Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR697262
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR697262/1
Beleidsregels Huishoudelijke Hulp Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Schiermonnikoog 2023
Geldend van 17-06-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023
Intitulé
Beleidsregels Huishoudelijke Hulp Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Schiermonnikoog 2023Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog;
gelet op het bepaalde in artikel 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
gelet op de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van de gemeente Schiermonnikoog;
b e s l u i t
vast te stellen de navolgende beleidsregels:
Beleidsregels Huishoudelijke Hulp Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Schiermonnikoog 2023
Inleiding
Het huishouden verzorgen en schoonhouden is niet voor iedereen vanzelfsprekend, zeker als de gezondheidssituatie dit niet toelaat. Als inwoners het huishouden onvoldoende kunnen verzorgen, kunnen ze ondersteuning vragen. Deze ondersteuning is aanvullend op wat inwoners zelf of met ondersteuning van naasten of hun omgeving kunnen doen. De gemeentelijke ondersteuning bij het voeren van een huishouden, neemt de verantwoordelijkheid van de cliënt niet over, maar helpt de cliënt op weg in het dagelijkse leven.
Na een gesprek met de cliënt, die gevraagd heeft naar ondersteuning in het huishouden, en verder onderzoek door een consulent van de gemeente, wordt uitgaande van het normenkader, vastgesteld hoeveel ondersteuning gemiddeld per week of per jaar nodig is. Bij het onderzoek wordt rekening gehouden wat de naasten, mantelzorg en omgeving kunnen bijdragen aan ondersteuning. Was men bijvoorbeeld al gewend om voor eigen rekening een schoonmaakhulp in te huren, dan is het enkele feit dat er zich beperkingen voordoen geen reden om een beroep te doen op gemeentelijke ondersteuning. Immers in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo 2015) staan oplossingen die op eigen kracht ingevuld kunnen worden voorop.
De uitgangssituatie blijft dan ook artikel 2.3.2 Wmo 2015 en artikel 6 ‘voorwaarden voor een maatwerkvoorziening’ van de gemeentelijke verordening.
Het Normenkader
Naar aanleiding van uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) ontwikkelden bureau HHM en KPMG Plexus in opdracht van verschillende grote gemeenten een nieuw actuele maatstaf voor de huishoudelijke ondersteuning. Dit normenkader voldoet aan de criteria die eerder door de CRvB zijn gesteld en kan worden benut voor de onderbouwing van de in te zetten omvang van de ondersteuning door gemeenten.
Het normenkader bevat een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd kunnen worden voor het ondersteunen bij het dagelijkse leven. Uitgangssituatie is dat de client een deel van de activiteiten zelf of met behulp van naasten, mantelzorg en omgeving, voorliggende – en / of algemeen gebruikelijke voorzieningen, kan doen (zie ook de gemeentelijke verordening). Het normenkader is gebaseerd op de volgende uitgangspunten.
- 1.
Definitie van het resultaat:
Een huis is schoon en leefbaar indien het normaal bewoond en gebruikt kan worden en voldoet aan basale hygiëne-eisen. Schoon staat voor: een basishygiëne borgen, waarbij vervuiling van het huis en gezondheidsrisico’s van bewoners worden voorkomen. Leefbaar staat voor: opgeruimd en functioneel, bijvoorbeeld om vallen te voorkomen.
- 2.
De afbakening van de ruimtes waarop de voorziening betrekking heeft:
De inwoner moet gebruik kunnen maken van een schone woonkamer, slaapvertrekken, de keuken, sanitaire ruimtes en gang/trap.
- 3.
De afbakening van activiteiten die onder de voorziening vallen en welke niet:
Het schoonmaken van de buitenruimte bij het huis (ramen, tuin, balkon, etc.) maken geen onderdeel uit van Huishoudelijke Ondersteuning.
- 4.
De normering van de voorziening:
Voor de onderbouwing van de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp, maken we gebruik van het HHM-normenkader (Bijlage 2). In genoemde bijlage wordt uitgegaan van een gemiddelde clientsituatie. Daaronder wordt verstaan:
- •
Eén of twee volwassenen
- •
Zelfstandige huisvestingssituatie, gelijkvloers of met een trap
- •
De inwoner kan/De inwoners kunnen de woning dagelijks op orde houden
- •
Zij en hun netwerk kunnen zelf niet bijdragen
- •
Geen beperkingen of belemmeringen die extra goed of extra vaak schoonmaken noodzakelijk maken
- •
Geen uitzonderlijke inrichting of bewerkelijkheid of omvang die extra inzet van ondersteuning vragen
- •
- 5.
