Reglement voor de Provinciale Commissie Landelijk Gebied provincie Fryslân

Geldend van 08-06-2023 t/m heden

Intitulé

Reglement voor de Provinciale Commissie Landelijk Gebied provincie Fryslân

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

overwegende dat op 23 april 1986 de Provinciale Commissie Landelijk Gebied (PCLG) is ingesteld vanuit de wens overleg te voeren met maatschappelijke groeperingen over de uitwerking en uitvoering door de provincie van het landelijk en provinciaal beleid op het terrein van natuur, bos, landschap, openluchtrecreatie en landbouw;

dat de PCLG een krachtens artikel 82 van de Provinciewet ingestelde commissie is om te adviseren over de hoofdlijnen van beleid in het landelijk gebied en de uitwerking en uitvoering daarvan;

dat een werkgroep vanuit de PCLG een eindrapport met de titel “naar een betere dialoog over het landelijke gebied” voor een nieuwe werkwijze van de PCLG heeft uitgebracht:

dat in de vergadering van 20 december 2022 is ingestemd met het eindrapport van de werkgroep en is besloten het reglement van de PCLG aan te passen aan deze nieuwe werkwijze;

besluiten

vast te stellen het Reglement voor de Provinciale Commissie Landelijk Gebied provincie Fryslân als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Dit reglement is van toepassing op de Provinciale Commissie Landelijk Gebied.

Artikel 2

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de Provinciale Commissie Landelijk Gebied;

  • b.

    gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van Fryslân.

Hoofdstuk 2 Taak en Samenstelling

Artikel 3

  • 1. De commissie heeft tot taak gedeputeerde staten gevraagd en ongevraagd te adviseren over hoofdlijnen van beleid in het landelijk gebied en de uitwerking en uitvoering daarvan.

  • 2. De commissie kan gedeputeerde staten adviseren om voor een specifiek deelgebied een aparte werkgroep in te stellen.

Artikel 4

  • 1. In de commissie hebben zitting:

    • a.

      vier leden namens de sector landbouw;

    • b.

      vier leden namens de sector natuur;

    • c.

      vier leden namens de sector leefomgeving;

    • d.

      een lid namens de Vereniging van Friese gemeenten;

    • e.

      een lid namens Wetterskip Fryslân, en

    • f.

      een lid namens het Kadaster.

  • 2. Vanuit het college neemt de gedeputeerde die Landelijk Gebied in portefeuille heeft deel aan de vergadering van de commissie. Andere gedeputeerden kunnen worden uitgenodigd om aan de vergadering deel te nemen indien een onderwerp wordt besproken dat tot hun portefeuille behoort.

  • 3. De leden genoemd onder d, e en f hebben een informerende en adviserende rol.

  • 4. De leden genoemd onder d, e en f kunnen zich bij incidentele afwezigheid laten vervangen door een vaste vervanger.

  • 5. Bij langdurige afwezigheid van één van de leden van de commissie kan vanuit de betreffende sector of organisatie een vaste vervanger worden voorgedragen.

  • 6. De commissie kan op voorstel van één van de leden besluiten één of meer derden uit te nodigen om een belang of een standpunt toe te lichten.

  • 7. Ambtenaren in dienst van de provincie Fryslân kunnen geen lid van de commissie zijn en niet deelnemen aan de sectorconsultaties bedoeld in artikel 10, derde lid.

Artikel 5

  • 1. Gedeputeerde staten benoemen, schorsen en ontslaan de leden alsmede hun vaste vervangers.

  • 2. De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd op voordracht van de desbetreffende sector of organisatie.

  • 3. Benoeming van de leden en de vaste vervangers vindt plaats voor een periode van vier jaar. De leden kunnen na afloop van de zittingsperiode éénmaal voor een periode van vier jaar worden herbenoemd.

  • 4. Ingeval een lidmaatschap tussentijds eindigt, wordt de opvolger benoemd voor de periode die zijn voorganger nog zitting zou hebben.

  • 5. De leden en de vaste vervangers van de commissie onderschrijven het onderhavige reglement en zijn, mede gelet op artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht, verplicht de gegevens, in het bijzonder de persoonsgegevens, waarover zij de beschikking krijgen in het kader van hun adviserende taken, geheim te houden. De gegevens mogen uitsluitend worden gedeeld binnen de eigen sectorconsultatie.

  • 6. Aftredende leden blijven hun functie maximaal drie maanden vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 7. Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

    • a.

      het ontbinden van de commissie;

    • b.

      het eindigen van de periode waarvoor het lid is benoemd;

    • c.

      het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan het lid is benoemd;

    • d.

      op eigen verzoek van het betreffende lid;

    • e.

      door overlijden van het lid, of

    • f.

      ontslag van het lid door gedeputeerde staten.

  • 8. Ten behoeve van de continuïteit in de samenstelling van de commissie kunnen gedeputeerde staten voor de eerste zittingsperiode na invoering van de nieuwe werkwijze van de commissie een lid of diens vaste vervanger voor andere termijn benoemen dan de termijn genoemd in het derde lid.

Artikel 6

De leden en plaatsvervangende leden die namens een sector bedoeld in artikel 4, eerste lid onder a, b of c worden voorgedragen als lid van de commissie voldoen aan het profiel zoals dat is opgenomen in bijlage 1 bij dit reglement.

Artikel 7

  • 1. De commissie wordt voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter.

  • 2. De voorzitter wordt benoemd door gedeputeerde staten voor een periode van vier jaar. Na afloop van deze periode kan de voorzitter éénmaal worden herbenoemd.

  • 3. In geval de voorzitter verhinderd is wordt de vergadering voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Verenging van Friese gemeenten.

Artikel 8

  • 1. Het hoofd van het organisatieonderdeel van de provincie Fryslân waar de organisatie van de commissie is ondergebracht is secretaris van de commissie. De secretaris bereidt, in overleg met de voorzitter, de agenda en de vergadering van de commissie voor.

  • 2. De secretaris kan zich laten vervangen door een persoon die door het in het eerste lid bedoelde hoofd is aangewezen.

  • 3. De secretaris is in ieder geval belast met de volgende taken:

    • a.

      het bewaken van de kwaliteit van de ambtelijke voorbereiding van de vergaderstukken;

    • b.

      het toezenden van de vergaderstukken;

    • c.

      het bewaken van de kwaliteit van de advisering aan het provinciaal bestuur over de adviezen die door de commissie zijn uitgebracht;

    • d.

      het maken van de verslagen van de vergaderingen;

    • e.

      het informeren van de commissie over de besluitvorming van het provinciaal bestuur over de adviezen die de commissie heeft uitgebracht, en

    • f.

      het zorgdragen voor het archief van de commissie.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Artikel 9

  • 1. De commissie vergadert zo vaak als door de voorzitter of door gedeputeerde staten nodig wordt geoordeeld of indien ten minste drie leden van de commissie hierom schriftelijk hebben gevraagd.

  • 2. De secretaris zorgt ervoor dat de uitnodiging, de agenda en de vergaderstukken ten minste tien werkdagen voor de dag van de vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 3. De vergaderstukken bevatten in ieder geval:

    • a.

      een planning van de onderwerpen die het komende half jaar ter advisering aan de commissie zullen worden voorgelegd;

    • b.

      per inhoudelijk onderwerp een oplegnotitie, waarin is aangegeven waarover en waarom een advies wordt gevraagd, een weergave van de kern van de stukken, een toelichting op de bijlagen, de overwegingen om tot het beleidsvoorstel te komen en de wijze van betrokkenheid van de commissie bij de voorbereiding en de besluitvorming over het beleidsvoorstel.

Artikel 10

  • 1. De leden van de sectoren genoemd in artikel 4, eerste lid onder a, b en c vertegenwoordigen tijdens de vergadering van de commissie de gehele sector.

  • 2. De leden van de sectoren bedoeld in het eerste lid benoemen ieder per inhoudelijk onderwerp op de agenda een woordvoerder.

  • 3. Voorafgaand aan de vergadering van de commissie houden de sectoren bedoeld in het eerste lid ter voorbereiding van de bespreking van de inhoudelijke onderwerpen in de commissievergadering een sectorconsultatie met de belanghebbende partijen uit de betreffende sector.

Artikel 11

  • 1.

    De commissie adviseert integraal met in het advies de inbreng en conclusies die tijdens de vergadering naar voren zijn gebracht en waarin de verschillende invalshoeken en belangen tot uiting komen.

Artikel 12

De commissie vergadert in beslotenheid. De commissie kan, op voorstel van één of meer leden, bij meerderheid van stemmen besluiten in openbaarheid te vergaderen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13

  • 1. De leden van de commissie, alsmede hun plaatsvervangers, ontvangen een vergoeding en reis- en verblijfkosten overeenkomstig artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 2.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. De voorzitter van de commissie ontvangt een vergoeding overeenkomstig de Verordening vergoeding voorzitter Provinciale commissie landelijk gebied en reis- en verblijfkosten overeenkomstig artikel 2.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 14

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, of bij twijfel over de toepassing ervan, beslissen gedeputeerde staten op advies van de voorzitter.

Artikel 15

Dit reglement wordt aangehaald als Reglement voor de Provinciale Commissie Landelijk Gebied provincie Fryslân en treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het is geplaatst.

Artikel 16

Het Reglement voor de Provinciale Commissie Landelijk Gebied vastgesteld op 3 april 2012 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 30 mei 2023 van Gedeputeerde Staten van Fryslân.

drs. A.A.M. Brok, voorzitter

A.Schepers MSc secretaris

Bijlage I behorende bij het Reglement voor de Provinciale Commissie Landelijk Gebied provincie Fryslân.

Het Profiel voor een PCLG-lid kent de volgende elementen:

Vertegenwoordigt de sector:

  • o

    Weet wat er leeft in de sector;

  • o

    Weet welke de betrokken organisaties in de sector zijn;

  • o

    Is bekend met de belangen en het krachtenveld in de sector;

  • o

    Kan de inhoudelijke opgaven en dilemma’s duiden;

  • o

    Heeft oog voor draagvlak in de eigen sector;

  • o

    Geeft actief invulling aan de sectorconsultatie, en

  • o

    Stimuleert en bewaakt het zelforganiserend vermogen van de sector.

Kan over de grens van de eigen sector heen kijken en een kritische dialoog voeren:

  • o

    Is nieuwsgierig naar overwegingen van andere sectoren;

  • o

    Kan luisteren (wil begrijpen, voor begrepen te willen worden);

  • o

    Heeft oog voor de ‘problematiek’ binnen de verschillende sectoren;

  • o

    Zoekt verbinding en gezamenlijk perspectief;

  • o

    Gaat respectvol om met anderen en andere overwegingen en standpunten, en

  • o

    Kan de opvatting(en) van de eigen sector kernachtig inbrengen in de dialoog.

Vertegenwoordigt de PCLG:

  • o

    Balanceert tussen strategische adviseren en belangenvertegenwoordiging;

  • o

    Is doel- en resultaatgericht in het komen tot een integraal advies;

  • o

    Richt zich op de hoofdzaken en niet op operationele zaken;

  • o

    Kan en wil het integraal advies van de PCLG uitdragen naar de eigen sector (zonder last of ruggespraak; wel toelichten/niet verantwoorden), en

  • o

    Kan omgaan met verschillende petten (rolbewustzijn en roldiscipline).

Aan de hand van de bovenstaande elementen komen de organisaties binnen een sector gezamenlijk tot een voordracht voor een PCLG-lid. De sector heeft er oog voor dat de sectorvertegenwoordiging in de PCLG een goede weerspiegeling is:

  • o

    Van verschillende organisaties in de sector; samen het geheel van de sector vertegenwoordigen, en

  • o

    Van de deelbelangen die er in de verschillende sectoren zijn, en

  • o

    Van de (toekomstige) samenleving: qua diversiteit en leeftijd.

Toelichting bij het Reglement voor de Provinciale Commissie Landelijk Gebied provincie Fryslân.

Inleiding

In 1996 is de Provinciale Commissie Landelijk Gebied (verder PCLG) ingesteld. Gedeputeerde Staten vonden het wenselijk om overleg te voeren met maatschappelijke groeperingen over de uitwerking en uitvoering door de provincie van het landelijk en provinciaal beleid in het landelijk gebied. In maart 2021 heeft een debat in Provinciale Staten plaatsgevonden over de balans in de vertegenwoordiging van partijen in de PCLG. Aanleiding voor de debat was het verzoek van een aantal partijen om ook te mogen toetreden tot de PCLG.

Naar aanleiding hiervan is een verkenning uitgevoerd naar een herijking van de PCLG en is bureau Noordtij de opdracht verstrekt om te komen met een advies over de gewenste samenstelling van de PCLG. Daarbij moest rekening worden gehouden met een evenwichtige samenstelling tussen de landbouwsector en de natuursector, de omvang van de PCLG moet werkbaar blijven en de achterban moet goed vertegenwoordigd zijn.

Het advies van Noordtij is door een werkgroep uit de PCLG verder uitgewerkt. In oktober 2022 heeft de werkgroep haar eindrapport “naar een betere dialoog over het landelijk gebied” opgeleverd. In december heeft het college van gedeputeerde staten ingestemd met het eindrapport en besloten de nieuwe werkwijze te verwerken in een nieuw Reglement voor de PCLG.

Toelichting bij de artikelen van het Reglement.

De artikelen 1 en 2 spreken voor zich en hebben geen nadere toelichting nodig.

Artikel 3

De PCLG kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het college van gedeputeerde staten. De PCLG is daarmee een klankbordgroep voor dit college. Het gebied waarover de PCLG kan adviseren beperkt zich tot het landelijk gebied. Het gaat dan om het gehele fysieke landelijke gebied, inclusief water en ook inclusief de Waddeneilanden. De PCLG adviseert strategisch over de inrichting en ontwikkeling van het totale fysieke landelijk gebied. Voor delen van het landelijk gebied zijn specifieke stuur- en werkgroepen ingesteld, die adviseren meer op tactisch en operationeel niveau. Het is niet de bedoeling dat de PCLG het werk van deze specifieke stuur- en werkgroepen over doet. Het is goed om tot een goede taakverdeling te komen tussen deze stuur- en werkgroepen en de PCLG. Bij het instellen van nieuwe stuur- en werkgroepen moet hier meteen aandacht voor zijn. De advisering kan gaan over het (provinciaal) beleid voor het landelijk gebied, maar ook over de uitwerking en uitvoering van het beleid voor het landelijk gebied.

De PCLG komt met een integraal advies waarin de verschillende invalshoeken en belangen zijn meegewogen. De invalshoeken en belangen zijn ook zichtbaar in het advies. Wanneer geen onderlinge instemming kan worden verkregen over een advies geeft de PCLG in haar advies de tegenstellingen en dilemma’s weer. Over een advies wordt binnen de PCLG niet gestemd, het advies is een volledige afspiegeling van de geluiden die in de PCLG gehoord zijn.

Leden van de PCLG zijn op enige wijze betrokken bij eigendom, beheer of gebruik van het landelijk gebied in Fryslân.

Artikel 4

De basis voor de nieuwe werkwijze van de PCLG ligt in het uitgangspunt dat de leden van de PCLG niet de eigen organisatie vertegenwoordigen en opkomen voor de belangen van die organisatie, maar alle organisaties binnen een sector vertegenwoordigen. In de PCLG worden drie sectoren onderscheiden: natuur, landbouw en leefomgeving. De drie sectoren krijgen ieder vier leden in de PCLG. Naast de drie sectoren zijn de Vereniging van Friese gemeenten, het Wetterskip Fryslân en het Kadaster vertegenwoordigd in de PCLG. De rol van VFG, Wetterskip en Kadaster is informerend en adviserend en zij brengen vooral hun specifieke deskundigheid in.

Een gedeputeerde kan geen lid zijn van de PCLG. De PCLG is een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet. Artikel 81, tweede lid van de Provinciewet is van toepassing bij een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet. In het tweede lid van artikel 81 van de Provinciewet is bepaald dat de Commissaris en gedeputeerden geen lid kunnen zijn van een commissie. Het is wel gewenst dat de gedeputeerde met landelijk gebied in de portefeuille de vergaderingen van de PCLG bijwoont. Afhankelijk van de onderwerpen die worden besproken kan de PCLG andere gedeputeerden uitnodigen om bij de vergadering van de PCLG aanwezig te zijn.

Bij incidentele afwezigheid van een van de leden namens een sector wordt ervan uitgegaan dat de andere drie leden de honneurs waarnemen en dat vervanging niet nodig is. Vervanging bij incidentele verhindering van een vertegenwoordiger van één van de sectoren is dan ook niet geregeld. Bij incidentele afwezigheid van een vertegenwoordiger van een van de organisaties is wel vervanging mogelijk. Hiervoor kan een vaste vervanger worden aangewezen. De organisaties hebben slechts één lid in de PCLG en zouden bij incidentele verhindering in het geheel niet vertegenwoordigd zijn. Dat is ongewenst.

Bij langdurige afwezigheid van één van de leden van de PCLG is wel vervanging nodig. Dat geldt zowel voor de sectoren als de organisaties. Ook hiervoor wordt dan een vaste vertegenwoordiger aangewezen.

De PCLG kan, wanneer een onderwerp op de agenda daartoe aanleiding geeft, derden uitnodigen om een belang of een standpunt toe te lichten. Wanneer bijvoorbeeld een onderwerp dat speelt in het Waddengebied wordt besproken kan Rijkswaterstaat worden uitgenodigd om haar belangen en standpunten daarover naar voren te brengen.

Artikel 5

De leden van de PCLG en ook de vaste vervangers worden door het college van gedeputeerde staten benoemd. Dit gebeurt op voordracht van de sectoren en de organisaties die in de PCLG vertegenwoordigd zijn.

In dit artikel zijn verder de benoemingstermijn, de mogelijkheid voor herbenoeming en de redenen waarom het lidmaatschap van de PCLG eindigt geregeld.

Leden van de PCLG en hun vast vervangers moeten het Reglement onderschrijven, daarmee wordt gewaarborgd dat zij ook de nieuwe werkwijze van de PCLG onderschrijven.

De leden van de PCLG en hun plaatsvervangers worden benoemd voor een periode van vier jaar. De leden kunnen na de eerste zittingsperiode voor nog een keer vier jaar worden benoemd. Meestal zal de herbenoeming zijn voor een periode van vier jaar direct aansluitend aan de eerste benoemingsperiode. Maar het is ook mogelijk dat de tweede periode niet direct aansluit op de eerste zittingsperiode. In ieder geval geldt dat iemand maximaal twee periodes van vier jaar lid kan zijn van de PCLG. Voor de vaste vervangers geldt deze beperking niet, zij kunnen steeds voor een periode van vier jaar worden benoemd. Mocht een vaste vervanger op een gegeven moment als lid worden voorgedragen dan geldt de periode dat het lid als vaste vervanger was benoemd niet mee voor de termijnen die gelden voor de benoeming als lid van de PCLG.

De PCLG gaat vanaf voorjaar 2023 werken volgens een nieuwe werkwijze. De drie sectoren krijgen ieder vier leden in de PCLG. Het is gewenst dat de PCLG bestaat uit nieuwe en ervaren leden. Continuïteit in deskundigheid en ervaring met de werkzaamheden binnen de PCLG zijn gewenst. Gedeputeerde staten hebben daarom de bevoegdheid om bij de eerste zittingsperiode en de eerste herbenoeming na de invoering van de nieuwe werkwijze af te wijken van de benoemingsperiode van vier jaar. Bij het toepassen van deze bevoegdheid dienen gedeputeerde staten rekening te houden met de gewenste vernieuwing.

Artikel 6

In het eindrapport “naar een betere dialoog over het landelijk gebied” is een profiel voor een lid van de PCLG opgenomen. Ieder lid van de PCLG moet in staat zijn om vanuit een helikopterview naar de onderwerpen te kijken en moet het onderwerp kunnen bekijken in relatie tot andere onderwerpen die spelen. De leden die worden voorgedragen als lid van de PCLG moeten voldoen aan het profiel dat in het eindrapport is opgenomen. Dit profiel staat in de bijlage die bij het Reglement hoort.

Artikel 7

De PCLG wordt met ingang van de collegeperiode 2023-2027 voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. Deze voorzitter wordt benoemd voor een periode van vier jaar en kan éénmalig worden herbenoemd. De voorzitter wordt benoemd door het college van gedeputeerde staten.

Indien de voorzitter verhinderd is om de vergadering voor te zitten is het lid dat de VFG vertegenwoordigd de vaste vervanger. Hiermee wordt de onafhankelijkheid van het voorzitterschap het beste geborgd. De Friese gemeenten staan ook voor het algemene belang en vertegenwoordigen niet één bepaalde sector. Daarnaast vertegenwoordigt de VFG het gehele grondgebied van Fryslân en heeft daardoor een brede betrokkenheid bij het landelijk gebied

De artikelen 8 en 9 spreken voor zich en behoeven geen verdere toelichting.

Artikel 10

In dit artikel komt de nieuwe werkwijze van de PCLG goed tot uiting. Bepaald wordt dat de drie sectoren: natuur, landbouw en leefomgeving tijdens de vergadering van de PCLG de gehele sector vertegenwoordigen. Iedere sector bereidt de vergadering van de PCLG voor in een sectorconsultatie en benoemt per onderwerp een woordvoerder. In de sectorconsultatie worden de onderwerpen, die voor de PCLG vergadering zijn geagendeerd, voorbereid met belanghebbende partijen uit de sector.

Artikel 11

Binnen de PCLG vindt geen stemming plaats over de uit te brengen adviezen. Een advies van de PCLG bevat de inbreng en de conclusies die tijdens de vergadering door de leden naar voren zijn gebracht. Doel is om tot een integraal advies te komen waarin de verschillende invalshoeken en belangen tot uiting komen. Het is van belang dat het college van gedeputeerde staten ook kennis kan nemen van de verschillende invalshoeken en belangen.

Artikel 12

Dit artikel vloeit rechtstreeks voort uit het derde lid van artikel 82 van de Provinciewet. Daarin is bepaald dat de openbaarheid van de vergadering van een commissie moet worden geregeld. De commissie vergadert in beslotenheid, maar met een meerderheid van stemmen kan worden besloten om in de openbaarheid te vergaderen.

Daarbij moet wel het vijfde lid van artikel 5 van het Reglement in acht worden genomen. Gegevens en dan met name persoonsgegeven waarover de leden van de PCLG de beschikking krijgen mogen ze niet in de openbaarheid brengen. De vertegenwoordigers van de drie sectoren mogen deze gegevens wel delen in de eigen sectorconsultatie.

Artikel 13

In het eerste lid is bepaald dat de leden van de commissie een vergoeding en reis- en verblijfkosten krijgen conform het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers. Dit besluit en deze regeling zijn Rijksregels waarin de hoogte van de vergoeding en van de reis- en verblijfkosten wordt bepaald. De provincie kan uitsluitend van het Rechtspositiebesluit afwijken bij een verordening die door Provinciale Staten moet worden vastgesteld.

Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt om voor de voorzitter van de PCLG een hogere vergoeding mogelijk te maken. Dit is in het tweede lid geregeld. In de Verordening vergoeding voorzitter Provinciale commissie landelijk gebied is bepaald dat de voorzitter een vergoeding krijgt die gekoppeld is aan de duur van de vergadering. De leden krijgen een vergoeding per vergadering, ongeacht de duur.

De artikelen 14, 15 en 16 spreken voor zich en behoeven geen verdere toelichting.