Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023

Geldend van 21-06-2023 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk,

gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP), de artikelen 4:5 en 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016;

overwegende dat het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de registratie van briefadressen in de basisregistratie personen (BRP), om deze op een rechtmatige manier toe te kennen en te voorkomen dat personen niet zijn geregistreerd als ingezetene in de BRP;

besluit vast te stellen:

Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023

Artikel 1 Redenen briefadres

Redenen voor een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege;

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland voor minder dan acht maanden gedurende een jaar;

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland én beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

    • f.

      een langdurig vermiste persoon;

    • g.

      verblijf in een tijdelijk onderkomen zonder vaste stand- of ligplaats;

    • h.

      een recente ontruiming van de woning op het adres waarop betrokkene in de BRP is ingeschreven

  • 2.

    verblijf in een instelling:

    • a.

      voor opvang van mannen of vrouwen (waaronder mede bedoeld blijf-van-mijn-lijfhuizen);

    • b.

      als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 3.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 van de Wet BRP);

  • 4.

    het voorkomen van schrijnende situaties, waarbij inzet of voortzetting van hulpverlening noodzakelijk is, onder voorwaarden dat:

    • a.

      er sprake is van één of meer sociaal-maatschappelijke problemen;

    • b.

      de maatwerkoplossing er op gericht is om de persoon de kans te geven zijn leven ‘weer op de rit’ te krijgen, en

    • c.

      de persoon instemt met of al voldoet aan de voorwaarden van het hulpverleningstraject.

  • 5.

    Het is niet mogelijk om in de BRP met een briefadres geregistreerd te worden als een van de redenen genoemd in de leden 1 t/m 4 ontbreekt.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. De aangifte van adreswijziging wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres wordt gekozen.

  • 2. De aangever is verplicht om bij de aangifte van adreswijziging waarbij een briefadres wordt gekozen de in het derde lid genoemde stukken te overleggen.

  • 3. Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs van degene die aangifte doet van adreswijziging en daarbij kiest voor een briefadres;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de keuze van een briefadres en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d.

      een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, wanneer een briefadres wordt gekozen op grond van artikel 1, eerste, tweede en vierde lid;

    • e.

      bewijsstukken, zoals vermeld in bijlage 1, behorende bij deze beleidsregels.

  • 4. Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 1 derde lid is een verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

Artikel 3 Herstel van verzuim bij aangifte adreswijziging waarbij een briefadres wordt gekozen

  • 1. De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 2 het derde en vierde lid, zijn ingeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4. Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte aangevuld wordt of indien er geen uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten.

Artikel 4 Briefadres op een adres van de gemeente

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders registreert van een persoon ambtshalve een briefadres in de BRP indien het woonadres ontbreekt, er geen aangifte van adreswijziging wordt gedaan waarbij een briefadres wordt gekozen en betrokkene voldoet aan de criteria voor inschrijving als ingezetene in de BRP.

  • 2. Wanneer iemand geen briefadres kan krijgen bij particulieren en betrokkene komt op grond van deze beleidsregels in aanmerking voor een briefadres, wordt betrokkene ingeschreven op het aangewezen briefadres door het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Het college wijst een of meerdere rechtspersonen aan om als gemeentelijke briefadresgever op te treden, zoals bedoeld in artikel 2.23, derde lid van de Wet BRP.

Artikel 5 Termijn briefadres

  • 1. Een briefadres wordt voor een periode van 6 maanden verstrekt, tenzij in bijlage 2 behorende bij deze beleidsregels een andere termijn is opgenomen.

  • 2. Na het verstrijken van de termijn is het recht op een briefadres vervallen. Een briefadres wordt niet verlengd.

  • 3. De datum waarop een briefadres ingaat, kan nooit liggen op een tijdstip voor de datum van ontvangst van de aangifte briefadres bij de gemeente Winterswijk.

Artikel 6 Intrekking briefadres

  • 1. Met ingang van de datum waarop niet meer aan de voorwaarden wordt voldaan op grond waarvan een briefadres is verleend, wordt het briefadres ingetrokken.

  • 2. Indien er een briefadres is verstrekt zonder nader te bepalen termijn, zal het briefadres na zes maanden na bekendmaking aan degene die het betreft, worden ingetrokken.

  • 3. Degene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, is gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 7 Verplichtingen briefadresgever en briefadresnemer

  • 1. Zowel de briefadresgever als de briefadresnemer zijn verplicht om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2. Betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

  • 3. Aan degene die niet voldoet aan verplichting als bedoeld in eerste lid kan op grond van artikel 4.17 wet BRP een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste 325 euro.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze beleidsregels zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regels. Van onbillijkheid kan sprake zijn als in een specifieke situatie het strikt vasthouden aan de beleidsregels als onredelijk kan worden aangemerkt of als er onevenredige schade zou ontstaan.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin zij wordt gepubliceerd.

  • 2. De regeling briefadres Gemeente Winterswijk 2017 wordt bij de inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 juni 2023.

de secretaris

S.M.H. Weir

de burgemeester

B.J.J. Bengevoord

Bijlage 1 schema benodigde bewijsstukken

Reden voor briefadres

Bewijsmiddelen

Verblijf in het buitenland voor minder dan 8 maanden.

  • Tickets met datum heen- en terugreis

  • Visa

  • Contracten werkgever met daarop de periode van uitzending Studieverklaring van de onderwijsinstelling in het buitenland met daarop de looptijd van de stage of studie

  • Huurovereenkomst woonruimte buitenland

  • Huisbewaringsformulier van woning in Nederland.

Beroepsvaart, korter dan 2 jaar, op schip in internationale wateren onder Nederlandse vlag en heeft geen woonadres.

  • Arbeidsovereenkomst

  • Verklaring werkgever

  • Monsterboekje

Internationale vrachtwagenchauffeur.

  • Arbeidsovereenkomst

  • Verklaring werkgever

Dak- of thuisloosheid.

  • Eigen verklaring met verschillende slaapadressen gespecificeerd met aantal dagen per week.

  • Bewijsstukken waaruit blijkt dat er actief gezocht wordt naar woonruimte

Expats/kennismigranten die bij vestiging in Nederland geen woonadres hebben.

  • Toestemming briefadresgever van werkgever.

Korte overbrugging tussen twee woonadressen.

  • Een kopie van het huurcontract, het koopcontract of de leveringsakte.

Een recente echtscheiding of breuk in een langdurige relatie.

Documenten waaruit blijkt dat u bezig bent met het aanvragen van een echtscheiding of inmiddels gescheiden bent, zoals:

  • Verzoekschrift van echtscheiding, of

  • echtscheidingsvonnis, of

  • andere processtukken, of

  • eigen verklaring, en

  • bewijsstukken waaruit blijkt dat er actief gezocht wordt naar woonruimte.

Een recente ontruiming uit de woning, waar de aanvrager ingeschreven stond.

  • Bevel van ontruiming, of

  • opzegging huurovereenkomst, of

  • ontbinding huurovereenkomst, en

  • bewijsstukken waaruit blijkt dat er actief gezocht wordt naar woonruimte.

De uitoefening van een ambulant beroep (bijvoorbeeld binnenvaartschippers en kermismedewerkers - met gezin).

  • Arbeidsovereenkomst, evt. recente loonstroken

Het behoren tot een kwetsbare groep, zoals personen met verward gedrag.

  • Contact met hulpverlening, (geestelijke) gezondheidszorg

Problematische schulden.

  • Overzicht van de schulden

  • Kopie(en) van de betalingsregeling(en) die met de aanvrager afgesproken zijn

  • Kopie bewijs van aanmelding bij schuldhulpverlening

Bijlage 2 Termijn briefadres

Reden voor briefadres

Maximale periode waarvoor briefadres kan worden afgegeven

Bij het ontbreken van een woonadres en artikel 4 van deze beleidsregels is van toepassing

3 maanden

Verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen).

Voor de duur dat de inwoner in de instelling verblijft.

Verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en lid 4 ,van de Wet brp.

Voor de duur dat de inwoner in de instelling verblijft.

Verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 van de Wet brp).

Voor de duur dat de burgemeester het nodig acht dat er een briefadres wordt verstrekt.

Verblijf in het buitenland voor minder dan 8 maanden gedurende periode van een jaar.

Periode verblijf in buitenland, maximaal 8 maanden

Vaart beroepsmatig op een schip in internationale wateren onder Nederlandse vlag en heeft geen woonadres

2 jaar

Dak- of thuisloos als in zwervend bestaan op straat.

1 jaar

De uitoefening van een ambulant beroep.

2 jaar

Langdurig vermiste persoon.

1 jaar

Na het verstrijken van de in het besluit toegekende termijn, dient opnieuw een briefadres aangevraagd te worden.

Toelichting op de Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023

De wet BRP heeft als belangrijkste uitgangspunt om de burger in te schrijven op een woonadres. Pas als dat woonadres ontbreekt wordt gekeken naar het gebruik van een briefadres als inschrijfadres.

De Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023 hebben als doel om briefadressen in de BRP mogelijk te maken voor burgers zonder woonadres en voor kwetsbare burgers en daarnaast het misbruik van briefadressen in de BRP tegen te gaan.

De Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023 zijn niet bedoeld om op basis van deze regels personen niet in te schrijven in de BRP. Immers, iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft, moet in beginsel ingeschreven worden in de BRP als ingezetene. Indien de gemeente inschrijving toch weigert, doet zij dat slechts op basis van de wet BRP.

Gemeenten zijn verplicht om ambtshalve een briefadres in de BRP te registreren. Wanneer iemand niet beschikt over een woonadres en er geen verwachting is dat hij zelf een briefadresaangifte zal doen, vanwege uiteenlopende redenen, of hij doet wel aangifte maar er is geen briefadresgever, dan is de gemeente verplicht voor die burger ambtshalve een briefadres te registreren. Zie verder artikel 2.23 wet BRP.

Daar waar in de beleidsregels gesproken wordt over aangifte van adreswijziging wordt ook een aangifte van verblijf en adres bedoeld, tenzij dit nadrukkelijk anders bepaald is. Het is de burger toegestaan om een briefadres bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kiezen. Dit is in niet strijd met artikel 2.38 wet BRP.

Hieronder volgt de artikelsgewijze toelichting op de Beleidsregels briefadres gemeente Winterswijk 2023.

Toelichting artikel 1, lid 2, onder a:

  • -

    Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen.

  • -

    In de circulaire BRP en briefadres van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 oktober 2016 (kenmerk 2016-0000656211) is geregeld dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres ingeschreven kunnen worden op het kantooradres van de desbetreffende instelling. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen adequaat beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden.

Toelichting artikel 1, lid 2 onder b:

Degene die zijn woonadres heeft in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 wet BRP, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.

Het college van B&W is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.

Toelichting artikel 1, lid 3:

Als de burgemeester van oordeel is dat het om veiligheidseisen gewenst is een persoon niet op het woonadres in te schrijven, kan inschrijving op een briefadres plaatsvinden. Deze verklaring zal veelal bij burgerzaken terecht komen via de interne kanalen van de gemeente.

Toelichting artikel 1, lid 4:

Dit artikel biedt extra mogelijkheden voor toepassing van de menselijk maat. Onder 'de menselijke maat’ wordt in dit verband verstaan, recht doen aan de belangen van burgers bij de totstandkoming en uitvoering van beleid.

Indien degene die aangifte doet van adreswijziging, waarbij een briefadres wordt gekozen, één of meer sociaal-maatschappelijke problemen heeft, zullen de gegevens van de aanvrager gedeeld worden met het Sociaal Team van de gemeente Winterswijk. Hierin kunnen bijvoorbeeld Burgerzaken, Werk & Inkomen, het Leger des Heils, IrisZorg en de GGD zijn vertegenwoordigd. Bij sociaal-maatschappelijke problematiek kan gedacht worden aan psychische problematiek gecombineerd met problemen zoals schulden, dakloosheid en werkloosheid.