De mogelijkheid om voor bijzondere situaties af te wijken van het normenkader:
Wanneer cliënten als gevolg van hun (medische) beperkingen onvoldoende ondersteund worden door de basisvoorziening schoon huis, kunnen aanvullende maatwerkmodules ingezet worden. Dit zijn bijvoorbeeld een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden realiseren, het klaarzetten van maaltijden en beschikken over schone kleding.
Onderzoek bij hulp in het huishouden
Artikel 1.
Om een indicatie te geven aan de inwoner voor ondersteuning bij het huishouden worden, naast het gebruikelijke onderzoek op basis van de Wmo 2015 en de gemeentelijke verordening Wmo 2015, ook de volgende onderdelen in ieder geval getoetst en / of gewogen:
- 1.
de aard en mate van de beperking: de inwoner dient een (fysieke) beperking te hebben, waardoor de inwoner niet in staat is of onvoldoende in staat is zelf bepaalde huishoudelijke taken te verrichten of te organiseren. Als de inwoner in staat is om een deel van taken uit te voeren, wordt dit van de inwoner verlangd.
- 2.
gebruikelijke hulp: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot (partner), mantelzorg, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten.
De bijdrage die van kinderen in het schoonhouden van het huis wordt gevraagd is afhankelijk van de leeftijd.
Van kinderen tot 6 jaar wordt geen bijdrage in het huishouden gevraagd.
Van kinderen tussen 6 jaar tot en met 12 jaar wordt een lichte bijdrage gevraagd in de vorm van opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, een kleine boodschap doen, kleding in de wasmand doen e.d.
Van kinderen tussen 13 jaar tot en met 17 jaar wordt een grotere bijdrage gevraagd. Van hen wordt tevens verlangd dat zij hun eigen kamer op orde houden (opruimen, stofzuigen, bed verschonen e.d.).
Van jong volwassenen tussen 18 jaar tot en met 23 jaar wordt verlangd dat zij een bijdrage leveren die in omvang overeenkomt met een éénpersoonshuishouden, hetgeen gelijk staat aan 2 uur uitstelbare activiteiten en 3 uur niet-uitstelbare activiteiten per week.
- 3.
het zorgen voor kinderen is een taak van ouder en of verzorgers. Deze zijn verantwoordelijk voor de leefomstandigheden van het kind. Tijdelijke ondersteuning hierin kan alleen worden geboden als ouders door acuut ontstane problemen een oplossing nodig hebben voor kinderen tot en met de leeftijd van 6 jaar.
Artikel 2.
de taken waarbij de inwoner ondersteuning nodig heeft zijn vastgelegd in Bijlage 1 Toelichting en bevat een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd kunnen worden voor het ondersteunen bij het dagelijkse leven zoals bijvoorbeeld: schoonmaakwerkzaamheden, de was verzorging en de eerste levensbehoefte / maaltijd.
Artikel 3.
de omvang van de ondersteuning: om de omvang van de benodigde ondersteuning te bepalen wordt gebruikt gemaakt van de normtijden in Bijlage 2.
Artikel 4.
Algemeen gebruikelijke voorzieningen in het huishouden:
Technische hulpmiddelen zoals een koelkast, wasmachine, droogtrommel, afwasautomaat of stofzuiger zijn algemeen gebruikelijke huishoudelijke apparatuur. Als dergelijke apparaten niet aanwezig zijn maar wel een oplossing kunnen bieden voor het probleem, dan gaat de aanschaf van deze hulpmiddelen in beginsel voor het verstrekken van de individuele maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp.
Was- en strijkservice, (buiten) ramenlapservice, boodschappenservice, maaltijdservice en honden uitlaatservice zijn algemeen gebruikelijke voorzieningen voor het voeren van een huishouden en kan de inwoner zelf regelen.
Artikel 5.
Inwerkingtreding beleidsregels
- 1.
Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2023,
- 2.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregels, worden de Beleidsregels Huishoudelijke Hulp, door het college vastgesteld op 30 november 2021, ingetrokken.
Artikel 6.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Huishoudelijke Hulp Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Schiermonnikoog 2023.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog op 16 mei 2023.
