Gemeente Rhenen – Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023

Geldend van 22-06-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Gemeente Rhenen – Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen,

overwegende nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Rhenen;

gelet op de artikelen 4 eerste lid, 5 derde lid, 11, 12 tweede lid, 14 eerste, tweede en derde lid, 17 eerste, tweede en vierde lid, 18 eerste, tweede en derde lid, 19 eerste en tweede lid, 22 derde en zevende lid, 24 tweede lid, 26 tweede lid, 28 vijfde lid en 30 vijfde lid van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023;

besluit vast te stellen de volgende:

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023.

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    Voor werkzaamheden aan graven zijn de begraafplaatsen geopend op werkdagen van 8.00 uur tot 16.00 uur.

  • 3.

    Voor werkzaamheden op de begraafplaats kan de beheerder de begraafplaats of een deel van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 3. Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Tijdens uitvaartplechtigheden mogen op de begraafplaats geen werkzaamheden plaatsvinden.

  • 3.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste en tweede lid bedoelde aanwijzing en verbod houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 4.

    Het is verboden om met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden, behalve na toestemming van de beheerder. Motorvoertuigen waarvoor toestemming is verleend mogen niet harder dan 5 km per uur.

  • 5.

    Het is niet toegestaan om op de begraafplaats te fietsen en te skeeleren, tenzij anders bepaald.

  • 6.

    De beheerder is bevoegd om bezoekers met een beperking toestemming te verlenen voor het bezoeken van de begraafplaats met een aangepast voertuig.

  • 7.

    Hondenbezitters kunnen uitsluitend met een aangelijnde hond de begraafplaats bezoeken en dienen uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen.

  • 8.

    As verstrooiing op de begraafplaats is alleen mogelijk in overleg met en na toestemming van de beheerder.

  • 9.

    Het verontreinigen van de begraafplaats en het plaatsen van gebruiksvoorwerpen buiten de grafafmetingen, zoals afval, vazen, potten, gieters, gereedschap en bankjes, is niet toegestaan.

  • 10.

    Lopen op graven is niet toegestaan in verband met respect voor doden en nabestaanden, het voorkomen van schade aan de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf, tenzij de bereikbaarheid voor uitvoering van werkzaamheden belemmerd wordt.

Artikel 4. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden voor begraven en het bezorgen van as is op maandag tot en met vrijdag van 10.00 tot 15.00 uur en op zaterdag van 10:00 tot 13.00 uur;

  • 2.

    De beheerder kan in bijzondere gevallen van de genoemde tijden in het eerste en tweede lid van dit artikel afwijken. In die gevallen wordt een extra toeslag in rekening gebracht.

Artikel 5. Gemeentelijke voorzieningen

  • 1.

    De tijden voor het verhuur van de aula zijn van maandag tot en met zaterdag van 09:00 uur 21.00 uur;

  • 2.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula en de muziekinstallatie moet uiterlijk 48 uur voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 3.

    De uitvaartverzorger moet zelf de catering verzorgen en de geluidsinstallatie bij het graf.

Artikel 6. Aantal overledenen in graven en asbussen in as voorzieningen

  • 1.

    In een nieuw uit te geven particulier graf op de begraafplaatsen genoemd in artikel 1 mag/mogen:

    • a.

      ten hoogste twee overledenen boven elkaar worden begraven.

    • b.

      ten hoogste vier asbussen met of zonder urnen worden bijgezet.

  • 2.

    In een nieuw uit te geven algemeen graf mag/mogen ten hoogste twee overledenen boven elkaar worden begraven. Bijzetting van asbussen is niet toegestaan. De beheerder van de begraafplaats bepaalt wie wordt begraven.

  • 3.

    In een urnengraf en urnennis mag/mogen ten hoogste twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 4.

    Asbussen met of zonder urn mogen niet op de grafbedekking worden geplaatst.

  • 5.

    Het is niet toegestaan om een asbus in een kist mee te begraven.

Artikel 7. Afmetingen van de graven en urnennissen

De maximale afmetingen voor een graf zijn:

  • a.

    de standaard afmeting van een graf bedraagt 220 x 80 cm (l x b);

  • b.

    de afmeting van een particulier kindergraf voor kinderen van 0 tot 12 bedraagt 150 x 65 cm (l x b);

  • c.

    de afmetingen van een urnengraf bedraagt 80 x 60 (l x b);

  • d.

    de afmeting van een algemene nis in een urnenmuur of columbarium varieert en is afhankelijk van het type voorziening.

