Huisvestingsverordening Voorschoten 2023

Geldend van 10-01-2025 t/m heden

Intitulé

Huisvestingsverordening Voorschoten 2023

De raad van de gemeente Voorschoten;

Gelet op artikel 4 van de Huisvestingswet 2014,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van dinsdag 7 maart 2023,

Huisvestingsverordening Voorschoten 2023

De raad van de gemeente Voorschoten;

gelet op artikel 4, eerste lid van de Huisvestingswet 2014 en artikel 149 (of 156) van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 maart 2023;

overwegende dat het vereisen van een onttrekkingsvergunning en een splitsingsvergunning noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte;

besluit:

De Huisvestingsverordening Voorschoten 2023 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    eigenaar: degene die bevoegd is tot het in gebruik geven van die woonruimte of een gebouw;

  • 2.

    huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;

  • 3.

    huurprijs: de huurprijs per maand zoals bedoeld in artikel 1 lid d Huurprijzenwet woonruimte;

  • 4.

    koopprijs: de prijs die voor de enkele koop van een woonruimte daadwerkelijk is of zal worden betaald;

  • 5.

    Betaalbaarheidsgrens: het grensbedrag als gedefinieerd en bepaald door het Rijk, met een maximale v.o.n. prijs van maximaal € 390.000 (prijspeil 20241);

  • 6.

    beschermde woonruimte: in artikel 13 van deze verordening, aangewezen goedkope- of betaalbare koopwoning;

  • 7.

    datum van inschrijving: datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van de woonruimte aan de nieuwe eigenaar;

  • 8.

    onttrekken: het geheel of gedeeltelijk onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning, het samenvoegen van woonruimten en het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte;

  • 9.

    onttrekkingsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet;

  • 10.

    splitsen: het verdelen van het eigendom van een woongebouw in meerdere afzonderlijke appartementsrechten als bedoeld in artikel 22 van de wet;

  • 11.

    splitsingsvergunning:de vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet;

  • 12.

    verhuurvergunning opkoopbescherming: vergunning als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet.

  • 13.

    wet: de Huisvestingswet 2014;

  • 14.

    WOZ-waarde: waarde van de woonruimte, vastgesteld overeenkomstig de Wet waardering onroerende zaken en geldend op de datum van inschrijving;

  • 15.

    woningzoekende; huishouden dat in het inschrijfsysteem als bedoeld in artikel 5 van de Regionale Huisvestingsverordening Holland Rijnland is ingeschreven en/of huishouden dat niet in het inschrijfsysteem als bedoeld in ditzelfde artikel is ingeschreven maar een middenhuurwoning wil betrekken;

  • 16.

    woonruimte: besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden;

  • 17.

    woning: gebouwde onroerende zaak voor zover deze bestemd is om als zelfstandige woonruimte te worden gebruikt alsmede de onroerende aanhorigheden.

Artikel 2 Werkingsgebied

Het bepaalde in deze verordening is uitsluitend van toepassing op alle in de gemeente Voorschoten gelegen woningen met een koopprijs beneden de koopprijsgrens of met een huurprijs beneden de huurprijsgrens, met uitzondering van het bepaalde in Hoofdstuk 4.

Hoofdstuk 2 Wijziging samenstelling Woningvoorraad

Paragraaf 1 Vergunning voor onttrekking, samenvoeging, omzetting of woningvorming

Artikel 3 Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte

De woonruimten genoemd in artikel 2 van deze verordening mogen niet zonder vergunning als bedoeld in artikel 21 van de wet:

  • a.

    anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar geheel of gedeeltelijk aan de bestemming tot bewoning worden onttrokken;

  • b.

    anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar geheel of gedeeltelijk met andere woonruimte worden samengevoegd;

  • c.

    van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte worden omgezet, en

  • d.

    worden verbouwd tot twee of meer woonruimten.

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1. Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 wordt ingediend door gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2. Bij de aanvraag worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de eigenaar;

    • b.

      de gegevens over de bestaande situatie, welke, voor zover van toepassing, omvatten de huurprijs, het aantal kamers, het woonoppervlak, de woonlaag en de staat van onderhoud;

    • c.

      de gegevens over de beoogde situatie, welke, voor zover van toepassing, omvatten de huurprijs, het aantal kamers, de bouwtekening of bouwvergunning.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld in het eerste lid, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf, advies inwinnen bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 5 Voorwaarden en voorschriften

Aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van deze verordening kunnen de volgende voorwaarden en voorschriften verbonden worden:

  • a.

    een beperkte geldingsduur van de vergunning, indien de vergunning voorziet in een tijdelijke behoefte,

  • b.

    in de vergunning kan worden bepaald dat binnen een jaar van de vergunning gebruik moet worden gemaakt.

Artikel 6 Compensatie

  • 1. Een vergunning tot onttrekking van een woning als bedoeld in artikel 2 van deze verordening wordt verleend onder voorwaarde dat de aanvrager binnen een jaar na verlening van de vergunning zorg draagt voor het scheppen van in omvang, kwaliteit en huur- of economische waarde gelijkwaardige andere woonruimte die aan de bestaande voorraad woonruimten wordt toegevoegd (reële compensatie).

  • 2. Voor zover reële compensatie niet mogelijk is, zal de aanvrager een financiële bijdrage verschuldigd zijn (financiële compensatie) van € 25.000,- per onttrokken woning.

  • 3. Een bijdrage zoals bedoeld in het derde lid, wordt gestort in een daartoe door burgemeester en wethouders bestemd fonds, waarvan de baten zullen worden aangewend ten behoeve van de volkshuisvesting.

  • 4. Indien zulks noodzakelijk is, kan in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke vrijstelling worden verleend van compensatie;

    • a.

      indien de aanvrager aantoonbaar kan maken dat hij de compensatie niet kan opbrengen;

    • b.

      indien de onttrekking geschiedt in het belang van de volkshuisvesting of met de onttrekking een ander specifiek gemeentelijk belang wordt gediend.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Een vergunning als bedoeld in artikel 3 van deze verordening kan worden geweigerd als:

  • a.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders het belang van behoud of samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met de onttrekking, samenvoeging, omzetting of woningvorming gediende belang;

  • b.

    het onder a genoemde belang niet voldoende kan worden gediend door het stellen van voorwaarden en voorschriften aan de vergunning;

  • c.

    het verlenen van de vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand.

Paragraaf 2 Vergunning voor splitsing

Artikel 8 Aanwijzing vergunningplichtige gebouwen

Gebouwen bevattende woonruimten zoals beschreven in artikel 2 van deze verordening mogen niet zonder vergunning als bedoeld in artikel 22 van de wet gesplitst worden in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste en vierde lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 9 Aanvraag vergunning

  • 1. Een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 8 van deze verordening wordt ingediend door gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2. Bij de aanvraag worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een tekening als bedoeld in artikel 109, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek,

    • b.

      een door een beëdigd taxateur opgemaakt taxatierapport betreffende het gebouw en de tot afzonderlijke woonruimte bestemde gedeelten van het gebouw, dat in ieder geval omvat een beschrijving en een beoordeling van de staat van onderhoud.

Artikel 10 Voorwaarden en voorschriften

Aan een vergunning als bedoeld in artikel 8 van deze verordening kunnen de volgende voorwaarden en voorschriften verbonden worden:

  • a.

    een beperkte geldingsduur van de vergunning, indien de vergunning voorziet in een tijdelijke behoefte, en

  • b.

    voor zover hetgeen zich tegen splitsing verzet, betrekking heeft op onderhoudsgebreken, kan de voorwaarde worden gesteld dat deze gebreken binnen een in de vergunning te stellen termijn, welke niet langer kan zijn dan zes maanden, worden opgeheven;

Artikel 11 Weigeringsgronden

Een vergunning als bedoeld in artikel 8 van deze verordening kan worden geweigerd als:

  • a.

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders het belang van behoud of samenstelling van de woonruimtevoorraad groter is dan het met de splitsing gediende belang;

  • b.

    het onder a genoemde belang niet voldoende kan worden gediend door het stellen van voorwaarden en voorschriften aan de splitsingsvergunning;

  • c.

    het verlenen van de vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand;

  • d.

    het verlenen van de vergunning zou kunnen leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het betreffende pand.

Hoofdstuk 3. Opkoopbescherming

Artikel 12. Verhuurvergunning opkoopbescherming, aanwijzing beschermde woonruimte

  • 1. Gedurende de periode van vier jaren na de datum van inschrijving is het verboden beschermde woonruimte te verhuren zonder verhuurvergunning opkoopbescherming van burgemeester en wethouders.

  • 2. Als beschermde woonruimte wordt aangewezen iedere woonruimte waarvan de WOZ-waarde niet hoger is dan de betaalbaarheidsgrens van € 390.0002,- v.o.n. (prijspeil 2024).   

  • 3. Het verbod als bedoeld in artikel 12, lid 1 en 2 is van toepassing op alle woonruimten die op de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar vrij is van huur en gebruik, voor een periode van minder dan zes maanden in verhuurde staat is of is verhuurd met een vergunning op grond van dit hoofdstuk.

Artikel 13 Gevallen waarin de verhuurvergunning opkoopbescherming moet worden verleend

  • 1. De verhuurvergunning opkoopbescherming moet in elk geval worden verleend in de gevallen, zoals genoemd in artikel 41, derde lid, onder a tot en met c, van de wet. Te weten, wanneer;

    • a.

      de woonruimte in gebruik wordt gegeven aan een woningzoekende die een bloed- of aanverwantschap in de eerste of tweede graad heeft met de eigenaar;

    • b.

      de eigenaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan hem, ten minste 12 maanden zijn woonadres als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel o, onder 1°, van de Wet basisregistratie personen, in die woonruimte heeft en de eigenaar met een woningzoekende schriftelijk overeenkomt dat de woningzoekende de woonruimte voor een termijn van ten hoogste 12 maanden, anders dan voor toeristische verhuur, in gebruik neemt, of

    • c.

      de woonruimte onlosmakelijk deel uitmaakt van een winkel-, kantoor- of bedrijfsruimte.

  • 2. In de gevallen, genoemd in artikel 41, derde lid, onder a en b, van de wet, wordt de persoon aan wie de beschermde woonruimte wordt verhuurd en die de huurder is op grond van wiens hoedanigheid er recht is op de vergunning, in de vergunning genoemd. De vergunning vervalt zodra deze huurder niet de huurder is die in de beschermde woonruimte verblijft.

Artikel 14 Gevallen waarin de verhuurvergunning opkoopbescherming kan worden verleend

  • 1. De verhuurvergunning opkoopbescherming kan worden verleend op basis van artikel 41,lid 5 Huisvestingswet;

    • a.

      als de beschermde woonruimte in opdracht van de gemeente is aangekocht3;

    • b.

      als de beschermde woonruimte door een gecertificeerde of door de gemeente of de rijksoverheid gecontracteerde zorgaanbieder is aangekocht om te worden verhuurd aan cliënten met een zorgindicatie;

    • c.

      als de woonruimte is aangekocht door een woningcorporatie op grond van een terugkoopplicht, om vervolgens te kunnen worden verhuurd;

    • d.

      als woningcorporaties woonruimte kopen voor tijdelijke verhuur in afwachting van herstructurering;

    • e.

      als de woonruimte in opdracht van de gemeente door een marktpartij of woningcorporatie wordt aangekocht4;

    • f.

      als de woonruimte wordt aangekocht voor de huisvesting van personeel van voor de gemeente belangrijke bedrijven;

    • g.

      als woonruimte wordt aangekocht voor de huisvesting van ouderen

  • 2. De verhuurvergunning opkoopbescherming kan in bijzondere gevallen worden verleend als het belang dat gediend wordt met het verhuren van de beschermde woonruimte naar het oordeel van burgemeester en wethouders zwaarder moet wegen dan het belang van het behouden van de beschermde woonruimte voor de kopersmarkt.

  • 3. In andere gevallen dan genoemd in artikelen 13 en 14 kan de vergunning worden geweigerd.

Artikel 15 Aanvraag verhuurvergunning opkoopbescherming

Een aanvraag om een verhuurvergunning opkoopbescherming wordt ingediend door gebruikmaking van het formulier dat te vinden is op de website van de gemeente. Daarop staat vermeld welke gegevens moeten worden verstrekt.

Artikel 16 Intrekken van de verhuurvergunning opkoopbescherming

Behalve op grond van artikel 44, eerste lid, van de wet (bibob-intrekking), kan een verhuurvergunning opkoopbescherming in elk geval ook worden ingetrokken:

  • a.

    als blijkt dat de vergunning is verstrekt op grond van onjuiste of onvolledige gegevens en zou zijn geweigerd als de juiste of de volledige gegevens bekend waren geweest.

Hoofdstuk 4 Toeristische verhuur van woningen

Artikel 17 Vormen van toeristische verhuur

  • 1. In dit hoofdstuk worden de volgende vormen van toeristische verhuur onderscheiden:

    • a.

      Toeristische verhuur: Toeristisch verhuren van een zelfstandige woonruimte voor een periode van hoogstens 14 nachten.

    • b.

      Toeristische kamerverhuur kort: Toeristisch verhuren van een deel van een woonruimte voor een periode van hoogstens 14 nachten waarbij de hoofdbewoner in het overige deel verblijft.

  • 2. In afwijking van artikel 2, is het bepaalde in dit hoofdstuk van toepassing op alle gebouwen in de gemeente Voorschoten die bestemd zijn voor wonen, met uitzondering van bedrijfswoningen, recreatiewoningen, woningruil en huisbewaring. Een bedrijfswoning is een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een bedrijfsterrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het bedrijfsgebouw of het bedrijfsterrein noodzakelijk is.

Artikel 18 Registratienummer

  • 1. Het is in de gemeente Voorschoten verboden woonruimte aan te bieden voor een vorm van toeristische verhuur van woonruimte die behoort tot de in het eerste lid van artikel 17 genoemde vormen van toeristische verhuur, zonder daarbij het registratienummer van de woonruimte te vermelden.

  • 2. Voor elk van de te verhuren woonruimten wordt een registratienummer aangevraagd door middel van de website toeristischeverhuur.nl.

Artikel 19 Maximering aantal nachten toeristische verhuur; meldplicht

  • 1. De in artikel 17 eerste lid bedoelde vormen van toeristische verhuur van woonruimte zijn:

    • a.

      Toeristische verhuur van de gehele woonruimte, maximaal 91 nachten per kalenderjaar in totaal.

    • b.

      Toeristisch verhuren van de woonruimte op waarbij de hoofdbewoner in het overige deel verblijft. De te verhuren oppervlakte beslaat maximaal 40% van het woonoppervlak. De verhuurder verhuurt aan maximaal 4 personen tegelijkertijd binnen de bebouwde kom en aan maximaal 8 personen tegelijkertijd bij verhuur buiten de bebouwde kom van Voorschoten.

  • 2. Waar in artikel 19 eerste lid a, een aantal nachten is genoemd, is het verboden de betrokken woonruimte voor meer dan het genoemde aantal nachten per kalenderjaar in gebruik te geven voor toeristische verhuur.

  • 3. Dan is het bovendien verboden deze woonruimte in gebruik te geven zonder dat de aanbieder dit tevoren aan burgemeester en wethouders heeft gemeld met gebruikmaking van het formulier dat te vinden is op de website toeristischeverhuur.nl. Een melding kan meer dan één nacht betreffen.

  • 4. Als burgemeester en wethouders iemand die een dienst verleent gericht op het publiceren van aanbiedingen voor toeristische verhuur van woonruimte, er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat een woonruimte al voor het toegestane aantal nachten in dat jaar in gebruik is gegeven voor toeristische verhuur, is het die dienstverlener voor de rest van het jaar verboden voor die woonruimte aanbiedingen voor toeristische verhuur te tonen.

Artikel 20 Jaarverbod toeristische verhuur

  • 1. Als een toezichthouder een overtreding van de artikelen 18, 19 of 21 constateert en aan de betrokken aanbieder binnen het tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de constatering tweemaal of vaker een bestuurlijke boete is opgelegd voor overtreding van een van die artikelen, kunnen burgemeester en wethouders de aanbieder een verbod opleggen tot het in gebruik geven van een woonruimte voor toeristische verhuur gedurende hoogstens een jaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in dat geval tevens een aanwijzing geven aan iemand die een dienst verleent gericht op het publiceren van aanbiedingen voor toeristische verhuur van woonruimte, om aanbiedingen voor toeristische verhuur van de betrokken aanbieder te blokkeren voor de periode waarvoor het verbod van het eerste lid geldt.

Artikel 21 Zorgplicht aanbieder

De aanbieder die een woonruimte toeristisch heeft verhuurd, zorgt ervoor dat door gedragingen in of vanuit de verhuurde woonruimte, het bijbehorende erf of de onmiddellijke nabijheid van de woonruimte geen ernstige of herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt door toedoen van de huurders of hun bezoekers.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 22 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening, naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 23 Handhaving

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bij of krachtens de Huisvestingsverordening Voorschoten 2023 bepaalde.

  • 2. Er kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van maximaal € 25.000 ter zake van overtreding van de verboden zoals bedoeld in de artikelen 3 en 8 van deze verordening en de artikelen 21 en 22 van de Huisvestingswet.

  • 3. Voor het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften zoals opgenomen in de verstrekte vergunning op basis van een vergunningaanvraag zoals bedoeld in de artikelen 4 en 9 van deze verordening zal het college van B&W de hoogte van de bestuurlijke boete vaststellen binnen het maximale bedrag zoals vastgesteld voor de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 24 Bestuurlijke boete

  • 1. Overtreding van de verboden, bedoeld in de artikelen 8, 21, 22 en 41, eerste lid, van de wet, handelen in strijd met een voorwaarde of voorschrift als bedoeld in artikel 24 van de wet alsmede handelen in strijd met artikelen 14 en 15 kan worden beboet met een bestuurlijke boete.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt hoogstens:

    • a.

      voor overtreding van de artikelen 8, tweede lid, 21 en 22, eerste lid van de wet of voor handelen in strijd met een voorwaarde of voorschrift als bedoeld in artikel 24 van de wet: € 20.500;

    • b.

      voor overtreding van artikel 41, eerste lid, van de wet: € 21.750;

    • c.

      voor overtreding van de artikelen 8, tweede lid en 21 van de wet, als binnen een tijdvak van vier jaar voorafgaand aan de constatering van de overtreding al een bestuurlijke boete is opgelegd voor overtreding van hetzelfde verbod: € 82.000.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 25 Overgangsrecht

  • 1. Een voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende vergunning als bedoeld in artikel 3 of 8 wordt geacht te zijn verleend ingevolge deze verordening.

  • 2. Aanvragen om verlening van een vergunning als bedoel in artikel 3 of 8, die vóór of op de dag van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend worden behandeld volgens het voordien geldende recht, indien dit voor de belanghebbende gunstiger is.

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Huisvestingsverordening Voorschoten 2023.

Artikel 27 Inwerkingtreding en verval

  • 1. De Huisvestingsverordening Voorschoten 2023 treedt in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 2. De Huisvestingsverordening Voorschoten 2023 komt te vervallen vier jaar na de dag waarop deze in werking is getreden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Voorschoten,

gehouden op donderdag 25 mei 2023

de griffier,

drs. B.J. Urban

de voorzitter,

drs. N. Stemerdink


Noot
1

Het Rijk indexeert jaarlijks de maximale koopprijsgrens als zijnde de betaalbaarheidsgrens.

Noot
2

Dit betreft de betaalbaarheidsgrens welk elk jaar door het Rijk geïndexeerd wordt.

Noot
3

Denk hierbij aan aankopen, waarbij de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) van toepassing is, die eigenaren kan verplichten om een perceel waarop een voorkeursrecht is gevestigd, bij verkoop eerst aan de overheid (de gemeente, provincie of het Rijk) aan te bieden. (Handreiking VNG Opkoopbescherming, pag. 13)

Noot
4

Denk hierbij aan de situatie waarin een stadsvernieuwingsproject onder gemeentelijke regie geheel of gedeeltelijk door een private partij wordt uitgevoerd. Deze partij koopt dan woningen op, waarbij het de bedoeling kan zijn dat (een deel) huurwoningen zullen blijven of worden. (Handreiking VNG Opkoopbescherming, pag. 13)