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris,
R. Thedinga
De burgemeester,
I. van Gent
BIJLAGE 1 Toelichting
Het resultaat dat kan worden bereikt bij de huishoudelijke ondersteuning is dat de cliënt:
1. Kan wonen in een schoon- en leefbaar huis.
Het gaat erom dat de cliënt beschikt over een schoon en leefbaar huis. Dit betekent dat men gebruik moet kunnen maken van een schone woonkamer, als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimtes, de keuken, sanitaire ruimtes en gang / trap. De genoemde ruimtes dienen met enige regelmaat schoongemaakt te worden en indien noodzakelijk wordt de was voor bed- en linnengoed verzorgd. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle vertrekken wekelijks schoongemaakt worden. Het betekent dat het huis niet vervuilt en periodiek schoongemaakt wordt om zo een algemeen aanvaardbaar basisniveau van schoon te realiseren, volgens de moderne normen van hygiëne. Indien belanghebbende regie kan voeren over het eigen leven, mag van hem/haar worden verwacht dat werkzaamheden worden geprioriteerd en keuzes worden gemaakt. Het onderhoud van een tuin en het verzorgen van huisdieren (niet zijnde hulphonden/-dieren) hoort niet bij dit resultaat. Wij beschouwen dergelijke aspecten als keuzes waarop de cliënt zelf invloed kan uitoefenen. De gevolgen hiervan op de omvang van de schoonmaaktaak en het zoeken van oplossingen daarvoor behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager. Hetzelfde geldt voor vervuiling vanwege bijvoorbeeld roken of hobby’s welke voor extra vervuiling zorgen. Een extra wc (bijvoorbeeld op de bovenverdieping) leidt niet tot extra inzet van huishoudelijke hulp, dit hoort tot het sanitair boven. Huisdieren leiden in beginsel niet tot extra inzet, m.u.v. de hulphond.
Het normenkader gaat uit van een gemiddelde cliëntsituatie.
Welke ruimtes zijn wel/niet als extra kamer aan te merken:
- •
Grote bijkeuken hoort bij ‘de keuken’, tenzij het een grote keuken en een grote bijkeuken betreft.
- •
2e badkamer: in principe kan gebruik worden gemaakt van 1 badkamer, kan worden aangemerkt als extra kamer (+ 5 minuten).
- •
Extra toilet: als deze niet in de badkamer zit wordt deze geschaard onder ‘sanitair boven’
- •
Kantoor: als het echt een kantoor is en niet een slaapkamer die als werkplek wordt gebruikt – moet zakelijk worden schoongemaakt en valt niet onder de Wmo.
- •
Grote kelder: afwegen ten aanzien van gebruik – of niet meenemen (net zoals de zolder) of meenemen als extra kamer (+5 minuten).
2.Kan beschikken over schone was en draagbare kleding, de wasverzorging
Het gaat hierbij om het wassen, drogen en in bepaalde situaties strijken van bovenkleding. Het doel van dit resultaat is dat de persoon beschikt over schone kleding. We spreken hier uitsluitend over normale kleding voor alledag. De verzorging van de was, omvat het wassen, het drogen en vouwen van kleding en het terugleggen van kleding in de garderobekast. De uiteindelijke invulling hiervan is aan de cliënt in overleg met de zorgaanbieder. Verwacht mag worden dat de cliënt beschikt over een wasmachine en zoveel mogelijk strijkvrije kleding. Daarnaast wordt van de cliënt verwacht dat de reikwijdte van de ondersteuning tot een minimum wordt beperkt door bijvoorbeeld de aanschaf van een droger of kleding, die niet gestreken hoeft te worden.
Dit betekent dus dat strijken slechts bij uitzondering wordt geïndiceerd, namelijk alleen bij een medische noodzaak. In het geval van een medische noodzaak, zijn algemeen gebruikelijke voorzieningen ( bijvoorbeeld de strijkservice) of strijkvrije kleding voorliggend.
Indien extra wasbeurten per week noodzakelijk zijn, dan kan extra inzet nodig zijn. Dit is verdisconteerd in het normenkader (zie bijlage 2.)