Artikel 8. Termijnen particuliere en algemene graven, urnennissen en gedenkplaatsen

  • 1.

    Particuliere graven en urnengraven worden uitgegeven voor een termijn van 20 of 30 jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van 10 of 20 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Bij verlenging wordt de dan geldende Beheerverordening van kracht.

  • 3.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 4.

    Het gebruik van urnennissen wordt verleend voor een termijn van 10, 20 of 30 jaar.

  • 5.

    De gebruiker van een urnennis kan na afloop van de gebruikstermijn verzoeken voor een nieuwe gebruikstermijn van 10 jaar. De beheerder beoordeelt of een nieuwe gebruikstermijn in dezelfde urnennis mogelijk is.

  • 6.

    Het recht om een gedenkblaadje in de gedenkboom op de begraafplaats te plaatsen wordt verleend voor een termijn van 50 jaar.

  • 7.

    De eigenaar van een gedenkblaadje kan na afloop van de plaatsingstermijn verzoeken voor een nieuwe plaatsingstermijn van 50 jaar. De beheerder beoordeelt of een nieuwe plaatsingstermijn in de gedenkboom mogelijk is.

  • 8.

    Het is mogelijk om voor de verschuldigde kosten een betalingsregeling te treffen.

Artikel 9. Keldergraven

  • 1.

    Keldergraven worden alleen in uitzonderlijke situaties toegestaan en kunnen alleen geplaatst worden op verzoek van en op kosten van de aanvrager.

  • 2.

    De voorwaarden waaraan nieuwe keldergraven moeten voldoen zijn:

    • a.

      de gebruikte materialen duurzaam zijn;

    • b.

      de fundering en constructie stabiel en veilig zijn;

    • c.

      het keldergraf beheer-technisch en esthetisch aanvaardbaar is;

    • d.

      de beheerder bepaalt de afmetingen van een keldergraf;

    • e.

      de vergunningaanvraag voldoet aan het bestemmingsplan en overige wetten.

  • 3.

    De voorwaarden waaraan begraven in (oude) particuliere keldergraf moet voldoen zijn:

    • a.

      het samenvoegen c.q. ruimen van het graf beheer-technisch mogelijk is;

    • b.

      de afmetingen binnen maats voldoende ruimte bieden voor de kistafmetingen;

    • c.

      het keldergraf waterdicht is en voorzien is van adequate ventilatie;

    • d.

      de werkzaamheden veilig uit te voeren zijn.

  • 4.

    Een vergunning voor een reeds bestaand keldergraf kan worden gewijzigd of ingetrokken als:

    • a.

      de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

    • b.

      de fundering en constructie onvoldoende stabiel en veilig zijn;

    • c.

      ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • d.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

    • e.

      van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;

    • f.

      de houder van de vergunning dit verzoekt;

    • g.

      het college om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

  • 5.

    Aan de afhandeling van de aanvraag van een vergunning voor een keldergraf zijn kosten verbonden.

Artikel 10. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Na het overlijden van de rechthebbende dient het grafrecht binnen zes maanden te worden overgeschreven op naam van een nieuwe rechthebbende.

  • 2.

    Wanneer nabestaanden ontbreken, kan de rechthebbende bij laatste wil of bij notariële akte bepalen dat de rechten worden overgeschreven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, een stichting voor grafzorg of een kerkgenootschap.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in de voorgaande leden afwijken.

Artikel 11. Melding/vergunning grafbedekking

  • 1.

    De melding tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een grafbedekking op een (urnen-)graf, urnenplaats en gedenkplaats moet schriftelijk worden gedaan bij de beheerder, uiterlijk een maand voor plaatsing. Het verzoek dient te bevatten:

    • a.

      NAW-gegevens van de rechthebbende van het graf;

    • b.

      de naam en het adres van de aanvrager als deze een ander is dan de rechthebbende en tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • c.

      de naam van de begraafplaats, de ligging (grafveld) en nummer van het graf;

    • d.

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • e.

      een werktekening (in tweevoud), schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

      • de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • de soort vaste planten als het een levende grafbedekking betreft.

  • 2.

    Voor gewenste grafbedekkingen die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 12 van de nadere regels, ornamenten voor op het (urnen-)graf of een gedenkplaats inbegrepen, is een vergunning vereist.

  • 3.

    De beslissing op de vergunningaanvraag wordt door het college schriftelijk meegedeeld.

Artikel 12. Voorwaarden voor monumenten en gedenktekens

  • 1.

    Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, glas of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2.

    De lengte en de breedte van de grafbedekking, de daarop geplaatste monumenten en ornamenten inbegrepen, mogen de afmetingen van het (urnen-)graf en gedenkplaats niet overschrijden.

  • 3.

    Monumenten en gedenktekens moeten geplaatst worden op een fundament of afdekplaat die verzakkingen van het monument uitsluiten.

  • 4.

    het plaatsen van monumenten en gedenktekens op een particulier graf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: 200 x 100 x 100 (l x b x h).

  • 5.

    Voor het plaatsen van monumenten en gedenktekens op een kindergraf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: 150 x 70 x 70 (l x b x h).

  • 6.

    Voor het plaatsen van monumenten en gedenktekens op een urnengraf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: 100 x 70 x 70 (l x b x h).

    De grafbedekking mag geplaatst worden met een horizontale hellingshoek van maximaal 5 graden.

  • 7.

    Voor het plaatsen van monumenten en gedenktekens op een algemeen graf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: 80 x 80 (l x b). De grafbedek-king mag geplaatst worden met een horizontale hellingshoek van maximaal 5 graden. Bij een algemeen graf mag geen staande gedenksteen worden geplaatst.

  • 8.

    De urnennis in de urnenmuur genummerd als PA t/m PC op de begraafplaats “Larikshof”, mag slechts worden afgedekt door een gedenkplaat die door de beheerder wordt verstrekt.

  • 9.

    In de gedenkboom op de begraafplaats mogen alleen de gedenkblaadjes worden geplaatst die na betaling afgehaald kunnen worden bij de balie van het huis van de gemeente. Eigen creaties zijn niet toegestaan.

  • 10.

    Het gedenkblaadje mag alleen worden gegraveerd. Het gedenkblaadje een andere kleur geven is niet toegestaan evenals het bevestigen van een ander voorwerp aan het gedenkblaadje.

  • 11.

    Voor plaatsing van het gedenkblaadje is toestemming nodig van de beheerder en moet volgens aanwijzingen van de beheerder in de gedenkboom worden geplaatst.

  • 12.

    Op en in de nabijheid van verstrooivelden zijn permanente en tijdelijke voorwerpen en gedenktekens niet toegestaan.

Artikel 13. Onderhoudsbijdrage nieuw uit te geven graven of urnennissen

  • 1.

    Als een nieuw particulier graf of urnennis wordt uitgegeven worden de afkoopkosten voor de onderhoudsbijdrage gelijktijdig in rekening gebracht met de op grond van de Verordening op de heffing en invordering lijkbezorgingsrechten verschuldigde leges voor de graf-/gebruiksrechten. Deze afkooptermijn is gelijk aan de graf-/gebruiksrecht termijn.

  • 2.

    Het is mogelijk om voor de verschuldigde kosten een betalingsregeling te treffen.

Artikel 14. Onderhoudsbijdrage bestaande graven

  • 1.

    De administratie stuurt jaarlijks een belastingaanslag voor de onderhoudsbijdrage naar de onderhoudsplichtige als deze de onderhoudsbijdrage niet heeft afgekocht.

  • 2.

    Op verzoek van de onderhoudsplichtige kan de onderhoudsbijdrage worden afgekocht voor maximaal 10 of 20 jaar. Of als de resterende graf-/gebruiksrecht termijn korter is dan 10 of 20 jaar, tot de einddatum van de graf-/gebruiksrechten.

  • 3.

    De einddatum van de afkooptermijn moet gelijk zijn aan de einddatum van de graf-/gebruiks- rechten met uitzondering bij graven van onbepaalde tijd.

  • 4.

    De einddatum van de afkooptermijn bij graven van onbepaalde tijd is op 31 december.

  • 5.

    Het afkoopbedrag wordt gelijktijdig in rekening gebracht met de op grond van de Verordening op de heffing en invordering lijkbezorgingsrechten verschuldigde leges voor het verlengen van de grafrechten.

Artikel 15. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Onder onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het monument of gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het monument of gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking en het uitvoeren van herstellingen van het monument of gedenkteken.

  • 2.

    Voor het schoonmaken van het monument en gedenktekens zijn alleen biologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  • 3.

    Het afval dat vrij komt bij het onderhoud (groenafval en verpakkingsmaterialen) dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

Artikel 16. Niet-blijvende en blijvende grafbeplanting

  • 1.

    Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant. De potplanten of eenjarige gewassen mogen de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte van het graf worden gehouden. De potplanten of gewassen mogen maximaal 75 cm meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn.

  • 2.

    De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

Artikel 17. Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1.

    Het plaatsen op graven van losse bloemen in steekvazen en planten in potten of bakken is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker van het graf draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud, het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren en het terugsnoeien van beplanting binnen de toegestane afmetingen.

  • 3.

    Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen vier weken na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Als niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende zes weken na een begrafenis ter beschikking gehouden van de rechthebbende of gebruiker, als deze daartoe tevoren een verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

  • 5.

    De beheerder is gerechtigd om losse voorwerpen, buiten de toegestane afmetingen groeiende planten, verwelkte bloemen en dode planten te verwijderen als de rechthebbende of gebruiker dat niet tijdig zelf doet, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 18. Plaatsen grafbedekking

  • 1.

    Voor plaatsing van de grafbedekking is toestemming nodig van de beheerder.

  • 2.

    De grafbedekking met toebehoren moet volgens aanwijzingen van de beheerder worden geplaatst. Alle sporen van afval, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

Artikel 19. Verwijderen grafbedekking en gedenkplaat urnennis na verstrijken van de termijn

  • 1.

    Na een melding van een rechthebbende, gebruiker of eigenaar over de teruggave van de grafbedekking of gedenkplaat voor een urnennis na verwijdering hiervan door de beheerder, ontvangt de eigenaar een overdrachtsformulier van de administratie.

  • 2.

    Het overdrachtsformulier moet bij het ophalen van de grafbedekking of gedenkplaat voor een urnennis worden ingevuld en ondertekend.

Artikel 20. Crematie en herbegraven na ruiming

  • 1.

    Het opgraven van een begraven overledene in verband met de wens om de overledene te herbegraven in een ander graf of te laten cremeren is slechts mogelijk met vergunning.

  • 2.

    De vergunning tot opgraven kan slechts worden verleend als na zorgvuldige belangenafweging blijkt dat daarvoor voldoende zwaarwegende redenen zijn.

  • 3.

    Transport van menselijke resten voor crematie of herbegraving elders buiten de begraafplaats is alleen toegestaan door medewerkers van de begraafplaats zelf, een erkende uitvaartonderneming of een erkend gespecialiseerd bedrijf.

  • 4.

    Als binnen het graftermijn een opgraving plaatsvindt uit een particulier graf en de menselijke resten worden daarna bewaard in een urnennis, dan gaat de resterende graftermijn niet over naar de urnennis. Er vindt geen restitutie plaats van de hogere kosten van een graf.

Artikel 21. Samenvoegen schudden van menselijke resten

  • 1.

    Op verzoek van een rechthebbende van een particulier graf kunnen de menselijke resten verdiept worden begraven of worden samengevoegd om daarmee ruimte te maken in het graf voor een nieuwe overledene.

  • 2.

    Het schudden of samenvoegen is mogelijk als de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd, de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt, begraven op meer dan één laag mogelijk is en het schudden of samenvoegen technisch uitvoerbaar is.

  • 3.

    Ter voorkoming van een ophoping van menselijke resten bepaalt de beheerder hoeveel keer een graf wordt geschud of samengevoegd.

  • 4.

    De werkzaamheden worden door of in opdracht van de beheerder uitgevoerd voorafgaand aan een begraving.

  • 5.

    Graven die uit 3 grafruimten bestaan kunnen niet worden geschud alsmede keldergraven met een vaste vloerconstructie.

  • 6.

    Door het schudden of samenvoegen van een graf verandert de termijn van de grafrechten niet.

Artikel 22. Verwijderen urn

  • 1.

    Na het verzoek van de gebruiker om een (sier)urn uit een urnennis te verwijderen, ontvangt de gebruiker een overdrachtsformulier van de administratie.

  • 2.

    Het overdrachtsformulier moet bij het ophalen van de (sier)urn worden ingevuld en ondertekend.

Artikel 23. Slotbepalingen

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 24. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Rhenen 2023”.

Ondertekening

Aldus besloten door het college in zijn vergadering van 4 april 2023,

De secretaris, De burgemeester,

P.Bonthuis drs. H,A, van der Pas