Handboek Horeca Gorinchem

Geldend van 13-06-2023 t/m heden

Intitulé

Handboek Horeca Gorinchem

Inleiding

De gemeente Gorinchem heeft ruim 38.500 inwoners en is in 2021 vestingstad van het jaar geworden, een mooie opsteker voor een mooie stad. Gorinchem heeft onder andere een bruisend en groot horeca aanbod en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor ondernemers. Dat willen we graag zo houden.

In de komende periode wordt gewerkt aan en met het coalitieakkoord Gorinchem 2022 - 2026, ‘Voor Gorinchem!’

Eén van de concrete voornemens is: ‘We zetten ons als gemeente actief in voor het verkleinen van het kernwinkelgebied. Via trajecten als ‘Warenhuis Gorinchem’ en de doorontwikkeling van Gorinchem Citymarketing werken we aan een aantrekkelijke stad en ontdekken we ook wat voor bedrijven en horeca van belang is voor vestiging en succes in Gorinchem. Waar mogelijk en nodig kunnen we daar als gemeente verder actie op ondernemen

Om horecabedrijven te mogen exploiteren moet er aan wet- en regelgeving worden voldaan. Het begint met een toets aan het bestemmingsplan en eindigt met vergunningen. De overheid, ook de gemeente, wil met regels sturen op de locatie, het soort en de manier waarop horeca zich mag en kan vestigen. Daarnaast is een zuivere, integere en eerlijke branche in het belang van ons allemaal. Gebleken is dat die regels niet voor iedereen vindbaar en/of duidelijk zijn. Ook het proces om tot vergunningen te komen blijkt niet zo vanzelfsprekend. Daarmee is de vraag om een handboek geboren. We geven daar graag invulling aan zodat ondernemers en instellingen weten waar ze aan toe zijn. Bij wijzigingen in het bedrijf of bij het vestigen en/of starten van een horecabedrijf.

Het handboek, waarin ook het toetsingskader en handhavingsbeleid zit, is een naslagwerk voor alle betrokkenen. Het bevat de uitwerking van het geldende beleid en de wet- en regelgeving. Het geeft aan wat kan, onder voorwaarden kan, of niet kan. Bij horeca gaat het dan over de bestemming, de ruimtelijke indeling, het soort gebruik, de alcoholverstrekking, de milieueisen, de integriteit en uiteindelijk de openbare orde en leefomgeving. Al die informatie is nodig om inzicht en begrip te hebben voor welke regels er zijn, waar je rekening mee moet houden en om te laten zien waar de gemeente mee moet werken. Een deel betreft landelijke regels die zijn opgelegd een ander deel is door de gemeente zelf vastgesteld.

Als u de inhoudsopgave ziet blijkt dat er best veel komt kijken om een horecabedrijf te kunnen starten. Zeker bij nieuwe locaties, al dan niet met een terras. In een monumentale en compacte stad als Gorinchem is maatwerk van belang, zowel voor de horecaondernemer om te weten wat wel en niet kan, als ook voor de omgeving, vaak detailhandel en woningen. Samen willen we, met respect voor elkaars wensen en belangen, onze stad zo aantrekkelijk mogelijk maken.

1. Horeca: de basis

In de vastgestelde visie van de stad is gekozen voor de richting: ‘‘open vesting”. Deze visie geeft duidelijke kaders waarbinnen we kunnen en moeten werken. Bij nieuwe initiatieven geeft het de richting aan wat gewenst en/of mogelijk is. Gemeente Gorinchem wil een stad zijn die openstaat voor haar omgeving en actief inspeelt op ontwikkelingen.

Om goed in contact te blijven met de horeca zijn er vaste overlegmomenten. Uiteraard onderhouden de ambtenaren ook contact met de ondernemers naar aanleiding van reguliere vragen, aanvragen en ontwikkelingen. In de afgelopen coronaperiode is er met regelmaat afgestemd met elkaar vanwege de landelijk bepaalde regels die, door omstandigheden van de pandemie, vaak wisselden. We kunnen nog niet concreet voorzien wat voor impact de crisis uiteindelijk heeft gehad op de horeca en nog zal hebben. We onderhouden daarover contact.

Koninklijke Horeca Nederland is, via de regiomanager, ook aangehaakt. De regiomanager kan gevraagd en ongevraagd advies geven. Tenminste twee keer per jaar is er een horecaoverleg waarbij de wethouder Economie en de burgemeester aansluiten. Voor para commerciële horeca worden ook overlegmomenten geïnitieerd als daar reden voor is.

De branche bedenkt nieuwe mogelijkheden en zorgt ook regelmatig voor creatieve en unieke concepten. Als gemeente moeten we daarin meedenken en ook aangever durven zijn. Bij elke aanvraag moet dus goed gekeken worden naar de specifieke omstandigheden van de situatie waarin het bedrijf zich bevindt. Meer dan ooit realiseren wij ons dat dit noodzakelijk is voor de continuering van een gezonde horecabranche en een gewenst voorzieningenniveau in onze stad.

1.1 Het huidige horecabeleid

We werken met, en binnen de kaders van, het huidige horecabeleid van Gorinchem. Het handboek is dus geen nieuw beleid maar geeft uitleg over het bestaande beleid.

Er is een Drank- en Horecaverordening van 2014, een ‘Terrassennota gemeente Gorinchem’ en een ‘Preventie- en handhavingsplan alcohol 2020-2024’.

Het is wenselijk deze kaders te kennen en consequent toe te passen. Om je beleidsdoelen te realiseren is het ook noodzakelijk het toezicht uit te voeren waar nodig en dat gebeurt ook. High trust high penalty is daarbij de gewenste manier van optreden. De actualiteit en kwaliteit van de vergunningen is belangrijk en de verantwoordelijkheid van de ondernemers en de gemeente samen.

1.1.1 Horecabedrijven: het aanbod

Er zijn, op 1-1-2022, 195 vergunde horecabedrijven in Gorinchem, 52 vergunde para commerciële instellingen (met horeca) en 6 vergunde slijtersbedrijven. Natuurlijk wil de gemeente het horeca aanbod behouden en/of uitbreiden waar dat kan en gewenst is. Een mooi voorbeeld van een groots en gevarieerd aanbod van horeca is te vinden op de Grote Markt.

Om het horecaoverzicht actueel te houden en de vergunningen op orde, zijn kennis van regels en elkaar goed informeren van belang. Daar zijn we samen verantwoordelijk voor. De gemeente zal zo nu en dan administratieve controles houden en waar nodig contact opnemen met betrokkenen.

Openingstijden reguliere horecabedrijven

Volgens de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn openbare inrichtingen gesloten tussen 02.00 uur en 06.00 uur (sluitingstijd, art. 2:29 APV). De uiterste sluitingstijd van horeca is dus 02:00 uur. De openingstijden van terrassen kennen een apart regime, zie hoofdstuk 2.

Schenktijden para commerciële horecabedrijven

Er is ook een apart regime voor de schenktijden van alcoholhoudende dranken bij de para commerciële horecabedrijven. Anders dan de openingstijden, gaat het hier om de tijden waarbinnen alcoholhoudende drank mag worden verstrekt. In de Verordening Alcoholwet wordt aangegeven welke schenktijden gelden. Daarbij zijn de schenktijden afhankelijk van de activiteit van de para commerciële instelling. De schenktijden kunnen echter nooit later zijn dan de sluitingstijden van de instelling.

1.1.2 Overnachtingsmogelijkheden

Gorinchem heeft een goed aanbod op het gebied van de hotelsector, we kennen op dit moment een zestal locaties. Er is ook een beperkt aantal overnachtingsmogelijkheden in de vorm van het concept Bed & Breakfast in de gemeente.

1.1.3 Overige horeca en bepalingen daarover

Specifieke hotels exploitatievergunning plichtig:

APV: Hotels, waar uitsluitend voor de hotelgasten dranken worden geserveerd en/of eetwaren verstrekt, zijn exploitatievergunning plichtig volgens onze APV.

Altijd vergunningplicht bij verstrekken alcoholhoudende drank:

Daar waar alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, is wel een vergunning nodig op basis van de Alcoholwet.

Waterpijpcafé

In de gemeente Gorinchem valt een waterpijpcafé onder een inrichting met een exploitatievergunningplicht APV.

Coffeeshops

In de gemeente Gorinchem vallen coffeeshops onder een inrichting met een exploitatievergunningplicht APV. Het aantal coffeeshops in Gorinchem bedraagt momenteel drie.

Uit de voorschriften bij een exploitatievergunning blijkt, dat in de vergunde inrichting de verkoop van softdrugs onder voorwaarden wordt gedoogd.

Overige lokalen

De voor het publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven worden onderverdeeld in:

  • De vergunning plichtige lokalen, zoals o.a. cafés, restaurants, en de meeste cafetaria’s;

  • De niet‐vergunning plichtige lokalen, zoals o.a. supermarkten, kapsalons, nagelstudio’s, bel‐ en internetwinkels.

Smartshops-Headshops vallen ook onder de voor het publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven. Een smartshop is een locatie waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, psychoactieve substanties, waaronder niet-traditionele genotmiddelen op natuurlijke basis en gerelateerde literatuur en accessoires worden bereidt, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervaardigd of voorhandenzijn.

1.2 Ontwikkelingen

In de Gorinchemse omgevingsvisie worden de plannen voor de leefomgeving vastgelegd tot 2050. Er is dus een duidelijk relatie tussen de visie GO2032 en dit traject. We kennen ook een project om een aantrekkelijke en economisch vitale binnenstad te behouden met daarbij een zonering van het kernwinkelgebied.

1.2.1 De Gorinchemse omgevingsvisie

Naast de visie van de Stad, de koers die we hebben ingezet, loopt er ook een traject voor het vaststellen van de omgevingsvisie waarin plannen voor de leefomgeving vast worden gelegd tot 2050. Inmiddels zijn de voorlopige omgevingsvisiekaarten van verschillende gebieden in Gorinchem met de gemeenteraad besproken. Het gaat om de plekken:

  • Spoorzone (stationsgebied en Schelluinsestraat);

  • Binnenstad;

  • Lingeoevers;

  • Gorinchem Noord.

    Het is goed op de hoogte te zijn van deze ontwikkelingen.

1.2.2 Kernwinkelgebied binnenstad Gorinchem

Eind 2021 is het kernwinkelgebied en verkleuringsgebied met vijf te versterken deelgebieden vastgesteld met als doel de lokale economie te verstevigen. Het doel is om een compact, toekomstbestendig en kwalitatief hoogwaardig winkelgebied, zonder structurele leegstand te realiseren.

Een levendig centrum is belangrijk en waardevol voor onze stad en de regio. Om te zorgen dat onze binnenstad deze rol nog beter gaat vervullen werken vastgoedeigenaren en de stichting Binnenstad management (BSM) samen aan een plan om te komen tot een compact centrum. BSM is een samenwerking tussen vastgoedeigenaren, Hartje Gorcum en de gemeente. Functies zoals winkels, horeca, cultuur of wonen worden meer geconcentreerd en daarmee voorkom je leegstand. Als bezoeker van de stad beleef je daardoor een levendig en gezellig winkelcentrum.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen het ‘kernwinkelgebied’ (A) en het ‘verkleuringsgebied’ (B t/m G). Binnen het ‘verkleuringsgebied’ zijn vijf te versterken deelgebieden aangegeven (B t/m F).

afbeelding binnen de regeling

2. Terrassen

2.1 Handboek geeft uitleg

Met de uitwerking in dit handboek geven we uitleg over hoe de terrassen nu zijn gecategoriseerd en wat dat betekent in de praktijk.

Er is, zo blijkt, een groei van bezoekers bij de terrassen in de binnenstad. Deels al ingezet voor corona en in die periode verder verstrekt. Dit is economisch gezien een positieve ontwikkeling, maar daardoor wordt er wel een grote(re) druk op de beschikbare voorzieningen uitgeoefend. Het is dus belangrijk om dit blijvend goed met elkaar in te regelen en af te bakenen, zodat we tot een optimalisering van de terrasvoorzieningen, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin, kunnen komen. Het kan zijn dat besloten wordt een nieuw terrasbeleid te gaan ontwikkelen, dat is nu nog niet het geval.

