Subsidieregeling Buddyschap vanuit gelijkwaardigheid en empowerment 2024 tot en met 2026

Geldend van 26-06-2023 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Buddyschap vanuit gelijkwaardigheid en empowerment 2024 tot en met 2026

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

gelet op artikel 2, eerste lid, onder h en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

BESLUITEN

vast te stellen de Subsidieregeling Buddyschap vanuit gelijkwaardigheid en empowerment 2024 tot en met 2026

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    buddy: persoon die deelneemt aan het traject met daarin onderscheid tussen kansbiedend, iemand vanuit een stabiele en zelfredzame situatie, en kanszoekend, iemand die door omstandigheden ondersteuning kan gebruiken bij het vinden van stabiliteit en zelfredzaamheid.

  • b.

    cultuursensitief werken: een werkwijze waarbij rekening wordt gehouden met de etnische, culturele en sociale context van de doelgroep en/of betrokkenen;

  • c.

    doelgroep: volwassenen met een laag inkomen (= maximaal 130% sociaal minimum) of waar armoede is ontstaan door andere factoren.

  • d.

    inclusie: inwoners in staat stellen mee te doen op alle onderdelen van het leven, ongeacht hun achtergrond, kenmerken, voorkeuren en vaardigheden. Zie ook het Routeplan inclusieve samenleving, te downloaden op www.roosendaal.nl/belangrijke-documenten-subsidies;

  • e.

    jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een organisatie voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • f.

    penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen organisatie of persoon, die optreedt als aanvrager en na verlening als ontvanger en verantwoorder van de subsidie;

  • g.

    samenwerkingsverband: een verband zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, blijkend uit een daartoe vastgestelde overeenkomst;

  • h.

    VOG: Verklaring Omtrent het Gedrag.

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Doelstelling van de regeling is dat inwoners veerkrachtig en betrokken zijn, wat omvat dat inwoners goed kunnen rondkomen, zelfredzaam zijn, zich onderdeel voelen van een netwerk en zich inzetten voor hun omgeving.

Hierbij is het hoofddoel: nastreven dat een inwoner in armoede opnieuw gelooft in zijn of haar eigen mogelijkheden en invloed op de omgeving en vanuit dat geloof stappen zet om zijn of haar leven duurzaam te veranderen (empowerment).

Onderliggende subdoelen zijn: nastreven dat volwassenen participeren in de samenleving, regie ervaren op het eigen leven en zich voldoende weerbaar voelen.

Artikel 3 Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen

Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen, moeten aantoonbaar bijdragen aan de doelstelling van deze regeling en de subdoelen.

Activiteiten die hieraan bijdragen:

  • 1.

    Het opzetten en uitvoeren van een buddytraject, waartoe behoort het werven van kanszoekende en kansbiedende buddy's en het ondersteunen van deelnemers gedurende het buddytraject.

  • Aantoonbare/meetbare bijdrage aan doelstelling: een buddytraject draagt bij aan de zelfredzaamheid en het geloof in eigen kracht en mogelijkheden.

  • 2.

    Het opleiden van kansbiedende buddy's tot Meester in Empowerment.

  • Aantoonbare/meetbare bijdrage aan doelstelling: aanbieder leidt kansbiedende buddy's op tot Meester in Empowerment, zodat zij kanszoekende buddy's kunnen ondersteunen binnen een situatie van gelijkwaardigheid, het versterken van eigenwaarde en het versterken van het eigen netwerk.

  • 3.

    Het vormen van buddykoppels, waarbij kansbiedende buddy’s worden gekoppeld aan kanszoekende buddy’s om een situatie te creëren van gelijkwaardigheid, het versterken van eigenwaarde en het versterken van het sociale netwerk (empowerment).

  • Aantoonbare/meetbare bijdrage aan doelstelling: het koppelen van kanszoekende aan kansbiedende buddy's draagt bij aan het creëren van gelijkwaardigheid, het versterken van eigenwaarde en het versterken van het sociale netwerk.

Artikel 4 Voorwaarden aan de aanvrager

Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen voldoen aan de volgende vereisten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

    • a.

      een non-profit organisatie; of

    • b.

      een samenwerkingsverband.

  • Indien sprake is van een samenwerkingsverband dient de penvoerder de aanvraag in.

  • 2.

    Aanvrager is in staat vanaf de start van het subsidiejaar alle onder artikel 3 genoemde activiteiten uit te voeren.

  • 3.

    Aanvrager is in staat inzicht te geven in de meetbare effecten van de uitgevoerde activiteiten.

  • 4.

    Aanvrager zorgt ervoor in bezit te zijn van VOG-verklaringen van het personeel en/of vrijwilligers voor de uitvoering van de activiteiten.

  • 5.

    Aanvrager is in staat inzicht te geven in de mate waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal.

  • 6.

    Aanvrager draagt aantoonbaar bij aan de inclusieve samenleving:

    • aanvrager stimuleert dat diverse (culturele-) achtergronden, handicap, persoonlijke kenmerken, eigenschappen, (seksuele en/of gender-) identiteiten geen belemmering vormen voor deelname aan activiteiten;

    • aanvrager draagt duurzaam en actief bij aan het vergroten van bewustwording rondom emancipatiethema's bij betaalde en onbetaalde medewerkers door kennis te delen, bespreekbaarheid te vergroten en streeft daarmee naar meer insluiting en acceptatie van inwoners;

    • aanvrager draagt zorg voor uitstekende vindbaarheid van zowel de vraag naar als het aanbod van activiteiten door in ieder geval informatie op B1 niveau aan te bieden;

    • aanvrager draagt zorg voor uitstekende (fysieke, telefonische en digitale-) bereikbaarheid.

Artikel 5 Voorwaarden aan de aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan waarin in ieder geval een omschrijving en/of beschrijving van het volgende is vermeld:

    • a.

      de wijze waarop is voldaan aan de voorwaarden van artikel 3 en 4;

    • b.

      de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling;

    • c.

      de wijze waarop de aanvrager de doelgroep wil bereiken;

    • d.

      de wijze waarop de effecten van de activiteiten/diensten gemeten en gerapporteerd worden;

    • e.

      de onderlinge samenhang tussen de activiteiten indien sprake is van een samenwerkingsverband;

    • f.

      de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal;

    • g.

      de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal.

  • 2.

    De aanvraag gaat vergezeld van een sluitende begroting conform verplicht format.

  • 3.

    Bij subsidieaanvragen van meer dan € 100.000,- dient een jaarverslag over het jaar voorafgaand aan de aanvraag te worden ingediend, bestaande uit een inhoudelijk verslag en een jaarrekening. Indien van toepassing dient bij het jaarverslag een accountantsverklaring te worden gevoegd.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidiebedrag is gebaseerd op de noodzakelijke en werkelijke kosten. Subsidiabele kosten zijn:

    • a.

      kosten voor personeel;

    • b.

      kosten voor deskundigheidsbevordering/opleiding vrijwilligers/personeel;

    • c.

      kosten begeleiding/coördinatie vrijwilligers;

    • d.

      kosten voor bedrijfsvoering, zoals software-, licentie-, accountants en communicatiekosten.

Artikel 7 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager

De aan te vragen subsidie bedraagt maximaal € 450.000,- voor in totaal 3 jaar.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt:

    • a.

      voor het jaar 2024 € 150.000,-

    • b.

      voor het jaar 2025 € 150.000,-

    • c.

      voor het jaar 2026 € 150.000,-

  • 2. Het subsidieplafond kan worden verhoogd met een indexering.

  • 3. Het subsidieplafond wordt vastgesteld onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad. Dit kan de consequentie hebben dat, wanneer geen of onvoldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld, het subsidieplafond wordt verlaagd. Het verlaagde subsidieplafond geldt dan ook voor reeds ingediende aanvragen. Indien er door de verlaging van het subsidieplafond geen of onvoldoende financiële middelen zijn om de volledige uitvoering van de activiteit conform onderhavige regeling te subsidiëren, kan de consequentie zijn dat er geen subsidie voor de activiteit wordt verstrekt. Reeds ingediende aanvragen worden buiten behandeling gesteld en de subsidieregeling wordt ingetrokken.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

  • 1. Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 4 en 5 worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria.

    • a.

      Kwaliteit van de dienstverlening:

      • de mate van kennis en kunde van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

      • de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemonitord en gerapporteerd;

      • de mate waarin de dienstverlening laagdrempelig en toegankelijk is georganiseerd.

    • b.

      Aansluiten bij beoogde doelstellingen:

      • de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling, hoofd- en subdoelen zoals genoemd in artikel 2;

      • de mate waarin de doelgroep bereikt wordt.

    • c.

      Samenwerking met (maatschappelijke) partners:

      • de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal en hoe deze samenwerking bijdraagt aan de te behalen resultaten.

  • 2. Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

  • 3. De subsidieaanvragen worden na een onderlinge vergelijking gerangschikt, waarna subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager die als eerste in de rangschikking is geplaatst.

  • 4. Indien geen of onvoldoende financiële middelen in de begroting worden vastgesteld, geldt het bepaalde in artikel 8 lid 3 van deze subsidieregeling en kunnen reeds ingediende aanvragen buiten behandeling worden gesteld.

Artikel 10 Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

  • 1.

    Het college stelt instructies vast voor de samenstelling en werkwijze van een onafhankelijke adviescommissie.

  • 2.

    Het college stelt een onafhankelijk adviescommissie in, bestaande uit drie personen.

  • 3.

    De commissie beoordeelt alle aanvragen die tijdig en volledig zijn en voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 4 en 5 op grond van de in artikel 9, eerste lid, vermelde criteria.

  • 4.

    Ieder commissielid vult individueel per aanvraag een beoordelingsformulier in.

  • 5.

    De ingevulde beoordelingsformulieren worden in een commissievergadering besproken.

  • 6.

    De commissie stelt tijdens de vergadering in gezamenlijk overleg de totaalscores per aanvraag vast en rangschikt vervolgens de aanvragen op grond van artikel 9, derde lid.

  • 7.

    De commissie brengt advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

  • 8.

    Het college besluit tot afwijzing en verlening van de aangevraagde subsidies.

  • 9.

    De subsidie wordt verleend voor de periode van drie jaar.

  • 10.

    Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

Artikel 11 Samenloop van subsidies

De aanvraag voor subsidie wordt afgewezen indien voor de activiteiten, als bedoeld in artikel 3, op grond van andere subsidieregels subsidie is of wordt verstrekt.

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht:

    • a.

      de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens;

    • b.

      zorg te dragen voor de lokale zichtbaarheid, bekendheid en bereikbaarheid van de organisatie of het samenwerkingsverband en het activiteitenaanbod;

    • c.

      flexibel in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Roosendaal;

    • d.

      de activiteiten kosteloos aan te bieden aan de doelgroep, met uitzondering van kosten voor consumpties.

  • 2. Indien sprake is van een samenwerkingsverband is de penvoerder verantwoordelijk voor het afleggen van rekening en verantwoording.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 20 juni 2023,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage: Beoordelingsformulier subsidieregeling Buddyschap vanuit gelijkwaardigheid en empowerment 2024 tot en met 2026

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling