Integraal Veiligheidsplan gemeente Land van Cuijk 2023-2026

Geldend van 09-06-2023 t/m heden

Intitulé

Integraal Veiligheidsplan gemeente Land van Cuijk 2023-2026

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 februari 2023;

gelet op artikel 38b Politiewet 2012;

besluit:

vast te stellen het Integraal Veiligheidsplan gemeente Land van Cuijk 2023-2026

1. Inleiding

1.1. Missie en Visie

Onze missie is een aantrekkelijke gemeente te zijn waar inwoners, ondernemers en bezoekers zich veilig voelen om te kunnen wonen, werken, verblijven en recreëren. Een gemeente die in staat is de hedendaagse veiligheidsproblematiek aan te pakken met balans tussen preventie, zorg en repressie en met betrokkenheid en inzet van onze veiligheidspartners en de inwoners. Daarbij hanteren wij de volgende uitgangspunten:

  • Verankeren van de veiligheid in de buurten, wijken en kernen.

  • Voorkomen en bestrijden van (grootschalige) incidenten en verstoringen van de openbare orde.

  • Voorkomen, verstoren en stoppen van ondermijnende activiteiten, met daarbij een goede balans tussen preventie, zorg en repressie.

  • Behouden of verbeteren van de veiligheidsgevoelens en veiligheidscijfers.

Om dit te bereiken is verbinding tussen de verschillende gemeentelijke domeinen belangrijk, want interventies binnen het ene domein kunnen gevolgen hebben voor andere domeinen. Integrale samenwerking vergroot bovendien vaak het effect van een interventie.

Gewerkt wordt met een integrale aanpak op basis van gedeelde en gedragen prioriteiten zoals benoemd in dit beleidsplan. Op basis daarvan wordt tweejaarlijks een toegespitst, op maatschappelijk effect gericht, uitvoeringsplan opgesteld. Daarin wordt voldoende ruimte bewaard om tijdig te kunnen bijsturen wanneer trends en ontwikkelingen daar aanleiding voor geven.

Problemen willen wij voorkomen waar dat kan. Daarbij streven wij naar de juiste balans tussen preventie, zorg en repressie en naar een goede afstemming tussen de bestuurlijke, zorg- en strafrechtketen. Door vroegtijdig te signaleren, kunnen problemen op tijd worden aangepakt. Als de situatie daarom vraagt, wordt handhavend ingegrepen.

Wij betrekken onze inwoners en ondernemers zoveel mogelijk bij de zorg voor een veilige gemeente en wij bekijken verschillende mogelijkheden om het doel te bereiken. In deze context zien wij het toepassen van juridische maatregelen als een uiterste middel. Wij proberen partijen bij elkaar te brengen en stimuleren initiatieven van onze inwoners en ondernemers.

1.2. Kaders en afbakening

De Politiewet (artikel 38b) bepaalt dat elke gemeente in Nederland minimaal één keer in de vier jaar doelen vaststelt die de gemeente nastreeft op het gebied van veiligheid. Deze doelen worden opgeschreven in het Integraal Veiligheidsplan (IVP) en worden ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. Daarmee is het IVP het belangrijkste sturingsinstrument voor de gemeenteraad op het gebied van de lokale veiligheid.

De vorm en inhoud van het IVP is niet wettelijk voorgeschreven; er is daarmee veel ruimte voor lokale invulling. Het gemeentelijk veiligheidsterrein is op te splitsen in sociale veiligheid en fysieke veiligheid.

  • Sociale veiligheid: de mate waarin mensen beschermd zijn, of zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt door menselijk handelen. Dit betekent het voorkomen van overlast en criminaliteit en het bevorderen van sociale cohesie en leefbaarheid.

  • Fysieke veiligheid: de zorg voor bijvoorbeeld verkeersveiligheid, brandveiligheid en externe veiligheid (dit laatste betreft bijvoorbeeld de risico’s voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen).

Dit IVP richt zich primair op sociale veiligheid. Fysieke veiligheid valt grotendeels buiten de reikwijdte van dit beleidskader. Voor onderwerpen die vallen onder fysieke veiligheid verwijzen wij naar specifiek voor deze gebieden ontwikkeld beleid, zoals bij externe veiligheid door de Veiligheidsregio Brabant-Noord en de Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN). Dat geldt ook voor reguliere toezicht- en handhavingstaken in de leefomgeving zoals onder andere de aanpak van hondenpoep en parkeeroverlast.

Voor het specifieke onderwerp verkeersveiligheid geldt dat dit door andere vakprofessionals en gremia afdoende wordt opgepakt. Op provinciaal niveau kennen we het Brabants Verkeersveiligheidsplan 2020-2024. Hiernaast werken provincie, regio Noordoost-Brabant en gemeenten vanuit mobiliteit al conform het Strategisch Plan Verkeersveiligheid. De gemeente Land van Cuijk gaat daarnaast een integrale mobiliteitsvisie opstellen, waarin het onderwerp verkeersveiligheid een specifiek onderdeel is. Hiervoor zal ook afstemming met bestuurders onderling en met ketenpartners, zoals de politie, plaatsvinden. Verkeersveiligheid wordt tevens meegenomen in het Beleidsplan als het Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving. Het benoemen van verkeersveiligheid in dit IVP is daarom onnodig.

1.3. Organisatie en samenwerking

De gemeente voert de regie op veiligheid. Dat betekent dat de gemeente stuurt op de selectie en aanpak van veiligheidsthema’s, op samenwerking en het nakomen van afspraken, op tussentijdse evaluaties en op doorontwikkeling van de aanpak. Daarbij wordt samengewerkt met veel partijen, zowel intern als extern (o.a. de Politie, het Openbaar Ministerie, het Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Noordoost, de Veiligheidsregio Brabant Noord, Bureau Halt regio Oost-Brabant, Reclassering Nederland, Sociom en andere welzijnsorganisaties, Bureau Jeugdzorg, GGD Hart voor Brabant, (geestelijke) gezondheidsinstellingen, onderwijsinstellingen, woningcorporaties; zoals Mooiland en Wonen Vierlingsbeek, horeca, bedrijfsleven). Voor een aantal thema’s binnen dit IVP geldt dat deze alleen succesvol kunnen worden aangepakt als ook regionaal wordt samengewerkt. Voor die thema’s wordt regionaal samen opgetrokken en hiervoor is een Regionaal Veiligheidsplan opgesteld dat in 2022 voor een zienswijze aan de gemeenteraden is voorgelegd en op 10 november 2022 is vastgesteld door het Regionaal Overleg Veiligheid.

Een bijzondere plaats nemen onze inwoners in: hoe beleven zij veiligheid en welke onderwerpen zouden zij met prioriteit aangepakt willen zien? Voor het opstellen van dit IVP is dan ook informatie opgehaald bij inwoners. Zie verder hoofdstuk 3.

De bestuurlijke driehoek Maas en Leijgraaf heeft gevraagd een format voor het IVP voor de drie gemeenten – Boekel, Land van Cuijk en Maashorst - gezamenlijk voor te bereiden dat voor elke gemeente in Maas en Leijgraaf te gebruiken is. Daarvoor is een ambtelijke schrijfclub opgericht. Een gezamenlijk plan biedt evidente voordelen op het gebied van herkenbaarheid en uniformiteit, het illustreert de eenheid en saamhorigheid die de overheid, samen met haar ketenpartners, voelt en wil uitstralen bij de aanpak van onveiligheid en criminaliteit. Daarnaast is de aansturing van de politie meer robuust, want de gemeenten in het basisteam hebben dezelfde visie op de aanpak van belangrijke thema’s en kunnen elkaar daarin versterken. Hierdoor kunnen de gemeenten de taken en thema’s gemakkelijker verdelen. Daarom is voor de totstandkoming ambtelijk en bestuurlijk samengewerkt. De vaststelling van de lokale IVP’s is een bevoegdheid van de afzonderlijke gemeenteraden en daarmee kan elke lokale raad wijzigingen in het plan aanbrengen, andere doelen stellen of een andere prioritering van thema’s aanbrengen. Daarnaast kan in het lokale IVP gemeente specifieke onderdelen worden toegevoegd waarin de lokale veiligheidsproblematiek tot uitdrukking komt.

1.4. Prioriteiten

In dit Integraal Veiligheidsplan hebben we voor de gemeente Land van Cuijk voor de periode 2023 – 2026 onze vijf prioriteiten bepaald. Dat zijn:

  • Zorg en Veiligheid

  • Digitale Veiligheid

  • Maatschappelijke onrust

  • Ondermijning en mensenhandel

  • Veilige woon- en leefomgeving

Hoe we tot deze prioriteiten zijn gekomen en wat ze precies inhouden, wordt in de volgende hoofdstukken uitgewerkt.

2. Trends en ontwikkelingen

De overheid staat op het gebied van veiligheid voor veel en steeds meer complex wordende maatschappelijke opgaven en steeds meer taken met een duidelijke veiligheidscomponent. Zonder volledig te zijn, wordt hier een aantal trends en ontwikkelingen beschreven die van invloed zijn op ons veiligheidsbeleid.

Maatschappelijke ontwikkelingen

Verschillende maatschappelijke, sociale en demografische ontwikkelingen hebben direct invloed op de samenleving, zowel landelijk als ook lokaal in de gemeente Land van Cuijk:

  • Vergrijzing van de samenleving;

  • De asielproblematiek en de noodopvang, nog versterkt door de oorlog in Oekraïne;

  • Arbeidsmigranten zullen blijven komen;

  • De positie van jongeren is in ontwikkeling, bijvoorbeeld de toegenomen eenzaamheid door corona;

  • De toenemende tweedeling in de samenleving;

  • Het groeiende wantrouwen naar de overheid en zelfs afkeer van de overheid: polarisatie;

  • Krapte in de capaciteit bij de politie, het OM, de gemeenten en de andere veiligheidspartners;

  • Krappe arbeidsmarkt met gevolgen voor alle partners;

  • Politieke en bestuurlijke aandacht voor maatschappelijke thema’s die de komende jaren prominent op de agenda zullen staan: de sociaaleconomische situatie, klimaattransitie, internationale veiligheid, inclusiviteit en diversiteit.

Kansen en bedreigingen rondom digitalisering

Traditionele vormen van criminaliteit raken steeds meer verweven met digitale criminaliteit. Er is een verschuiving zichtbaar van traditionele criminaliteit naar criminaliteit waarbij internet wordt gebruikt.

Door de mondiale spanningen en doordat het een lucratief verdienmodel is, neemt het aantal hacks en cyberaanvallen toe. De komende jaren zullen we steeds vaker worden geconfronteerd met nieuwe vormen van gedigitaliseerde criminaliteit en cybercrime die momenteel nog niet bekend zijn. Door kwetsbare groepen (b.v. ouderen en jeugd) goed te informeren kan slachtofferschap verlaagd worden. Digitalisering biedt ook kansen (zeker in een tijd van personeelstekort in vele sectoren): inzet van digitale middelen kan ondersteunend werken.

Verharding ondermijnende criminaliteit

Brabant – en dus ook de gemeente Land van Cuijk – is aantrekkelijk voor (internationale) criminelen die zich bezighouden met ondermijnende criminaliteit. De handel in drugs is zeer lucratief en het gebruik van drugs is in bepaalde milieus (en op veel evenementen) breed geaccepteerd. Opvallend is de verharding in de ondermijning: liquidaties, ripdeals en bedreigingen van bestuurders zijn al heel normaal geworden. Zorgelijk is ook het ronselen van loopjongens onder kwetsbare jeugd. Het zijn ook geen vaste organisaties meer, maar vooral gelegenheidscoalities met extensieve financiële middelen.

Daling traditionele criminaliteit

Sommige vormen van ‘traditionele’ criminaliteit (zoals woninginbraken) zijn blijkens de politiecijfers de afgelopen jaren (fors) gedaald, voor een deel door de effecten van de coronapandemie. De daling van de traditionele (aangifte)criminaliteit lijkt wel gepaard te gaan met de stijging van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit, zoals identiteitsfraude of fraudeurs die zich voordoen als bankmedewerkers. Naast de enorme stijging van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit is vermoedelijk ook sprake van ‘dark numbers’, dus meer onzichtbare criminaliteit, zoals bij ondermijning, mensenhandel of huiselijk geweld.

Maatschappelijke en sociale onrust bedreigen de samenleving

De tegenstellingen tussen verschillende bevolkingsgroepen lijken zich te vergroten. Dit is een gevaar voor de sociale stabiliteit (en veiligheid). Maatschappelijke en sociaaleconomische crisissen (voor de gemeente Land van Cuijk valt dan bijvoorbeeld aan de transitie van de landbouwsector te denken), maar ook gebeurtenissen elders in de wereld kunnen leiden tot onrust in onze samenleving. Het vertrouwen in instanties of overheid neemt af en op langere termijn kan dit leiden tot disfunctioneren van het politieke en maatschappelijke systeem. Maatschappelijke onrust is mede door de coronapandemie meer aan de oppervlakte gekomen, denk aan de avondklokrellen. Complottheorieën wakkeren dit verder aan en kunnen verregaand ontwrichtend zijn. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) noemt deze nieuwe vorm van radicalisering: anti-overheidsradicalisering.

Bijzondere aandacht vragen ook excessen rondom de zorgen over energieprijzen, boodschappen etc. Als de financiële situatie maar uitzichtloos genoeg is komen mensen vanzelf in de verleiding hun problemen op een snelle maar illegale manier op te lossen. Of worden hiervoor meer vatbaar en daardoor kwetsbaarder.

Toename incidenten met kwetsbare en/of personen met onbegrepen gedrag

De afgelopen jaren werden er steeds meer (veiligheids)incidenten geregistreerd met betrokkenheid van kwetsbare personen of personen met onbegrepen gedrag. De toename wordt in de praktijk ook ervaren door politie en de hulpverleningsinstanties. Zo is in de gemeente Land van Cuijk in 2022 het aantal meldingen van overlast door personen met onbegrepen gedrag met 30 procent toegenomen en de overlast van dak- en thuislozen ruim verviervoudigd. De belasting op de schaarse politiecapaciteit is enorm, de opvangplekken zijn schaars, er is een tekort aan zorgpersoneel en de zorg wordt steeds vaker ambulant ingericht. Daarnaast wordt onze samenleving voor sommigen steeds ingewikkelder (digitalisering) en niet iedereen kan meekomen.

Positie jongeren staat onder druk

Tijdens de coronapandemie bleek hoe kwetsbaar de positie van sommige jongeren is. Ook andere factoren zijn van invloed op het leven van jongeren, denk aan middelengebruik, keuzestress, leerproblemen, criminaliteit, dreiging van oorlog. Jongeren brengen veel tijd door op social media en zijn daardoor relatief vaak slachtoffer van gedigitaliseerde criminaliteit (en soms ook dader). Er is daarnaast sprake van een toename van de criminaliteit bij jongeren en een normalisering van wapengebruik. Drugsgebruik onder jongeren (en de normalisering daarvan) is een voortdurende bron van bezorgdheid. Sommige jongeren zijn extra kwetsbaar door huiselijk geweld, schulden of andere problemen achter de voordeur. Deze jongeren krijgen doorgaans een lager schooladvies, er is meer schooluitval en ze zijn vatbaarder voor bijvoorbeeld psychische problemen, criminaliteit, mensenhandel of radicalisering.

3. Maatschappelijke inbreng en analyse

Voor de bepaling van de prioriteiten van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid is nadrukkelijk ook aan de inwoners en aan de wijk- en dorpsraden als vertegenwoordigers van de inwoners van de gemeente Land van Cuijk gevraagd om inbreng te leveren voor het veiligheidsbeleid voor de komende vier jaren. Deze laatste partijen hebben ook deelgenomen aan de raadsavond op 13 oktober 2022. In 2021 is daarnaast ook een enquête, in het buitengebied van de vijf voormalige gemeenten die in de gemeente Land van Cuijk zijn opgegaan, gehouden om te peilen hoe de beleving van de veiligheid en leefbaarheid is. De resultaten van deze enquête bieden ook waardevolle inzichten voor het integraal veiligheidsbeleid. Tot slot biedt de landelijke Veiligheidsmonitor nog materiaal dat in onze analyse is meegenomen.

Enquête leefbaarheid en veiligheid buitengebied Land van Cuijk 2021

Uit de enquête in het buitengebied van het Land van Cuijk die vorig jaar is uitgevoerd bleek dat de inwoners van het buitengebied in grote meerderheid tevreden zijn over de leefbaarheid van hun omgeving: 84% waardeerde die met een rapportcijfer 8 of meer; 3% met een onvoldoende. Wat betreft de veiligheidsbeleving voelde 31% zich nooit en 42% zelden onveilig. Bijna een kwart voelde zich soms onveilig en 4% gaf aan zich vaak onveilig te voelen. Nader onderzoek leert dat het gevoel van onveiligheid (als dat er is) met name wordt ingegeven door het verkeer en sociale onveiligheid. De mensen die zich soms of vaak onveilig voelden gaven als rapportcijfer aan de verkeersveiligheid gemiddeld een 3,6 en aan de sociale veiligheid een 4,9. Maar liefst 44% van de respondenten gaf aan dat er in hun omgeving vaak te hard wordt gereden en 41% gaf aan dat dat soms gebeurde, waarmee te hard rijden de grootste bron van overlast was. Vlak daarna kwam rommel op straat of in het groen. Inbraken in schuren en woningen volgden daarna (70% respectievelijk 59% gaf aan dat dat vaak of soms in hun omgeving voorkwam). Andere vormen van overlast die vaker voorkomen zijn stank- en geluidsoverlast.

Bijna vier op de tien respondenten zijn het afgelopen jaar slachtoffer geworden van één of meer misdrijven (38%), waarvan 32% plaatsvond in de eigen buurt. Dit gaat veelal om diefstal van (landbouw)machines en inbraak in schuren, loodsen of stallen. Bijna zes op de tien respondenten gaven aan één of meer verdachte of illegale activiteiten te signaleren (59%) en 35% ervaart hier overlast van (8% veel en 27% een beetje). Het gaat hier vooral om het signaleren van onbekende personen die zich ophouden in de buurt (47%) of het dealen van drugs (27%). Bijna drie op de tien ervaren overlast van onbekende personen (4% veel, 24% een beetje) en 8% ervaart overlast van het dealen van drugs (1% veel en 7% een beetje).

Van de respondenten gaf 18% ooit aan benaderd te zijn door iemand die men niet vertrouwt. Dit gebeurt meer dan gemiddeld bij ondernemers (27%). De respondenten benoemen het meest benaderd te zijn voor het gebruik van een leegstaande schuur/ruimte (14%) of voor de verhuur van een (bedrijfs-)ruimte (12%). Bijna drie kwart is om een andere reden benaderd. Hierbij gaat het veelal om handel in bijvoorbeeld oud ijzer of ander verdacht materiaal.