2.1.1 Exploitatie terras horeca-inrichting of sociaal-cultureel centrum versus een evenement

Het is van belang dat we helder hebben wat reguliere horeca is inclusief gebruik terras en wanneer het om een evenement gaat. Bij een evenement gelden namelijk andere regels dan voor de reguliere horeca. De gemeente kan sturen via de evenementenvergunning en ook via de terrasvoorwaarden en voorschriften.

Voor activiteiten en festiviteiten in een horeca-inrichting, dus inclusief terras, of sociaal-cultureel centrum is geen evenementenvergunning vereist, mits het gebruik past binnen het gebruik van de betreffende inrichting. Let wel bij regulier gebruik terras is geen versterkte muziek toegestaan.

Een andere, meer incidenteel plaatsvindende activiteit dan het gelegenheid geven tot dansen (bijv. het optreden van een bekende band, een houseparty, optreden van een bekende dj), kan wel als een evenement worden aangemerkt. Het gaat dan om een activiteit die niet behoort tot de normale bedrijfsvoering.

Dit is ook het geval als er in een inrichting activiteiten plaatsvinden die een zodanige uitstraling op de omgeving hebben, dat voorschriften of beperkingen gesteld moeten worden in het kader van de openbare orde en veiligheid. Denk hierbij aan het aanstellen van extra beveiligers of verkeersregelaars om een en ander in goede banen te leiden of het creëren van extra parkeerplaatsen vanwege de grote toeloop.

We gaan voor ruimtelijke kwaliteit en willen verrommeling voorkomen.

De punten waar een aanvraag terras aan moet voldoen, worden in dit hoofdstuk opgesomd. Juist vanwege de impact op de openbare ruimte, het verkeer en de leefomgeving is er een toetsingsmoment nodig waarmee de beoordeling kan worden uitgevoerd.

In de APV is bepaald dat een terras niet mag/kan als:

  • het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

  • het beoogde gebruik een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg of;

  • het beoogde gebruik afbreuk doet aan andere publieke functies van de weg, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.

Terrasseizoen

Horecabedrijven mogen hun terras gedurende het gehele jaar exploiteren, met inachtneming van de beperkingen zoals opgenomen bij de specifieke regelgeving per type terras in de Terrassennota gemeente Gorinchem (vastgesteld door het college en in werking getreden op 2 maart 2016).

Terras in de praktijk en toegankelijkheid

Het terras maakt onderdeel uit van de horeca-inrichting. Een terras, zo staat in de Terrassennota gemeente Gorinchem, is: “een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden verstrekt.”

  • Een terras is mogelijk als het past qua bestemming, leefbaarheid en iets toevoegt aan de levendigheid.

  • Het terras mag toegankelijkheid van de openbare ruimte niet in de weg staan.

  • Het terras zelf moet zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor alle gasten.

De vergunning

We kennen drie variabelen voor terrassen. Terras bij een horecabedrijf met alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, terras bij een horecabedrijf zonder alcoholhoudende drank en een terras bij een winkel, zonder alcoholhoudende drank (8.1.1 VFL).

  • Voor het plaatsen van een terras is op grond van artikel 2:28 van de APV een exploitatievergunning nodig;

  • Daarnaast dient, in het geval er alcoholhoudende drank op het terras wordt geschonken, het terras vermeld te worden op de vergunning, ingevolge de Alcoholwet.

Sluitingstijd terras

De sluitingstijd van terrassen is in de binnenstad en Buiten de Waterpoort tussen 00.00 uur en 09.00 uur en op overige locaties binnen de bebouwde kom tussen 22.00 uur en 09.00 uur.

De afbakening van het terras

Het blijkt nodig om een terras te markeren. Naast de terrastekening ziet de ondernemer, de gast en de voorbijganger waar een terras mag zijn en waar niet. Soms is het zo dat de grens van een terras blijkt uit de toegepaste bestrating. De plek waar het terras overgaat in een andere bestrating, of waar een andere kleur bestrating wordt gebruikt, is dan de zichtbare grens van het terras. Als dit niet het geval is, wordt, voor de precieze afbakening van het terras, gebruik gemaakt van een door de gemeente aangebrachte markering (‘punaises’).

Uiterlijk aanzien

Een verzorgd uiterlijk van het terras is het uitgangspunt. Een terras dient een positieve bijdrage te leveren aan de openbare ruimte en dient geen onevenredige afbreuk te doen aan de architectuur, beschermde waarden van een monument, de omliggende panden en aan het straat‐ en stadsbeeld ter plaatse.

Een terras bestaat in beginsel uit los meubilair (tafels, stoelen) eventueel aangevuld met parasols en terrasafscheidingen. Niet toegestaan zijn overige voorwerpen zoals spandoeken, vlonders, hekwerken e.d.

Het terrasmeubilair is bedoeld voor een extra zitgelegenheid buiten de inrichting, sfeer verhogend en een andere/aanvullende beleving. Daarbij moet het terras een kwalitatief goede uitstraling hebben. Belangrijk is dat hierbij aansluiting gezocht moet worden met het “beeldkwaliteitsplan Binnenstad Gorinchem.” Er dient o.a. gekeken te worden of het uiterlijk aanzien van het terras in overeenstemming is met de omliggende monumenten.

Meubilair buiten sluitingstijd en voorwaarden winterterrassen

Na sluitingstijd van het terras mag het terrasmeubilair buiten blijven staan. In de gemeente Gorinchem geldt het volgende:

Terrasmeubilair moet na sluitingstijd vastgeketend zijn.

Bij (aanhoudende) overlast (o.a. geluid, vernieling, e.d.) kunnen er extra voorschriften worden opgelegd. Een voorbeeld is dat het terrasmeubilair opgestapeld moet worden en/of binnen in de inrichting geplaatst moet worden.

Als een horecabedrijf het hele jaar door een terras exploiteert, dan gelden er extra voorschriften voor de periode gebruik “winterterrassen”. Terrasverwarming is het hele jaar door uitsluitend toegestaan bij gevelterrassen, zo is in de terrasnota opgenomen. Bij het verwarmen van terrassen gelden brandveiligheidseisen. De brandweer zal advies geven bij de aanvraag en nagaan of het deugdelijk is geïnstalleerd. Winterterrassen mogen geen permanente fysieke uitbreiding betekenen van de horecagelegenheid en daarmee een horecalokaliteit vormen.

Als een exploitant een verwarmd gevelterras wil exploiteren dan dient hij dit te melden bij de gemeente.

Geluid

Het Activiteitenbesluit milieubeheer beschermt omwonenden tegen geluid afkomstig van horeca-inrichtingen, dus inclusief terras. De standaardgeluidsnormen van het Activiteitenbesluit gelden voor zowel bestaande als nieuwe horeca-inrichtingen. Gemeente Gorinchem kan technische voorschriften stellen aan een inrichting om aan de geldende geluidsnormen te voldoen. De gemeente kan ook hogere of lagere geluidsnormen opleggen onder bepaalde omstandigheden.

Al het geluid dat door de inrichting wordt gemaakt valt in beginsel onder de geluidsnormen. Het stemgeluid dat door personen op een onverwarmd en onoverdekt terras dat aan de straat of een andere openbare ruimte is gelegen wordt veroorzaakt, mag bij het bepalen van het geluidsniveau buiten beschouwing worden gelaten. Voor het stemgeluid veroorzaakt door bezoekers op een verwarmd of overdekt terras gelden de standaard geluidsnormen.

De eigenaar van de inrichting, zowel in de binnenstad als eigenaren van inrichtingen op overige locaties, moeten ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding doen aan het college.

Bereikbaarheid in de openbare ruimte en toegankelijkheid voetgangers

Zoals gezegd, naast wenselijkheid van terrassen en het zijn van een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering, is het ook zaak oog te houden voor het reguliere gebruik en de toegankelijkheid van de openbare ruimte. Hiervoor gelden de volgende criteria bij en rondom terrassen:

  • De vrije loopruimte voor het publiek is minimaal 1.20 meter;

  • De exacte locatie en afmetingen van een terras worden in de exploitatievergunning vastgelegd;

  • Het ruimtelijke karakter van de straat en/of plein zijn medebepalend voor de toedeling van een terras.;

  • Terrasoverkappingen (parasols, uitvalschermen en andere dakconstructies) moeten een vrije doorloophoogte van minimaal 2.20 meter hebben. Bij parasols is dit inclusief een eventueel aan te brengen volant van maximaal 20 cm;

  • Terrasoverkappingen (parasols, uitvalschermen en andere dakconstructies) mogen niet over de terrasbegrenzing heen steken.;

  • De benodigde vrije doorgangsruimte voor hulpdiensten is 3,5 meter;

  • De terrasconstructie moet eenvoudig verwijderbaar zijn i.v.m. bereikbaarheid van de inspectie en (vervangings)werkzaamheden van de ondergronds gelegen kabels, leidingen en overige voorzieningen.

2.2 Uitbereiding terrassen is een reguliere aanvraag

Steeds meer horecazaken hebben een (nieuw) terras en/of een tijdelijk vergroot terras. Er is ook vraag om verkregen (tijdelijke) uitbreidingen te mogen houden en zaken waar dat nog niet het geval is te mogen aanvragen. Hierdoor neemt de druk op de openbare ruimte toe.

Uitbreiding bestaand terras:

Voor een uitbreiding van het bestaand terras kan een wijziging van de exploitatievergunning worden aangevraagd. We hanteren bij een aanvraag dezelfde toetsingscriteria als bij een eerste aanvraag voor een terras. Uiteraard moet het terras passen binnen de visie van de stad. Een uitbreiding van het bestaand terras betekent ook een nieuw (hoger) bedrag precario.

2.3 Overkappingen en verankerde terrasschermen

Door de wens om het hele jaar een terras te kunnen exploiteren is er ook vraag naar vaste- en weersbestendige oplossingen. De basis van terrassen is een open (tijdelijk) karakter en opruimbaarheid na gebruik. Zeker in een compacte binnenstad met monumenten is het geen vanzelfsprekendheid dat hieraan medewerking kan worden verleend. Voor het plaatsen van een overkapping die meer is dan een verplaatsbare parasol, andere opstallen, of een los terrasscherm geldt een omgevingsvergunningplicht.

2.4 Terrasverwarming

Terrasverwarmers worden steeds vaker gebruikt om het terrasseizoen te verlengen en de gasten een prettig verblijf te bieden. Maatschappelijk is er een discussie over energieverspilling en er wordt soms over een algeheel verbod nagedacht. De Raad van State oordeelde dat er geen algeheel verbod mag komen.

Bij het bepalen of er wel of geen terrasverwarming mag worden geplaatst, wordt er een belangenafweging gedaan in het kader van de openbare orde, volksgezondheid en milieu. De basis moet eerst op orde zijn.

Er moet ook rekening worden gehouden met de belangen van de exploitant en de belangen van de omwonenden.

In Gorinchem is terrasverwarming alleen toegestaan bij gevelterrassen.

Brandveiligheid

Om te zorgen dat het gebruik van terrasverwarming brandveilig is, moet de terrasverwarming op de door de leverancier voorgeschreven hoogte geplaatst worden. Er moet ook voldoende afstand zijn tussen de verwarming en het plafond. Bij het plaatsen en onderhouden van gasgestookte gevelverwarming is het verstandig om gebruik te maken van een vakkundig en erkend bedrijf. Bij gasheaters moet er ook voldoende ruimte zijn voor ventilatie en afkoeling. Er mag daarom niks geplaatst worden op een meter afstand in het stralingsgebied van de gasheater. Ook mag gasgestookte terrasverarming niet in een gesloten ruimte gebruikt worden.

Milieubewuste alternatieven

Het is belangrijk bewust keuzes te maken of terrasverwarming echt nodig is of alternatieven ook een oplossing kunnen zijn. De markt heeft al enkele zaken ontwikkeld en die geven we graag mee.

Verwarmde kussens kunnen als alternatief worden gebruikt. De kussens bevatten warmte elementen die door middel van sensoren aan gaan wanneer iemand erop of tegenaan gaat zitten. De kussens werken met een batterij.

Een andere mogelijkheid is een elektrische deken met zit- en rug verwarming. De dekens kunnen over een bank of een stoel gelegd worden en werken ook met een batterij.

Er zijn ook warmtetafels die warmte-elementen hebben in de tafelpoten. De warmtetafels zijn aangesloten op het elektriciteitsnet. Ook gewone dekens en kussens, zonder additionele verwarming kunnen soms genoeg zijn voor bezoekers om het warm te krijgen en de sfeer te verhogen. De verdere terrasinrichting, ligging en voorlichting aan klanten om zich warm te kleden, dragen ook bij.

Geluid bij verwarmde terrassen

Terrasverwarming heeft ook gevolgen voor het meten van stemgeluid in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Wanneer een terras verwarmd en/of omsloten is, wordt er bij het meten van geluidsoverlast ook de geluidsproductie van stemgeluid gemeten en meegenomen in de beoordeling.

2.5 Overzicht: het toetsingskader terrassen

Het exploiteren van terrassen is bijna iets vanzelfsprekends geworden. Daar waar mogelijk werken we graag mee. We wegen daarbij alle belangen af. Die van de exploitant, maar ook die van winkeliers en omwonenden. De basis is meestal het horecabedrijf, en die mogelijkheden tot vestiging staan opgenoemd in hoofdstuk 1, Horeca: de basis. Om op een vergunningsvraag positief te kunnen beslissen mag er geen strijd zijn met het basis toetsingskader APV, openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, bescherming milieu en het woon- en leefklimaat (zie 6.4).

Omdat we geen eenvoudige “Terraswet” kennen en de verschillende onderdelen in verschillende wet- en regelgeving is belegd, is het geen eenvoudige opgave om aan de voorkant eenvoudig te zien wat kan en mag. Ook hier geldt dat we bij vergunningsaanvragen al die facetten (laten) beoordelen om tot een evenwichtig en houdbaar besluit te komen.

Terrassen: waar mogelijk werken we graag mee, waar significante belemmeringen zijn kan het niet.

Om inzicht te krijgen hier de opsomming van het toetsingskader.

Toetskader Terrassen

Onderwerp-vraag

Geregeld in:

Basiseis

Is er sprake van een vergunde horeca-inrichting?

Zonder exploitatie van een horecabedrijf, al dan niet met alcohol, geen terrasvergunning mogelijk, behalve bij ondergeschikte horeca. (APV)

Bestemmingsplan

Kan het terras op deze specifieke locatie?

Weigeringsgrond APV

Ruimte

Is deze ruimte voor andere doeleinden in gebruik (gemeente/provincie)?

Weigeringsgrond APV

Ruimte en beheer

Is het terras een belemmering voor doelmatig beheer en onderhoud?

Weigeringsgrond APV

Ruimte en het gebruik

Brengt gebruik schade mee dan wel gevaar gebruik ruimte?

Weigeringsgrond APV

Verrommeling

Veroorzaakt het terras een verrommeling van de omgeving?

Negatief advies kwaliteitsteam = mogelijke weigering vergunning

Leefbaarheid

Heeft het terras een negatieve invloed op de leefbaarheid?

Weigeringsgrond APV

Levendigheid

Voegt het terras iets toe aan de levendigheid?

Zo niet, negatief advies kwaliteitsteam = mogelijke weigering vergunning

Inclusiviteit

Is het terras bereikbaar voor alle gasten?

Zo niet, negatief advies kwaliteitsteam = mogelijke weigering vergunning

Situering bij horeca-exploitatie

Aansluitend aan de gevel horeca-inrichting.

Niet of breder dan gevel: mogelijk een weigeringsgrond APV (afhankelijk overige punten)

Uiterlijk aanzien: positieve bijdrage openbare ruimte/stadsbeeld

Toegestaan zijn tafels, stoelen, parasols en terrasafscheidingen.

Bij niet voldoen aan beeldkwaliteitsplan: mogelijke weigering vergunning

Terrastijden

Openingstijden gebruik: 9.00 uur tot 24.00 uur, behoudens zondag, dan van 10.00 uur tot 24.00 uur.

Daarbuiten weigering APV.

Let wel: Zondagswet, geen gerucht nabij een kerk

Markeren terras

Is de maatvoering terras niet duidelijk a.d.h.v. bestrating/ondergrond?;

Punaises

Bij overschrijding gebruik m²

Kan handhavend worden opgetreden

Aanzien terras

  • Afscheiding gedekte kleur;

  • Parasol niet groter dan terras;

  • Geen schreeuwende of dominante reclame/evenwicht omgeving;

  • Schoon en verzorgd.

Zo niet, negatief advies = mogelijke weigering vergunning

Meubilair na sluit

Meubilair mag buiten blijven staan mits vastgeketend.

Nadere regels bij afwijken en overlast: stapelen of binnen opslaan

Geluid

Activiteitenbesluit

Stemgeluid mag niet voor overlast zorgen, plicht voor exploitant hiertegen op te treden.

Toezicht en handhaving bij signalen en klachten. Geen weigeringsgrond vooraf

Bereikbaarheid

  • Obstakelvrije loopruimte voetgangers, 1.50 meter;

  • Logische looproute bij meerdere terrassen;

  • Minimale afstand terras en rijbaan, 0.60 m;

  • Gegarandeerd doorgang bevoorrading;

  • Openbare voorzieningen blijven bereikbaar en te gebruiken;

  • Doorgang (hulp)diensten gegarandeerd, ook bij draaien, o.a. 4,00 meter hoog en 3,50 meter breed.

Weigeringsgrond APV

Uitbreiding terras/ permanent gebruik huidige coronaterras

Mogelijk mits voldaan aan de reguliere toetsingsgronden en indienen aanvraag (uitbreiding) terrasvergunning.

Weigeringsgrond APV

3. Trends en ontwikkelingen

De landelijke trends laten zien dat door de economische- en gezondheidsperspectieven het consumentengedrag verandert. Eten en drinken was meer een vorm van vrijetijdsbesteding geworden en nu zien we weer nieuwe en andere ontwikkelingen.

Het is van belang om op tijd in te spelen op deze trends en ontwikkelingen in de horeca. Nieuwe vormen van horeca, casual dining, pop-up restaurants, afhaalconcepten en gezondheidstrends, vragen ook onze aandacht. De coronacrisis heeft bedrijven (tijdelijk) doen omschakelen en er zijn de nodige nieuwe concepten (tijdelijk) toegepast. We monitoren de blijvende veranderingen en zolang die binnen de huidige kaders passen is dat prima. Uiteraard kunnen we met maatwerk ook veel mogelijk maken.

Blurring, een mogelijke trend, wenselijk of niet is al jarenlang een landelijke discussie. Blurring is de vermenging van de horecafunctie met culturele instellingen, dienstverlening en winkels. Dit heeft een positief effect op de verblijftijd en het aantal bestedingen geven voorstanders aan. Of blurring juridisch gezien mogelijk is, is sterk afhankelijk van het bestemmingsplan. In het bestemmingplan is vastgelegd wat zich mag huisvesten in een commerciële ruimte, zoals bijvoorbeeld horeca, of detailhandel. De Alcoholwet geeft geen mogelijkheden voor het verstrekken van alcoholhoudende drank in “niet-horecabedrijven”. In november 2020 is het amendement (wijziging van de Drank- en Horecawet) over het toestaan van blurring met zwak-alcoholhoudende drank verworpen1. Hierdoor is het alleen toegestaan om alcoholvrije dranken te schenken in combinatie met een winkelfunctie of dienst.

Vanuit de consument is er steeds meer vraag naar biologische, duurzame en veganistische producten. Het op een duurzame wijze inrichten van de horeca wordt belangrijker. Dit wordt gedaan door het serveren van vegetarische en veganistische gerechten en het inkopen van producten bij de lokale agrarische sector. In juli 2021 is er een Europees verbod op plastic verpakkingsmateriaal gekomen2. De horeca zal, ook naar aanleiding van de coronaperiode, met veel afhaalhoreca verder op zoek moeten naar milieuvriendelijke verpakkingen voor maaltijdbezorging en die ook gaan toepassen. Daarnaast is het inzetten op voedselvermindering en het voorkomen van voedselverspilling een maatschappelijk initiatief wat ook bij de horecaondernemers onder de aandacht is of gebracht wordt.

4. Vergunningen horecabedrijven

In Gorinchem is een exploitatievergunning vereist voor elke exploitatie van een openbare inrichting (ook wel het horecabedrijf genoemd) waar eten en drinken voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt (artikel 2:28 APV). Uitgezonderd zijn de openbare inrichtingen in: zorginstellingen, musea, sportkantines, scholen en clubhuizen.

In het geval dat er ook alcoholhoudende drank wordt geschonken voor gebruik ter plaatse is er een vergunning op grond van de Alcoholwet nodig. Hierop bestaat geen uitzonderingsmogelijkheid.

4.1 Exploitatievergunning

Door middel van de exploitatievergunning kan er gestuurd worden op bevordering van de openbare orde, het woon- en leefklimaat, volksgezondheid en milieu en dus ook bijdragen aan een goed ondernemersklimaat in Gorinchem.

Op grond van artikel 3 van de Wet Bibob (een integriteitstoets die hoort bij de toets van de exploitatievergunning en ook de Alcoholwetvergunning) kan een vergunning worden ingetrokken of geweigerd. Hiervoor is het noodzakelijk dat er ernstig gevaar bestaat dat personen daarmee strafbare feiten plegen of dat personen uit strafbare feiten verkregen voordelen zullen benutten.

Naast een gemeentelijk onderzoek kan ook ondersteuning van het RIEC gevraagd worden. De RIEC's helpen overheidsdiensten en de maatschappij om criminele ondermijning van de samenleving tegen te gaan. Dat begint op het lokale niveau, waarbij de RIEC’s een belangrijke rol kunnen en willen vervullen. Gorinchem valt onder het RIEC-Rotterdam.

Het RIEC ondersteunt de samenwerking tussen de convenantpartners: - Gemeenten, - Provincies, - Openbaar Ministerie (OM), - Nationale Politie, - Belastingdienst, - Belastingdienst/Toeslagen, - Douane, - Fiscale inlichtingen en opsporingsdienst (FIOD), - Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), - Koninklijke Marechaussee, - Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), - Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), - Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

4.1.1 Geldigheidsduur exploitatievergunning

In Gorinchem heeft de exploitatievergunning normaliter geen tijdsbeperking. Het is echter wel een optie in bijzondere situaties zoals bij seksinrichtingen (hoofdstuk 3 APV).

Er moet een nieuwe exploitatievergunning aangevraagd worden of een wijziging doorgeven als:

  • de rechtsvorm van de exploitant van het horecabedrijf verandert;

  • er een terras geëxploiteerd gaat worden of er een uitbreiding van het terras plaatsvindt;

  • als er nieuwe activiteiten worden ondernomen die tot een andere wijze van exploitatie leiden;

  • er wijziging(en) van leidinggevende(n) is(zijn).

4.1.2 Vereisten exploitatievergunning

Een aanvraag voor een exploitatievergunning wordt geweigerd als:

  • de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het geldende bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • de exploitant of de leidinggevende niet de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;

  • de exploitant in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

  • de exploitant onder curatele staat.

Een aanvraag voor een exploitatievergunning kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd:

  • indien de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • in het geval een terras is aangevraagd, het beoogde gebruik daarvan:

  • -

    schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

  • -

    een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • -

    afbreuk doet aan andere publieke functies van de weg, inclusief de bescherming van het uiterlijk aanzien daarvan.

Bij toepassing van de laatste twee weigeringsgronden houdt de burgemeester rekening met:

  • het karakter van de straat en de wijk, waarin de openbare inrichting gelegen is of gelegen zal zijn;

  • de aard van de openbare inrichting;

  • de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van de openbare inrichting;

  • de wijze van bedrijfsvoering door de aanvrager en/of de leidinggevende;

  • het levensgedrag van de aanvrager en/of de leidinggevende.

4.1.3 Intrekken van een vergunning

De burgemeester kan de vergunning tijdelijk of voor onbepaalde tijd, geheel of gedeeltelijk, intrekken of wijzigen als:

  • de vergunninghouder of leidinggevende strafbare feiten pleegt in de openbare inrichting, dan wel toestaat of gedoogt dat in zijn openbare inrichting strafbare feiten worden gepleegd;

  • de vergunninghouder of leidinggevende van de openbare inrichting zich schuldig maakt aan discriminatie naar ras, geslacht of seksuele geaardheid;

  • de vergunninghouder in een periode van twee jaar drie maal om bijschrijving van een persoon op de vergunning heeft verzocht en die bijschrijving heeft gewijzigd op grond van artikel 2.28, tweede lid, onder b;

  • er sprake is van een gewijzigde exploitatie of vergunninghouder, waarvoor geen nieuwe vergunning is aangevraagd;

  • redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn.

4.1.4 Voorwaarden en voorschriften

De burgemeester kan, als daar een specifieke reden voor is, de vergunning onder voorwaarden verlenen en nadere voorschriften opleggen. Dat is soms nodig om iets toch mogelijk te maken of om vooraf bij te sturen in wat kan en mag op die specifieke locatie. Beveiligers bijvoorbeeld kunnen soms nodig zijn (soort horeca, plaats en tijd) in het belang van de leefomgeving of veiligheid of een combinatie van factoren.

4.1.5 Terras

Het exploiteren van een terras is vergunning plichtig en maakt bij de gemeente Gorinchem onderdeel uit van de exploitatievergunning.

Het terras wordt getoetst aan het bestemmingsplan. Hierin staat beschreven waar terrassen zijn toegestaan en waarom het vanuit ruimtelijk oogpunt toegelaten kan worden.

Als het terras op gemeentegrond is gevestigd, zal de gemeente jaarlijks terrashuur in rekening brengen

Als de ondernemer op het terras een overkapping of een ander bouwsel (in de grond verankerd) wil, dat past binnen de regels van de terrassen, moet daar in de regel een omgevingsvergunning voor worden aangevraagd.

4.2 Vergunning Alcoholwet

Met behulp van de vergunning op grond van de Alcoholwet wordt o.a. het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren effectief tegengaan. Daarnaast wordt de verstoring van de openbare orde zo veel als mogelijk teruggedrongen en is ook de eerlijke mededinging vanaf 1991 verankert in deze van origine volksgezondheidswet.

Als er alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt geschonken is er een alcoholwetvergunning vereist, dat is in deze landelijke wet dwingend bepaald.

Het gaat dan om het horecabedrijf (commercieel of para commercieel) en/of het slijtersbedrijf.

4.2.1 Geldigheidsduur en wijzigen vergunning Alcoholwet

De vergunning op grond van de Alcoholwet is voor onbepaalde tijd geldig. Te allen tijde dient de ondernemer ervoor zorg te dragen dat zijn vergunning actueel is.

Eventuele veranderingen (o.a. oppervlak horecalokaliteit, terras, nieuwe leidinggevenden) moeten dan ook verplicht worden doorgegeven aan de gemeente.

Melding wijziging leidinggevende

Er moet te allen tijde een leidinggevende aanwezig zijn, die op de vergunning of het aanhangsel staat, in het horecabedrijf, zegt artikel 24 van de Alcoholwet.

Mochten er personeelswijzigingen plaatsvinden waardoor er een nieuwe leidinggevende is of een leidinggevende niet meer werkzaam is, dan kan deze worden toegevoegd of verwijderd van de vergunning. Dit kan door een melding te doen bij de gemeente.

Melding wijziging inrichting

Op grond van het wijzigen van de inrichting zegt artikel 30 Alcoholwet het volgende:

“Indien een inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving, is de vergunninghouder verplicht bedoelde wijziging binnen één maand bij de burgemeester te melden. De burgemeester verstrekt, indien nog aan de ten aanzien van de inrichting gestelde eisen wordt voldaan, een gewijzigde vergunning, waardoor de ingevolge artikel 29 vereiste omschrijving is aangepast aan de nieuwe situatie.”

Hierbij valt te denken aan het toevoegen van een (groter) terras of het doorgeven dat er een verbouwing heeft plaatsgevonden waardoor het aantal vierkante meters van het vloeroppervlak is gewijzigd. Naast de melding in het kader van de Alcoholwet moet wellicht ook een melding worden gedaan in het kader van het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer (en vanaf 1 juli 2022 op basis van Besluit activiteiten leefomgeving).

Nieuwe vergunning Alcoholwet

In enkele gevallen kan een vergunning van de Alcoholwet niet worden gewijzigd, maar moet er een nieuwe vergunning worden aangevraagd. Dit is het geval als:

  • een VOF waar een vennoot toetreedt of uittreedt en een eenmanszaak die een BV wordt et cetera;

  • bij een overname moet de nieuwe ondernemer een nieuwe vergunning aanvragen.

4.2.2 Vereisten aanvrager/ leidinggevende(n)

In of krachtens artikel 8 van de Alcoholwet zijn de eisen opgenomen voor de leidinggevende(n):

Hebben de leeftijd van 21 jaar bereikt;

Zijn niet in enig opzicht van slecht gedrag;

Zijn niet onder curatele;

Voldoen aan eisen van zedelijk gedrag3 ;

Verklaring geen bemoeienis bedrijfsvoering. Dit is het geval als de leidinggevenden geen bemoeienis hebben met de bedrijfsvoering of de exploitatie. De leidinggevenden hoeft dan niet aan de eis betreffende de sociale hygiëne te voldoen.

4.2.3 Vereisten inrichting

Horecabedrijven, het gebouw, dient te voldoen aan artikel 10 van de Alcoholwet. De eisen hiervan zijn:

Het horecabedrijf dient te voldoen aan het Bouwbesluit 2012 en vanaf 1 juli 2022 aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl);

Er dient bij een horecabedrijf tenminste één horecalokaliteit een vloeroppervlakte van 35m² en voor een slijtersbedrijf ten minste 15 m2 te hebben;

De burgemeester kan besluiten af te wijken van die 35m2, indien er sprake is van een lokaliteit die is gevestigd in een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

4.2.4 Vereisten para commerciële rechtspersonen

Het doel van een para commerciële instelling (opgenomen in de statuten) is het stimuleren van activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke en/of godsdienstige aard. Het verstrekken van alcohol is geen hoofdactiviteit.

Vereisten voor een vergunning op grond van de Alcoholwet van een para commerciële rechtspersoon:

Er dienen tenminste twee gekwalificeerde leidinggevenden te zijn4 ;

Het aanleveren van een vastgesteld reglement waarin de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting vanuit het oogpunt van sociale hygiëne op verantwoorde wijze wordt gewaarborgd. Hierin wordt ook een registratie van barvrijwilligers beschreven5 .

4.3 Ontheffingen/meldingen horecabedrijven

Naast de exploitatievergunning en Alcoholwetvergunning zijn er ook andere bepalingen die betrekking hebben op de horeca.

4.3.1 Ontheffing sluitingstijden

De burgemeester kan op grond van artikel 2:29 van de APV een ontheffing verlenen van de sluitingstijden van een openbare inrichting. Daarnaast kan de burgemeester op grond van lid 4 van artikel 2:29 van de APV door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijke openbare inrichting of een daartoe behorend terras.

4.3.2 Ontheffing artikel 35 Alcoholwet

Het is verboden om zonder daartoe strekkende vergunning het horecabedrijf uit te oefenen. De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank op een aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen (evenementen). Dat kan mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:

  • a.

    de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;

  • b.

    niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.

De ontheffing in artikel 35 Alcoholwet kan voor maximaal twaalf aaneengesloten dagen verleend worden.

4.3.3 Melding incidentele festiviteit

Het is in gemeente Gorinchem voor bedrijven gevestigd in de binnenstad toegestaan om maximaal acht keer per kalenderjaar jaar een incidentele festiviteit te houden, waarbij de standaard geluidsnormen niet van toepassing zijn. Bedrijven die buiten de binnenstad gevestigd zijn mogen maximaal 4 keer per jaar een incidentele festiviteit houden. Er dient hiervoor twee weken voorafgaand aan de festiviteit een melding gedaan te worden bij het college van B&W (artikel 4:3 lid 1 APV). Voor het overige geldt nog:

  • Het college stelt een formulier vast voor het doen van de melding.

  • De melding is gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer60 dB(A),gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.

  • In afwijking van het in het zesde lid gestelde, mag het LAeq veroorzaakt door een sporthal tot 24.00 uur maximaal 75 dB(A), gemeten op de gevel van gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter, bedragen.

  • De geluidsnorm als bedoeld in het zesde lid is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A)toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buitenbeschouwing gelaten.

  • Op de dagen, bedoeld in het eerste lid wordt het ten gehore brengen van extra muziek- hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen in de 2.17, 2.17a, 2.19 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluitmilieubeheer en artikel 4.5 - uiterlijk om 02:00uur beëindigd.

  • De geluidsnorm, bedoeld in het zesde lid geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichtingen niet voorde buitenruimte.

  • Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.

Een melding is overigens geen vrijbrief om een onbeperkt geluidsniveau te produceren.

5. Toezicht en Handhaving

Regels alleen, zonder handhaving blijken vaak onvoldoende effect te hebben. Onder handhaving wordt verstaan: het geheel van activiteiten dat gericht is op de naleving van de regels. Hierbij valt dus te denken aan zowel het controleren (toezicht) van regels als het daadwerkelijk handhavend optreden.

De gemeente Gorinchem richt zich voornamelijk op preventieve handhaving, het voorkomen van overtredingen. High trust, high penalty.

De standaardoverweging van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de beginselplicht luidt als volgt:

“Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.”

5.1 Handhavingsinstrumenten

De handhavingsinstrumenten kunnen worden onderscheiden in preventieve instrumenten en repressieve instrumenten. Goede communicatie met de horecaondernemers en het creëren van een goede relatie (betrokkenheid) met de horecaondernemer zorgt voor meer draagvlak. Hierdoor kunnen de overtredingen ook al afnemen. Ook het toetsen van vergunningsaanvragen is een voorbeeld van een preventief instrument. Door middel van het toetsen aan de wet- en regelgeving kan een eventueel probleem al voorkomen worden. De vergunning kan verleend worden, soms onder voorwaarden en met voorschriften en de vergunning kan geweigerd worden.

Bij repressieve instrumenten gaat het om het inzetten van sanctiemiddelen, zowel bestuurs- als strafrechtelijk. Het gaat om verschillende wetgeving, soms landelijk, Milieuwetgeving (Activiteitenbesluit), Wabo gerelateerde taken, Alcoholwet en soms lokaal, de APV.

Als uit toezicht en controle (BOA-Toezichthouders gemeente en of OZHZ) blijkt dat bepaalde regels niet worden nageleefd, kan er handhavend worden opgetreden. Op basis van de ernst en aard van de overtreding bepaalt het college van B&W en/of de burgemeester of en op welke manier handhavend wordt opgetreden.

We werken in Gorinchem, afhankelijk van welke wetgeving het betreft, met het VTH Beleid Toezicht- en handhavingsbeleid 2020-2022 en het daaruit jaarlijks opgestelde jaarplan voor Gorinchem.

5.2 Handhavingstabel

Hierin staat vermeld wanneer welke maatregel wordt toegepast. In de handhavingstabel wordt per overtreding van de Alcoholwet en de APV betreffende horeca-exploitatie aangegeven welk stappenplan (1, 2a, 2b of 3) wordt gevolgd en welke maatregel wordt opgelegd. Dit houdt in dat er direct handhavend wordt opgetreden bij overtredingen met acuut gevaar en/of onomkeerbare veiligheidsgevolgen (categorie c). Is hiervan geen sprake wordt er beoordeeld of het een zware overtreding betreft. Als dat het geval is, wordt het voornemen tot handhavend optreden bekend gemaakt (categorie b). Als dat niet het geval is wordt er een waarschuwingsbrief verstuurt al dan niet met een hersteltermijn (categorie a). Indien sprake is van aantoonbaar verwijtbaar handelen of verzwarende omstandigheden bij categorie a overtredingen wordt er overeenkomstig met categorie b gehandeld.

5.3 Handhavingsuitvoeringsprogramma

In het handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) dient elk jaar aangegeven te worden hoe om te gaan met de handhaving.

Doel van toezicht is om de kwaliteit van de horeca hoog te houden. Het draagt bij aan een zuivere, eerlijke en veilige branche en beschermt de woon- en leefomgeving.

5.4 Toezicht en handhaving Alcoholwet

De Alcoholwet is een landelijke wet die een zeer dwingend karakter heeft. Ook het toezicht en de handhaving wordt hierin grotendeels bepaald.

In artikel 43a van de Alcoholwet is de verplichting opgenomen om door de raad een Preventie- en Handhavingsplan vast te stellen. In Gorinchem is dat het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2020-2024.

Hieruit blijkt dat een jaarlijkse risicoanalyse moet worden opgesteld voor verkooppunten van alcoholhoudende drank. Deze analyse bepaalt de controlefrequentie. Ook wordt een risico-categorisering (A, B en C) gehanteerd waarbij risicovollere overtredingen zwaarder worden bestraft (volgend uit artikel 7.1 Alcoholbesluit). Ten slotte volgt hieruit dat na het opleggen van een sanctie altijd een herinspectie moet plaatsvinden. De uitwerking van de strategie is hieronder opgenomen.

Categorie A

De overtredingen in deze categorie zijn minder ernstige overtredingen, bijvoorbeeld administratieve vereisten, signaleringen en gedragingen.

Categorie B

De overtredingen in deze categorie zijn ernstige overtredingen, maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. Een overtreding kan ook als categorie B worden aangemerkt als er verzwarende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn voor overtredingen die normaliter onder categorie A zouden vallen.

Categorie C

De overtredingen in deze categorie zijn ernstige overtredingen waarbij het gaat om urgente, ernstige zaken die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor de volksgezondheid of de veiligheid. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen.

5.4.1 Handhavingsbevoegdheden

De wettelijke bevoegdheid tot het doen naleven van wetten en regels is gelegen in artikel 125 van de Gemeentewet en in hoofdstuk 5 van de Awb (artikel 5:21 en artikel 5:32). De Alcoholwet (artikel 44a) biedt de bevoegdheid om bestuurlijke boetes op te leggen. Daarnaast is in de Alcoholwet (artikel 44) een extra handhavingsbevoegdheid toegekend: het three-strikes-out-principe. Verder biedt de Alcoholwet (artikel 32) de mogelijkheid een Alcoholwetvergunning te schorsen voor maximaal 12 weken. In de Alcoholwet zijn imperatieve en facultatieve intrekkingsgronden voor verleende vergunningen opgenomen. Tot slot zijn in de Alcoholwet ook strafrechtelijke bepalingen opgenomen.

5.4.2 Risicoanalyse

Het is van belang om inzichtelijk te maken welke negatieve effecten op kunnen treden wanneer geen er toezicht gehouden wordt. Daarbij hoe groot de kans is dat negatieve effecten optreden. De effecten in het kader van de Alcoholwet zijn als volgt:

  • Gevaar voor de gezondheid:

    Schade voor de gezondheid kan ontstaan bij overmatig alcoholgebruik, zoals doorschenken van alcoholhoudende drank. Ook het verstrekken (schenken en verkopen) van alcoholhoudende drank aan minderjarigen of het voorhanden hebben van alcoholhoudende drank bij minderjarigen zijn overtredingen die schade voor de gezondheid kunnen opleveren.

  • Aantasting openbare orde, veiligheid en zedelijkheid:

    Maatschappelijk ongewenst gedrag dat leidt tot verstoring van de openbare orde, de veiligheid en zedelijkheid. Het gaat om verstoringen in horecabedrijven, bij alcoholverkooppunten of in de directe omgeving daarvan door daaraan gerelateerde personen (bezoekers en personeel). Ook de aanwezigheid van alcohol op plaatsen waar dat niet mag, wordt gezien als een aantasting van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • Oneerlijke concurrentie:

    Ongelijken kansen of financiële schade kan ontstaan door niet toegestane (horeca)activiteiten in horecabedrijven, niet toegestane horeca-activiteiten in para commerciële horecabedrijven of het niet voldoen aan wettelijke eisen (inrichtingseisen en eisen die worden gesteld aan leidinggevenden).

 

Instrument

Criteria voor toepassing

Informeren

Educatief (gericht op kennis doelgroep t.a.v. regelgeving)

Doelgroep is niet bekend met regels, weet niet welk doel de regels dienen of begrijpen de regels niet (complexiteit van de regels).

Waarschuwend (gericht op sanctiebeleid en pakkans, minder controles bij goed naleefgedrag)

Doelgroep is geneigd de regels te overtreden en onderschat het sanctiebeleid of de kans dat de overtreding wordt gesanctioneerd.

Normatief (appel op sociale norm)

Doelgroep is ongevoelig voor een (sociale) norm binnen de groep.

Afspreken

Naar aanleiding van controles afspraken maken (inhoudelijk en procedureel)

Doelgroep is geneigd tot het maken en nakomen van afspraken over beëindigen van overtredingen en het voorkomen van nieuwe overtredingen.

Sanctioneren

Bestuurlijke sancties

Sanctioneren na niet nakomen van afspraken, direct bij ernstige overtredingen, recidive of aanwijzingen dat afspraken maken zinloos is.

Bestuurlijke boete

Sprake van ongewenste situatie waarbij een financiële prikkel preventief kan werken.

5.5 Ondermijning

De horecasector is ook gevoelig gebleken voor ondermijnende activiteiten. Als gemeente is het belangrijk om hier actief op in te zetten en dit, waar mogelijk, te voorkomen. Denk hierbij aan het toepassen van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob), tot het actief toezicht houden op de locaties. De weerbaarheid van de ondernemers is daarbij belangrijk en we blijven daarover samen in gesprek.

In hoofdstuk 6 zal de Wet Bibob uitgebreid besproken worden.

6. Bijlagen Wettelijke Kaders

6.1 Alcoholwet

De Alcoholwet (voorheen de Drank- en Horecawet) is de wet als het gaat om regelgeving ten aanzien van de alcoholverstrekking en alcoholmatiging. Daarnaast regelt de Alcoholwet een en ander rond eerlijke mededinging. De Alcoholwet, in de basis een gezondheidswet, is bedoeld om op een verantwoorde manier alcoholhoudende drank te verkopen en/of te gebruiken. De wet richt zich vooral op de verstrekkers van alcoholhoudende drank en de jeugd onder de 18 jaar.

In de wet is ook het toezicht op de naleving hiervan geregeld, dat toezicht ligt grotendeels bij de gemeente. Nieuw is dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) actief gaat toezien op de online markt. Op grond van de Alcoholwet is het nu toegestaan dat gemeenten en de NVWA 16- en 17-jarige testkopers inzetten bij het toezicht op de naleving van de leeftijdsgrens.

De testkopers handelen in opdracht van een toezichthouder.

De Alcoholwet maakt onderscheid in verschillende ‘soorten’ ondernemingen namelijk: het horecabedrijf, het slijtersbedrijf en de overige alcoholverstrekkende bedrijven. Het horecabedrijf kent een tweedeling, het commerciële horecabedrijf en het para commerciële horecabedrijf. In artikel 1 van de Alcoholwet staan de volgende definities:

  • Horecabedrijf : de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

  • Slijtersbedrijf : de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen;

  • Para commerciële rechtspersoon : een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.

De wet is in 2013 op bepaalde vlakken gewijzigd met als doel overmatig alcoholgebruik bij jongeren te voorkomen, verstoring van de openbare orde door alcoholmisbruik terug te dringen en de administratieve lasten te verminderen. In 2014 werd de leeftijdsgrens voor zwak-alcoholhoudende drank verhoogd van 16 naar 18 jaar. Sinds 2014 moeten gemeenteraden verplicht een preventie- en handhavingsplan alcohol vaststellen waarin ze beschrijven hoe ze ervoor zorgen dat er geen alcoholhoudende drank wordt geschonken aan jongeren onder de 18 jaar en hoe de handhaving hieromtrent vormgegeven moet worden.

Gorinchem heeft dit geregeld via het preventieakkoord (Iriszorg) en de reguliere handhavingsplanning.

Vanaf 1 juli 2021 is het ook toegestaan om een gebied aan te wijzen als alcoholoverlastgebied.

Dit is mogelijk indien sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid. De verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank vanuit bepaalde verkooppunten kan verboden of beperkt worden. Ook is het mogelijk om aanvragen voor een vergunning op grond van de Alcoholwet te weigeren of een bepaalde verbod of beperking op te leggen. De Alcoholwet stelt nog steeds dat de gemeente, als er sprake is van oneerlijke mededinging in een verordening, nadere regels opneemt voor para commerciële instellingen.

Gorinchem heeft naast de APV ook de Drank- en Horecaverordening gemeente Gorinchem 2014 waarin regels over alcoholverstrekking zijn opgenomen.

Deze regels hebben betrekking op schenktijden en het voorkomen van oneerlijke concurrentie met de commerciële horeca, zoals activiteiten die niet of niet rechtstreeks met de para commerciële activiteiten te maken hebben.

Wederverstrekking nu ook strafbaar:

Vrienden, familieleden of andere volwassenen, die na 1 juli alcohol in een horecabedrijf, op een evenement of in de openbare ruimte doorgeven aan een minderjarige, riskeren een boete van 100 euro. De minderjarige die de alcohol aanpakt riskeerde hiermee al een boete van 100 euro. Kortom 200 euro boete voor één gebeurtenis.

6.1.1 Voorgeschiedenis Alcoholwet

In 2019 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn & Sport een wetsvoorstel voor de wetswijziging van de Drank- en Horecawet naar de Alcoholwet naar de Tweede Kamer gestuurd. De evaluatie van de Drank- en Horecawet en het Nationale Preventieakkoord zijn belangrijk ingrediënten daarbij geweest. Hierin werd onder andere:

  • wederverstrekking door volwassenen strafbaar gesteld;

  • de 'verkoop op afstand' (verkoop via telefonie & internet) van alcoholhoudende drank en de naleving van de leeftijdgrens geregeld. Online verkopers van alcohol moeten een leeftijdsverificatiesysteem invoeren waarbij de leeftijd zowel bij de (online) aankoop als bij de aflevering van de alcohol moet worden gecheckt;

  • mogelijk dat vmbo-scholieren jonger dan 16 jaar tijdens hun opleiding alcohol kunnen verstrekken in een horecabedrijf;

  • vastgelegd dat stuntprijzen/acties van supermarkten (en andere verkopers van alcohol 'voor gebruik elders dan ter plaatse') niet verder mogen gaan dan 25% korting op de normale verkoopprijs. Het wel of niet aan banden leggen van happy hours in de horeca blijft een lokale bevoegdheid van gemeenten;

  • vanaf 1 juli 2022 toegestaan bij gemeentelijke verordening betaalde proeverijen in alle slijterijen van een gemeente te organiseren, mits deze plaatsvinden op een moment dat volgens de Winkeltijdenwet toegestaan is de slijterij te openen en het moment van de proeverij op dagen en tijden valt waarop de slijterij normaal gesproken gesloten is;

  • vanaf 1 juli 2022 niet meer verboden voor minderjarigen om naar slijterij te gaan zonder begeleider van 21 jaar of ouder.

6.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en bestemmingsplan

In het bestemmingsplan is opgenomen of de locatie waar de horeca gevestigd is of zich zal gaan vestigen ook past binnen het bestemmingsplan. Het komt voor dat horeca die zich wil vestigen op een bepaalde locatie in strijd is met het geldende bestemmingsplan en daardoor niet past. De Alcoholwet staat hier los van. Het kan dus zijn dat de Alcoholwetvergunning formeel wel moet worden verleend, maar in de praktijk deze niet op grond van het bestemminsplan bruikbaar is. Overigens is bij de exploitatievergunning strijdigheid met het bestemmingsplan wel een weigeringsgrond (artikel 2:28 APV) voor de exploitatievergunning. Het bestemmingsplan kan eventueel worden gewijzigd of een omgevingsvergunning voor strijd met het bestemmingsplan op grond van artikel 2.1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan worden verleend. Hierbij hoort een ruimtelijke onderbouwing waaruit moet blijken dat de horeca commercieel of para commercieel goed is in te passen in de omgeving. Hierbij zijn verschillende aspecten van belang, zoals geluid, verkeer en parkeren.

6.3 Bouwbesluit 2012

Voor het gebruik van gebouwen (dus ook horeca-inrichtingen) gelden al langer, in het kader van (brand)veiligheid, de regels die zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012.

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het Bouwbesluit worden vervangen door het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De inwerkingtreding van de omgevingswet is met regelmaat uitgesteld, niet zeker is wanneer deze nu in werking zal treden. Het vereiste uit het voormalige Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet is grotendeels losgelaten (bijvoorbeeld de extra ventilatie-eis). Het resterende is opgenomen in artikel 10 van de Alcoholwet.

De minimumvloeroppervlakte waaraan een horecalokaliteit moet voldoen is: 35 m2.

6.4 Algemene Plaatselijke Verordening

In de Algemene Plaatselijke Verordening worden verschillende onderwerpen geregeld die horeca en/of terrassen betreffen, zoals:

  • de exploitatievergunning (inclusief een terras), art. 2:28 APV;

  • voorwerpen op of aan de weg, art. 8.1.1 VFL;

  • de sluitings- en schenktijden van de horeca-inrichtingen, art. 2:29 APV;

  • de regulering van kansspelautomaten, art. 2:38a en 2:39 APV;

  • incidentele festiviteiten (geluidsdagen), art. 4:3 APV;

  • het tegengaan van geluidhinder van horeca-inrichtingen, hoofdstuk 4 APV.

Algemene bepalingen voor een exploitatievergunning, wanneer mag de vergunning wel of niet verleend worden.

De vergunning of ontheffing kan door het bevoegde gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:

  • de openbare orde;

  • de openbare veiligheid;

  • de volksgezondheid;

  • de bescherming van het milieu;

  • het woon- en leefklimaat.

Intrekkingsgronden exploitatievergunning

De burgemeester kan de vergunning tijdelijk of voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk intrekken of wijzigen:

  • de vergunninghouder of leidinggevende strafbare feiten pleegt in de openbare inrichting, dan wel toestaat of gedoogt dat in zijn openbare inrichting strafbare feiten worden gepleegd;

  • de vergunninghouder of leidinggevende van de openbare inrichting zich schuldig maakt aan discriminatie naar ras, geslacht of seksuele geaardheid;

  • de vergunninghouder in een periode van twee jaar drie maal om bijschrijving van een persoon op de vergunning heeft verzocht en die bijschrijving heeft gewijzigd op grond van artikel 2.28, tweede lid, onder b;

  • er sprake is van een gewijzigde exploitatie of vergunninghouder, waarvoor geen nieuwe vergunning is aangevraagd;

  • redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn.

Sluiting van openbare inrichtingen

De burgemeester kan een openbare inrichting, al dan niet voor een bepaalde duur, gesloten verklaren:

  • a.

    indien die openbare inrichting wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning;

  • b.

    indien die openbare inrichting wordt geëxploiteerd in strijd is met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • c.

    indien de burgemeester oordeelt, dat één van de in artikel 2:28A en/of 1:6, genoemde situaties waarin intrekking van de vergunning mogelijk is, zich voordoet.

De sluiting wordt geacht in het openbaar bekend te zijn gemaakt zodra een besluit tot sluiting op, in of nabij de toegang of toegangen van de openbare inrichting is aangebracht. Een sluiting voor onbepaalde duur kan op aanvraag van een belanghebbende door de burgemeester worden opgeheven, indien later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en er naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn dat er geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

Het is de houder van de openbare inrichting verboden na het van kracht worden van de sluiting bezoekers tot de openbare inrichting toe te laten of daarin te laten verblijven.

6.5 Wet op de kansspelen

De Wet op de kansspelen (hierna Wok) verplicht dat er voor de aanwezigheid van kansspelautomaten een vergunning nodig is, aanwezigheidsvergunning genoemd, (zie hiervoor ook artikel 2:39 APV) voor de inrichting waar de kansspelautomaten geplaatst worden. Een kansspelautomaat is een speelautomaat die is ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen en premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen. In de APV is geregeld hoeveel kansspelautomaten er aanwezig mogen zijn in de inrichting. Voor de volledigheid dient hierbij de opmerking gemaakt te worden dat dit wel alleen gaat om een ‘hoogdrempelige’ inrichting. Artikel 2:40 van de APV zegt dat in hoogdrempelige inrichtingen maximaal twee kansspelautomaten zijn toegestaan. In laagdrempelige inrichtingen zijn geen kansspelautomaten toegestaan.

De Wok verstaat onder een hoogdrempelige inrichting:

  • Een inrichting waarbij de exploitant in het bezit is van een geldige vergunning op grond van de Alcoholwet;

  • Een bezoek aan deze ruimte op zichzelf staat en er geen andere activiteiten plaatsvinden;

  • De activiteiten zich in belangrijke mate richten op personen van achttien jaar of ouder.

De Drank- en Horecawet was onvoldoende duidelijk over het schenken van alcoholhoudende drank in speelcasino's. In de Alcoholwet wordt hier een verduidelijking over gegeven.

  • De Alcoholwet geeft aan dat het in speelcasino’s is toegestaan alcoholhoudende drank te schenken en te serveren in dezelfde ruimte als waarin de speeltafels staan;

  • In speelautomaathallen is dit niet toegestaan.

Het is verboden zonder vergunning een speelautomaat te vestigen of te exploiteren. Voor het aanvragen van een vergunning dient de ondernemer een aantal documenten aanleveren:

  • Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld.

  • Een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken.

  • Een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

  • Binnen acht weken na de datum waarop de aanvraag met bijbehorende bescheiden is ontvangen, wordt er een beslissing gemaakt over de aanvraag.

  • Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden. Deze voorwaarden hebben betrekking op de sluitingstijden, het toezicht, het aantal en type speelautomaten en de exploitatie.

Aanwezigheidsvergunning voor hoogdrempelige inrichting

Bij het verlenen van een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten is het allereerst van belang te beoordelen of de inrichting voldoet aan de criteria voor een hoogdrempelige inrichting. Mocht dit niet het geval zijn, dan mag er geen aanwezigheidsvergunning worden verleend. Een hoogdrempelige inrichting wil zeggen:

  • Een vergunde Alcoholwet-inrichting;

  • Met geen andere activiteiten (dan café of restaurant) die een zelfstandige bezoekersstroom aantrekken;

  • Met activiteiten hoofdzakelijk gericht op meerderjarigen.

  • De reden hiervoor is om kansspelautomaten weg te houden bij minderjarigen.

Verder zijn er voor het verlenen van de aanwezigheidsvergunning eisen waar de aanvrager, bedrijfsleider en de beheerders aan moeten voldoen. Allereerst zijn er opleidingseisen. Personen binnen de inrichting moeten over kennis en inzicht beschikken die nodig is om de vergunning te exploiteren. Dit is aan te tonen door de opleiding op het gebied van sociale hygiëne. Verder moeten de personen binnen de inrichting voldoen aan de eisen van zedelijk gedrag.

In de vergunning moet de gemeente ten minste de volgende twee voorschriften opnemen:

  • Er mogen alleen speelautomaten worden opgesteld die in eigendom zijn van personen die in het bezit zijn van een exploitatievergunning;

  • De vergunninghouder moet zorgdragen voor een beleid ter voorkoming van kansspelverslaving.

6.5.1 Handhavingsbeleid Wet op de Kansspelen

Voor de handhaving verwijzen we naar de tabel: ‘Handhavingstabel uitwerking van toezicht en handhaving in Gorinchem 2022.’

6.6 Wet bevordering integriteitbeoordeling openbaar bestuur (Wet Bibob)

De horecasector blijkt soms gevoelig voor ondermijnende activiteiten. Als gemeente is het belangrijk om hier actief op in te zetten en dit, waar mogelijk te voorkomen. Een instrument wat hiervoor ingezet kan worden is de Wet Bibob. Als er een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend kan de gemeente deze aanvraag toetsen aan de bepalingen uit de Wet Bibob ( zie uitwerking 6.6.4).

Horeca-exploitatievergunningen worden in Gorinchem, door middel van een vragenlijst, aan een eerste integriteitstoets onderworpen.

Dit is in het Bibobbeleid (zie 7.6.3.) bepaald. Als uit het eerste onderzoek niets vreemds blijkt, worden de gevraagde vergunning verleend. Als dat wel het geval is zal het Landelijk bureau Bibob om nader onderzoek worden gevraagd.

6.6.1 Wet Bibob

De Wet Bibob is sinds 1 juni 2003 van kracht en is een (preventief) bestuurlijk instrument. De laatste wijzigingen dateren van 1 augustus 2020. Het biedt bestuursorganen de mogelijkheid om de achtergrond van een bedrijf of persoon en de handelingen te onderzoeken. Als er een ernstig gevaar dreigt dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt voor criminele doeleinden en/of witwassen van gelden, kan het bevoegde bestuursorgaan de vergunning die is aangevraagd weigeren of de afgegeven vergunning intrekken. Zo wordt voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert en wordt bovendien de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd. De wet ondersteunt op die manier de gemeente ook bij de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en het ontstaan van vermenging van boven- en onderwereld (ondermijning).

6.6.2 Subsidiariteit- en proportionaliteitbeginsel

Bij de Wet Bibob zijn de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit belangrijke uitgangspunten. Bij subsidiariteit gaat het om of het doel ook op een andere, minder ingrijpende manier kan worden bereikt. Dit betekent dat inzet van het Bibob-instrumentarium een ultimum remedium moet zijn.

De gemeente Gorinchem dient eerst te bekijken of bestaande weigerings- c.q. intrekkingsgronden mogelijkheden bieden om een vergunning al dan niet te weigeren of in te trekken. Op de tweede plaats dient de gemeente Gorinchem te onderzoeken of zij zelfstandig de Wet Bibob kan toepassen. Alle gangbare en minder vergaande mogelijkheden moeten zijn benut, voordat advies wordt aangevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob.

Het proportionaliteitsbeginsel (het evenredig zijn aan de mate van gevaar) wordt door de gemeente Gorinchem tot uitdrukking gebracht door het Bibob-instrument risicogericht in te zetten op die domeinen waar de kans op het onbewust faciliteren van criminele activiteiten het grootst is. In de praktijk betekent dat, dat de gemeente de Wet Bibob zal toepassen om te onderzoeken of er sprake is van:

  • Bezwaren m.b.t. de integriteit van de betrokkene en zijn zakelijke relaties;

  • Geen tot onvoldoende transparantie m.b.t. de bedrijfsstructuur, de organisatiestructuur en/of de wijze van financiering;

  • Specifieke branche- en/of locatierisico’s.

In dergelijke gevallen wordt in beginsel slechts die gegevens van de betrokkenen verlangd die noodzakelijk zijn voor een adequate toetsing. Daarnaast moeten de gevolgen die voortvloeien uit de besluitvorming door de gemeente Gorinchem, als gevolg van en gebaseerd op de resultaten van het Bibob-onderzoek, evenredig zijn aan de mate van gevaar.

6.6.3 Wijziging wet Bibob

Op 1 augustus 2020 is de Wet Bibob op een aantal punten gewijzigd. Enkele wijzigingen zijn:

  • Het toepassingsbereik is uitgebreid naar alle soorten overheidsopdrachten, overdracht van erfpachtrecht en verkoop door gemeenten/provincies van aandelen in een rechtspersoon met vastgoed in bezit;

  • Het eigen onderzoek is verruimd. Gemeenten mogen ook justitiële gegevens opvragen van derden. Denk aan iemand die zeggenschap heeft of vermogen verschaft aan de betrokkene (dit kan ook indirect zijn);

  • De mogelijkheden voor LBB zijn aangepast. Het LBB mag namelijk adviesaanvragen weigeren te behandelen. Daarnaast mag zij tips verstrekken en adviseren eigen onderzoek te verrichten. De adviezen van het LBB kunnen ook voor langere tijd worden gebruikt voor een andere beslissing. Deze termijn wordt namelijk verlengd van twee naar vijf jaar;

  • Wat betreft de weigering van aanvragen. Vergunningen mogen worden geweigerd/ingetrokken bij het vermoeden van een strafbaar feit ter verkrijging van de vergunning. Weigering van het verstrekken van gegevens kan gezien worden als ernstig gevaar en om die reden ook tot weigering van de aanvraag leiden;

  • Tot slot, was het voorheen enkel mogelijk om voorschriften te verbinden bij een mindere mate van gevaar, maar vanaf 1 augustus 2020 kan dit ook bij een ernstig gevaar.

6.6.4 Beleidslijn wet Bibob gemeente Gorinchem 2023

De gemeente heeft de beleidslijn Bibob 2023 vastgesteld waarin de praktijkregels voor de Bibob-toets zijn opgenomen. In alle horeca gerelateerde gevallen waarbij sprake is van vergunningen, behalve bij para commerciële instellingen en slijtersbedrijven, en de exploitatie kansspelautomaten, wordt een Bibob-procedure gestart. Het bereik van de wet Bibob is veel groter. Concreet houdt dit in dat er een eerste eigen onderzoek wordt ingesteld aan de hand van de door de exploitant in te vullen formulieren en in te dienen documenten. Wanneer er na dit onderzoek geen reden tot twijfel is aan de integriteit van de aanvrager en/of andere personen, die op de aanvraag van de vergunning staan, en er geen indicatoren zijn dan wordt de vergunning verleend door de gemeente zonder een adviesverzoek aan het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) en of het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Bij twijfel kan de gemeente een verzoek indienen bij het RIEC. Als uit dit onderzoek niets naar voren komt, kan de gemeente alsnog, onder voorwaarden naar het LBB gaan voor het verrichten van nader onderzoek (Bibob-toetsing), waarna een advies van datzelfde bureau volgt. Bij een negatief advies van ofwel het RIEC of het LBB kan de gemeente besluiten geen vergunning te verlenen, een vergunning onder voorwaarden verlenen of een inmiddels verleende vergunning in te trekken.

Het bevoegde gezag, de burgemeester, moet uiteindelijk altijd zelf motiveren waarom een vergunning wordt geweigerd of ingetrokken.

6.6.5 Samenwerking

In de aanpak van ondermijning werkt de gemeente Gorinchem integraal samen met partners als Justitie, het RIEC, de politie, de belastingdienst, het openbaar ministerie, Inspectie SZW en waar nodig de NVWA (taken van voorheen AID).

Samenwerking binnen het Bibob beleid is erg belangrijk. Door middel van een convenant is informatiedeling tussen de samenwerkingspartners mogelijk gemaakt. Dit versterkt de informatiepositie van de gemeente.

Bij het toepassen van de Wet Bibob start de gemeente allereerst zelf een bibob-onderzoek. In de meeste gevallen komt de gemeente zelfstandig tot een conclusie. Als de conclusie een ernstig gevaar of mindere mate van gevaar op grond van de Wet Bibob behelst, wordt de samenwerking met het Landelijk Bureau Bibob opgezocht. Dit is ook het geval wanneer de gemeente Gorinchem redelijkerwijs vermoedt dat een betrokkene zich vanwege het toepassen van deze wet, terugtrekt uit de procedure nadat een eigen onderzoek gestart is. De meldplicht start vanaf het moment dat de gemeente Gorinchem eigen onderzoek verricht.

In de gevallen waarin de gemeente niet zelfstandig tot een conclusie komt, is het mogelijk dat de gemeente aanleiding ziet om ook hierbij de samenwerking met het Landelijk Bureau Bibob op te zoeken en een adviesvraag in te dienen. Het Landelijk Bureau Bibob kan een diepgaander onderzoek doen dan de gemeente, omdat het toegang heeft tot gesloten bronnen.

6.6.6 Bibob-procedure achteraf opstarten

Een Bibob-procedure kan ook achteraf (na verlening van een vergunning) nog worden ingesteld wanneer er een vermoeden is en/of blijkt dat een onderneming/ondernemer zich schuldig maakt of heeft gemaakt aan bepaalde strafbare feiten en/of criminele contacten onderhoudt waarbij de mogelijkheid aanwezig is dat crimineel verworven inkomsten worden wit gewassen.

Daarnaast kan zowel de officier van justitie als het Landelijk Bureau Bibob (LBB) kunnen overheden rechtstreeks tippen om de Wet Bibob toe te passen.

Dit betekent dat een overheidsinstelling gewezen wordt op de mogelijkheid een eigen Bibob-onderzoek te verrichten en daarna eventueel het LBB om een advies te vragen.

6.7 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, ‘Activiteitenbesluit’.

Het Activiteitenbesluit milieubeheer is een Algemene Maatregel van Bestuur op basis van de Wet milieubeheer (dit wordt n.a.w. per 1 juli 2022, Besluit activiteiten leefomgeving).

Het besluit bevat onder andere regels op het gebied van geluid waar horeca-inrichtingen zich aan moeten houden. Op basis van de APV kan het college van burgemeester en wethouders en ontheffing verlenen van het bepaalde in het Activiteitenbesluit.

In artikel 4:2, eerste lid, van de APV staat bijvoorbeeld dat de geluidsnormen als bedoeld in het Activiteitenbesluit niet gelden voor de door het college per kalenderjaar aan te wijzen acht collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

Artikel 4:3, eerste lid, van de APV stelt bovendien dat maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar aangewezen kunnen worden waarbij de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit niet gelden.

In deze artikelen zijn de tijdens een ontheffing geldende absolute geluidsnormen opgenomen en de tijd dat deze normen mogen duren.

6.8 Smart- en headshops

In de huidige APV van gemeente Gorinchem is “smartshop” als volgt definieert: “een locatie waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet psychoactieve substanties, waaronder niet-traditionele genotmiddelen op natuurlijke basis en gerelateerde literatuur en accessoires worden bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, versterkt, vervaardigd of voorhanden zijn.” Een ‘headshop’ is gedefinieerd als “een locatie waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet artikelen en hulpmiddelen voor het gebruik van drugs zoals jointvloeitjes, (water)pijpen, grinders, vaporizers en dergelijke te koop worden aangeboden, verkocht, afgeleverd, versterkt, vervaardigd of voorhanden zijn.”

Voor het exploiteren van een inrichting zoals hierboven beschreven is een vergunning van de burgemeester verplicht. Hiervoor moet een vergunningaanvraag worden ingediend. Er wordt binnen dertien weken na de datum waarop de aanvraag met bijbehorende bescheiden is ontvangen een beslissing genomen.

Er zijn een aantal eisen ten opzichte van de leidinggevende van de smart- of headshop:

  • De leidinggevende mag niet onder curatele of bewind staan;

  • De leidinggevende is niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;

  • De leidinggevende heeft de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt.

Een aanvraag voor de vergunning kan geweigerd worden als:

  • de exploitatie van de inrichting in strijd is met het geldend bestemmingsplan;

  • de leidinggevende niet voldoet aan de geldende eisen;

  • door de aanwezigheid van de inrichting de openbare orde wordt aangetast en/of het woon- of leefklimaat in de omgeving van de inrichting nadelig wordt beïnvloed.

De gemeente kan nadere regels vaststellen voor wat betreft het aantal inrichtingen waarvoor een vergunning kan worden verleend alsmede voor die inrichting geldende nadere voorwaarden.

De inrichting kan gesloten worden verklaard indien de inrichting wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning of indien de inrichting wordt geëxploiteerd in strijd is met het bepaalde in de verordening of met de aan de vergunning verbonden voorschriften. Mocht er niet meer worden voldaan aan de eisen, verbonden aan de vergunning, kan de vergunning ingetrokken worden.

6.9 Afwijkingsbevoegdheid

Dit horeca-uitvoeringsbeleid heeft de juridische status van beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In beginsel volgt de gemeente de beleidsregels.

Het kan echter voorkomen dat dit vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. In dat geval mag van de regels worden afgeweken.

De burgemeester en/of het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, behouden het recht om van dit beleid af te wijken in het kader van openbare orde, veiligheid en bij zaken die niet zijn voorzien bij het opstellen van dit horecabeleid.

7. Bijlage Checklist vergunningen

7.1 Checklist aanvraag Alcoholwetvergunning & Exploitatievergunning

  • 1.

    Aanvraag

Gegevens uit de aanvraag; de basis

 
 

Naam aanvrager

 
 

Voor wiens rekening en risico wordt het horecabedrijf/slijtersbedrijf aangevraagd

 
 

Vergunning voor het adres

 
 

Telefoonnummer

 
 

Mailadres contactpersoon

adres

 
 

Naam bedrijf

 
 

KvK nummer

 
 

Soort bedrijf

☐ Horecabedrijf

☐ Para commercieel horecabedrijf

☐ Slijtersbedrijf

 

Bedrijfsomschrijving

☐ Café

☐ Restaurant

☐ Sportkantine

☐ Slijterij

☐ Dorpshuis

☐ Hotel

☐ Anders, namelijk:

Datum ontvangst aanvragen horecabedrijf en exploitatiebedrijf indien van toepassing (niet bij slijtersbedrijf)

 
 

Zaaknummer

 
 

KvK (kijk naar bestuurders- personen of vraag een rechtspersoon als bestuurder weer op)

 
 

Reden aanvraag

☐ Vestiging nieuw bedrijf

☐ Overname bestaand bedrijf

☐ Wijziging ondernemersvorm

☐ Wijziging inrichting

☐ Wijziging activiteit

☐ Wijziging leidinggevende

  • 2.

    Controlepunten extra

Bestemmingsplan controleren: kan het aangevraagde op deze locatie?

Bestemmingsplan

Akkoord

Opmerkingen

Activiteit aanvraag (eventueel bedrijfsplan vragen) past in bestemmingsplan. Zo niet weigering Exploitatievergunning of men vraag omgevingsvergunning aan voor het afwijken van die bestemming. Pas dan kan die vergunning worden verleend.

Ja / Nee / nvt

 

Milieumelding

Milieumelding

Akkoord

Opmerkingen

Milieumelding ingediend (blijft geldend op pand)

Ja / Nee

d.d.

Milieumelding akkoord

Ja / Nee / nvt

 

Milieuvergunning

Ja / Nee / nvt

 

* Geen weigeringsgrond APV-Alcoholwet, wel plicht op basis van Milieuwetgeving

Wet op de kansspelen

Wet op de kansspelen

Akkoord

Opmerkingen

Aanwezigheidsvergunning Wet op de kansspelen (art. 30b Wok)

Ja / Nee / nvt

 

Check KvK

KvK

Akkoord

Opmerkingen

Nummer en gegevens daarbij komen overeen met aanvraag

Ja / Nee / nvt

 

Entiteit (rechtspersoon of natuurlijk persoon-personen) en de personen KvK (bestuurders) komt/komen overeen met vergunningaanvraag

Ja / Nee / nvt

 

Belastingdienst

Akkoord

Opmerkingen

* Eerste stap, weet met wie je te doen hebt. Locatie (nevenvestiging) niet in KvK; terug naar aanvrager, die moet de locatie in laten schrijven. Mede bewijs dat deze kan beschikken over locatie

Indieningsvereisten para commercieel horecabedrijf, extra t.o.v. regulier

Para commerciële instelling

Akkoord

Opmerkingen

Volledig

Ondertekend bestuursreglement

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Minimaal twee leidinggevende opgenomen in de Alcoholwetvergunning (art. 8 Alcoholwet)

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Lijst met barvrijwilligers

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Overzicht openingstijden van de kantine en inzicht in de schenktijden

Ja / Nee / nvt

 

  • 3.

    Alcoholwet: Basiscontroles uitzetten en/of zelf uitvoeren

Persoonsgebonden eisen leidinggevenden

Check leidinggevende (art. 8)

Akkoord

Opmerkingen

Leidinggevenden boven de 21 jaar?

Ja / Nee / nvt

 

Slecht levensgedrag algemeen Politie

E-mailadres:

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

Slecht levensgedrag - Justitie

www.justid.nl 

E-mailadres:

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

Curateleregister

www.ccbr.rechtspraak.nl

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

Sociale hygiëne: nakijken register

www.svh.nl 

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

Pand gebonden eisen

Inrichtingseisen (art. 10 Alcoholwet)

Akkoord

Opmerkingen

Alle lokaliteiten zijn vermeld op de aanvraag met oppervlakte

Ja / Nee / nvt

 

Tenminste één horecalokaliteit groter dan 35 m² of slijtlokaliteit groter dan 15 m² (art. 10 Alcoholwet)

Ja / Nee / nvt

 

Plattegrond Horecabedrijf 1:100 aangeleverd met noordpunt checken met aanvraag; ook terras

Ja / Nee / nvt

 

Controle laten uitvoeren op de inrichtingseisen Alcoholwet en Bouwbesluit, bouwinspecteur

Mailadres:

Telefoonnummer:

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

  • 4.

    De overige gegevens nakijken en beoordelen

Indieningsvereisten en ophalen Bibob-vragenlijst met gevraagde gegevens

Indieningsvereisten betekent; wat mag en wil je opvragen voor een goede toets. Dat mag volgens de Algemene wet Bestuursrecht mits in redelijkheid nodig om een goed besluit te kunnen nemen. Vraag niet te veel en/of onnodige informatie op.

Datgene wat je zelf kunt ophalen (bijv. uittreksel KvK, of gegevens Bibob die al bij de bouwaanvraag opgehaald zijn, in huis of via systemen) hoef je niet aan de aanvrager te vragen.

Indieningsvereisten

Akkoord

Opmerkingen

Ontvankelijk

Aanvraag horeca/slijterij is compleet en kwalitatief op orde? Aanvraagdatum bekend? Zijn de Bibob-vragenlijst en bijbehorende documenten aangeleverd?

Ja / Nee / nvt

 

Ontvankelijk

Aanvraag Exploitatievergunning is compleet en kwalitatief op orde? Aanvraagdatum bekend?

Ja/ Nee / nvt

 

Ontvankelijk

Juiste bijlagen zoals in de Alcoholregeling zijn opgenomen aanwezig?

Ja/ Nee / nvt

 

Ontvankelijk

Geldig identiteitsbewijs (artikel 1 Wet op de identificatieplicht) van elke leidinggevende?

Ja / Nee / nvt

 

Ontvankelijk

Geldig arbeidscontract van elke leidinggevende waar nodig?

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Verstrekte gegevens en bescheiden zijn voldoende voor de aanvraag of voorbereiding van de beschikking (art 4:5 Awb)?

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Ingevuld en ondertekend Bibob-formulier, inclusief alle bijlagen (niet standaard bij para commerciële horeca)?

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Laatste drie jaar jaaropgaven van de leidinggevende?

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Getekende koop, huurcontract, pachtovereenkomst of eventuele schuldovereenkomst?

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Sprake van B.V. à oprichtingsakte van de B.V.

Van VOF; navraag vennootschapsacte (geen plicht wel handig als het er is)?

Ja / Nee / nvt

 

Volledig

Ondertekend formulier openingstijden horecabedrijf?

Ja / Nee / nvt

 

  • Aanvraag compleet: ontvangstbevestiging sturen

  • Aanvraag niet compleet: brief aanvullende gegevens opsturen met termijn en aangeven dat de termijn besluit wordt opgeschort.

  • 5.

    Weigeringsgronden

Alcoholwet, artikel 27

  • 1

    Een vergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de ingevolge de artikelen 8 tot en met 10 geldende eisen;

    • b.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvrage vermelde in overeenstemming zal zijn;

    • c.

      artikel 7, tweede lid, artikel 31, vierde lid, en artikel 32, tweede lid, zich tegen de verlening van de gevraagde vergunning verzet;

    • d.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat een of meer van de bij of krachtens de artikelen 2 en 13 tot en met 24 gestelde verboden zal worden overtreden of dat in strijd zal worden gehandeld met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften.

  • 2

    Een vergunning ten aanzien van een inrichting, waarvan de vergunning op grond van artikel 31, eerste lid, onder c, is ingetrokken, kan gedurende een bij die intrekking vastgestelde termijn van ten hoogste vijf jaar worden geweigerd.

Een vergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Voordat toepassing wordt gegeven aan het derde lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.

Weigeringsgronden APV toetsen (lokaal maatwerk op basis APV en beleid)

Weigeringsgronden

Akkoord

Opmerkingen

Openbare orde

Ja / Nee / nvt

 

Openbare veiligheid

Ja / Nee / nvt

 

Volksgezondheid

Ja / Nee / nvt

 

Bescherming van het milieu

Ja / Nee / nvt

 

Bestemming als extra weigeringsgrond

Ja / Nee / nvt

 

  • 6.

    Afronding proces bekendmaking & overige zaken

Bekendmaking vergunning of weigering

Akkoord

Opmerkingen

Toesturen vergunning of weigering aan toezichthouders en politie

Mailadres:

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

Toesturen bekendmaking aan afdeling communicatie

Mailadres:

Datum: 

Ja / Nee / nvt

 

Invullen overzicht horecavergunningen

Datum: 

Ja / Nee / nvt

 

Alcoholvergunning en exploitatievergunning (en ook bij weigeringen): de leges. Mail sturen naar de afdeling financiën

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

De verleende Alcoholvergunning en exploitatievergunning (of weigeringen) zijns in het zaaksysteem en in mappenstructuur opgenomen

Datum:

Ja / Nee / nvt

 

7.2 Checklist aanvraag Kansspelvergunning

Gegevens aanvrager

Gegevens aanvrager

 
 

Naam aanvrager

 
 

Adres

 
 

Postcode en plaats

 
 

Telefoonnummer

 
 

E-mailadres contactpersoon

 
 

Gegevens horecagelegenheid waar de automaten gewenst zijn:

Naam bedrijf

 
 

KvK nummer

(check deze zelf)

 
 

Bedrijfsomschrijving

☐ Café

☐ Restaurant

☐ Overig

 

Datum ontvangst aanvraag

 
 

Aanvraag voor X speelautomaten (let op maximaal 2)

☐ 1 kansspelautomaat

☐ 2 kansspelautomaten

 

Toetsen aanwezigheid verleende vergunningen en antecedenten

Is de aanvrager in het bezit van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet?

Ja

Nee. Let op: knock out criterium

Is de houder van de speelautomaten in het bezit van een exploitatievergunning van de Kansspelautoriteit? (zie: https://kansspelautoriteit.nl/zakelijke-aanbieders/speelautomaat/exploitatie/overzicht-verleende/)

☐ Ja

☐ Nee

Naam:

Adres:

Postcode en plaats:

Nummer exploitatievergunning:

Antecedentcheck, via Justis op basis van WOK,

Niet onder curatele

Niet van slecht levensgedrag

Niet in een psychiatrisch ziekhuis

Niet in TBS

Niet gedetineerd

Niet zijn veroordeeld tot meer dan 6 maanden gevangenisstraf de afgelopen 5 jaar

Niet veroordeeld voor een geldboete van € 450 of meer of andere hoofdstraf voor bepaalde overtredingen

Opmerking: Op grond van artikel 30d, lid 4 Wok zijn in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit 2000 de eisen uitgewerkt.

Opmerking slecht levensgedrag: Deze toets moet plaatsvinden op alle leidinggevende (Wok spreekt over bedrijfsleiders en beheerders). Zie art. 4, lid 8 Speelautomatenbesluit 2000.

Opmerking ten aanzien van bepalingen slecht levensgedrag: deze criteria zijn anders dan het Alcoholbesluit. Zo is er een uitzondering als het een betaling van een geldsom betreft zoals bedoeld in artikel 74 WvSr tenzij het minder is dan € 340.

Toetsen Bibob

Bibob beleid voor aanwezigheidsvergunningen: navragen

☐ Ja

☐ Nee

Toetsen eisen kansspelautomaten art. 30b t/m 30e

Eisen gebaseerd op Wet op de kansspelen

Ja of nee

Art. 30c: het is een hoogdrempelige inrichting.

(Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën inrichtingen worden aangewezen die als laagdrempelige inrichtingen worden aangemerkt (art. 30c, lid 3))

Artikel 2 Speelautomatenbesluit, als de inrichting meer dan 3 biljarttafels heeft.

De horecagelegenheid is in het bezit van een geldige vergunning op grond van de Alcoholwet:

☐ Ja ☐ Nee

Let op: knock out criterium

Een bezoek aan de ruimte op zichzelf staat en er geen andere activiteiten plaatsvinden waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend, zoals afhaalactiviteiten: ☐ Ja ☐ Nee

De activiteiten zijn hoofdzakelijk gericht op mensen van 18 jaar of ouder: ☐ Ja ☐ Nee

Let op: knock out criterium

Art. 30d, lid 1: Aan de vergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat alleen kansspelautomaten mogen worden opgesteld, welke in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h, eerste lid, bedoelde vergunning en dat de vergunninghouder zorgdraagt voor een beleid ter voorkoming van kansspelverslaving. Indien de omstandigheden ter plaatse daartoe aanleiding geven, worden aan de vergunning voorts voorschriften verbonden ten aanzien van de wijze van werving en reclame, gericht tot de speler.

☐ Ja

☐ Nee

(je bent dus wettelijk verplicht een aantal voorwaarden op te nemen)

Art. 30d, lid 2: vergunning wordt voor bepaalde of onbepaalde tijd verleend

☐ Ja: tot en met

☐ Nee: onbepaald

(Is een keuze voor de gemeente)

Art. 30d, lid 3: Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de bij de aanvraag van de vergunning verschuldigde vergoeding voor de kosten verbonden aan de behandeling van de aanvraag, de afgifte van de vergunning en voor de kosten verbonden aan het toezicht op de naleving door de vergunninghouder van de bij of krachtens deze Titel vastgestelde voorschriften

☐ Ja

☐ Nee

Art. 30d, lid 4a: aanvrager/bedrijfsleider/beheerder inrichting voldoen aan zedelijk gedragseisen

☐ Ja

☐ Nee

Art. 30d, lid 4b: aanvrager/bedrijfsleider/beheerder beschikt over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van kansspelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van kansspelverslaving (SVH-diploma sociale hygiëne volstaat voor reguliere horecagelegenheden, bij speelautomatenhallen ook basiscursus verslavingspreventie voltooien en in sommige gevallen aanvullende cursus verslavingspreventie (zie art. 8 en 9 Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen))

☐ Ja

☐ Nee

Art. 30d, lid 4c: beleid ter voorkoming van kansspelverslaving

☐ Ja

☐ Nee

Art. 30e, lid 2a: de aanvrager heeft de bij of krachtens deze Titel vastgestelde bepalingen niet overtreden in de drie jaren voorafgaande aan het moment van aanvraag van de vergunning

☐ Ja : welke overtredingen

☐ Nee

Art. 30e, lid 2b: het verlenen der vergunning levert geen ernstig gevaar voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid

☐ Ja

☐ Nee

Art. 30e, lid 3: Bibob-toets is voldoende

(Uitsluitend indien van toepassing, afhankelijk van de Bibob beleid(regels) van des betreffende gemeente

☐ Ja

☐ Nee

Ondertekening

Begrippenlijst

APV:

Algemeen Plaatselijke Verordening gemeente Gorinchem

B&B:

Bed & Breakfast

Barvrijwilliger:

De natuurlijke persoon die, niet in dienstverband, alcoholhoudende drank verstrekt in een horecalokaliteit in beheer bij een para commerciële rechtspersoon.

Bibob:

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

BOA:

Buitengewoon opsporingsambtenaar

BSO:

Binnenstad management

Coffeeshop:

Een openlijk verkooppunt van softdrugs

Lachgas:

Kleur- en geurloos gas, werkzame stof: di-stikstofmonoxide (N2O). Waar als bedoeld in de Warenwet. Roesmiddel afhankelijk van gebruik afhankelijk van gebruik (medisch en

begeleid) gewenst en als roesmiddel/drug ongewenst.

NVWA:

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Openbare inrichting:

Zie definitie artikel 2:27, c onder 1, 2 en 3

OM:

Openbaar ministerie

RIEC Rotterdam:

Regionaal Informatie en Expertise Centra

RUD:

Regionale Uitvoeringsdienst

VFL:

Verordening Fysieke Leefomgeving

Waterpijpcafé (Shishalounge):

Een loungecafé waar men onder andere waterpijp kan roken.

WVO:

Winkelvloeroppervlak


Noot
1

Tweede kamer, Amendement 35337, nr. 29, van de leden Jansen en Agema over het aanpassen van de verbodsbepalingen, 2020

Noot
2

RICHTLIJN (EU) 2019/904 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu, 2019.

Noot
3

Hoofdstuk 3 Alcoholbesluit, Eisen zedelijk gedrag leidinggevende, artikelen 3.1-3.6

Noot
4

Artikel 8 Alcoholwet

Noot
5

Artikel 9 Alcoholwet