De bedoeling is dat het Sociaal Team oplossingen vindt voor inwoners die niet op grond van bestaande regels ingeschreven kunnen worden op een (brief)adres en daardoor in een schrijnende (financieel en maatschappelijk) situatie verkeren.

Toelichting artikel 2, lid 1:

Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

Toelichting artikel 2, lid 2 en 3:

Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de wet BRP. In de schriftelijke aangifte, waarbij briefadres wordt gekozen, dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur van het briefadres te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen. De vragenlijst briefadres is als bijlage 1 bijgevoegd.

Toelichting artikel 2, lid 4:

Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn aangifte altijd de verklaring van de burgemeester zal kunnen overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

Toelichting artikel 3:

Ontbreekt bij de aangifte van adreswijziging, waarbij een briefadres wordt gekozen, één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen eenmalig te verlengen met veertien dagen.

Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen de aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd over het besluit dat de aangifte van adreswijziging, waarbij een briefadres wordt gekozen, buiten behandeling wordt gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten.

Als de aangifte buiten behandeling wordt gesteld is er geen brondocument op grond waarvan de aangever op een adres ingeschreven kan worden en is er sprake van een situatie als bedoeld in artikel 2.23 van de wet. De uitwerking daarvan zijn in deze beleidsregels beschreven in artikel 4.

Toelichting bij artikel 4:

De gemeente moet voorzien in een briefadres wanneer alle andere opties voor de ingezetene, die geen woonadres heeft, niet mogelijk zijn. Daarmee wordt voorkomen dat personen die wel rechtmatig in Nederland verblijven, van inschrijving op een adres in de BRP worden uitgesloten.

Omdat de gemeente dan zelf briefadresgever is, zal de gemeente een van haar eigen adressen of die van een aangewezen instelling moeten inzetten als briefadres. Voor de inschrijving op een adres van een aangewezen instelling is toestemming vereist van die

Toelichting artikel 5:

Een briefadres wordt voor een periode van maximaal 6 maanden verstrekt. Het is mogelijk om van deze periode af te wijken. De redenen hiervoor zijn vermeld in bijlage 2, behorende bij deze beleidsregels.

Toelichting artikel 6

Op grond van artikel 4:84, van de Awb dient overeenkomstig deze beleidsregels gehandeld te worden, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen.

Toelichting artikel 7

Zowel de briefadresgever als de briefadreshouder zijn verplicht inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de bijhouding van het briefadres in de BRP. In het geval er een aangifte is, bestaat die verplichting op grond van artikel 2.45 wet BRP, als een aangifte ontbreekt bestaat de verplichting op grond van artikel 2.47 wet BRP.

Als geen aangifte wordt gedaan, of als betrokkene niet voldoet aan de verplichting om inlichtingen te verstrekken of desgevraagd in persoon te verschijnen kan op grond van artikel 4.17 wet BRP een bestuurlijke boete worden opgelegd. Voor de op te leggen bestuurlijke boete geldt een maximaal bedrag van € 325.

Toelichting artikel 8

Door het opnemen van het maatwerkartikel (art 1, lid 4) is de noodzaak van een hardheidsclausule kleiner geworden. Het maatwerkartikel ziet toe op de situatie van het voorkomen van schrijnende situaties, waarbij hulpverlening noodzakelijk is in geval van sociaal-maatschappelijke problemen.

Ook andere bijzondere situaties kunnen zich voordoen, waarbij strikte toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheid kan leiden. Ook in deze uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van deze beleidsregels. Het is goed om als gemeentelijk dienstverlener nooit de menselijke maat uit het oog te verliezen. Het belang daarvan kan zo groot zijn dat de gemeente in zeer bijzondere gevallen voorbij kan gaan aan de bepalingen van deze beleidsregels.