Op de hypothetische vraag of men denkt een mogelijk interessante partij te kunnen zijn voor mensen die een ruimte willen huren, antwoordde niet meer dan een tiende bevestigend (10%). Bij ondernemers was dat 17%. Het merendeel van de respondenten keurt per definitie af dat buurtbewoners mee doen aan verdachte en/of illegale activiteiten, ook al is het verleidelijk om hierop in te gaan. Toch vindt 6% het begrijpelijk dat men in de verleiding komt om op een aanbod in te gaan, terwijl 3% vindt dat mensen dat zelf moeten weten. Van de respondenten gaf 73% aan bekend te zijn met de buurtpreventie-appgroepen en maakte 54% daar ook gebruik van.

Peiling onder inwoners en wijk- en dorpsraden via website

De uitnodiging aan de inwoners en de wijk- en dorpsraden leverde een aantal reacties op dat als volgt valt te clusteren:

  • Verkeersveiligheid: de wens om extra verkeersverlichting, snelheidscontroles, rotondes, drempels en andere snelheidsvertragende maatregelen.

  • Sociale cohesie: oproep tot versterking van gemeenschapszin. Geconstateerd wordt dat de samenleving individualiseert en dat in de buurt of dorp niet iedereen elkaar meer kent of gekend wordt. Daartoe zouden ondersteunende prikkels vanuit de overheid welkom zijn, bijvoorbeeld stimuleren van buurtpreventie.

  • Hondenpoep en rommel/vervuiling in de leefomgeving.

  • Jeugd: passende voorzieningen zodat jongeren minder overlastgevend zijn en anderzijds meer controle en handhaving (o.a. door cameratoezicht) bij hangplekken, uitgaansgebieden en stations.

  • Ondermijning: oproep tot het vaker controleren van locaties die potentieel interessant zijn voor ondermijnende criminaliteit.

Voor een groot deel van deze reacties geldt dat zij hoofdzakelijk – maar dat mag weinig verrassend zijn – de directe woon- en leefomgeving betreffen. Voor een deel (denk aan verkeersveiligheid en overlast als hondenpoep en rommel in de openbare ruimte) geldt dat ze buiten de reikwijdte van dit IVP vallen, maar terecht wordt hier aandacht voor gevraagd en voor de gemeente is er in de sfeer van toezicht en handhaving en op het gebied van verkeersveiligheid een taak om hier met oplossingen te komen.

Veiligheidsmonitor 2021

De meest recente landelijke Veiligheidsmonitor 2021 heeft geen cijfers voor de gemeenten die opgegaan zijn in de gemeente Land van Cuijk, maar wel voor het politiebasisteamgebied Maas en Leijgraaf waar Land van Cuijk onder valt (met de gemeenten Boekel en Maashorst). Overigens zal in de Veiligheidsmonitor vanaf dit jaar (2023) wel ook informatie voor de gemeente Land van Cuijk afzonderlijk gepubliceerd worden, nu het een gemeente met meer dan 90.000 inwoners is geworden. De inwoners van Maas en Leijgraaf geven hun woonbuurt gemiddeld een 7,8 voor leefbaarheid. Voor fysieke voorzieningen gaf men een 6,7 en voor de sociale cohesie een 6,9. Van de inwoners had 38,4% overlast in de buurt ervaren, waarvan de top drie bestond uit hondenpoep, fysieke verloedering/ verrommeling en verkeersoverlast. 29,3 % gaf aan zich wel eens onveilig in de buurt te voelen en 1,4% vaak. De veiligheid in de buurt kreeg een 7,7. 12,1% gaf aan slachtoffer te zijn geweest van ‘traditionele’ criminaliteit zoals geweldsdelicten (3,9%) en vermogensdelicten (6,6%). Ook gaf 17,8% procent aan het slachtoffer te zijn geweest van digitale criminaliteit zoals internetfraude en phishing. Tot slot gaf 52% van de respondenten aan dat er een buurtpreventiegroep in de wijk was en 40,4% daar lid van was. Het beeld uit de Veiligheidsmonitor ligt in lijn met de uitkomsten van de enquête in het buitengebied.

Inbreng raadsavond

Op donderdag 13 oktober 2022 heeft een raadsavond plaatsgevonden ten behoeve van het IVP. In werkgroepen gingen (burger)raadsleden, vertegenwoordigers van dorps- en wijkraden, ketenpartners en vakambtenaren van de gemeente uiteen om de volgende thema’s uit te diepen:

Zorg en veiligheid en maatschappelijke onrust

Als rode draad voor deze problematiek werd gezien het verdwijnen van de sociale cohesie in de wijk en de samenleving. Voor de gemeente zou dit moeten betekenen dat zij in de samenwerking met de ketenpartners altijd oog houdt voor het welzijn van de inwoners. Verder werd benoemd dat veel burgers niet weten waar zij met meldingen terecht kunnen als zij zich zorgen maken over mensen in de buurt. Daarbij speelt ook de forse toename van overlast door personen met onbegrepen gedrag. Dat terwijl het aantal zorgplekken voor zorgbehoevenden vaak niet op peil is. Tot slot werd genoemd dat het belangrijk is om preventief en repressief te handelen bij jongeren. De inzet van straatcoaches/jongerenwerk is hierin als aandachtspunt genoemd.

Digitale veiligheid

Hoewel dit probleem de gemeentegrenzen (ver) overstijgt, kan de gemeente hierin wel een rol spelen door te werken aan preventie en voorlichting, bijvoorbeeld door projecten als Hackshield en Storytelling-bijeenkomsten voor ouderen. Daarnaast moet de gemeentelijke organisatie zorgen dat het eigen huis op orde is om de eigen gevoeligheid te beperken.

Ondermijning en mensenhandel

Er was consensus om aan te sluiten bij de in het Regionaal Veiligheidsplan Oost-Brabant (RVP) genoemde prioriteiten, te weten synthetische drugs, cocaïne, hennep, witwassen en mensenhandel. Daarnaast werd aandacht gevraagd om het buitengebied tot speerpunt te benoemen, vanwege de omvang daarvan in Land van Cuijk en de vrijkomende agrarische bebouwing die kansen biedt voor ondermijnende criminaliteit. Daarnaast werd beklemtoond dat meldingsbereidheid moet worden gestimuleerd en dat verder aandacht moet worden besteed aan het feit dat daders vaak zelf ook slachtoffers zijn.

Veilige woon- en leefomgeving

De essentie voor deze werkgroep was: investeer in sociale cohesie en participatie. Op het onderwerp jeugd- en jeugdoverlast werd nadrukkelijk aandacht gevraagd voor preventie. Hiernaast werd onder meer betrokkenheid van ouders en de scholen (kluisjes- en drugscontroles) en de inzet van jongerenwerk gevraagd alsook meer jongerenontmoetingsplekken en de terugkeer van de jeugdagent. Voor versterking van de betrokkenheid van de buurt werden de WhatsApp-buurtpreventie, versterking van de meldingsbereidheid en het bekijken van initiatieven zoals ‘de buurt bestuurt’ beklemtoond. Tot slot werd om aandacht voor de overlast van arbeidsmigranten in een deel van de gemeente gevraagd.

Conclusie

Afgaande op de hiervoor gepresenteerde cijfers en reacties kan geconcludeerd worden dat een grote meerderheid van de inwoners van de gemeente Land van Cuijk behoorlijk tevreden is over de veiligheid en veiligheidsbeleving. Desalniettemin geven zij wel aan dat er op het gebied van de (ervaren) veiligheid nog wel de nodige winst te boeken valt. In grote lijnen laten zij wel een samenhangend beeld zien. Voor een groot deel van de reacties geldt dat zij in flinke mate – maar dat mag weinig verrassend zijn – de directe woon- en leefomgeving betreffen. Voor een deel (denk aan verkeersveiligheid en overlast als hondenpoep en rommel in de openbare ruimte) geldt dat ze buiten de reikwijdte van dit IVP vallen, maar terecht wordt hier aandacht voor gevraagd en voor de gemeente is er in de sfeer van toezicht en handhaving en op het gebied van verkeersveiligheid een taak om hier met oplossingen te komen. Daarnaast valt ook een aantal grotere thema’s op. Zo wordt om specifieke aandacht gevraagd voor jeugdproblematiek, zowel enerzijds in de aanpak van overlast als ook in preventie en ondersteuning van kwetsbare jongeren. Ook het belang van de aanpak ondermijnende criminaliteit blijkt uit de enquête en is door inwoners als thema genoemd. Een opvallend gegeven uit de Veiligheidsmonitor was dat digitale criminaliteit aan een opmars bezig is. De raadsavond van 13 oktober 2022 die in het teken stond van het integraal veiligheidsbeleid leverde een zelfde beeld op. De raad herkende de geschetste prioriteiten en heeft deze op onderdelen nog wat verder aangescherpt. Het bevorderen van de meldingsbereidheid en het voorzien in voorlichting hierover was een terugkerend onderwerp in alle thema’s. De hiervoor geschetste inbreng is onderdeel geweest van de prioritering die in de volgende hoofdstukken verder wordt uitgewerkt.

4. Zorg en Veiligheid

4.1. Inleiding

De samenleving is complex geworden én voortdurend in beweging. Deze toenemende complexiteit maakt het voor een groeiende groep mensen moeilijker om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Er zijn telkens nieuwe vaardigheden nodig om de veranderingen te kunnen bijbenen; op economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk vlak. Niet iedereen beschikt hier in gelijke mate over. Psychische klachten, verslaving, gedrag met risico’s voor zichzelf en/of de omgeving: veel Nederlanders kampen met een opeenstapeling van problemen met een zorg- én veiligheidscomponent. Doorgaans gaat het over combinaties van ernstige én verschillende problemen bij een persoon die veel inzet en zorg van professionals vergen. Denk hierbij aan huiselijk geweld, verward of onbegrepen gedrag of jeugdcriminaliteit. Voor de persoon in kwestie en zijn naaste omgeving, buren en wijk, is het absoluut noodzakelijk dat alle betrokken organisaties hun inzet op elkaar laten aansluiten om zo goed en snel mogelijk de problemen op te lossen. De ideale veiligheidheidsketen is dan ook gebaseerd op een juiste balans tussen preventie en repressie en tussen zorg en straf.

4.2. Voor welke uitdaging staan we?

Zorg en Veiligheid hebben elkaar nodig. Repressie alleen is vaak niet de beste oplossing, zorg aan de voorkant of zorg en repressie gezamenlijk zorgen voor het beste en een blijvend resultaat. Samenwerking vanuit meerdere disciplines (multidisciplinair) en met meerdere partijen is dan nodig om tot een adequate aanpak te komen. De mate van verbinding en de manier van samenwerken tussen alle betrokken partijen zijn bepalende factoren bij de aanpak van onder meer huiselijk geweld of re-integratie van ex-gedetineerden.

In de praktijk is de benodigde domeinoverstijgende aanpak -met diverse zorg- en veiligheidspartners- complex. Er is zowel beleidsmatig als in de uitvoering afstemming nodig en dat loopt vaak vast door eigen doelstellingen, afwijkende werkprocessen, vaste routines of andere drijfveren en overtuigingen. Dit proces is voortdurend in beweging. Tot slot zijn sommige veiligheidsproblemen te ingewikkeld om door slechts één partij of organisatie te worden aangepakt.

In gemeente Land van Cuijk is in de afgelopen tijd een toename van het aantal personen met verward en onbegrepen gedrag te zien in de politiecijfers. Ook valt een stijging op te merken van overlast door dak- en thuislozen. In 2022 is het aantal meldingen van overlast door personen met onbegrepen gedrag met 30 procent toegenomen en de overlast van dak- en thuislozen ruim verviervoudigd. Om de juiste interventies in te kunnen zetten is het nodig om goed af te stemmen met het sociaal domein en de samenwerking met hen en met onze ketenpartners door te ontwikkelen. Vroegtijdig signaleren en inzetten van interventies kan helpen om te voorkomen dat complexe zorg casuïstiek in de (repressieve) veiligheidshoek terecht komt.

4.3. Wat willen we bereiken?

De basis ligt er: in onze gemeente weten betrokken partijen elkaar op casusniveau te vinden, in het kader van de persoonsgerichte aanpak. Het is nodig om een gezamenlijk standpunt met bijbehorende werkwijze op te stellen hoe om te gaan met kwetsbare personen en gestapelde problematiek. Bij de ene casus is de problematiek meer zorg gerelateerd, bij de andere is veiligheid voorliggend, maar verbinding is nodig, op bestuurlijk, management, beleids- en operationeel niveau. Maar ook op uitgangspunten, op begrip en taal voor ieders discipline, om uiteindelijk te komen tot een effectieve en praktische uitvoering. Daarbij is het nodig elkaar vroegtijdig te vinden als er signalen zijn, waarbij er oog is voor de privacyregels en kaders van waaruit moet worden gewerkt.

Uitgangspunt is dat we blijven inzetten op de samenwerking en het doorontwikkelen van de integrale aanpak tussen veiligheid en zorg. Dit vormt de basis voor het ontwikkelen van een (sluitende) aanpak van én aanbod voor het aantal personen met onbegrepen gedrag en de groep dak- en thuislozen in onze gemeente.

Ook voor onze inwoners moet voldoende duidelijk zijn waar men terecht kan voor overlastmeldingen of voor het melden van een situatie waarvan men vermoedt dat iets niet in orde is. We willen de meldingsbereidheid stimuleren, maar dit is ook een kwetsbaar punt. Er kan angst bestaan om te melden. Echter, zonder meldingen wordt de omvang van een probleem niet inzichtelijk. Dit betekent dat we goed moeten blijven aansluiten op wat er onder onze inwoners leeft. De samenwerking met onder meer het sociaal domein is hierbij essentieel.

5. Digitale Veiligheid

5.1. Inleiding

Gemeenten hebben een belangrijke rol om te voorkomen dat inwoners, bedrijven, voorzieningen en de gemeente zelf, slachtoffer worden van cybercriminaliteit. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit:

  • Cybercrime omvat strafbare feiten die worden gepleegd via een Informatie- en communicatietechnologie (ICT) middel en die gericht zijn op een ICT middel. Voorbeelden zijn: computervredebreuk/ hacken, DDoS aanvallen en ransomware (losgeld vragen om bijvoorbeeld een blokkade op te heffen).

  • Gedigitaliseerde criminaliteit omvat strafbare feiten waarbij gebruik wordt gemaakt van een ICT middel. Denk hierbij aan het plegen van oplichting of diefstal via het internet, het plegen van online identiteitsfraude of het online uiten van bedreigingen. Online oplichting is in de politiecijfers veelal terug te vinden onder de term ‘horizontale fraude’. Daarmee wordt fraude gericht tegen burgers of bedrijven bedoeld. ‘Verticale’ fraude is aan de orde op het moment dat de overheid het beoogde slachtoffer is.

5.2. Voor welke uitdaging staan we?

De samenleving is in de loop van de jaren afhankelijk geworden van digitale middelen. Vrijwel alle vitale processen en diensten zijn inmiddels volledig gedigitaliseerd. Het plegen van strafbare feiten met behulp van informatietechnologie is dan ook een alsmaar groeiend fenomeen. Hacking, phishing, cyberpesten en sexting zijn inmiddels veelvoorkomende verschijnselen. Traditionele vormen van criminaliteit raken steeds meer verweven met digitale criminaliteit. Door de anonimiteit en het massale bereik van internet is cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit zeer aantrekkelijk voor criminelen. Ze kunnen meer slachtoffers benaderen en lopen minder kans om gepakt te worden. Het is de verwachting dat we de komende jaren steeds vaker worden geconfronteerd met nieuwe vormen die nog niet algemeen bekend zijn1. De toename van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit maakt de inzet op Digitale Veiligheid niet alleen actueel, maar ook uitermate belangrijk.

In gemeente Land van Cuijk is ook een toename van internetfraude en phishing te zien op basis van de politiecijfers. Opvallend is de stijging in bankpasfraude waar vooral ouderen slachtoffer van zijn. De gevolgen van deze digitale criminaliteit op slachtoffers kan groot zijn. Niet alleen in de zin van materiële schade en/of vermogensverlies, maar het schaadt ook het vertrouwen van slachtoffers in bekenden, bedrijven en (overheids-)instellingen waarvan bijvoorbeeld de naam misbruikt wordt bij oplichting. Denk hierbij aan de omloop van valse e-mails van mijnoverheid.nl over de energietoeslag, valse berichten van nep koeriersdiensten en pakketbezorgers of een Whatsappbericht van een ‘familielid’ met de vraag om geld. Juist omdat de opsporing en vervolging in deze gevallen vaak moeizaam verloopt, is het raadzaam om juist in te zetten op het voorkomen van slachtoffers.

5.3 Wat willen we bereiken?

Wij geven prioriteit aan een digitaal weerbare gemeente Land van Cuijk. We zetten ons in om te voorkomen dat inwoners en bedrijven slachtoffer worden van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit. Dit willen we doen door inwoners en bedrijven bewust te maken en hen een handelingsperspectief te geven. Ook zorgen we ervoor dat de informatiebeveiliging van de gemeente op orde is. Tot slot willen we goed voorbereid zijn op cybercrises, de cybergevolgbestrijding en de online aangejaagde ordeverstoringen. In samenwerking met onze ketenpartners willen we adequaat kunnen inspelen op wat zich online afspeelt.

6. Maatschappelijke onrust

6.1. Inleiding

Maatschappelijke onrust is een actueel thema, omdat het broeit in onze samenleving. Wantrouwen in de overheid, het gevoel niet te worden gehoord en boosheid over ongelijkheid veroorzaken onrust. Tegenstellingen en spanningen tussen groepen burgers kunnen een voedingsbodem vormen voor radicalisering en eventueel ook extremisme. Vooral wanneer de tegenstelling of polarisatie samengaat met afscheiding langs sociale, etnische of religieuze lijnen is er een verhoogd risico op radicalisering. Bij radicalisering gaat het vaak over extreme religieuze opvattingen die haaks staan op de democratische rechtsorde, zoals jihadisme. Radicalisering kan ook betrekking hebben op complottheorieën, links-extremisme2, rechts-extremisme3, anti-overheid of dierenrechten-extremisme. Polarisatie, extremisme, radicalisering en allerlei tussenvormen of combinaties daarvan ondermijnen en ontwrichten onze samenleving. Op de lange termijn leidt dit tot disfunctioneren van het maatschappelijke en politieke systeem en vormt daarmee een bedreiging voor onze vrije democratische samenleving.

6.2. Voor welke uitdaging staan we?

Processen als globalisering, individualisering en informatisering hebben de Nederlandse samenleving veranderd. Agressie en geweld tegen hulpverleners en mensen met een publieke taak neemt toe. Tegenstellingen tussen verschillende bevolkingsgroepen vergroten zich. Sociale media vergroten tegenstellingen uit. Ook in het maatschappelijk debat is vaak aandacht voor juist de uitgesproken opvattingen. De kans is aanwezig dat polarisatie eerder toeneemt dan zal afnemen. Uitingen van polarisatie kunnen een bedreiging vormen voor de sociale stabiliteit (en veiligheid) in ons land. Het vertrouwen in instanties en de overheid kan daardoor afnemen. Dit leidt niet alleen tot onrust, maar heeft ook gevolgen voor de manier waarop we met elkaar samenleven.

Er is een verscherping van standpunten en een toename van complottheorieën en anti-overheidsgevoelens waar te nemen in de samenleving. Dit sluimerend ongenoegen kwam tijdens de crisis rond corona Covid-19 meer aan de oppervlakte. Het is van belang om deze ontwikkelingen blijvend te monitoren. Daarnaast zal Nederland in de komende jaren geconfronteerd worden met het vrijkomen van (ex-)gedetineerden die eerder zijn veroordeeld voor extremistische of terroristische daden. Bovendien is het dreigingsniveau (de kans op een terroristische aanslag in Nederland) vastgesteld op ‘aanzienlijk’ (niveau 3 van 5).

6.3. Wat willen we bereiken?

Als gemeente willen we investeren in het vergroten van kennis en bewustzijn over de context en verschillende vormen van polarisatie en radicalisering. Ook zetten we in op het vroegtijdig herkennen van signalen. Dit willen we zowel op verschillende niveaus binnen de gemeente als bij onze samenwerkingspartners doen. We geven handelingsperspectief hoe signalen te herkennen en waar dit gemeld kan worden. In aansluiting hierop trekken wij een duidelijke lijn als het gaat om niet geaccepteerd gedrag tegen onder andere onze bestuurders, handhavers en andere medewerkers en borgen dit in onze organisatie.

Wij blijven ons, samen met de betrokken partners inzetten op behoud en versteviging van bestaande netwerkoverleggen in onze gemeente. Deze lokale verbindingen zijn niet alleen belangrijk voor de sociale cohesie, maar ook voor het kunnen ophalen van signalen uit buurten/ wijken. Voor onze inwoners moet het voldoende helder zijn waar men terecht kan voor het signaleren van zaken of het doen van meldingen als het gaat om maatschappelijke onrust. Het vergroten van de meldingsbereidheid versterkt onze informatiepositie en dat van onze ketenpartners.

7. Ondermijning en mensenhandel

7.1. Inleiding

De effecten van georganiseerde criminaliteit op onze samenleving, waarbij onder- en bovenwereld verweven raken, noemen we ondermijning. Criminelen maken voor illegale activiteiten gebruik van legale bedrijven en (overheids)diensten, zoals voor transport, vastgoed en vergunningen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van panden om drugs te produceren of het oprichten van een bedrijf om (drugs)geld wit te wassen. Zij hebben vaak veel crimineel geld en zijn niet bang om geweld te gebruiken. Dat stelt hen in staat hun machtspositie en status in onze samenleving te vergroten.

7.2. Voor welke uitdaging staan we?

Hoewel georganiseerde criminaliteit en de ondermijning die daarmee gepaard gaat in de kern een bovenlokaal probleem is, worden ook lokaal de uitwassen ervan zichtbaar. Het doet afbreuk aan de veiligheid en leefbaarheid in onze wijken en buurten. Denk aan brandgevaar door een hennepkwekerij in een rijtjeshuis, uitbuiting van kwetsbare personen of het dealen van drugs in de buurt van scholen en onder jeugd. Maar we zien ook allerlei vormen van intimidatie en geweld in wijken en oneerlijke concurrentie voor (lokale) ondernemers. Daarbij wordt aandacht gevraagd voor het feit dat daders van (ondermijnende) criminaliteit vaak ook zelf slachtoffer of kwetsbaar zijn. Door ondermijning wordt onze democratische rechtsstaat aangetast en ontstaat een parallelle samenleving die een grote aantrekkingskracht kan hebben op met name jongeren.

De urgentie om ondermijning tegen te gaan is de afgelopen jaren toegenomen. We zien landelijk meer agressie tegen politieke ambtsdragers en ambtenaren en meer en grotere drugsvondsten. Ook is drugsgebruik steeds meer genormaliseerd. De versterkingsgelden voor de aanpak van ondermijning die recent vanuit het Rijk zijn toegekend laten zien dat deze urgentie ook landelijk gevoeld wordt. De afgelopen tien jaar is al een brede organisatie tegen ondermijning opgebouwd waarin we als gemeenten samenwerken met de Taskforce RIEC Brabant-Zeeland, de politie, het OM, de Belastingdienst, de provincie Noord-Brabant, de Nederlandse Arbeidsinspectie en vele andere publieke en private partners. De partners in ons basisteam hebben belangrijke stappen gezet, maar het structureel verstoren van het criminele verdienmodel vergt veel capaciteit en een lange adem. Ook de komende jaren heeft dit daarom onze prioriteit.

7.3. Wat willen we bereiken?

De integrale aanpak van ondermijning is gericht op het effectief verstoren van het crimineel verdienmodel. We willen georganiseerde criminaliteit en de effecten daarvan in onze (lokale) samenleving aanpakken door ervoor te zorgen dat misdaad niet loont. Onze focus ligt primair op de aanpak van productie en handel in (synthetische) drugs, witwassen en mensenhandel. Gelet op het feit dat de gemeente Land van Cuijk een zeer groot buitengebied kent, dat in potentie veel ruimte biedt voor ondermijnende criminaliteit, moet er daarbij gerichte aandacht zijn op het buitengebied. Zowel in preventieve zin door te anticiperen op een goede bestemming voor vrijkomende agrarische bebouwing als in het stimuleren van meldingsbereidheid.

Voor dat laatste moet de verantwoordelijkheid van de inwoner voor de veiligheid van zijn of haar eigen leefomgeving worden aangesproken. Een gezamenlijke aanpak – met een goede balans tussen preventie, zorg en repressie – is noodzakelijk om het gewenste effect te bereiken. De integrale partners worden hierin ondersteund door Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland. We richten ons in de aanpak op de volgende vier speerpunten:

  • Zichtbaar effectieve interventies. Samen met onze integrale partners proberen we de crimineel daar te raken waar het pijn doet. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor het Interventieteam Maas & Leijgraaf (IML). Door gezamenlijke communicatie maken we de aanpak zichtbaar en vergroten we het vertrouwen in de overheid.

  • Weerbare overheid. Voorop staat dat wij als overheidsorganisaties weerbaar moeten zijn tegen criminele invloeden en criminele activiteiten niet willen faciliteren. Daarom committeren we ons aan de ‘Brabantse norm weerbare overheid’ en zetten we onder meer in op bewustwording van de signalen van ondermijning, onze informatiepositie en informatiebeveiliging, integriteit en beleid en handhaving (zoals de Wet Bibob).

  • Weerbare samenleving. We willen de voedingsbodem voor georganiseerde criminaliteit wegnemen door in te zetten op weerbaarheid van de samenleving. We werken aan bewustwording van de risico’s, preventie en verhoging van meldingsbereidheid bij burgers en branches. We willen dat zij criminaliteit niet (onbedoeld) faciliteren. Daarbij werken we gebiedsgericht door te onderzoeken welke branches en locaties kwetsbaar zijn en daarop met publieke- en private partners een aanpak te ontwikkelen.

  • Vergroting van onze informatiepositie en expertise over ondermijning in onze gemeente. Een stevige informatiepositie en kennis van ondermijning zijn essentieel om zicht te krijgen op ondermijnende structuren en de mogelijkheden die wij en onze partners hebben om daarop te interveniëren, zowel preventief als repressief. We willen onze organisatie zo inrichten dat wij informatie optimaal kunnen benutten binnen de gemeente én in de integrale samenwerking.

8. Veilige woon- en leefomgeving

8.1. Inleiding

Een veilige woon- en leefomgeving is een belangrijke voorwaarde om in de gemeente te willen wonen, verblijven, recreëren, ondernemen en/of werken. Daarom blijven wij prioriteit geven aan het vergroten van de veiligheid en het veiligheidsgevoel. Of het nu gaat om zichtbare criminaliteit zoals woninginbraken of de minder zichtbare criminaliteit zoals ondermijning. Door op tijd in te grijpen voorkomen we zwaardere problematiek en overlast.

8.2. Voor welke uitdaging staan we?

Het is van belang blijvend te investeren in een fijne leefomgeving. Na de heftige coronaperiode neemt de maatschappelijke activiteit van een ieder weer toe. We zien weer een kleine toename van het aantal woninginbraken en diefstallen. Ook de woonoverlast en jeugdoverlast is een aanhoudende zorg.

Het behoud van een veilige woon- en leefomgeving vraagt voortdurende aandacht en zorg van elke inwoner, bedrijven en de overheid. Dit vraagt om een aanpak vanuit de overheid met een balans tussen preventie, zorg en repressie. Samenwerken is het sleutelwoord. We willen daarbij onze inwoners betrekken. Zij zien veel en zijn mogelijk bereid te participeren. Daarin is oog hebben voor elkaar heel belangrijk.

8.3. Wat willen we bereiken?

We streven naar een:

  • verdere afname van de criminaliteit

  • verhoging van het veiligheidsgevoel

  • vermindering van de woonoverlast

Criminaliteit, drugsoverlast, jeugdoverlast, overlast door asielzoekers, woonoverlast en verloedering in de woonomgeving kunnen het woongenot bederven. Wij zetten daarom in om dit zo snel mogelijk aan te pakken, maar voornamelijk op voorhand al te voorkomen. We focussen op een integrale, snelle en effectieve aanpak. Om dit te realiseren is het snel vergaren van informatie en informatiedeling van groot belang. De informatie en signalen van bewoners en ondernemers is hier onderdeel van. Daarom moet er aandacht zijn voor het stimuleren van lokale initiatieven om als burgers samen oplettend te zijn en de meldingsbereidheid.

In de regel wordt ernstige jeugdoverlast veroorzaakt door slechts “een klein aantal” jongeren. De gemeente gaat zich zowel richten op preventie als op repressie als het gaat jongeren. Dit betekent dat het gesprek wordt aangegaan met jongeren en jongeren worden aangesproken op gedrag. Verontrustende signalen worden snel gedeeld en integraal opgepakt om te voorkomen dat jongeren het verkeerde pad op gaan dan wel om ze terug te krijgen op het rechte pad. Dit wordt onder andere gedaan door de inzet van jongerenwerk (ook op straat) en in samenwerking met ketenpartners (denk aan politie, jeugdreclassering, Raad voor de Kinderbescherming, Novadic-Kentron (verslavingszorg), Centrum Jeugd & Gezin Land van Cuijk, leerplichtambtenaar en HALT regio Oost-Brabant), met inachtneming van de privacywetgeving.

In 2022 heeft het college het geharmoniseerde evenementenbeleid gemeente Land van Cuijk vastgesteld. Evenementen zijn belangrijk voor de gemeente en haar inwoners. Zij bieden onder meer vermaak, maar kunnen ook overlast en vervuiling veroorzaken. Ook kunnen tijdens evenementen ernstige ongelukken ontstaan. Met het oog op de leefbaarheid en het veilige verloop van evenementen worden aanvragen voor een evenementenvergunning zorgvuldig beoordeeld. De gemeente treedt daartoe in overleg met de organisator voor het in kaart brengen van de risico’s en het nemen van adequate maatregelen. Maatwerk is immers van belang.

9. Hoe nu verder?

Op basis van dit Integraal Veiligheidsplan waarin onze prioriteiten en uitgangspunten zijn uitgewerkt, wordt tweejaarlijks een uitvoeringsplan opgesteld. In het uitvoeringsplan wordt concreet uitgewerkt hoe we die doelen willen bereiken. De voortgang wordt gemonitord en besproken in de bestuurlijke en ambtelijke veiligheidsoverleggen, zowel lokaal als op basisteamniveau. Indien dat nodig is, wordt er bijgestuurd.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk in zijn openbare vergadering van 6 april 2023.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Marieke Moorman


Noot
1

Denk aan: ‘cybercrime as a service’, waarbij via het darkweb gedigitaliseerde criminaliteit of cybercrime kan worden besteld.

Noot
2

Denk aan: antifascisme, milieu-extremisten.

Noot
3

Denk aan: anti-islam, anti-immigratie, accelerationisme (het extreemrechts gedachtegoed waarbij het creëren of versnellen van chaos wordt nagestreefd, m zo een rassenoorlog en de vervanging van de democratie door een witte etnostaat te bespoedigen).