Regeling vervalt per 31-12-2026

Nadere regels energiebesparende maatregelen maatschappelijke accommodaties gemeente Midden-Groningen 2023

Geldend van 13-06-2023 t/m 30-12-2026

Intitulé

Nadere regels energiebesparende maatregelen maatschappelijke accommodaties gemeente Midden-Groningen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

besluit de Nadere regels energiebesparende maatregelen maatschappelijke accommodaties gemeente Midden-Groningen 2023 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: de rechtsgeldige vertegenwoordiger(s) van een stichting of vereniging als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

  • d.

    maatschappelijke accommodatie: een gebouw in de gemeente Midden-Groningen waarin maatschappelijke diensten aan inwoners worden verleend of door inwoners zelf worden gecreëerd.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor maatregelen voor energiebesparing aan of in een maatschappelijke accommodatie in de gemeente Midden-Groningen die in eigendom is van een vereniging of stichting als bedoeld in artikel 4.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan subsidie eveneens worden verstrekt voor zonnepanelen op het dak van een door de gemeente verhuurde maatschappelijke accommodatie die in gebruik, maar niet in eigendom is van een vereniging of stichting als bedoeld in artikel 4, mits deze schriftelijk toestemming heeft van de gemeente.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Uitsluitend verenigingen of stichtingen zonder winstoogmerk komen in aanmerking voor een subsidie op grond van deze nadere regels.

  • 2.

    De verenigingen of stichtingen als bedoeld in het eerste lid komen uitsluitend in aanmerking voor een subsidie als zij behoren tot 1 of meer van de volgende categorieën:

    • a.

      sportverenigingen die zijn aangesloten bij een overkoepelende organisatie van breedtesportverenigingen of – organisaties, die rechtstreeks is aangesloten bij het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (sportbond);

    • b.

      dorpshuizen en wijkcentra;

    • c.

      organisaties met een culturele doelstelling (ook musea), mits openbaar toegankelijk. Deze organisaties dienen op de datum waarop de aanvraag wordt ingediend aangesloten, of erkend te zijn bij de specifieke landelijke of provinciale steuninstellingen.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Kosten voor energiebesparende maatregelen als bedoeld in bijlage 1 komen in aanmerking voor subsidiëring. Kosten voor een verduurzamingsplan of energieadvies als bedoeld in artikel 8, tweede lid komen eveneens in aanmerking voor subsidiëring, tenzij de aanvrager het verduurzamingsplan of energieadvies kosteloos kan verkrijgen.

  • 2.

    Als een maatregel als bedoeld in bijlage 1 niet volledig gerealiseerd kan worden of aanvrager een niet benoemde maatregel wenselijk acht, kan de aanvrager gemotiveerd afwijken.

  • 3.

    Voor subsidie komen de in redelijkheid gemaakte kosten (inclusief btw) in aanmerking die direct verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteiten. Dit zijn kosten voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van de energiebesparende maatregelen.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 30% van de subsidiabele kosten van de activiteiten als bedoeld in artikel 3. De kosten voor een verduurzamingsplan of energieadvies als bedoeld in artikel 8, tweede lid, zijn volledig subsidiabel.

  • 2.

    De subsidiabele kosten dienen minimaal € 5.000 te bedragen. Als de subsidiabele kosten minder dan € 5.000 bedragen, wordt de subsidie geweigerd.

  • 3.

    De totale subsidie bedraagt maximaal € 25.000.

Artikel 7 Wijze van verdeling

Aanvragen worden volledig gehonoreerd tot de aanvraag waarmee het subsidieplafond wordt bereikt. Die aanvraag wordt gehonoreerd tot aan het plafond. Latere aanvragen worden geweigerd.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Uitsluitend de rechtsgeldige vertegenwoordiger(s) van verenigingen of stichtingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid kunnen een aanvraag indienen voor een subsidie op grond van deze nadere regels.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid geschiedt met:

    • a.

      een door het college vastgesteld aanvraagformulier, en:

    • b.

      een door de aanvrager ondertekend verduurzamingsplan of energieadvies, en:

    • c.

      een begroting voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3, en:

    • d.

      een offerte voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3.

  • 3.

    Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid geschiedt met:

    • a.

      een door het college vastgesteld aanvraagformulier, en:

    • b.

      een begroting voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid en:

    • c.

      een offerte voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en:

    • d.

      een document waaruit toestemming van de eigenaar van de accommodatie blijkt. Het document als bedoeld in de eerste volzin is gedateerd, bevat een beschrijving waaruit de toestemming ondubbelzinnig blijkt en het adres van de maatschappelijke accommodatie waarvoor deze toestemming wordt gegeven.

  • 4.

    In afwijking van artikel 6, tweede lid van de ASV bevat het verduurzamingsplan of energieadvies een besparingsplan en financieel plan met het gevraagde subsidiebedrag.

  • 5.

    Een aanvrager kan maximaal eenmaal per kalenderjaar een subsidie op grond van deze nadere regels aanvragen. Artikel 6, tweede lid is van toepassing op elke aanvraag afzonderlijk en artikel 6, derde lid op alle aanvragen gezamenlijk.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Conform artikel 7, derde lid van de ASV kan een subsidieaanvraag worden ingediend uiterlijk 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Aanvragen kunnen tot uiterlijk 31 december 2025 worden ingediend.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1.

    Conform artikel 8, tweede lid van de ASV beslist het college op een aanvraag om subsidie binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Indien de aanvraag niet compleet is, krijgt de aanvrager een hersteltermijn van 2 weken om de aanvraag compleet te maken. Indien de aanvrager dit nalaat, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden

Op basis van artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvrager is begonnen met het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van energiebesparende maatregelen voordat hij een aanvraag voor subsidie heeft ingediend;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of belang van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne;

  • c.

    de kosten naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot de activiteiten, en/of:

  • d.

    de aanvraag na 31 december 2025 is ingediend.

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1.

    De energiebesparende maatregelen dienen binnen 1 jaar nadat de subsidie is verleend te zijn uitgevoerd of binnen die termijn dient schriftelijk hiertoe opdracht te zijn gegeven.

  • 2.

    Als niet aan de verplichting als bedoeld in het eerste lid is voldaan, kan de verlening worden ingetrokken en het voorschot worden teruggevorderd.

Artikel 13 Verantwoording

Op basis van het eerste zinsdeel van artikel 10 van de ASV dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na uitvoering van de activiteiten een aanvraag tot subsidievaststelling in, waarbij hij facturen voor de uitgevoerde activiteiten overlegt.

Artikel 14 Subsidievaststelling

Het college stelt de subsidie conform artikel 16 van de ASV vast.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels energiebesparende maatregelen maatschappelijke accommodaties gemeente Midden-Groningen 2023.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en vervallen op 31 december 2026, met dien verstande dat ze van toepassing blijven op subsidies die op basis van deze nadere regels zijn verleend.

  • 3.

    Bijlage 1 bij deze nadere regels maakt integraal onderdeel uit van deze nadere regels.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 6 juni 2023.

Burgemeester

Gemeentesecretaris

Bijlage 1 Lijst met energiebesparende maatregelen

  • 1.

    Dakisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)

  • 2.

    Vloerisolatie (Rc ≥ 2,5 m² K/W)

  • 3.

    Spouwmuurisolatie (Rc ≥ 1,1 m² K/W)

  • 4.

    Paneelisolatie (Rc ≥ 2,5 m² K/W)

  • 5.

    Isolatie massieve muur (Rc ≥ 2,5 m² K/W)

  • 6.

    Bodemisolatie (Rc ≥ 2,5 m² K/W)

  • 7.

    HR++glas (Uglas ≤ 1,2 W/ m²)

  • 8.

    Raamkozijn en/of gevelbekleding bij het vervangen van glas

  • 9.

    Hybride warmtepomp

  • 10.

    Warmtepompboiler

  • 11.

    Zonneboilersysteem

  • 12.

    Warmteterugwinning douche

  • 13.

    Ventilatiesysteem met minimaal 90% warmteterugwinning

  • 14.

    Zonnepanelen

  • 15.

    Led-(veld)verlichting

Toelichting

Isolatiewaardes dak, vloer, spouw, paneel en bodem (punt 1,2,3,4,5 en 6): In de maatregelenlijst zijn voor isolatie minimale Rc-waarden vermeld. De Rc-waarde staat voor de warmteweerstand van het materiaal. Hoe hoger de Rc-waarde hoe beter de isolatie. De hier vereiste minimale waarden betreffen de isolatiewaarden van de toegepaste isolatiematerialen.

De U-waarde HR++glas (punt 7) wordt onder andere bepaald door de dikte van de glaslagen, de dikte van de spouw tussen de glaslagen, het soort gas van de vulling en de al of niet aanwezige coating van het glas. Indien het voor de plaatsing van HR++- of triple glas wenselijk is nieuwe ramen of kozijnen te plaatsen en/of gedeeltelijke aan te passen, of aanpassing nodig is van reeds aanwezige gevelbekleding, dan vallen deze kosten ook onder de subsidieregeling.