3.Kan beschikken over boodschappen en maaltijden (maaltijdverzorging)
Hieronder wordt verstaan het verzorgen van de broodmaaltijd en bereiden van de warme maaltijd. Het uitgangspunt , is dat indien nodig 1 keer per dag de broodmaaltijden worden bereid en klaargezet en 1 keer per dag een warme maaltijd wordt bereid en/of wordt klaargezet. Gebruik maken van een maaltijdenservice is voorliggend op een toekenning van huishoudelijke hulp voor maaltijden. Voor de meerkosten van een maaltijdenservice kan eventueel bijzondere bijstand worden aangevraagd. In elk huishouden zijn boodschappen voor dagelijkse activiteiten nodig. Het betreft hier uitsluitend levensmiddelen die dagelijks of wekelijks gebruikt worden in elk huishouden. Grotere inkopen zoals kleding en duurzame gebruiksgoederen vallen hier niet onder. Uitgangspunt is dat de boodschappen geclusterd worden, 1 maal per week. De cliënt dient hierbij zoveel mogelijk gebruik te maken van algemeen gebruikelijke voorzieningen, bijvoorbeeld een boodschappenservice.
4.De huishoudelijke taken kan organiseren
Ondersteuning bij het organiseren van huishoudelijke taken wordt ingezet wanneer cliënt niet tot zelfregie en planning van de werkzaamheden in staat is. Behalve dat er huishoudelijke taken moeten worden overgenomen, heeft de hulp een signalerende, aansturende en regie voerende taak. Ook kan ondersteuning bestaan uit het helpen handhaven, verkrijgen of herkrijgen van structuur in het huishouden. Het doel van het voeren van de regie over het huishouden is het schoonhouden van het huis, maar ook het ondersteunen bij het organiseren van het huishouden. Het overnemen van de regie over het huishouden kan noodzakelijk zijn als in redelijkheid niet meer van de cliënt verwacht kan worden dat hij zelfstandig beslissingen neemt (bijv. een terminale situatie) of als disfunctioneren dreigt. Dat kan zich uiten in vervuiling (van de woning of kleding), verwaarlozing (eten en drinken), of ontreddering van zichzelf of van afhankelijke huisgenoten waardoor het functioneren in huis, maar ook buitenshuis belemmerd wordt.
De hulp dient bij het uitoefenen van de ondersteuning zoveel mogelijk de cliënt te betrekken bij het maken van keuzes. Daarbij dient aangesloten te worden bij de capaciteiten, vaardigheden en leervermogen van cliënt.
Bij een deel van onze inwoners kan mogelijk geen sprake zijn van ontwikkelvermogen, eerder van afnemende zelfredzaamheid. Bewaken of het nog verantwoord is dat de cliënt zelfstandig woont is daarmee onderdeel van het resultaatgebied (signaleren en doorgeven aan de gemeente).
5. Thuis kan zorgen voor de kinderen die tot het gezin behoren
Het zorgen voor kinderen is een taak van ouder en/of verzorgers. Dat geldt ook voor ouders, die door beperkingen niet in staat zijn hun kinderen te verzorgen. Elke ouder is zelf verantwoordelijk voor de opvang en (het organiseren van de noodzakelijke) verzorging van zijn of haar kinderen. Uitgangsituatie hierbij is dat bij uitval van één van de ouders de andere ouder deze zorg of zijn aandeel in de zorg daar waar mogelijk overneemt. Op grond van gebruikelijke zorg hoeft het college niet te compenseren. Het college ondersteunt alleen als ouders door acuut ontstane problemen een oplossing nodig hebben voor kinderen tot en met de leeftijd van 6 jaar. De ondersteuning is dus per definitie altijd tijdelijk en in afwachting van een definitieve oplossing. Een indicatie wordt afgegeven met een maximale duur van 3 maanden om ouder(s) of verzorger(s) de mogelijkheid te bieden in een oplossing te voorzien. Van ouders mag verwacht worden dat zij zich tot het uiterste zullen inspannen om die oplossing zo snel mogelijk te vinden. Daarbij dient ook betrokken te worden of de persoon aanspraak kan maken op ondersteuning via zijn/haar zorgverzekering. Een maatwerkvoorziening voor structurele opvang van kinderen is niet mogelijk binnen de Wmo 2015.
Bij de zorg voor kinderen gaat het om de dagelijkse, gebruikelijke hulp voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren als beide ouders niet staat zijn deze te leveren. Het betreft activiteiten als wassen en aankleden, hulp bij eten en/of drinken. Het passen op kinderen valt hier niet onder.
BIJLAGE 2 Normtijden in uren per week
Resultaat: het huis is schoon en leefbaar |
||
Gemiddelde situatie |
Volledige overname |
125 minuten per week |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid en netwerk |
per situatie afhankelijk |
Meer inzet |
Beperkingen en belemmeringen: Enig extra inzet Veel extra inzet |
30 minuten per week 60 minuten per week |
|
Samenstelling huishouden |
30 minuten per week |
|
Extra kamer in gebruik |
18 minuten per week |
Extra kamer niet in gebruik |
5 minuten per week |
|
Extra vervuiling huisdier |
15 minuten per week |
|
Overige kenmerken |
15 minuten per week |
Resultaat: de bewoner beschikt over schone en draagbare kleding |
||
Gemiddelde situatie |
Overname was 1-p huishouden (2 x per week) |
35 minuten per week |
|
Overname was 2-p huishouden (2,5 x per week) |
43 minuten per week |
|
Overname strijken 1 of 2-p huishouden |
20 minuten per week |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk |
per situatie afhankelijk |
Meer inzet |
Extra wasmachine per week t.g.v. beperkingen en belemmeringen |
16 minuten per week |
Resultaat: de bewoner beschikt over primaire levensbehoeften en maaltijden |
||
Gemiddelde situatie |
Broodmaaltijden (2 x per dag) |
15 minuten per dag |
|
Warme maaltijd |
15 minuten per dag |
|
Overname boodschappen |
51 minuten per week |
|
Indirecte tijd bij separate uitvoering |
5 minuten per keer |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk |
per situatie afhankelijk |
Resultaat: er wordt thuis gezorgd voor de minderjarige kinderen |
||
Gemiddelde situatie |
naar bed brengen/uit bed halen |
10 minuten per keer |
|
wassen en aankleden |
30 minuten per dag |
|
broodmaaltijd |
20 minuten per keer |
|
warme maaltijd |
25 minuten per keer |
|
(fles)voeding |
20 minuten per keer |
|
luier verschonen |
10 minuten per keer |
|
Naar school/kinderopvang brengen |
15 minuten per keer |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk |
per situatie afhankelijk |
Meer inzet |
Totale overname: opvang noodzakelijk, tijdelijk |
Tot 40 uur per week |
Resultaat: er is sprake van regie over het doen van het huishouden |
||
Gemiddelde situatie |
Regie over de organisatie van het huishouden, indien er geen sprake is van overname. |
30 minuten per week |
|
Advies, instructie en voorlichting (duur 6 weken) |
30 minuten per week |
|
Aanleren van vaardigheden (duur 6 weken) |
30 minuten per week |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk |
per situatie afhankelijk |
Normtijden in uren per jaar |
|
|
Resultaat: het huis is schoon en leefbaar |
||
Gemiddelde situatie |
Volledige overname |
108 uur per jaar |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid en netwerk |
per situatie afhankelijk |
Meer inzet |
Beperkingen en belemmeringen: Enig extra inzet Veel extra inzet |
26 uur per jaar 52 uur per jaar |
|
Samenstelling huishouden |
26 uur per jaar |
|
Extra kamer in gebruik |
16 uur per jaar |
|
Extra kamer niet in gebruik |
4 uur per jaar |
|
Extra vervuiling huisdier |
13 uur per jaar |
|
Overige kenmerken |
13 uur per jaar |
Resultaat: de bewoner beschikt over schone en draagbare kleding |
||
Gemiddelde situatie |
Overname was 1-p huishouden (2 x per week) |
30 uur per jaar |
|
Overname was 2-p huishouden (2,5 x per week) |
37 uur per jaar |
|
Overname strijken 1 of 2-p huishouden |
17 uur per jaar |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk |
per situatie afhankelijk |
Meer inzet |
Extra wasmachine per week t.g.v. beperkingen en belemmeringen |
14 uur per jaar |
Resultaat: er is sprake van regie over het doen van het huishouden |
||
Gemiddelde situatie |
Regie over de organisatie van het huishouden, indien er geen sprake is van overname. |
26 uur per jaar |
|
Advies, instructie en voorlichting (duur 6 weken) |
9 uur totaal |
|
Aanleren van vaardigheden (duur 6 weken) |
9 uur totaal |
Minder inzet |
Eigen mogelijkheden, incl. leefeenheid of netwerk |
per situatie afhankelijk |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl