Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2023

Geldend van 07-06-2023 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2023

Zaaknummer: 2009584

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 maart 2023

betreft: Vaststelling algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2023

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

1. De algemene subsidieverordening Hoorn 2015, vastgesteld op 3 maart 2015 in te trekken.

2. De algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2023 vast te stellen.

3. De deelverordening ‘Beleefbaar maken van Erfgoed", vastgesteld op 23 mei 2017, in te trekken;

Bekendmaking:

  • door opname in het Gemeenteblad

  • middels publicatie in de staatscourant

De Raad van de gemeente Hoorn;

  • gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 maart 2023;

  • gelet op artikel 149 van de gemeente wet;

Besluit vast te stellen de:

Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2023

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    aanvrager: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, tenzij in een deelverordening of nadere regels anders is bepaald;

  • 2.

    accountantsverklaring: schriftelijke verklaring van een onafhankelijke accountant naar aanleiding van een door hem in opdracht uitgevoerd onderzoek naar een specifieke zaak. hieronder valt: controleverklaring, beoordelingsverklaring;

  • 3.

    bestemmingsreserve: Het deel van het eigen vermogen waaraan een bepaalde bestemming is gegeven. Bestemmingsreserves zijn niet zo vrij besteedbaar als de algemene reserve, maar in principe kan de bestemming altijd worden aangepast;

  • 4.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

  • 5.

    egalisatiereserve: dat deel van het eigen vermogen, dat beschikbaar is voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten;

  • 6.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, heeft vastgesteld;

  • 7.

    incidentele subsidie: subsidie voor projecten en of voor activiteiten die niet regelmatig terugkeren en die voor een van tevoren bepaalde periode van maximaal 4 jaar aaneensluitend kan worden verstrekt;

  • 8.

    raad: gemeenteraad van de gemeente Hoorn;

  • 9.

    structurele subsidie: subsidie die per kalenderjaar of voor een bepaald aantal boekjaren (maximaal 4), aan aanvragers wordt verstrekt voor voortdurende en periodiek terugkerende activiteiten;

  • 10.

    subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb te weten ”de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”;

  • 11.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een boekjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies, zijnde het bedrag dat de raad bij het vaststellen van de begroting beschikbaar stel;

  • 12.

    subsidieregeling: nadere regels krachtens deze verordening, houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor een bepaald doel;

  • 13.

    verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU C 326/47).

Artikel 2. Reikwijdte verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college van burgemeester en wethouders op de beleidsterreinen die zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting.

  • 2.

    Deze verordening is niet van toepassing op het verstrekken van subsidies waaromtrent voorzien is bij of krachtens een wettelijk voorschrift afkomstig van (bestuursorganen van) de Europese Unie, het rijk, de provincie of andere publiekrechtelijke rechtspersonen, dan wel waaromtrent een afzonderlijke subsidieverordening door de raad is vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde subsidies nadere regels vaststellen waarin o.a. de te subsidiëren activiteiten, de te behalen prestaties, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein, worden omschreven.

Artikel 3. Bevoegdheid college

  • 1.

    Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2.

    Het college is bevoegd om aanvullende verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks de begroting vast inclusief het totale budget dat beschikbaar is voor het verlenen van subsidies. De gemeenteraad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafond(s).

  • 2.

    Het college kan, binnen de kaders van de begroting, in een subsidieregeling deelplafonds voor programmaonderdelen van de begroting vaststellen.

  • 3.

    Wanneer in een subsidieregeling een deelplafond wordt ingesteld, dan wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 4.

    Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3. Aanvraag van de subsidie

Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk al dan niet digitaal, door middel van het aanvraagformulier, ingediend bij het college;

  • 2.

    Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag (inclusief jaarrekening en balans) van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 3.

    Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelstellingen en resultaten die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

  • c.

    een begroting en dekkingsplan voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd met daarin een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Tevens een overzicht van andere financieringsbronnen en subsidieverstrekkers ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • d.

    de omvang van de bestemmingsreserve en egalisatiereserve, indien de aanvrager daarover beschikt;

  • 4.

    Bij subsidies van € 100.000 en hoger verleent de aanvrager, voorafgaand aan het besluit, medewerking aan het invullen van een vragenlijst op basis waarvan een risicoprofiel wordt bepaald.

  • 5.

    Indien het voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk is. Dan is het college bevoegd om, aanvullend op de in het tweede en derde lid genoemde informatie aanvullende informatie te verlangen.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt gedaan voor 1 september in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren, waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag voor een incidentele subsidie wordt gedaan uiterlijk 9 weken voor de start van de te subsidiëren activiteit of het te subsidiëren project.

  • 3.

    In subsidieregelingen of deelverordeningen kunnen andere termijnen vastgesteld worden.

  • 4.

    Als een aanvraag voor een structurele subsidie niet voor 1 september ingediend kan worden, dan moet hier voor 1 september melding van gemaakt worden bij de gemeente Hoorn. Bij voldoende onderbouwing kan door de gemeente een redelijke hersteltermijn geboden.

  • 5.

    Als een aanvraag voor een incidentele subsidie niet 9 weken voor de start van de te subsidiëren activiteit/ het te subsidiëren project gedaan kan worden, dan moet hier vóór die 9 weken melding van gemaakt worden bij de gemeente Hoorn. Met in achtneming van artikel 7 wordt een redelijke hersteltermijn geboden.

  • 6.

    Als een aanvraag niet binnen de in lid 1 en 2 genoemde termijnen ingediend is, en evenmin binnen de hersteltermijnen op grond van lid 4 of 5, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een volledige aanvraag voor een structurele subsidie uiterlijk 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag om een incidentele subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 3.

    Indien het college op grond van artikel 6 lid 3 een kortere termijn heeft bepaald, beslist zij binnen deze termijn.

Hoofdstuk 4. Weigering van de subsidie

Artikel 8. Weigeringsgronden

Subsidie wordt, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde gevallen, in ieder geval ook geweigerd indien:

  • 1.

    De activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op, niet aanwijsbaar of in onvoldoende mate ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Hoorn, behalve als dit verklaarbaar is vanuit de regionale centrumfunctie van de gemeente;

  • 2.

    De aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid maar zonder winstoogmerk is, tenzij in nadere regels of deelverordening anders is bepaald;

  • 3.

    De aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteit te dekken;

  • 4.

    De activiteiten niet passen binnen het vastgestelde beleid of de activiteiten binnen dat beleid onvoldoende prioriteit hebben;

  • 5.

    De activiteiten niet passen binnen de geldende subsidieregeling of deelverordening;

  • 6.

    De activiteit onvoldoende onderscheidend is ten opzichte van bestaand aanbod;

  • 7.

    De te subsidiëren activiteiten niet openstaat voor alle inwoners van de Gemeente Hoorn- omdat onderscheid gemaakt wordt naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid, politieke gezindheid, tenzij deze activiteiten gericht zijn op integratie en of het wegnemen van achterstanden bij bepaalde groepen;

  • 8.

    De activiteiten van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard zijn;

  • 9.

    De kosten onevenredig hoog zijn in verhouding tot de te leveren prestaties of de te bereiken doelgroep;

  • 10.

    Als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt, of;

  • 11.

    Als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun van Nederland onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, of;

  • 12.

    Als dit in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

  • a.

    subsidie verleend zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

  • b.

    de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

  • 13.

    Indien binnen de organisatie een of meerdere personen een hogere bezoldiging krijgt dan de maximale beloning, zoals opgenomen in de Wet Normering Topinkomens, wordt de subsidie gekort met het verschil van het salaris van de medewerker tot aan de maximale beloning in de Wet Normering Topinkomens.

Artikel 9. Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie wordt geweigerd of de verleende subsidie wordt ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5. Verlening van de subsidie

Artikel 10. Verlening subsidie

  • 1.

    Bij de beschikking tot subsidieverlening geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt.

  • 2.

    Bij het voornemen de aanvraag geheel of gedeeltelijk af te wijzen worden artikel 4:7 en 4:8 Awb in acht genomen.

  • 3.

    Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie en de mate van toezicht hierop door of namens het college.

Artikel 11. Betaling en bevoorschotting

  • 1.

    Indien een beschikking tot subsidieverlening tot € 10.000,- wordt gegeven, vindt de betaling van het bedrag in één keer plaats

  • 2.

    Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, worden in het besluit tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12. Controle tussentijds en achteraf

  • 1.

    Het college kan verplichtingen opleggen tot het tussentijds controleren en/of afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte gesubsidieerde activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 2.

    Bij subsidies tot €10.000 euro kan het college tot één jaar na vaststelling van de subsidie een controle op basis van een steekproef instellen. Dit om te beoordelen of de subsidiabele activiteiten zijn uitgevoerd in overeenstemming met de subsidieverleningsbeschikking.

Artikel 13. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over, ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen die aan de beschikking tot subsidieverlening zijn verbonden, zal worden voldaan.

  • 3.

    De subsidieontvanger heeft voorafgaand schriftelijke toestemming nodig van het college voor:

  • a.

    het oprichten van dan wel deelnemen in een rechtspersoon;

  • b.

    het wijzigen van de statuten;

  • c.

    het in eigendom verwerven, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen, indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit de subsidiegelden;

  • d.

    het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien deze goederen geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van de subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit de subsidie;

  • e.

    het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening;

  • f.

    het aangaan van overeenkomsten waarbij de subsidie-ontvanger zich verbindt tot zekerheidsstelling met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij hij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt;

  • g.

    het vaststellen of wijzigen van tarieven voor door de subsidie-ontvanger in de gewone uitoefening van zijn gesubsidieerde activiteiten te verrichten prestaties;

  • h.

    het ontbinden van de rechtspersoon;

  • i.

    het doen van aangifte tot zijn faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling.

  • 4.

    Het college kan nadere regels en/of voorschriften aan de toestemming verbinden.

  • 5.

    Het college beslist binnen vier weken over de te verlenen toestemming.

  • 6.

    De beslisstermijn kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verlengd.

Hoofdstuk 7. Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 14. Verantwoording subsidies tot € 10.000 euro

  • 1.

    Subsidies tot € 10.000 euro worden door het college direct vastgesteld bij de verlening.

  • 2.

    Het college kan bepalen dat er bepaalde gegevens en bescheiden, die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd door de subsidieontvanger

Artikel 15. Verantwoording subsidies vanaf € 10.000 tot € 100.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening € 10.000 euro of meer bedraagt, maar minder dan € 100.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

  • a.

    bij een incidentele subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

  • b.

    bij een structurele subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk en financieel verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3.

    Het college is bevoegd aanvullende op de in het eerste en tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor de vaststelling van belang zijn.

Artikel 16. Verantwoording subsidies vanaf € 100.000 euro

  • 1.

    Indien de subsidieverlening € 100.000 euro of meer bedraagt, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

  • a.

    bij een incidentele subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

  • b.

    bij een structurele subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

  • a.

    een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

  • b.

    een overzicht van de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

  • c.

    een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

  • d.

    een beoordelingsverklaring of controle verklaring. In de beschikking wordt op basis van de risicoscan gespecificeerd welk soort accountantsverklaring verlangt wordt.

  • 3.

    Het college is bevoegd andere of aanvullende, op de in het tweede lid genoemde gegevens, te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing over de vaststelling van belang zijn.

Artikel 17. Vaststelling subsidie

  • 1.

    Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de complete aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2.

    De termijn zoals genoemd in het eerste lid kan eenmaal met 4 weken worden verlengd. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

  • 3.

    Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet conform de termijnen genoemd in artikel 15 lid 1 en artikel 16 lid 1 is ontvangen, gaat het college vanaf 6 weken na een eenmalige herinnering over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8. Overige bepalingen

Artikel 18. Vorming van reserves en voorzieningen

  • 1.

    Een subsidieontvanger van een structurele subsidie kan slechts met toestemming van het college een bestemmingsreserve of voorziening vormen met subsidiegelden van de gemeente.

  • 2.

    Het verzoek om toestemming voor het vormen van een in lid 1 genoemde reserve of voorziening wordt gedaan bij de aanvraag tot subsidie vaststelling en bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    het doel van de reserve of voorziening;

  • b.

    een onderbouwing van de noodzakelijke maximale hoogte van de reserve of voorziening;

  • c.

    een motivering van het tijdstip waarop de organisatie de middelen nodig heeft.

  • d.

    Een meerjaren onderhouds- of investeringsplan;

  • e.

    het college kan daarnaast aanvullende gegevens verlangen.

  • 3.

    Wanneer het college een subsidieregeling vaststelt dan wordt hierin opgenomen wat de voorwaarden zijn voor het toevoegen van gemeentelijke subsidiegelden aan de egalisatiereserve.

Artikel 20. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2 en 3. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt door het college gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 21 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 juni 2023 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2015.

  • 2.

    Aanvragen om subsidie die zijn ingediend op basis van een deelverordening worden afgedaan volgens de bepalingen van de betreffende deelverordening.

Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

  • 2.

    Gelijktijdig wordt Algemene subsidieverordening 2015 ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2023.

Hoorn, 16 mei 2023

De Raad van de gemeente Hoorn,

De griffier,                                     de voorzitter,

Bekendmaking:

  • via www.officielebekendmakingen.nl

  • door opname in het Gemeenteblad

Ondertekening