikel 2 van dit besluit;

    • c.

      de uitvoering van werkzaamheden door derden;

    • d.

      de zorg voor uitvaartplechtigheden.

  • 3. Voorafgaande aan elke begrafenis, bijzetting of crematie controleert de beheerder of de kist, het omhulsel van het lijk of de asbus is voorzien van een duurzaam registratienummer dat overeenkomt met het registratienummer op het registratiedocument waarop de persoonsgegevens van de overledene staan.

  • 4. Bij elke begraving, crematie of bijzetting wordt de kist onderscheidenlijk de asbus voorzien van een duurzaam uniek registratienummer dat overeenkomt met het registratienummer in het register.

  • 5. Het college draagt zorg voor het bijhouden van het register waarin aantekening wordt gehouden van alle begravingen, crematies en bijzettingen welke op de verschillende begraafplaatsen of het crematoriumcomplex plaatsvinden. In het register worden in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de dagtekening;

    • b.

      de achternaam, voornamen en leeftijd van de overledene;

    • c.

      het grafnummer;

    • d.

      de grafdiepte;

    • e.

      het grafvak;

    • f.

      de columbariumnis;

    • g.

      het registratienummer, bedoeld in het derde en vierde lid.

  • 6. Particuliere graven worden bij directe begraving in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 7. Particuliere graven kunnen binnen de door het college aangewezen grafvelden worden toegewezen buiten de volgorde van uitgifte, tenzij dit wegens de situatie op de begraafplaats bezwaarlijk is.

  • 8. Algemene graven worden enkel voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

Artikel 2 Herdenkingen en plechtigheden

Herdenkingen of andere plechtigheden op de begraafplaatsen of het crematoriumcomplex worden door middel van een volledig ingevuld formulier ten minste vijf dagen van tevoren aan de beheerder gemeld.

Artikel 3 Aanwezigheid bij opgraven en ruimen

  • 1. Het bijwonen van het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven is alleen toegestaan aan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2. De beheerder kan een deel van de begraafplaats tijdelijk afzetten voor het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven.

Artikel 4 Melding

  • 1. Degene die wil laten begraven, cremeren, as bijzetten of as verstrooien meldt dit uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing plaatsvindt aan de beheerder.

  • 2. Bij opdrachtverstrekking voor een begraving of crematie wordt het aanvraagformulier gebruikt dat via de gemeentelijke website beschikbaar wordt gesteld. De aanvraag voor een uitvaart kan ook via MijnLoket gedaan worden (www.rotterdam.nl/uitvaart). Met de hand ingevulde aanvraagformulieren worden niet in behandeling genomen.

  • 3. Als de uitvaart langer dan 1 uur duurt wordt een toeslag in rekening gebracht.

  • 4. In geval van een begraving of de bijzetting van as in een particulier graf, een particulier urnengraf, een particuliere urnennis of urnenplaats, controleert de beheerder aan de hand van het register van uitgegeven rechten of men hiertoe gerechtigd is.

  • 5. Begraving of crematie geschiedt uitsluitend wanneer het verlof daartoe van de ambtenaar van de burgerlijke stand aan de beheerder is overgelegd. Het verlof wordt in het register, bedoeld in artikel 1, vijfde lid, opgenomen.

  • 6. Als een overledene binnen 36 uur na het overlijden, bedoeld in artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging, begraven moet worden, wordt de beheerder hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd. De schriftelijke instemming van de officier van justitie en de schriftelijke toestemming van de burgemeester of de commissaris van de Koning worden in de administratie van het college opgenomen.

  • 7. Begraving of crematie na de zesde werkdag na overlijden gebeurt slechts wanneer het uitstel tot begraven of cremeren door de ambtenaar van de burgerlijke stand aan de beheerder is overgelegd.

  • 8. Vooraf wordt bij de beheerder gemeld wanneer men voornemens is om met motorrijtuigen op de begraafplaats of het crematorium te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen;

    • b.

      anders dan voor een begrafenis of crematie; of

    • c.

      voor het vervoeren van materialen.

  • 9. Muziek of presentaties die tijdens een plechtigheid afgespeeld zullen worden, worden minimaal twee werkdagen van tevoren door de aanvrager aangeleverd.

Artikel 5 Materiaal en personeel

  • 1. De pijporgels worden alleen door de beheerder aangewezen musici bespeeld.

  • 2. De voor een begraving of crematie benodigde draagbaren en werktuigen worden door de beheerder beschikbaar gesteld.

  • 3. Alle handelingen die nodig zijn voor begraven, bijzetten of cremeren worden uitgevoerd door het personeel van de begraafplaats of het crematoriumcomplex.

  • 4. Wanneer de nabestaanden deze werkzaamheden gedeeltelijk zelf willen verrichten, maken zij dit tijdig aan de beheerder kenbaar en volgen zij de aanwijzingen van de beheerder op.

Hoofdstuk 2 Gedenktekens

Artikel 6 Aanvraag vergunning

  • 1. Een aanvraag voor een vergunning tot het plaatsen van een grafbedekking of tot het aanbrengen van wijzigingen aan een bestaande grafbedekking wordt gedaan door de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2. De vergunning kan worden aangevraagd via MijnLoket van de Gemeente Rotterdam.

  • 3. Bij de aanvraag wordt een productietekening overgelegd.

  • 4. De productietekening bevat ten minste:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte-, en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuraties;

    • d.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van de grafbedekking, waaronder ook de bevestiging aan de fundering.

Artikel 7 Algemene bepalingen plaatsing gedenktekens

  • 1. Een gedenkteken wordt zuiver en gericht in rij, vanaf het looppad, opgesteld.

  • 2. Het opschrift is steeds vanaf het looppad zichtbaar.

  • 3. Op een algemeen graf wordt door de gemeente een blanco gedenkteken geplaatst.

Artikel 8 Maximale afmetingen grafbedekkingen

De maximale afmetingen van de breedte, de lengte en de hoogte bedragen voor een grafbedekking op een:

  • a.

    algemeen kindergraf tot 1 jaar: 0.40m x 0.30m x 0.05m;

  • b.

    algemeen volwassenengraf, algemeen kindergraf vanaf 1 jaar, algemeen particulier urnengraf of algemene grafkelder: 0.50m x 0.50m x 0.05m;

  • c.

    particulier volwassenengraf, particulier kindergraf of particuliere grafkelder: 0.80m x 1.80m x 1.00m;

  • d.

    particulier urnengraf: 0.50m x 1.00m x 0.80m.

Artikel 9 Materiaal gebruik en toepassing gedenktekens

  • 1. Gedenktekens bestaan uit duurzame materialen. Metselwerk is uitsluitend toegestaan bij bestaande gedenktekens die geheel of gedeeltelijk uit metselwerk bestaan.

  • 2. Voor gedenktekens geldt dat de vorm, het materiaal, de kleur van het toegepaste materiaal en de afwerking passend zijn bij de reeds aanwezige gedenktekens.

Artikel 10 Afmetingen en uitvoering grafbedekking

  • 1. Gedenktekens op graven kunnen uit meerdere delen bestaan.

  • 2. Een staand gedeelte van een gedenkteken wordt uitsluitend aan de hoofdzijde van het graf geplaatst.

  • 3. Het gedenkteken overschrijdt de grenzen van het graf niet.

  • 4. Een staand gedeelte is maximaal 100 centimeter hoog en een liggend element is maximaal 50 centimeter hoog, gemeten vanaf het maaiveld.

  • 5. Een staand gedeelte is minimaal 8 centimeter en maximaal 20 centimeter dik, tenzij er sprak is van een staand element bij particulier urnengraf. In dat geval bedraagt de dikte minimaal 6 centimeter.

  • 6. Een liggend gedenkteken, uitgevoerd in steen, is minimaal 6 centimeter dik.

Artikel 11 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1. Gedenktekens worden door een betonnen plaat of raamwerk van voldoende zwaarte gefundeerd.

  • 2. Gedenktekens zijn voorzien van een rvs-penverbinding met een minimale lengte van 10 centimeter voor de verbinding met het fundament.

  • 3. Een staand gedeelte van een gedenkteken is voorzien van een rvs-penverbinding met een minimale lengte van 10 centimeter voor de verbinding met het fundament.

  • 4. Het grafnummer is duidelijk zichtbaar op het gedenkteken vermeld.

  • 5. Gedenktekens zijn niet voorzien van een firmanaam of van reclame.

Artikel 12 Tijdstip van plaatsing en melding

  • 1. Het tijdstip van plaatsing van een gedenkteken wordt ten minste 24 uur van tevoren telefonisch kenbaar gemaakt aan de beheerder van de begraafplaats. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden het gedenkteken wordt geplaatst. Aanwijzingen van de beheerder worden opgevolgd.

  • 2. Het plaatsen van een gedenkteken kan op werkdagen van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 13.00 uur.

  • 3. De uitgevoerde werkzaamheden worden ter goedkeuring gemeld bij de beheerder dan wel bij het daartoe aangewezen personeel. De rechthebbende draagt er zorg voor dat geconstateerde onvolkomenheden of gebreken worden binnen 14 werkdagen verholpen.

  • 4. Steenhouwers en daarmee gelijk te stellen personen, die voornemens zijn om werkzaamheden voor derden aan gedenktekens te verrichten, melden dit uiterlijk een dag voorafgaande aan de uitvoering bij de beheerder.

Artikel 13 Afval en beschadigingen

  • 1. Alle afval, ontstaan door- of ten gevolge van werkzaamheden aan de grafbedekking wordt door degene die de werkzaamheden uitvoert opgeruimd. In geval van nalatigheid worden de opruimkosten bij de rechthebbende in rekening gebracht.

  • 2. Beschadigingen, ontstaan ten gevolge van werkzaamheden aan gedenktekens, worden in overleg met de beheerder door of vanwege de rechthebbende hersteld.

Artikel 14 Bijzondere bepalingen voor het themavak natuurbegraven

  • 1. Graven in het themavak natuurbegraven kunnen uitsluitend worden bedekt met een door de beheerder van begraafplaas Hofwijk te leveren houten boomschijf met inscriptie. Het aanbrengen van een grafsteen, zwerfkei of ander voorwerp is niet toegestaan. Dergelijke voorwerpen worden door de beheerder verwijderd.

  • 2. In overleg met de beheerder kan een herinneringsboom op het graf worden geplant. Deze boom wordt door de beheerder geleverd en geplant, desgewenst in aanwezigheid van de nabestaanden. Het is verboden zelf beplanting of bodembedekking in het themavak natuurbegraven aan te brengen.

Artikel 15 Tijdelijk verwijderen grafbedekking

Voor het bijzetten van asbussen of het bijzetten van een overledene kan, in opdracht van de rechthebbende, de grafbedekking of een gedeelte daarvan tijdelijk worden verwijderd.

Artikel 16 Vaste beplanting

  • 1. De oppervlakte van een graf kan door de belanghebbende dan wel de rechthebbende worden voorzien van beplanting. Beplanting, ook in volwassen staat, overschrijdt de voor de grafbedekking beschikbare oppervlakte bedoeld in artikel 3, niet of wordt door snoei binnen de gestelde grenzen gehouden. De beplanting is niet hoger dan 100 centimeter.

  • 2. Beplanting die buiten bovengenoemde ruimte geplant worden of overhangen, kunnen verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. In een verwaarloosde staat verkerende beplanting kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan gemaakt worden op schadevergoeding.

  • 4. Verwijdering van blijvende beplanting vindt niet eerder plaats dan nadat de belanghebbende dan wel de rechthebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van de beplanting en een termijn heeft gekregen om noodzakelijk onderhoud te verrichten.

  • 5. Als het adres van de belanghebbende dan wel de rechthebbende niet bekend is, geschiedt het inlichten van diegene door het plaatsen van een mededeling bij het graf en op het mededelingenbord op de begraafplaats.

Artikel 17 Bloemen, potplanten, beelden of losse voorwerpen

  • 1. Op graven kunnen bloemen, los of in een vaas, potplanten, beelden of andere losse voorwerpen worden geplaatst.

  • 2. De recht- of belanghebbende zorgt zelf voor het onderhoud van de grafdecoratie. Bloemen en potplanten die in een verwaarloosde staat verkeren of dood zijn, kunnen door de beheerder worden verwijderd.

  • 3. Rondom een graf aangebrachte bodembedekking wordt zonder melding verwijderd.

  • 4. Overige objecten, beplantingen en versieringen die buiten het vergunde oppervlak van de grafbedekking zijn geplaatst, worden zonder melding verwijderd.

Artikel 18 Verwijderen gedenkteken

  • 1. Na het verstrijken van het grafrecht kan het gedenkteken door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van het gedenkteken wordt ten minste een jaar van tevoren schriftelijk aan de rechthebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende onbekend is, geschiedt bekendmaking door een mededeling bij het graf en op het mededelingenbord op de begraafplaats.

  • 3. Na het verstrijken van het grafrecht blijft het verwijderde gedenkteken maximaal twaalf weken in bewaring.

  • 4. Na verwijdering blijft het gedenkteken maximaal twaalf weken in bewaring.

  • 5. Als het gedenkteken niet in de genoemde termijn van bewaring is afgehaald, vervalt het gedenkteken aan de gemeente Rotterdam.

  • 6. Bij een verzoek tot het verwijderen van het gedenkteken voor afloop van het grafrecht waarbij geen aanspraak op het monument wordt gedaan, vervalt het monument aan de gemeente Rotterdam op de datum van ondertekening van het verwijderingsformulier door de rechthebbende. Het college kan het gedenkteken na twaalf weken vernietigen.

Artikel 19 Onderhouden gedenkteken

  • 1. De rechthebbende onderhoudt het gedenkteken behoorlijk en herstelt het indien dat nodig is.

  • 2. Wanneer de rechthebbende nalaat het gedenkteken behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of het gehele gedenkteken verwijderen. Deze vervallen aan de gemeente Rotterdam zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. Verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat het college de rechthebbende schriftelijk heeft ingelicht en een termijn heeft gegeven om het gedenkteken te herstellen.

  • 4. Als het adres van de rechthebbende niet bekend is, geschiedt het inlichten van de rechthebbende door het plaatsen van een mededeling bij het graf en op het mededelingenbord op de begraafplaats.

Artikel 20 Onderhoudsrecht

  • 1. Het college voorziet jaarlijks in het éénmalig reinigen van het gedenkteken en in het algemeen onderhoud van de begraafplaats. Onder algemeen onderhoud wordt niet verstaan het opnieuw leesbaar maken, herstellen of vernieuwen van op graven of urnenplaatsen geplaatste gedenktekens, inscripties, naamplaten, beplantingen, omrasteringen, kant- of zijstukken, treden, banken en andere voorwerpen.

  • 2. De beheerder voorziet op verzoek van de rechthebbende in het richten en stellen van verzakte gedenktekens.

Hoofdstuk 3 Ruiming van graven en verstrooiing van as

Artikel 21 Ruiming, bezorging van overblijfselen

  • 1. Na afloop van de graftermijn kan het college een graf laten ruimen.

  • 2. Het voornemen tot ruiming wordt bij algemene graven minstens een half jaar en bij particuliere graven minstens een jaar van tevoren schriftelijk bekend gemaakt. Als het adres van de belanghebbende dan wel de rechthebbende niet bekend is, geschiedt de bekendmaking aan diegene door het plaatsen van een mededeling bij het graf en op het mededelingenbord op de begraafplaats.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten worden herbegraven in een daartoe bestemd afgesloten gedeelte van de begraafplaats.

  • 4. Na het verstrijken van de wettelijke grafrusttermijn kan een belanghebbende of rechthebbende de stoffelijke resten laten herbestemmen via een verzoek tot opgraving voor herbegraving dan wel crematie. Dit verzoek kan worden ingediend via Mijn Loket van de gemeente Rotterdam.

Artikel 22 Bewaren, bezorging en verstrooiing van as

  • 1. Een asbus blijft, met inbegrip van de wettelijke minimumtermijn van een maand, maximaal twaalf maanden in de algemene nis. De termijn van twaalf maanden vangt aan op de dag van de crematie.

  • 2. De termijn kan op verzoek van degene die opdracht heeft verstrekt voor de crematie, telkens worden verlengd met een periode van vijf jaar.

  • 3. Wanneer degene die opdracht heeft verstrekt voor de crematie binnen de in het eerste of tweede lid gestelde termijn geen bestemming van de as kenbaar maakt, wordt de as verstrooid op begraafplaats Hofwijk.

  • 4. Wanneer een asbus of urn is bijgezet in een graf waarvan het grafrecht is vervallen, of in een columbarium, urnengraf of urnenplaats waarvan de aankoopperiode is verlopen, en niet tijdig een andere bestemming van de as kenbaar is gemaakt, wordt de as verstrooid op een strooiweide van de begraafplaats.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 23 Orde en rust op de begraafplaats

  • 1. Het is verboden op de begraafplaatsen of op het terrein van het crematorium huisdieren mee te nemen of uit te laten, te fietsen, te recreëren, niet zijnde wandelen, in vijvers of singels te vissen of vuilnis achter te laten anders dan in de daarvoor bestemde bakken.

  • 2. In het belang van de openbare orde, rust, netheid en de dagelijkse gang van zaken, kan de beheerder aanwijzingen of instructies geven.

  • 3. Niet naleving van dit besluit of het niet opvolgen van een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid, kan leiden tot ontzegging van de toegang tot of directe verwijdering van de begraafplaats of het crematoriumcomplex door de beheerder.

Artikel 24 Afwijkende openingstijden begraafplaatsen en crematorium

In de periode van 1 juni tot en met 31 augustus hebben bezoekers van alle begraafplaatsen vrije toegang op maandag tot en met zaterdag van 8.00 uur tot 20.00 uur en op zon- en feestdagen van 10.00 uur tot 20.00 uur.

Artikel 25 Intrekking

Het Huishoudelijk Reglement, versie 1.3, behorende bij de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen en crematorium 2023 in werking treedt.

Artikel 27 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Uitvoeringsbesluit beheer begraafplaatsen en crematorium.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 juni 2023

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl