Subsidieregeling Cultuureducatie en -participatie 2024 tot en met 2027

Geldend van 25-12-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Subsidieregeling Cultuureducatie en -participatie 2024 tot en met 2027

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

gelet op artikel 2, eerste lid, onder f, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

BESLUITEN

vast te stellen de Subsidieregeling Cultuureducatie en -participatie 2024 tot en met 2027

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    combinatiefunctionaris cultuur/ combinatiefuncties cultuur: cultuurprofessional met als specifieke opdracht het stimuleren en organiseren van een cultuuraanbod in de buurt en het maken van een verbinding tussen cultuuraanbieders en andere sectoren zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang en onderwijs;

  • b.

    cultuur: kunst en/ of uitlatingsvormen van het geheel van normen, waarden, tradities, regels, etc.;

  • c.

    cultuureducatie: het doelbewust leren over en door middel van kunst, erfgoed en media via gerichte instructie zowel binnen- als buitenschools en in de vrije tijd voor kinderen en jongeren van 0 tot en met 27 jaar;

  • d.

    cultuurparticipatie: het actief meedoen aan kunst- en cultuuractiviteiten en het creëren van kunst en cultuur;

  • e.

    cultuursensitief werken: een werkwijze waarbij rekening wordt gehouden met de etnische, culturele en sociale context van de doelgroep en/of betrokkenen;

  • f.

    inclusie: inwoners in staat stellen mee te doen op alle onderdelen van het leven, ongeacht hun achtergrond, kenmerken, voorkeuren en vaardigheden. Zie ook het Routeplan inclusieve samenleving, te downloaden op www.roosendaal.nl/belangrijke-documenten-subsidies;

  • g.

    jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een organisatie voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;

  • h.

    kunst: bewuste creatie van iets met behulp van vaardigheid en verbeelding;

  • i.

    penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen organisatie of persoon, die optreedt als aanvrager en na verlening als ontvanger en verantwoorder van de subsidie;

  • j.

    samenwerkingsverband: een verband zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, blijkend uit een daartoe vastgestelde overeenkomst;

  • k.

    VOG: Verklaring Omtrent het Gedrag;

  • l.

    zelfredzaamheid: het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk ondersteuning en zorg.

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

Hoofddoel van de regeling is dat cultuur jongeren en volwassenen de kans biedt hun talenten te ontdekken en dit bijdraagt aan het ontwikkelen van belangrijke vaardigheden als probleemoplossend denken en creatief handelen.

Dit leer je op school en in je vrije tijd. Het is daarnaast belangrijk dat onze inwoners optimaal de kans krijgen hun talenten te ontwikkelen door met kunst en cultuur aan de slag te gaan. Participatie aan cultuur draagt bij aan saamhorigheid en onderlinge betrokkenheid. In Roosendaal zijn er dan ook voor iedereen voldoende mogelijkheden voor cultuureducatie en –beoefening aansluitend op het verhaal van Roosendaal.

Hierbij zijn de subdoelen:

  • 1.

    Het bevorderen en vergroten van actieve cultuureducatie in de gemeente Roosendaal, zodat kinderen en jongeren gezond opgroeien en voldoende toegerust zijn voor een volwassen leven;

  • 2.

    Het bevorderen en vergroten van cultuurparticipatie in de gemeente Roosendaal, zodat inwoners zich onderdeel voelen van een netwerk en elkaar ondersteunen als dat nodig is;

  • 3.

    Door actieve cultuureducatie en -participatie of het beoefenen van cultuur de zelfredzaamheid van inwoners bevorderen.

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Activiteiten die voor een jaarlijkse subsidie in aanmerking komen, moeten aantoonbaar bijdragen aan de doelstelling van deze regeling en de subdoelen, zoals beschreven in artikel 2 van deze regeling.

Activiteiten die hieraan bijdragen:

  • 1.

    Cultuuractiviteiten met als doel kennis te maken met en structurele participatie van verschillende vormen van cultuurbeoefening gedurende de schoolloopbaan van kinderen en jongeren;

  • Aantoonbare/ meetbare bijdrage aan de doelstelling:

    • a.

      aantal activiteiten en bereikte scholen, klassen en leerlingen naar vormen van cultuur per jaar en verloop over de jaren inzichtelijk per wijk;

    • b.

      aantal activiteiten en bereikte kinderen buiten schooltijd naar vormen van cultuur per jaar en verloop over de jaren inzichtelijk per wijk;

    • c.

      inzicht in interesse, vrije participatie of lidmaatschap van cultuur voor en na uitgevoerde activiteiten per jaar inzichtelijk per wijk.

  • 2.

    Uitvoering te geven aan de landelijke Brede Regeling Combinatiefuncties door samen met scholen activiteiten te ontwikkelen, gericht op het bevorderen en vergroten van actieve cultuureducatie. Het streefniveau van het aantal scholen waarop de activiteiten worden uitgevoerd ligt op het niveau van het jaar 2023. De activiteiten worden in ieder geval uitgevoerd op het primair en voortgezet onderwijs tijdens en buiten schooltijd;

  • Aantoonbare/ meetbare bijdrage aan de doelstelling:

    • a.

      aantal activiteiten en bereikte scholen, klassen en leerlingen naar vormen van cultuur per jaar en verloop over de jaren inzichtelijk per wijk;

    • b.

      aantal activiteiten en bereikte kinderen buiten schooltijd naar vormen van cultuur per jaar en verloop over de jaren inzichtelijk per wijk;

    • c.

      inzicht in interesse, vrije participatie of lidmaatschap van cultuur voor en na uitgevoerde activiteiten per jaar inzichtelijk per wijk.

  • 3.

    Uitvoering te geven aan de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit door samen met scholen activiteiten te ontwikkelen, gericht op het bevorderen en vergroten van actieve cultuureducatie. Het streefniveau van het aantal scholen waarop de activiteiten worden uitgevoerd ligt op het niveau van het jaar 2023. De activiteiten worden in ieder geval uitgevoerd op het primair en voortgezet onderwijs tijdens en buiten schooltijd;

  • Aantoonbare/ meetbare bijdrage aan de doelstelling:

    • a.

      aantal activiteiten en bereikte scholen, klassen en leerlingen naar vormen van cultuur per jaar en verloop over de jaren inzichtelijk per wijk;

    • b.

      aantal activiteiten en bereikte kinderen buiten schooltijd naar vormen van cultuur per jaar en verloop over de jaren inzichtelijk per wijk;

    • c.

      inzicht in interesse, vrije participatie of lidmaatschap van cultuur voor en na uitgevoerde activiteiten per jaar inzichtelijk per wijk.

  • 4.

    Activiteiten gericht op het bevorderen en vergroten van structurele cultuurparticipatie voor volwassenen die een drempel ervaren voor deelname aan cultuur.

  • Aantoonbare/ meetbare bijdrage aan de doelstelling:

    • a.

      aantal activiteiten en bereikte volwassenen naar vormen van cultuur per jaar en verloop over de jaren inzichtelijk per wijk;

    • b.

      inzicht in interesse, vrije participatie of lidmaatschap van cultuur voor en na uitgevoerde activiteiten per jaar inzichtelijk per wijk.

Artikel 4 Voorwaarden aan de aanvrager

Organisaties die voor subsidie in aanmerking komen voldoen aan de volgende vereisten:

  • 1.

    subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een organisatie of samenwerkingsverband met aantoonbare ervaring op het gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie. Indien sprake is van een samenwerkingsverband dient de penvoerder de aanvraag in;

  • 2.

    aanvrager is in staat vanaf de start van het subsidiejaar alle onder artikel 3 genoemde activiteiten uit te voeren;

  • 3.

    aanvrager is in staat inzicht te geven in de meetbare effecten van de uitgevoerde activiteiten;

  • 4.

    aanvrager zet gekwalificeerde (gast)docenten, vrijwilligers en/of begeleiders in, met kennis en kunde ten aanzien van de activiteiten en culturele sensitiviteit ten aanzien van de doelgroep om (groepen) inwoners beter te bereiken;

  • 5.

    aanvrager zorgt ervoor dat (gast)docenten, vrijwilligers en/of begeleiders als wettelijk nodig is in bezit zijn van VOG-verklaringen voor de uitvoering van de activiteiten indien van toepassing.

  • 6.

    Aanvrager draagt aantoonbaar bij aan de inclusieve samenleving:

    • aanvrager stimuleert dat diverse (culturele-) achtergronden, handicap, persoonlijke kenmerken, eigenschappen, (seksuele en/of gender-) identiteiten geen belemmering vormen voor deelname aan activiteiten;

    • aanvrager draagt duurzaam en actief bij aan het vergroten van bewustwording rondom emancipatiethema's bij betaalde en onbetaalde medewerkers door kennis te delen, bespreekbaarheid te vergroten en streeft daarmee naar meer insluiting en acceptatie van inwoners;

    • aanvrager draagt zorg voor uitstekende vindbaarheid van zowel de vraag naar als het aanbod van activiteiten door in ieder geval informatie op B1 niveau aan te bieden;

    • aanvrager draagt zorg voor uitstekende (fysieke, telefonische en digitale-) bereikbaarheid.

Artikel 5 Voorwaarden aan de aanvraag

De subsidieaanvraag voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan waarin in ieder geval een omschrijving en/of beschrijving van het volgende is vermeld:

    • a.

      de wijze waarop is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2, 3 en 4;

    • b.

      de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling;

    • c.

      een omschrijving van de kennis en kunde van de organisatie of het samenwerkingsverband ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

    • d.

      de wijze waarop de aanvrager de doelgroep wil bereiken;

    • e.

      de wijze waarop de effecten van de activiteiten/diensten worden gemeten en gerapporteerd, passend bij de opgenomen effectindicatoren van artikel 3;

    • f.

      de onderlinge samenhang tussen de activiteiten, indien sprake is van een samenwerkingsverband;

    • g.

      de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen en buiten de gemeente Roosendaal;

    • h.

      de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet, waarbij aandacht wordt besteed aan kosteneffectiviteit;

    • i.

      de mate waarin het aanbod aansluit bij en/of wordt aangepast op relevante maatschappelijke ontwikkelingen;

    • j.

      de wijze waarop wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving rondom de landelijke Brede Regeling Combinatiefuncties en Cultuureducatie met Kwaliteit.

  • 2.

    De aanvraag gaat vergezeld van een sluitende begroting conform verplicht format;

  • 3.

    Bij subsidieaanvragen van meer dan € 100.000,- dient een jaarverslag over het jaar voorafgaand aan de aanvraag te worden ingediend, bestaande uit een inhoudelijk verslag en een jaarrekening. Indien beschikbaar dient bij het jaarverslag een accountantsverklaring te worden bijgesloten.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidiebedrag is gebaseerd op de noodzakelijke en werkelijke kosten. Subsidiabele kosten zijn:

    • a.

      kosten voor de organisatie en uitvoering van de activiteiten, waaronder de inzet van (gast)docenten;

    • b.

      organisatiekosten, waaronder accountantskosten.

  • 2. Niet-subsidiabele kosten zijn in ieder geval:

    • a.

      de kosten voor consumpties;

    • b.

      deskundigheidsbevordering of opleiding van (gast)docenten, vrijwilligers en/ of begeleiders om hun bevoegdheid als docent te behalen of uit te breiden;

    • c.

      activiteiten die niet rechtstreeks betrekking hebben op het programma voor cultuureducatie en/of cultuurparticipatie;

    • d.

      de kosten voor activiteiten gericht op de inzet van de combinatiefunctionaris cultuur (art. 3.2) waarbij geen sprake is van 60% cofinanciering in het kader van de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties.

Artikel 8 Subsidieplafond

Deze regeling voor het tijdvak 2024 tot en met 2027 kent de volgende subsidieplafonds:

  • 1.

    Cultuureducatie activiteiten inclusief de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit voor de jaren 2024 tot en met 2027:

    • a.

      voor het jaar 2024: € 391.088,36

    • b.

      voor het jaar 2025: € 391.088,36

    • c.

      voor het jaar 2026: € 391.088,36

    • d.

      voor het jaar 2027: € 391.088,36

  • 2.

    Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK):

    • a.

      voor het jaar 2024: € 121.711,00

    • b.

      voor het jaar 2025: € 130.954,40*

    • c.

      voor het jaar 2026: € 130.954,40*

    • d.

      voor het jaar 2027: € 130.954,40*

  • * NB. De huidige regeling Cultuureducatie met Kwaliteit heeft een looptijd van 2021 tot en met 2024. Indien voortzetting van de huidige regeling door het Rijk wordt bevestigd en/of de regeling wordt bijgesteld, wordt de subsidie voor Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK) voor de jaren 2025 tot en met 2027 aangepast met de geldende bedragen .

    Als subsidie voor de regeling Cultuureducatie met kwaliteit wordt beëindigd of niet wordt toegekend , bedraagt de subsidie en het subsidieplafond voor Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK) voor de jaren vanaf 2025 € 0,00.

  • 3.

    Cultuurparticipatie activiteiten voor de jaren 2024 tot en met 2027:

    • a.

      voor het jaar 2024: € 118.579,34

    • b.

      voor het jaar 2025: € 118.579,34

    • c.

      voor het jaar 2026: € 118.579,34

    • d.

      voor het jaar 2027: € 118.579,34

  • 4.

    Landelijke Brede Regeling Combinatiefuncties cultuur voor de jaren 2024 tot en met 2027:

    • a.

      voor het jaar 2024: € 100.000*

    • b.

      voor het jaar 2025: € 100.000*

    • c.

      voor het jaar 2026: € 100.000*

    • d.

      voor het jaar 2027: € 100.000*

  • *NB. Dit bedrag is specifiek voor het onderdeel combinatiefuncties cultuur. Hiervoor gelden

  • de voorwaarden uit de Rijksregeling Brede Impuls combinatiefuncties.

    • -

      Dit betekent dat 40% van de kosten voor de inzet van de combinatiefuncties cultuur door de gemeente wordt gesubsidieerd. Dit is een bedrag van maximaal € 30.000 per jaar.

    • -

      De overige 60% dient gefinancierd te worden door bijvoorbeeld scholen. Dit is een bedrag van € 45.000 per jaar.

    • -

      De vaststelling van deze subsidie gebeurt op basis van daadwerkelijk afgesloten overeenkomsten met scholen per jaar.

    • -

      Een bedrag van € 25.000 per jaar is specifiek voor coördinatiekosten.

    • -

      In verband met de nieuwe Bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties kunnen de genoemde subsidiebedragen later bijgesteld worden.

  • 5.

    Voor meerjarig beschikte subsidies wordt indexering toegepast, met uitzondering van de subsidie specifiek voor de onderdelen Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK) (artikel 8.2) en combinatiefuncties cultuur (artikel 8.4).

  • 6.

    De subsidieplafonds worden vastgesteld onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door de gemeenteraad. Dit kan de consequentie hebben dat, wanneer geen of onvoldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld, het subsidieplafond wordt verlaagd. Het verlaagde subsidieplafond geldt dan ook voor reeds ingediende aanvragen. Indien er door de verlaging van het subsidieplafond geen of onvoldoende financiële middelen zijn om de volledige uitvoering van de activiteit conform onderhavige regeling te subsidiëren, kan de consequentie zijn dat er geen subsidie voor de activiteit wordt verstrekt. Reeds ingediende aanvragen worden buiten behandeling gesteld en de subsidieregeling wordt ingetrokken.

  • 7.

    Indien de Brede Regeling Combinatiefuncties cultuur en/of de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit wordt gewijzigd of beëindigd, worden de subsidiebedragen hierop aangepast.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

  • 1. Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 4 en 5 worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      Kwaliteit van de dienstverlening

      • de mate van kennis en kunde van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

      • de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten genoemd in artikel 3;

      • de mate van diversiteit van het activiteitenaanbod;

      • de mate waarin de organisatie bekend is met de situatie van de gemeente Roosendaal.

    • b.

      Aansluiten bij beoogde doelstellingen

      • de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling genoemd in artikel 2;

      • de wijze waarin de doelgroep bereikt wordt.

    • c.

      Inzet van personeel en vrijwilligers

      • de mate waarin gebruik wordt gemaakt van de inzet van vrijwilligers;

      • de inzet van gekwalificeerde (gast)docenten, vrijwilligers en/ of begeleiders die bekend is met de situatie van de gemeente Roosendaal.

    • d.

      Samenwerking met andere organisaties

      • de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen en buiten de gemeente Roosendaal en hoe deze samenwerking bijdraagt aan de te behalen resultaten.

    • e.

      Effectiviteit en efficiëntie

      • de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet om bij te dragen aan de te behalen resultaten.

    • f.

      Vernieuwing

      • de mate waarin er aandacht is voor maatschappelijke ontwikkelingen en hierop in gespeeld wordt;

      • de mate waarin de activiteiten aanvullend op het bestaande aanbod zijn.

  • 2. Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

  • 3. De subsidieaanvragen worden na een onderlinge vergelijking gerangschikt, waarna subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager die als eerste in de rangschikking is geplaatst.

  • 4. Indien geen of onvoldoende financiële middelen in de begroting worden vastgesteld, geldt het bepaalde in artikel 8 lid 5 van deze subsidieregeling en kunnen reeds ingediende aanvragen buiten behandeling worden gesteld.

Artikel 10 Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

  • 1.

    Het college stelt instructies vast voor de samenstelling en werkwijze van een onafhankelijke adviescommissie.

  • 2.

    Het college stelt een onafhankelijk adviescommissie in, bestaande uit drie personen.

  • 3.

    De commissie beoordeelt alle aanvragen die tijdig en volledig zijn en voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 4 en 5 op grond van de in artikel 9, eerste lid, vermelde criteria.

  • 4.

    Ieder commissielid vult individueel per aanvrager een beoordelingsformulier in.

  • 5.

    De ingevulde beoordelingsformulieren worden in een commissievergadering besproken.

  • 6.

    De commissie stelt tijdens de vergadering in gezamenlijk overleg de totaalscores per aanvraag vast en rangschikt vervolgens de aanvragen op grond van artikel 9, derde lid.

  • 7.

    De commissie brengt advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

  • 8.

    Het college besluit tot afwijzing en verlening van de aangevraagde subsidies.

  • 9.

    De subsidie wordt verleend voor de periode van vier jaar.

  • 10.

    Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

Artikel 11 Samenloop van subsidies

De aanvraag voor subsidie wordt afgewezen indien voor de activiteiten, als bedoeld in artikel 3, op grond van andere nadere regels subsidie is of wordt aangevraagd.

Artikel 12 Verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens;

  • b.

    zorg te dragen voor de lokale zichtbaarheid, bekendheid en bereikbaarheid van de organisatie of het samenwerkingsverband en het activiteitenaanbod;

  • c.

    flexibel in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Roosendaal;

  • d.

    de activiteiten kosteloos aan te bieden aan de doelgroep en hiervoor eventueel gebruik te maken van andere organisaties en/ of fondsen;

  • e.

    de Regeling Cultuureducatie met kwaliteit uit te voeren onder de provinciale voorwaarden en de jaarlijkse rapportages aan de provincie te verzorgen;

  • f.

    jaarlijks activiteiten te monitoren, conform de effectindicatoren opgenomen in de aanvraag en de resultaten hiervan te overleggen;

  • g.

    de Brede regeling combinatiefuncties uit te voeren volgens de geldende landelijke voorwaarden en dit jaarlijks inzichtelijk te rapporteren in de jaarrekening;

  • h.

    indien sprake is van een samenwerkingsverband is de penvoerder verantwoordelijk voor het afleggen van rekening en verantwoording;

  • i.

    uitsluitend (gast)docenten, vrijwilligers en/ of begeleiders in te zetten voor het uitvoeren van de activiteiten die indien nodig diploma’s en certificaten hebben;

  • j.

    uitsluitend (gast)docenten, vrijwilligers en/ of begeleiders in te zetten voor het uitvoeren van de activiteiten die indien nodig aantoonbaar in het bezit zijn van een VOG;

  • k.

    een plan van aanpak te maken in samenwerking met scholen of andere partijen waar de combinatiefuncties cultuur worden ingezet, overeenkomstig artikel 3, tweede lid.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 20 juni 2023,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage: Individueel beoordelingsformulier tender Susidieregeling cultuureducatie en -participatie 2024 tot en met 2027

Beoordeling en afweging van subsidieaanvragen door de adviescommissie vindt per commissielid plaats via onderstaand toetsingsformulier.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling