Welzijnsplan gemeente Eersel 2023 tot en met 2026

Geldend van 27-05-2023 t/m heden

Intitulé

Welzijnsplan gemeente Eersel 2023 tot en met 2026

de gemeenteraad van de gemeente Eersel

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 april 2023;

gelet op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Welzijnsplan gemeente Eersel 2023 tot en met 2026

Hoofdstuk 1

Inleiding

Het Welzijnskader dat voor de jaren 2017 tot en met 2020 is vastgesteld (en is verlengd voor de jaren 2021 en 2022) dient opgevolgd te worden door een nieuw Welzijnskader voor de jaren 2023 tot en met 2026. In 2021 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden. Daarin is per beleidsterrein de stand van zaken weergegeven en is in beeld gebracht wat de ontwikkelingen op dat moment waren. Deze evaluatie is op 1 juni 2021 in de gemeenteraad aan de orde gesteld en besloten is om met de inhoud hiervan in te stemmen.

Opzet Welzijnsplan

Het Welzijnsplan voor de jaren 2023 tot en met 2026 dat nu voorligt staat in het teken van maatschappelijke ontwikkelingen op het brede terrein van welzijn, waarbij we insteken op twee opgaven voor de komende jaren:

  • 1.

    Het, waar nodig, versterken en verbinden van de sociale basis én

  • 2.

    Focus op kwetsbare inwoners met vangnetvoorzieningen.

Dit is het kader waarbinnen de invulling plaatsvindt.

Door genoemde twee opgaven als uitgangspunt te gebruiken, kunnen we alle beleidsterreinen die onderdeel uitmaken van het brede terrein van welzijn, inclusief de ontwikkelingen en nieuwe plannen voor de komende jaren, een logische en meer samenhangende plek in het geheel geven. We spreken van een Welzijnsplan omdat de inhoud alle plannen omvat op het brede terrein van welzijn voor de komende jaren.

Definitie sociale basis

Als het gaat om de sociale basis dan bedoelen we hiermee het volgende: Het geheel aan informele en formele activiteiten, voorzieningen en relaties in de leefomgeving van mensen die er aan bijdragen dat mensen tot hun recht komen en kunnen floreren. Tot deze basis behoren ook de preventieve activiteiten. Deze zijn met name nodig om (zoveel als mogelijk) te voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op het vangnet (sluitende aanpak voor kwetsbare inwoners).

De sociale basis omvat de volgende terreinen:

  • Een passende woning

  • Een plezierige leefomgeving:

    • Sociale veiligheid

    • Sportvoorzieningen

    • Sociale voorzieningen

    • Speelvoorzieningen

    • Cultuur

    • Fysieke toegankelijkheid

  • Een stabiele financiële situatie

  • Een baan, dagbesteding en vrijwillige inzet

  • Een fijn sociaal netwerk

  • Bij een gemeenschap horen

  • Een goede gezondheid

  • Voldoende gelegenheid tot het volgen van onderwijs/opleidingen

Definitie vangnet

Vangnetvoorzieningen zijn alle (individuele) voorzieningen die nodig zijn om (tijdelijk) inwoners de ondersteuning te bieden die nodig is als de voorzieningen uit de sociale basis niet voldoende zijn om mee te kunnen doen.

De onderdelen van de sociale basis én het vangnet vormen samen het brede terrein van welzijn, waarop de gemeente

inzet pleegt.

Opbouw

Het Welzijnsplan is als volgt opgebouwd:

In hoofdstuk 2 is in paragraaf 1 aan de hand van de resultaten van de inwonerspeiling Waarstaatjegemeente? inzichtelijk gemaakt hoe inwoners onderdelen van welzijn ervaren. In paragraaf 2 zijn trends en ontwikkelingen op het terrein van welzijn in beeld gebracht. In paragraaf 3 zijn de aandachtspunten welzijn uit het Coalitieakkoord vermeld. In hoofdstuk 3 is de stand van zaken opgenomen; wat hebben we al en waar zijn we mee bezig. In hoofdstuk 4 ligt de focus op de (aanvullende) inzet in de komende jaren. In hoofdstuk 5 maken we een doorkijkje richting de schaalsprong en de impact hiervan op het terrein van welzijn.

In alle hoofdstukken gebruiken we de bovenvermelde indeling (sociale basis/vangnetvoorzieningen) als leidraad. Alle in dit Welzijnsplan genoemde vastgestelde nota’s, plannen en notities zijn als bijlagen aan dit plan toegevoegd.

Hoofdstuk 2

Inwonerspeiling, trends en Coalitieakkoord

In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de inwonerspeiling op het brede terrein van welzijn inzichtelijk gemaakt. Ook zijn de landelijke trends en ontwikkelingen en de aandachtspunten uit het Coalitieakkoord in beeld gebracht. Gezamenlijk vormt deze informatie een beeld van hoe over onderdelen welzijn wordt gedacht en vormt dit beeld mede ook input voor de invulling van de onderdelen van welzijn in de komende jaren.

2.1 Resultaten inwonerspeiling

Op alle terreinen die samen de sociale basis vormen vindt al inzet plaats. Hoe inwoners deze inzet “beoordelen” en/of “ervaren” meten we tweejaarlijks in de brede inwonerspeiling “Waarstaatjegemeente?”. Het meest recente onderzoek vond eind 2022 plaats. De verkregen resultaten zijn begin 2023 ontvangen en worden ten tijde van het opstellen van deze nota nog geanalyseerd. De cijfers zijn wel bekend en zijn voor wat betreft onderdelen van welzijn in dit plan opgenomen.

Algemene tevredenheid over het aanbod aan welzijnsvoorzieningen

In het onderzoek is allereerst de algemene vraag gesteld over in hoeverre inwoners tevreden zijn over het aanbod van welzijnsvoorzieningen in brede zin. Daaruit blijkt dat in de gemeente Eersel 63% (2020: 58%) (zeer) tevreden is over het aanbod van welzijnsvoorzieningen. 31% (2020: 34%) is niet tevreden maar ook niet ontevreden. 6% is ontevreden (2020: 8%).

De vraag “hoe waardeert u de inspanningen van de gemeente om inwoners volledig te laten deelnemen aan de maatschappij?” krijgt afgerond het cijfer 6,5. In 2020 was dat cijfer 7,1. Dit betekent dus een lagere waardering. Omdat nog geen analyse van de cijfers beschikbaar is, kan hiervoor op dit moment geen verklaring worden gegeven.

Per beleidsterrein

Onderstaand is per beleidsterrein inzichtelijk gemaakt hoe inwoners de inzet van de gemeente op de verschillende terreinen die tot de sociale basis behoren, ervaren. Daarbij is het beleidsterrein “een passende woning” buiten beschouwing gelaten, omdat wonen in andere plannen en kaders een plaats heeft of krijgt. Wonen heeft uiteraard wél een relatie met onderwerpen op het terrein van welzijn. Alleen een dak boven je hoofd maakt niet gelukkig. Het is essentieel dat bij wonen en woonplannen ook de andere onderdelen van de sociale basis op orde zijn of worden gebracht. Als het gaat om woningen voor de doelgroepen ouderen en andere doelgroepen met een zorgvraag, dan is de link met welzijn ook aanwezig. De kaders en de visie op dit beleidsterrein zijn nader uitgewerkt in de Kempenbrede Woonzorgvisie.

Een plezierige leefomgeving

Binnen dit beleidsterrein gaat het over de volgende onderdelen:

  • Sociale veiligheid

  • Sportvoorzieningen

  • Sociale voorzieningen

  • Speelvoorzieningen

  • Cultuur

  • Fysieke toegankelijkheid

Sociale veiligheid

50% (35% in 2020) van de inwoners voelt zich altijd en 45% (57% in 2020) voelt zich meestal veilig. 4% (8% in 2020) soms wel/soms niet. Er zijn zeer geringe verschillen tussen de dorpen.

Sport

74% (76% in 2020) van de inwoners is (zeer) tevreden over de sportvoorzieningen in het eigen dorp. Uitschieter in positieve zin is Steensel waar 84% (81% in 2020) (zeer) tevreden is. Duizel scoort het laagst. 65% (62% in 2020) van de inwoners is hier (zeer) tevreden.

Speelvoorzieningen

64% (65% in 2020) van de inwoners is (zeer) tevreden over het aanbod van speelvoorzieningen. 23% (22% in 2020) is niet tevreden/niet ontevreden. In Steensel zijn ze het meest tevreden (69%) en in Vessem het minst tevreden (53%). In 2020 waren inwoners in Wintelre het meest tevreden (71%) en juist in Steensel het minst tevreden (60%).

Culturele voorzieningen

Inwoners waarderen het aanbod van culturele voorzieningen gemiddeld met het rapportcijfer 6,5 (in 2020 6,6). Het onderscheid tussen de dorpen scheelt niet veel met als uitschieter Vessem waarbij het cijfer een 5,8 is. In 2020 was

dit vanuit Vessem nog een 6,4.

Fysieke toegankelijkheid

59% (64% in 2020) is het (helemaal) eens met de stelling dat de straten, paden en trottoirs in de eigen buurt goed begaanbaar zijn. 19% (17% in 2020) is neutraal en 21% (2020 19%) is het hiermee (helemaal) oneens. In de dorpen Vessem, Knegsel, en Wintelre zijn ze het minst tevreden. In Eersel het meest tevreden. In vergelijking met 2020 is vooral in Wintelre sprake van een toename van inwoners die niet tevreden zijn, terwijl in Knegsel juist een afname te constateren is.

Een stabiele financiële situatie

  • Bijstand

  • Financiële hulpverlening

81% (2020 87%) geeft aan nauwelijks tot geen financiële beperkingen te ondervinden om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven. 13% (2020 9%) ervaart een lichte en 1% (1% 2020) een ernstige belemmering. Opvallend is dat ten opzichte van 2020 beduidend meer inwoners uit Vessem aangeven in lichte mate beperkingen te ondervinden (22% ten opzichte van 7%).

Een baan, dagbesteding, vrijwillige inzet

47% doet vrijwilligerswerk (intensief en incidenteel). In Knegsel is het percentage het hoogst (69%) en in Eersel het laagst (40%).

In relatie tot de meting in 2020 is het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet met 3% gestegen.

Een fijn sociaal netwerk

82% (2020 79%) geeft aan voldoende contacten te hebben met andere mensen. 14% (2020 16%) vindt dat meer contacten welkom zijn en 3% (2020 4%) geeft aan te weinig contacten te hebben. In Knegsel is het hoogste percentage van inwoners met voldoende contacten te vinden (93%) terwijl dat in Duizel het laagste is (75%).

Op de vraag of mensen zich weleens eenzaam voelen antwoordt gemiddeld 82% (2020 62%) bijna nooit en 16% (2020 24%) soms. 2% (2020 12%) geeft aan zich vaak eenzaam te voelen en 0% heel vaak (2020 1%). In Steensel is het percentage inwoners dat zich soms eenzaam voelt het hoogst namelijk 28%. In Knegsel het laagst (8%).

Aan de andere kant is onderzocht in welke mate inwoners bereid zijn om hulp te bieden aan een naaste of een buur. Op de vraag in hoeverre inwoners zorg aan een hulpbehoevende naaste (mantelzorg) inzetten, antwoordt gemiddeld 28% (2020 14%) zich vaak in te zetten. 39% ( 2020 27%) geeft aan zich af en toe in te zetten en 32% (2020 59%) nooit. Het totaal aantal inwoners dat zich als mantelzorger inzet komt daarmee op 67%. De aantallen liggen daarmee een stuk hoger dan in eerdere metingen toen in totaal 47% (2018) en 41% (2020) zich inzette. Tussen de dorpen zijn de verschillen gering.

Op de vraag in hoeverre inwoners zich inzetten voor hulp aan de buren antwoordt gemiddeld 7% (2020 6%) zich vaak in te zetten en 57% (2020 61%) incidenteel. Er is een afname van inzet te constateren ten opzichte van eerdere metingen. In 2018 in totaal 73% en in 2020 in totaal 67%.

De verschillen tussen de dorpen zijn gering waarbij Wintelre een kleine uitschieter is in die zin dat 11% zich vaak inzet voor de buren.

Bij een gemeenschap horen

82% (2020 87%) van de inwoners geeft aan nauwelijks tot geen belemmering te ervaren als het gaat om het gevoel “er niet bij te horen/niet thuis te voelen”. 11% (2020 10%) ervaart een lichte belemmering en 3% (evenals in 2020) een matige beperking. In Knegsel is het hoogste percentage van inwoners dat geen belemmering ervaart (89%). In Steensel het laagste percentage (75%).

Op de vraag of “taal/cultuur” de mogelijkheden beperken om deel te nemen aan het maatschappelijk leven geeft gemiddeld 93% (2020 92%) aan dat dit nauwelijks of niet het geval is. Gemiddeld 5% (evenals is 2020) ervaart een lichte beperking. In alle dorpen is het percentage waarin in flinke of ernstige mate beperkingen worden ervaren 0 of 1%.

Gezondheid

Aanbod van voorzieningen

73% (2020 77%) is tevreden over het aanbod van (gezondheids)zorgvoorzieningen. Grote uitschieters zijn Knegsel en Wintelre waarbij respectievelijk maar 22% en 37% (zeer) tevreden is. Dit geldt in mindere mate voor Duizel (52%). In deze drie dorpen is in Wintelre 34%, Knegsel 53% en Duizel 21% (zeer) ontevreden.

Algemene lichamelijke gezondheid

Op de vraag hoe het staat met de algemene lichamelijke gezondheid ervaart gemiddeld 70% (2020 74%) nauwelijks tot geen belemmering om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijke leven. Gemiddeld 21% (2020 15%) ervaart een lichte belemmering, 7% (2020 8%) een matige belemmering en 2% (2020 2%) een ernstige belemmering.

In Wintelre is het aantal inwoners dat nauwelijks tot geen belemmering ervaart het laagst, namelijk 65% Dit betekent dat 35% wel een vorm van belemmering ervaart. In Steensel is dat percentage het hoogst. 77% ervaart nauwelijks tot geen beperking.

Meedoen in een complexe samenleving – lichamelijke beperking

Op de vraag in hoeverre een lichamelijke beperking een belemmering oplevert om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven, geeft gemiddeld 65% (2020 73%) aan nauwelijks of geen beperking te ervaren. In Knegsel is dat percentage het hoogst (76%). In Wintelre het laagst (62%). Uitschieter in negatieve zin is Steensel waarbij 7% aangeeft een ernstige belemmering te ervaren.

Meedoen in een complexe samenleving – geestelijke gezondheid

Op de vraag in hoeverre een psychische beperking een belemmering oplevert om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijk leven, ervaart 76% (2020 85%) nauwelijks tot geen beperkingen. Gemiddeld 14% (2020 10%) ervaart een lichte belemmering. De verschillen tussen de dorpen zijn gering, waarbij wel opvallend is dat het percentage waarbij in ernstige mate een belemmering wordt ervaren in Steensel in verhouding tot de andere dorpen hoog is (7%).

Onderwijs/opleiding

In het onderzoek zijn geen vraqen over onderwijs gesteld.

Conclusie

In brede zin zijn inwoners iets minder tevreden als het gaat om de waardering voor de inspanningen van de gemeente om inwoners volledig te laten deelnemen aan de maatschappij. Daartegenover is de tevredenheid over het aanbod van welzijnsvoorzieningen wel toegenomen. Er zijn ook verschillen tussen de dorpen onderling, wat op onderdelen wel verklaarbaar is, omdat er onder meer verschillen zijn in het voorzieningenniveau tussen grote en kleine kernen.

Opvallend is dat in vergelijking tot het vorige onderzoek de mate waarin eenzaamheid wordt ervaren beduidend is afgenomen. Ook is het aantal inwoners dat aangeeft mantelzorg te verrichten opvallend toegenomen. Dat geldt ook voor het aantal inwoners dat in enige mate een belemmering ervaart op het terrein van geestelijke gezondheid. Zoals eerder vermeld moet nog een analyse van de cijfers plaatsvinden.

De resultaten hiervan nemen we, zodra bekend en hiertoe aanleiding is, mee in de verdere plannen op het terrein van welzijn en de uitvoering ervan.

2.2 Algemene trends

Algemene trends

Op allerlei terreinen zijn ontwikkelingen gaande en trends te onderscheiden die (ook) van invloed zijn op welzijn. Thaesis is een landelijk onderzoeksbureau dat onderzoek doet naar maatschappelijke trends en ontwikkelingen. In brede zin hebben ze allemaal op enigerlei wijze raakvlakken met welzijn; echter in dit plan zijn alleen de trends en ontwikkelingen opgenomen waarbij een direct verband met welzijn aanwezig is.

Een passende woning

Bevolkingsgroei

De bevolking van Nederland zal de komende jaren blijven groeien. In 2029 bereikt het inwonertal naar verwachting de 18 miljoen. In 2060 worden 18,6 miljoen mensen verwacht. Dit heeft onder andere gevolgen voor de woningmarkt en de beschikbare ruimte in Nederland.

Ontgroening

Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw daalt. Hierdoor is er minder natuurlijke aanwas van de Nederlandse bevolking en een kleiner aandeel van jongeren in de totale bevolking.

Een plezierige leefomgeving

Aandacht voor polarisatie

Bij polarisatie komen groepen in de samenleving tegenover elkaar te staan, doordat de tegenstellingen van deze groepen sterker worden. De vraag is in hoeverre echt sprake is van polarisatie of dat vooral de aandacht voor polarisatie toeneemt doordat de verschillen tussen groepen door social media en de traditionele media worden uitvergroot.

Grenzeloze wereld

Gedreven door digitalisering en de wereldwijde toegang tot het internet, lijken afstanden en tijdsverschillen er al lange tijd niet meer toe te doen. Tegelijkertijd is door de coronapandemie een tegengestelde beweging in gang gezet, waarbij de kwetsbaarheid van globalisering is blootgelegd en de lokale omgeving een hernieuwde waardering krijgt in werken, wonen en consumeren. De vraag is welk perspectief de komende jaren dominant zal worden.

Trends die onderstaand zijn vermeld bij “bij een gemeenschap horen” hebben ook een relatie met “een plezierige leefomgeving”.

Een stabiele financiële situatie

Inflatie

Na jaren van stabiele of afnemende inflatie, is er sprake van een ware comeback van inflatie: in 2021 en 2022 stegen de Nederlandse prijzen van consumentengoederen en -diensten met meer dan drie procent – een percentage dat al tientallen jaren niet doorbroken was. Deze inflatie is onder andere te wijten aan de stijgende grondstoffen- en energieprijzen en de door de coronapandemie uitgestelde consumentenbestedingen.

Energiearmoede

In een poging de klimaatverandering een halt toe te roepen, wordt de gasproductie versneld teruggeschroefd. In combinatie met de toenemende vraag en al dan niet om geopolitieke redenen minder toevoer vanuit grote gasproducerende landen zoals Rusland, leidt dit tot snel stijgende energieprijzen. Bij huishoudens met lage inkomens en slecht geïsoleerde huizen leidt dit steeds vaker tot energiearmoede: financiële problemen door een snelle stijging van de maandelijkse energielasten.

Kloof tussen arm en rijk

Individualisering is een sociaal en cultureel proces dat sinds de industrialisatie in de westerse wereld in gang is gezet. De afhankelijkheid van een ander of van groepen is kleiner geworden. Deze ontwikkeling betekent dat mensen steeds meer als individu willen worden gezien en benaderd.

Een baan, dagbesteding en vrijwilligerswerk

Arbeidstekorten

In veel sectoren in Nederland ontstaan tekorten aan gekwalificeerd personeel en vakmanschap. Dit vraagt om het (her)opleiden van personeel en innovatieve manieren om personeel aan te trekken, in te zetten en te behouden.

Herwaardering medewerkers zorg en onderwijs

De coronapandemie heeft het grote maatschappelijke belang van historisch ondergewaardeerde beroepen zoals verplegers en docenten opnieuw aangetoond. Dit heeft geleid tot een maatschappelijke herwaardering van deze beroepen en een steeds grotere roep om deze maatschappelijke herwaardering ook te vertalen in betere arbeidsvoorwaarden.

Een fijn sociaal netwerk

Meer eenpersoonshuishoudens

Door individualisering, vergrijzing en een toenemend aantal echtscheidingen, verdunnen huishoudens. Het aantal alleenstaanden neemt hierdoor toe. Het gevolg is een toename in het aantal mensen dat zich eenzaam voelt en een toenemend woningtekort.

Toename sociaal isolement

Het aantal mensen dat zich in een sociaal isolement bevindt is sterk toegenomen als gevolg van de coronacrisis. Dit geldt met name voor ouderen, die al vaker in een sociaal isolement leefden, maar ook voor alleenstaanden en voor bewoners van krimp-regio’s. Het is de keerzijde van de individualisering en het idee van zelfredzaamheid.

Social distancing en connecting

Eén van de belangrijkste generieke maatregelen bij het onder controle krijgen van de pandemie was social distancing. Dit vroeg om onmiddellijke aanpassingen in de normen en waarden van onze samenleving en had zowel privé als op werk direct effect. Door social distancing is het bewustzijn over de waarde van menselijk contact bij veel mensen sterk vergroot, waardoor ook een hernieuwde behoefte aan sociale verbinding is ontstaan.

Specifiek als gevolg van corona

Eén van de grote gevolgen van corona is dat de mate waarin mensen zich eenzaam voelen is toegenomen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat dit bij sommige bevolkingsonderzoeken meer het geval was dan bij andere. Ouderen, maar juist ook jongeren, lager opgeleiden en mensen met lage inkomens zijn doelgroepen waarbij als gevolg van corona eenzaamheid is toegenomen.

Sommige doelgroepen waren voor de coronacrisis al eenzamer dan andere. Zo was de eenzaamheid onder ouderen al hoger dan gemiddeld. Vooral onder 75-plussers nam het aandeel matig en sterk eenzame mensen toe in vergelijking tot de andere leeftijdsgroepen. Voor jongeren (10 – 24 jaar) zijn contacten met leeftijdsgenoten belangrijk vanwege de ontwikkeling van de identiteit. De sluiting van onder meer uitgaansvoorzieningen en scholen bemoeilijkten deze contacten en kan mogelijk gevolgen hebben voor de identiteitsontwikkeling en voor latere sociale connecties.

Cijfers laten zien dat het percentage eenzaamheid onder jongeren (16 – 24 jaar) in de periode van corona (2020/2021) hoger was dan onder andere leeftijdsgroepen. Eenzaamheid komt minder vaak voor onder mensen van middelbare leeftijd. Een verklaring hiervoor is dat deze groep vaker werkt waardoor het aantal sociale contacten dat zij hebben groter is dan bij andere groepen. Wel was ook in deze groep een geringe toename van eenzaamheid te bespeuren als gevolg van thuiswerken.

Bij een gemeenschap horen

Immigratiegolven

Het aandeel mensen met een migratieachtergrond in veel Europese samenlevingen kent een sterke groei. Verschillende immigratiegolven hebben Nederland gemaakt tot een samenleving waarin mensen met een toenemend aantal verschillende culturele achtergronden zowel naast elkaar als met elkaar leeft. Deze diversiteit brengt maatschappelijke vraagstukken met zich mee.

Inclusieve samenleving

Een inclusieve samenleving is een samenleving waar iedereen tot zijn recht kan komen. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, gender, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft. Iedereen neemt op een gelijkwaardige manier deel aan de maatschappij. Mensen worden aangesproken op hun mogelijkheden, niet op hun beperkingen.

Individualisering

Individualisering is een sociaal en cultureel proces dat sinds de industrialisatie in de westerse wereld in gang is gezet. De afhankelijkheid van een ander of van groepen is kleiner geworden. Deze ontwikkeling betekent dat mensen steeds meer als individu willen worden gezien en benaderd.

Kortstondige verbanden

Traditioneel leefden veel mensen in vaste gemeenschappen zoals kerken, dorpen en families. Door de digitalisering en de globalisering zijn mensen onderdeel van meerdere gemeenschappen tegelijk en zijn deze verbanden veelal van kortere duur.

Tradities ter discussie

Steeds meer tradities komen ter discussie te staan. Denk bijvoorbeeld aan het vieren van sinterklaas, het afsteken van consumentenvuurwerk en het dragen van bepaalde carnavals-kostuums. Tegenstanders vinden de tradities niet meer passen binnen de huidige tijdsgeest, terwijl voorstanders zich zorgen maken over de Nederlandse identiteit.

Een goede gezondheid

Betaalbaarheid zorg onder druk

Door de vergrijzing, de toenemende levensverwachting en technologische ontwikkelingen in de zorg, stijgt de totale zorgvraag. Hierdoor nemen de zorgkosten toe en komt de betaalbaarheid van het zorgstelsel steeds meer onder druk te staan.

Vergrijzing

Doordat de babyboomgeneratie hun pensioenleeftijd bereikt en de gemiddelde levensverwachting toeneemt, neemt het aandeel van ouderen in de Nederlandse bevolking toe. Vergrijzing is de komende jaren een grote uitdaging doordat het onder andere het zorg- en pensioenstelsel onder druk zet.

Verzorgingsstaat onder druk

Door de vergrijzing, de toenemende levensverwachting en de grotere toestroom naar het sociale domein staat de betaalbaarheid van de verzorgingsstaat onder druk. Gevolgen zijn financiële problemen bij zorgaanbieders, een toenemend beroep op de zelfredzaamheid van cliënten en een publiek debat over de verzorgingsstaat.

Burnouts

Steeds meer mensen in Nederland hebben last van psychische vermoeidheid of burnout klachten door prestatiedruk. De samenleving staat voor de vraag hoe de prestatiedruk kan worden verlicht en hoe we om gaan met stress en burnouts.

Gezondere levensstijl

Gezond leven door veelvuldig sporten en gezond eten geeft status. Nieuwe technologische mogelijkheden om continu inzicht te krijgen in gezondheid versterken deze trend. Gezondheid is ook een thema voor de gezonden en patiënten worden consumenten. Producten en diensten die gezondheidsimperfecties compenseren zijn sterk in opkomst.

Medicalisering

Door de technologische vooruitgang zijn er steeds meer ziektes en aandoeningen bekend. Deze ontwikkeling gaat gepaard met een drang om elk probleem te diagnosticeren. Hierdoor wordt ziek zijn steeds meer de norm.

Toenemende levensverwachting

De gemiddelde levensverwachting stijgt sterk door betere gezondheidszorg en doordat mensen gezonder leven. Deze demografische ontwikkeling heeft grote gevolgen voor het arbeidsleven, de sociale zekerheid en onze levensstijlen.

Welvaartsziekten

Door de toenemende welvaart veranderen de levensstijlen en voedingspatronen van burgers. Dit leidt tot een toename van welvaartsziekten zoals diabetes, obesitas en verschillende vormen van kanker.

Voldoende gelegenheid tot het volgen van onderwijs/opleidingen

Leven lang leren

Er ontstaat een groeiende maatschappelijke behoefte aan continu leren en continue zelfontplooiing. Leren start bij de geboorte en kan nooit als voltooid worden beschouwd. Leeractiviteiten worden ondernomen gedurende het leven om kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerlijk, sociaal en/of werkgelegenheidsperspectief bij te leren.

Ongelijke kansen

De kansenongelijkheid neemt toe. De opkomst van particuliere (bij)scholing en de stijgende kosten van het onderwijs zorgen ervoor dat niet iedereen toegang heeft tot dezelfde onderwijsmogelijkheden.

2.3 Coalitieakkoord

In het Coalitieakkoord 2022 – 2026 heeft de gemeenteraad ten aanzien van onderdelen welzijn de volgende uitgangs-punten opgenomen.

Welzijn en gezondheid:

  • Het op peil houden dan wel brengen van de leefbaarheid in de dorpen.

  • In beeld brengen van de gevolgen van corona (waaronder eenzaamheid), woningnood en toenemende druk op de zorg.

  • In beeld brengen van passende voorzieningen om het welzijn en de gezondheid te behouden, waar nodig als aanvulling op de wettelijke taken sociaal domein.

  • Nabijheid en betrokkenheid in de dorpen is een groot goed. Iedereen mag meedoen. Voorzieningen moeten (financieel) toegankelijk blijven.

  • Dorpsondersteuners belangrijke schakel tussen vrijwilligers en professionals.

Accommodatiebeleid:

  • Sportparken, scholen, zwembad, speeltuinen en gemeenschapshuizen als sociale ontmoetingsplekken.

  • Waar mogelijk combinaties van deze faciliteiten.

  • Gebruik laagdrempelig (financieel).

  • Steunen nieuwe initiatieven (bijvoorbeeld padel- en trampolinepark) en aandacht voor toegankelijkheid.

Gericht op vitale gemeenschappen en bijdragen aan een samenleving van ontmoeten en meedoen.

Wonen:

Op het terrein van wonen is het voornemen om voortvarend te bouwen aan de geplande bouw van 1.200 woningen.

Dit voornemen is ook hier vermeld omdat het bouwen van woningen ook gevolgen heeft voor de voorzieningen op beleidsterreinen van welzijn (waaronder zorg- en onderwijs-voorzieningen). In de realisatie van de plannen dient hiervoor dan ook nadrukkelijk aandacht te zijn.

Hoofdstuk 3

Wat hebben we en wat doen we?

In 2021 is het “Welzijnskader 2017 – 2020” tussentijds geëvalueerd. Per beleidsterrein is de stand van zaken inzichtelijk gemaakt. Deze evaluatie is op 1 juni 2021 in de gemeenteraad aan de orde gesteld en de raad heeft met de inhoud ervan ingestemd. In aanvulling op deze tussentijdse evaluatie geven we in dit hoofdstuk een update van de ontwikkelingen in de diverse beleidsterreinen. We maken hierin inzichtelijk wat de stand van zaken nu is (waar zijn we al mee bezig) en wat op onderdelen plannen zijn. In dit hoofdstuk is de in de vorige hoofdstukken opgenomen indeling in beleidsonderdelen, wederom als leidraad gebruikt.

De opsomming laat zien dat de gemeente inzet pleegt op alle onderdelen van de sociale basis, inclusief ten aanzien van de vangnetvoorzieningen.

De aanleiding om inzet te plegen kan divers zijn.

Te denken valt aan:

  • Trends/ontwikkelingen/speerpunten/wensen (landelijk, Kempisch én op gemeentelijk niveau) die vragen om een gemeentelijke visie vertaald in een beleidsplan. Deze plannen vormen vervolgens de basis voor uitvoeringsplannen, concrete activiteiten en inzet die bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. Voorbeelden hiervan zijn het Meerjarige beleidskader Jeugdhulp, het Beleidskader Minimabeleid en de Woonzorgvisie.

  • Wetten die de gemeente de verplichting opleggen om hieraan uitvoering te geven. Voorbeelden hiervan zijn de Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet, Participatiewet en de Inburgeringswet. Er is wel (enige) beleidsvrijheid in de uitvoering ervan, maar het wettelijk kader is van bovenaf bepaald.

  • Ontwikkelingen of gebeurtenissen die vragen om directe actie vanuit de gemeentelijke overheid. Voorbeelden hiervan zijn de coronamaatregelen, energietoeslag en opvang Oekraïners.

3.1 Sociale basis

Een passende woning

De Woonzorgvisie van de Kempengemeenten is in procedure. Deze Woonzorgvisie is tot stand gekomen met behulp van formele en informele partijen op de terreinen van wonen, zorg en welzijn. Inzichtelijk is gemaakt wat de woon/zorgopgave in de Kempengemeenten de komende 20 à 30 jaar is als het gaat om huisvesting van inwoners met een zorgvraag. De Woonzorgvisie geeft het kader en moet nog verder worden vertaald in uitvoeringsplannen op Kempen- en gemeentelijk niveau.

Een plezierige leefomgeving

Sociale veiligheid

Sociale veiligheid is een beleidsterrein waarop, in samenhang met andere beleidsterreinen, ook een rol vanuit welzijn is weggelegd. Een voorbeeld is het ervaren van overlast door bijvoorbeeld jongerengroepen in bepaalde wijken. Vanuit welzijn is hiervoor aandacht vanuit preventief jeugdbeleid en in samenhang met andere terreinen (o.a. veiligheid/ruimtelijke ordening) worden oplossingen gezocht. Een ander voorbeeld is het ervaren van gevoelens van onveiligheid in een buurt als gevolg van huisvesting van personen met bijvoorbeeld verward gedrag. Ook daarin wordt vanuit de invalshoek zorg in samenwerking met veiligheid getracht oplossingen te bedenken zodat én mensen die het betreft in de wijk kunnen blijven wonen én de buurt geen situaties van onveiligheid meer ervaart.

Kempenbreed is als pilot in 2022 gestart met de inzet van een wijk Ggz-er. De wijk Ggz-er functioneert als spin in het web tussen de organisaties die werkzaam zijn in het sociaal-, zorg- en veiligheidsdomein. Daardoor ontstaat een goed werkende aanpak voor ondersteuning, opvang en zorg voor mensen met verward gedrag en hun omgeving. Met ingang van 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) van kracht. De gemeente heeft hierin als taak om op basis van een melding de procedure op te starten voor een zorgmachtiging als er géén acuut gevaar is. De rechter beslist vervolgens of verplichte zorg of opname nodig is. Het gaat hier met name om mensen met een psychische stoornis. De GGD Brabant-Zuidoost voert deze werkzaamheden voor ons uit omdat deze organisatie de nodige expertise in huis heeft.

Sport/accommodaties

De gemeente Eersel streeft een accommodatiebeleid na waarin het voor alle inwoners mogelijk is om op een laagdrempelige manier deel te nemen aan activiteiten gericht op ontmoeten, bewegen, cultuur en ontwikkeling. Vanuit het college bestaat de wens om het gebruik van gemeentelijke accommodaties voor verenigingen uit de gemeente Eersel zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Daarnaast leven er bij diverse verenigingen vragen over het verschil in huurtarieven tussen de diverse accommodaties in de gemeente Eersel.

Ook wordt hierbij met regelmaat verwezen naar het beleid in de omliggende gemeenten. Uit onderzoek moet blijken op welke wijze we het gebruik van gemeentelijke accommodaties aantrekkelijker kunnen maken. Hierbij kijken we nadrukkelijk ook naar de huurtarieven of het om niet ter beschikking stellen van accommodaties voor verenigingen uit de gemeente Eersel.

De uitkomst hiervan wordt vervolgens vertaald in een nieuw accommodatiebeleid. Dit onderzoek gaan we in 2023 uitvoeren en vanaf 2024 effectueren.

Ook het Nationale Sportakkoord krijgt een vervolg. Met behulp van een onafhankelijke sportformateur is gewerkt aan het Kempisch sport en beweegakkoord. In dit lokale akkoord hebben sportverenigingen, commerciële sportaanbieders, onderwijsinstellingen, organisaties welzijn en zorg, het bedrijfsleven en de gemeenten hun sportieve ambities vastgelegd voor de Kempen-gemeenten. Met deze bundeling van dromen en concrete afspraken, gaan de deelnemers de komende jaren aan de slag om sporten en bewegen nog beter op de kaart te zetten. Elke organisatie die meedoet aan het lokale sportakkoord committeert zich aan de gedeelde doelstellingen en tekent daarnaast voor de concrete initiatieven en samenwerking waarover zij afspraken maakt.

Stichting Kempen in Beweging is eigenaar en belangenbehartiger van het Kempisch sport- en beweeg-akkoord. Zij voert de regie over het proces, houdt de helikopter view, draagt zorg voor het implementatieproces en beheert het uitvoeringsbudget. De themagroepen zorgen voor nieuwe initiatieven en de uitvoering.

Speelvoorzieningen

Het huidige speelbeleid van de gemeente Eersel is aan een herijking toe. Dit werd de afgelopen jaren onder meer duidelijk toen diverse initiatieven ingediend werden voor het aanleggen van nieuwe plekken voor spelen, bewegen en ontmoeten. Deze initiatieven sloten niet aan bij de uitgangspunten van het huidige beleid (welzijnskader en het accommodatiebeleid) en bleken daarmee niet haalbaar. Daardoor zijn deze initiatieven niet verder opgepakt. Het nieuwe speelbeleid dat we in 2023 gaan formuleren, voorziet in het actualiseren, aanleggen en onderhouden van speellocaties, met als doel het stimuleren van spelen, ontmoeten en bewegen in de openbare ruimte in brede zin. In dit speelbeleid is ook aandacht voor het budget. Het huidige exploitatiebudget voor de jaarlijkse keuring en klein onderhoud voorziet namelijk niet in vervanging van de speeltoestellen. Het huidige areaal speeltoestellen dateert uit de periode 2007 - 2016. Met een levensduur van gemiddeld 15 jaar voor speeltoestellen moet rekening worden gehouden met een vervanging van deze speeltoestellen in de periode 2023 - 2031.

Culturele voorzieningen

Voor de periode 2022 – 2026 is het werkplan “Beeldend Bezig” van de Adviescommissie Beeldende Kunst opgesteld. In het werkplan zijn als nieuwe projecten onder meer opgenomen de Kunstwandelroutetentoonstelling, de werk- en ontmoetings-markt voor beeldende kunst en de atelierroute “Brabants Kwartierke”. In de komende jaren wordt uitvoering gegeven aan het plan.

Bij kunst en cultuur in Eersel gaat het om versterken en verbinden.

Versterken van culturele aantrekkingskracht: Kunst geeft een extra dimensie aan ons bestaan en vult onze belevingswereld met nieuwe en inspirerende ervaringen. Die aantrekkingskracht geldt zowel voor inwoners als voor bezoekers. Die aantrekkingskracht zit in verschillende zaken: de schoonheid van gebouwen, de aanwezigheid van kunst, een mooi optreden enzovoorts.

Verbinden, zowel letterlijk als figuurlijk, bijvoorbeeld stad met platteland, of onderwijs met muziek, met als doel duurzame samenwerkingsverbanden te laten ontstaan die ook zonder gemeentelijke ondersteuning kunnen blijven bestaan. Een belangrijke rol is weggelegd voor het particulier initiatief. In het masterplan vrijetijdseconomie spreekt de gemeente Eersel zich uit voor het ontwikkelen van nieuwe productmarktcombinaties op het gebied van kunst en cultuur. Daarbij speelt de omgevings-kwaliteit van de dorpen een belangrijke rol. Er is ook een relatie met toerisme en recreatie. Hier komt het leidend principe in samenhang tot uitdrukking. Het algemeen doel/maatschappelijk effect is dat kunst toegankelijk is voor een gedifferentieerd publiek, bewoners en bezoekers, en de productie en beleving van kunst bevordert.

Cultuur biedt een belangrijke toevoeging in het leven van de inwoners van de gemeente. Het vormt ze, ze genieten ervan, het zorgt ervoor dat ze elkaar ontmoeten.

Fysieke toegankelijkheid

Onze gemeente heeft als ambitie een inclusieve samenleving te zijn. Om aan deze ambitie uitvoering te geven, stellen we in samenwerking met de Werkgroep inclusie tweejaarlijkse Inclusieagenda’s op die het college vervolgens vaststelt.

De Werkgroep inclusie bestaat uit een afvaardiging van het Platform voor Mensen met een Beperking en de Adviesraad Sociaal Domein. De huidige Inclusieagenda heeft als looptijd de jaren 2022 en 2023 en heeft als hoofditems:

  • Bewustwording: Zijn we ons bewust van inclusie, wat houdt het in?

  • Participatie: Doet iedereen mee?

  • Toegankelijkheid: Zijn er geen fysieke of sociale drempels die mensen uit (kunnen) sluiten?

In de agenda is een uitvoeringsprogramma met concrete activiteiten ten aanzien van deze hoofditems opgenomen.

Eind 2023 vindt een evaluatie plaats, waarna we vervolgens op basis van de bevindingen en ontwikkelingen de agenda voor de jaren 2024 en 2025 opstellen. (Zie voor wat betreft inclusie ook onder “Bij een gemeenschap horen”).

Een stabiele financiële situatie

Eind 2020 is de Kadernota Armoedebestrijding “Koersen op de toekomst 2021-2024” vastgesteld, waarmee armoede- en schuldenproblematiek wordt aangepakt.

Tussen 2020 en nu is er veel gebeurd: de coronapandemie, de toeslagenaffaire, oorlog in Oekraïne, stijgende energieprijzen en een toenemende inflatie. De maatschappelijke problematiek is toegenomen en daarmee de prioritering gewijzigd. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat er een andere inzet is gevraagd dan in de kadernota is beschreven. In oktober 2022 heeft de raad kennis genomen van de tussenevaluatie van de uitvoering Kadernota Armoedebestrijding ‘’Koersen op de toekomst’’ 2021-2024. Daarin stond beschreven wat de effecten op de uitvoering zijn geweest en op welke onderdelen vertraging heeft plaatsgevonden.

Naast alle maatschappelijke veranderingen, hebben er ook wijzigingen plaatsgevonden in wet- en regelgeving. Zo is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) gewijzigd en zijn er bij het verlengen van het lidmaatschap bij de Nederlandse branchevereniging voor schuldhulp en financiële dienstverlening (NVVK), een aantal verbeterpunten naar voren gekomen.

Om goed in te kunnen spelen op alle actuele en maatschappelijke ontwikkelingen en om te kunnen blijven voldoen aan de geldende wet- en regelgeving en de voorwaarden van de NVVK, is het raadzaam op korte termijn de kadernota te actualiseren. Daarmee zijn we beter in staat om inwoners te ondersteunen. Deze actualisering vindt in 2023 plaats waarna eind dit jaar hierover besluitvorming plaats kan vinden.

Een baan, dagbesteding en vrijwillige inzet

Een baan

Het hebben van een baan valt dan pas onder het terrein van Welzijn als het gaat om inwoners die afhankelijk zijn van inkomensondersteuning of waarbij sprake is van een afstand tot de arbeidsmarkt. KempenPlus is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet, onderdelen van de Inburgerings-wet en de Wet sociale werkvoorziening. KempenPlus begeleidt inwoners die daar hulp bij nodig hebben, naar werk.

De voorkeur gaat daarbij uit naar werk bij een reguliere werkgever. Als dat (nog) niet mogelijk is, dan kunnen inwoners aan de slag in een beschutte werkomgeving bij of via KempenPlus. Voor inwoners die geen of geen toereikende andere inkomstenbron hebben, verzorgt KempenPlus de uitkering.

Daarnaast biedt KempenPlus ondersteuning aan werkgevers door bemiddelen, detacheren of bijvoorbeeld overnemen van de bemensing van een hele productielijn.

Dagbesteding

Dagbesteding is er in veel verschillende vormen. Professionele dagbesteding voor inwoners met een zorgvraag is vanuit de Wmo ingevuld door gecontracteerde zorgpartijen. Dagbesteding in informele sfeer wordt in de diverse dorpen in de gemeente Eersel ingevuld door plaatselijke vrijwillige organisaties. Deze activiteiten zijn veelal gericht op elkaar ontmoeten om onder meer eenzaamheid te voorkomen. De gemeente heeft hierin een faciliterende rol in die zin dat in de exploitatiekosten subsidie wordt verleend.

Vrijwillige inzet

In de afgelopen jaren is vanuit het Steunpunt Vrijwilligerswerk ingezet op meerdere sporen om het percentage mensen dat zich vrijwillig inzet te verhogen. Inwoners die zich vrijwillig inzetten bieden een onvervangbare meerwaarde voor onze gemeente en zijn een aanvulling op het werk van professionals op alle terreinen. Als gemeente zien en waarderen wij de grote individuele en maatschappelijke meerwaarde van deze vrijwillige inzet. Het is dan ook niet meer dan logisch dat wij hieraan een actieve bijdrage willen leveren. ‘Faciliteren’ staat daarbij centraal.

We faciliteren door:

  • een goede ondersteuningsstructuur te bieden, vanuit de gemeente zelf en vanuit het Steunpunt Vrijwilligerswerk Eerselvoorelkaar.

  • als gemeente en steunpunt regelmatig contact te leggen en te houden met het brede vrijwilligersveld zodat we weten wat er leeft en we waar nodig bij veranderende inzichten flexibel kunnen handelen.

Daarbij is het belangrijk om in het oog te houden dat vrijwilligersorganisaties zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden, binden, ondersteunen, waarderen en boeien van hun vrijwilligers.

In de coronaperiode is het aantal mensen dat zich als vrijwilliger heeft ingezet gedaald. Niet alleen in onze gemeente, maar ook landelijk. Veel vrijwilligersorganisaties hebben daardoor vacatures, ook op cruciale functies, die lang open blijven staan. Gevolg hiervan is dat vrijwilligers die zijn gebleven, vaak meer activiteiten oppakken, dan dat zij wenselijk vinden. Voor de komende jaren is het een uitdaging om de persoonlijke motivatie van mensen om zich vrijwillig in te zetten en de toenemende maatschappelijke vraag om de inzet van meer vrijwilligers met elkaar te blijven verbinden.

Het doel van de gemeente is om vanuit een faciliterende rol bij te dragen aan de (rand)voorwaarden waarbinnen vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties zo optimaal mogelijk kunnen functioneren. Daarnaast is het doel om de drempels die inwoners voelen bij hun overwegingen om zich vrijwillig in te zetten, te verlagen. Wij doen dit vanuit de volgende invalshoeken:

  • Stimuleren

  • Makelen

  • Ondersteunen

  • Continueren

Stimuleren:

Met stimuleren bedoelen wij de activiteiten die de gemeente organiseert of faciliteert om vrijwillige inzet mogelijk en aantrekkelijk te maken. Dit gebeurt door:

  • Kennis te delen en advies te geven over vrijwillige inzet in brede zin.

  • Via de website www.eerselvoorelkaar.nl vraag en aanbod van vrijwillige inzet in beeld te brengen en contact tussen vragers en aanbieders mogelijk te maken.

  • Speciale aandacht te hebben voor kwetsbare doelgroepen. Dit betekent ook een blijvende aandacht voor de contacten met organisaties als KempenPlus, MEE, Lumens, Cordaad Welzijn en andere organisaties die kwetsbare inwoners begeleiden.

  • Vrijwillige inzet door jongeren zo laagdrempelig mogelijk te maken.

  • Nieuwe vormen van vrijwillige inzet aan te moedigen. Zo zien we dat er steeds meer vraag is naar flexibel vrijwilligerswerk. Dit vergt een andere kijk op de organisatie van vrijwillige inzet binnen vrijwilligersorganisaties.

  • Het imago van vrijwillige inzet waar mogelijk te verbeteren. Dit doen we o.a. met communicatiemiddelen die we zowel vanuit de gemeente als het Steunpunt vrijwilligerswerk inzetten.

  • Activiteiten te organiseren zoals vrijwilligersmarkten waarbij op een laagdrempelige manier kennis kan worden gemaakt met vrijwilligersorganisaties die versterking zoeken.

Makelen en verbinden

Makelen en verbinden gaat over de juiste ondersteuning-s-infrastructuur, het optimaal matchen tussen vraag en aanbod. Het Steunpunt speelt hierin een cruciale rol. Zij zijn de eerste ingang voor vraag naar en aanbod van vrijwillige inzet.

Dit gebeurt door:

  • Het beheren van de door het Steunpunt beheerde website Eerselvoorelkaar.nl. Deze digitale marktplaats voor vrijwillige inzet is onderdeel van NLvoorelkaar, de grootste landelijke vrijwilligersmarktplaats. Jaarlijks vinden via de website vele vrijwilligers bij hun passend vrijwilligerswerk.

  • De meerwaarde van Eerselvoorelkaar uit te dragen. We zien dat met name in de kleinere kernen minder gebruik wordt gemaakt van de website dan in de kern Eersel. Dit is niet vreemd omdat we, ook landelijk in vergelijkbare gemeenten, zien dat in de kleinere dorpen vaak een cultuur is waarin ‘het dorp of de vereniging het zelf oplost’. Toch zien we ook daar nog kansen om onze faciliterende, makelende en verbindende rol te kunnen uitbreiden.

  • Op een persoonlijke manier vrijwilligers en vrijwilligers-organisaties te matchen. Het Steunpunt biedt daarvoor inloopochtenden, op afspraak geplande gesprekken en mogelijkheden voor telefonisch contact en e-mailcontact.

Ondersteunen

Ondersteunen en afstemmen gaat over het ondersteunen van de vrijwilliger en de vrijwilligersorganisatie en het waar nodig verbinden met beroepskrachten. Dit gebeurt door:

  • Subsidies beschikbaar te stellen voor vrijwilligersorganisaties, zowel structureel als incidenteel. Ook biedt de gemeente een subsidieregeling voor scholing van vrijwilligers. Daarnaast zijn er vanuit programma’s als Dorpen maken het Verschil mogelijkheden voor vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven om een bijdrage te krijgen voor de uitvoering van maatschappelijke initiatieven.

  • De collectieve vrijwilligersverzekering (voor vrijwilligers bij vrijwilligersorganisaties, maatschappelijke stagiaires en mantelzorgers) en een collectieve evenementenverzekering die als vangnetregeling van belang zijn.

  • Maatwerk adviesmogelijkheden voor vrijwilligersorganisaties vanuit de gemeente en voor zowel organisaties als vrijwilligers door het Steunpunt.

  • Cursussen en trainingen aan te bieden, vanuit de gemeente, het Steunpunt of in een samenwerkingsverband met andere organisaties zoals de andere Kempengemeenten, Cordaad Welzijn, GGzE, Lumens en MEE.

Continueren

Wat is er voor nodig om te zorgen dat de enthousiaste vrijwilligers van nu over enkele jaren nog steeds vrijwilliger zijn? Hoe kunnen de gemeente en het Steunpunt met zichtbare initiatieven en ondersteuning bijdragen aan een goede continuering binnen het vrijwilligerswerk? Waardering, ondersteuning, de zorg voor meerwaarde en het stimuleren van een gevoel van vrijheid, ruimte en een stem voor vrijwilligers zijn daarbij sleutelwoorden.

Wij gaan door met het waarderen van onze vrijwilligers door:

  • Het uitreiken van de gemeentelijke onderscheidingen zoals het jeugdlintje en ‘het predicaat bewijs van verdienste’ aan inwoners, verenigingen of instellingen die zich meer dan gemiddeld hebben ingezet voor de gemeente of haar gemeenschap.

  • De organisatie van de gemeentelijke Vrijwilligersavond.

  • In onze contacten met vrijwilligersorganisaties te benadrukken welke meerwaarde hun vrijwilligers hebben en mee te denken over manieren waarop zij die meerwaarde ook kunnen uiten naar hun vrijwilligers.

  • Zowel als gemeente als Steunpunt positief te communiceren over vrijwilligerswerk en vrijwilligers.

  • Zowel vanuit de gemeente als het Steunpunt mee te denken met organisaties als er zorgen zijn over de continuïteit.

  • Ook kunnen we helpen bij het contact leggen en verbinden van kwetsbare vrijwilligersorganisaties, zodat krachten gebundeld kunnen worden.

Een fijn sociaal netwerk

In het door de colleges van de vier Kempengemeenten in juni 2021 vastgesteld Kempisch Preventieakkoord “Een gezonde Kempen, dat doen we samen” is als één van de vier thema’s “welbevinden” benoemd. Binnen dit thema valt ook het onderwerp eenzaamheid. “Eén tegen eenzaamheid” is een landelijk actieprogramma gericht op het doorbreken van de trend van eenzaamheid waarbij lokale coalities de spil vormen in het signaleren en doorbreken daarvan. Het Kempisch Preventie-akkoord beoogt eenzaamheid te voorkomen en verminderen door professionals en vrijwilligers te trainen in het signaleren en bespreekbaar maken van psychische problemen en eenzaamheid en door de vaardigheden op het gebied van zelfmanagement van inwoners zelf te versterken.

Mantelzorg is onbetaalde en vaak langdurige zorg voor zieke familielieden of vrienden. Dit kan verzorging zijn of hulp bij de dagelijkse activiteiten. De gemeente heeft als taak om mantel-zorgers te ondersteunen. In de gemeente Eersel vervult CordaadWelzijn met het Steunpunt Mantelzorg een belangrijke taak als het gaat om ondersteuning van deze groep. Ook binnen de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning is uitdrukkelijk aandacht voor mantelzorgers onder meer door het inzetten van dagopvang en respijtzorg.

In 2020 is het Meerjarenbeleidskader Jeugdhulp in de Kempen 2020 – 2024 vastgesteld. Hierin zijn zes actielijnen opgenomen,

te weten:

  • Actielijn 1: een betere toegang voor jeugdhulp

  • Actielijn 2: meer kinderen zo thuismogelijk te laten opgroeien

  • Actielijn 3: kinderen kansen te bieden zich te ontwikkelen

  • Actielijn 4: kwetsbare jeugdigen beter op weg helpen zelfstandig te worden

  • Actielijn 5: jeugdigen beter te beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt

  • Actielijn 6: investeren in vakmanschap van de jeugdprofessionals

De intentie is om het Meerjarenbeleidskader met twee jaar te verlengen. Hierover moet nog besluitvorming plaatsvinden.

Een belangrijk onderdeel van jeugdhulp is preventie. Onder preventie verstaan we onder meer lichte opvoedondersteuning en pedagogische hulp (door bijvoorbeeld trainingen), het aanwezig zijn op de vindplaatsen van jeugdigen zoals scholen en het inzetten van de jeugdcoach om zo vroegtijdig te kunnen signaleren. De samenwerking met andere partijen zoals het onderwijs is hierbij van belang. Dit gebeurt onder meer door

het inzetten op #Kempenbranie. De essentie van de activiteiten in dit kader is het creëren van een gezonde omgeving waarin jeugdigen kunnen opgroeien. Deze omgeving bestaat uit vier domeinen: gezin, peergroep (vrienden en leeftijdsgenoten), vrije tijd en school.

Bij een gemeenschap horen

Inclusieve maatschappij

Bij een gemeenschap horen betekent onder meer een inclusieve maatschappij waarin iedereen moet kunnen meedoen. In de gemeente Eersel geven we uitvoering aan dit onderwerp door tweejaarlijks met betrokken partijen een inclusieagenda te formuleren en uit te voeren. Inclusie is niet alleen een thema van de gemeente maar vooral ook een maatschappelijk thema dat gedragen dient te worden door iedereen in het publieke domein. De voor de jaren 2022 en 2023 opgestelde inclusieagenda beoogt dan ook de taken en verantwoordelijkheden in kaart te brengen en samenwerking te (onder)zoeken met stakeholders binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Er zijn vijf prioriteiten gesteld:

  • bewustwording en voorlichting.

  • samenstellen digitale en analoge onderlegger/placemat relevante informatie (sociale kaart).

  • bevorderen samenwerken/verbinden in projecten/activiteiten.

  • openbare en publieke ruimten voor iedereen toegankelijk.

  • dorpsraden en dorpsnetwerken stimuleren plannen te maken die inclusief zijn en toegankelijk zijn voor mensen met een beperking in de sfeer van programmering, activiteiten en vrijwilligers.

Eind 2023 vindt een evaluatie plaats en stellen we een nieuwe inclusieagenda voor de jaren 2024 en 2025 op.

Vervoer

Bij een gemeenschap horen betekent ook dat inwoners voldoende mobiel zijn om aan de maatschappij deel te nemen. In samenwerking met de betrokken organisaties in de dorpen (onder andere KBO’s, Klussen- en vervoersdienst Eersel) zijn we aan het onderzoeken of de introductie van Automaatje in de dorpen van toegevoegde waarde is. Automaatje is een vervoersdienst waarbij vrijwilligers ritten verzorgen van mensen die minder mobiel zijn. De coördinatie is in handen van een professionele organisatie.

Dementievriendelijke gemeente

In 2015 zijn we gestart met activiteiten die erop gericht zijn om een dementievriendelijke gemeente te zijn. Doelstellingen zijn:

  • Te stimuleren dat mensen met dementie en hun mantelzorgers kunnen blijven participeren in de eigen buurt.

  • Te bevorderen dat inwoners, informele zorg, verenigingen, professionals signalen op een juiste wijze kunnen interpreteren en kunnen omgaan met dementie.

Speerpunten zijn:

  • Taboedoorbreking rondom dementie.

  • Het geven van een stem aan mensen met dementie.

  • Deskundigheidsbevordering (vroegsignalering) in het omgaan met dementie (bejegening).

  • Ontmoeting tussen mensen met dementie en hun mantelzorgers met andere groepen uit de bevolking.

  • Actieve participatie in de samenleving.

  • Respijtmogelijkheden voor mantelzorgers.

  • Vrijwillige inzet.

Jaarlijks geven we door middel van een werkplan uitvoering aan een aantal activiteiten die betrekking hebben op genoemde speerpunten en een bijdrage leveren aan de doelstellingen. Deze activiteiten zijn breed toegankelijk.

Dorpsraden en leefbaarheidsgroepen

Dorpsraden en leefbaarheidsgroepen zijn belangrijke gesprekspartners van de gemeente als het gaat om een inclusieve maatschappij. Het werken met dorpswethouders bevordert de toegankelijkheid voor én daardoor dicht bij onze inwoners. Door dorpsschouwen te organiseren, is de gemeente aanwezig in de directe leefomgeving. Er is sprake van direct contact en korte lijntjes. Het participatieprogramma “Dorpen Maken Het Verschil” loopt door. Daardoor blijven er mogelijkheden om initiatieven van inwoners of verenigingen die bijdragen aan de leefbaarheid te ondersteunen. De sociale samenhang vergroten en het zorgen voor een prettige leefomgeving doen we immers samen.

De sociale samenhang wordt ook bevorderd door het inzetten van dorpsondersteuners. In Vessem en in Steensel een essentiële schakel tussen inwoners en formele en informele partijen. Als andere dorpen hierom vragen, vindt invulling van deze functie ook in die dorpen plaats.

Laaggeletterdheid

Bij een gemeenschap horen hoort ook dat mensen voldoende taalvaardig zijn. Laaggeletterdheid is een van de meest verborgen en hardnekkige vraagstukken in onze samenleving. Ook mensen die moeite hebben met rekenen en digitale vaardigheden behoren tot deze groep. Mensen die laaggeletterd zijn hebben vaker te maken met werkloosheid, schulden, gezondheidsproblemen en een lager inkomen. Laaggeletterdheid is een maatschappelijk probleem dat een consistente aanpak nodig heeft en een lange adem vraagt. Mensen moeten in de huidige maatschappij meer doen om mee te blijven doen.

Het DigiTaalhuis als onderdeel van Bibliotheek de Kempen is een fysieke plek waar vraag en aanbod bij elkaar komen. De doelgroep van het DigiTaalhuis bestaat uit NT1-ers. Dat zijn mensen voor wie Nederlands hun eerste taal is. Voor kinderen en jongeren en ook NT2-ers is er veel aanbod. Juist de NT1 groep is moeilijk te bereiken en te benaderen. Een groot gevoel van schaamte speelt daarbij vaak een rol. In 2023 gaan we van start met het formuleren van beleid op het terrein van laaggeletterd-heid, op basis waarvan we ook de rol van het DigiTaalhuis bezien.

Inburgering

Inburgering is een belangrijk onderdeel als het gaat om bij een gemeenschap te horen. De Wet inburgering is op 1 januari 2022 in werking getreden en geldt voor alle nieuwkomers die inburgeringsplichtig zijn. De uitvoering van deze wet is bij de gemeenten gelegd. Gemeenten hebben de taak deze nieuwkomers te begeleiden bij hun inburgering, waarbij de persoonlijke brede intake de basis vormt om de nodige stappen in het traject te zetten. Samen met KempenPlus geven we invulling aan deze functie, waarbij de regie voor de inburgeringstrajecten bij de gemeente Eersel ligt. Daarin wordt intensief samengewerkt met de Werkgroep Vluchtelingen die statushouders ondersteunt in het regelen van praktische zaken; ook naar gelang behoefte nadat het inburgeringstraject is afgerond. De gemeente heeft jaarlijks een taakstelling als het gaat om het huisvesten van statushouders. Dit vereist ook de komende jaren gemeentelijke inzet als het gaat om inburgering. In 2022 zijn ook opvang-plaatsen voor Oekraïners die als gevolg van de oorlog zijn gevlucht, gerealiseerd in Eersel, Duizel en Vessem. Deze inwoners hebben vooralsnog geen inburgeringsplicht. Echter als een aantal van hen besluit om in Nederland te blijven, zal ook voor deze groep een plek gevonden moeten worden en is in samenwerking met andere partijen gemeentelijk inzet nodig om ook hen in de plaatselijke gemeenschap te kunnen laten integreren.

Een goede gezondheid

Zoals bovenstaand al vermeld, is in 2021 het Kempisch Preventieakkoord “Een gezonde Kempen, dat doen we samen” gesloten. Dit akkoord is tot stand gekomen in navolging van het Nationaal Preventieakkoord (2018) en wil samen met lokale partijen een beweging op gang brengen om de gezondheid van de inwoners in de Kempen te bevorderen. Daarbij is gekozen voor vier thema’s waaraan aandacht wordt besteed. De thema’s zijn: sturen op resultaten, welbevinden, middelengebruik en gezond gewicht. Daarmee sluiten we aan op de landelijke thema’s roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik omdat deze problemen tot een groot gezondheidsverlies leiden en een hoge ziektelast veroorzaken.

Het Preventieakkoord staat niet op zichzelf maar verbindt en versterkt onderdelen van beleid. Voorbeelden van projecten die al eerder waren opgestart zijn “#Kempenbranie”, “Eén tegen eenzaamheid” en “Kansrijke start.” Bovenlokaal loopt het project “Drugs wat doet dat met jou?”. Het Preventieakkoord verbetert de samenhang en verbreedt het draagvlak. De keuze is gemaakt voor de zogenaamde levensloopbenadering. Concreet betekent dit dat er extra aandacht is voor de levensfasen en voor levensgebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de leefstijl en de gezondheid. Voorbeelden zijn de stap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs, zwangerschap of pensionering. Maar ook onverwachte gebeurtenissen kunnen vragen om passende interventies, zoals ziekte of het overlijden van een naaste. Daarnaast is aandacht voor positieve gezondheid, waarvan ook mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en goed voor jezelf kunnen zorg onderdeel uitmaken.

Het landelijk beleid met betrekking tot het brede terrein van gezondheid is erop gericht meer integraal te werken. Hiervoor is landelijk de Brede Speciale Uitkering (SPUK) in het leven geroepen die verschillende beleidsterreinen met elkaar verbindt door financiering en een gezamenlijk plan van aanpak. Het gaat hierbij om onder meer de beleidsterreinen inclusie, sport en gezondheid. Het plan van aanpak (of breed sport- en gezond-heidsbeleid), waarvan ook het Kempisch sportakkoord onderdeel gaat uitmaken, is in voorbereiding en heeft betrekking op de jaren 2023 tot 2027.

Voldoende gelegenheid tot het volgen van onderwijs/opleidingen

Integraal Huisvestingsplan

Onderwijshuisvesting (nieuwbouw, uitbreiding) van basis, voortgezet en speciaal onderwijs is geregeld in het Integraal Huisvestingsplan. Het nieuwe plan dat in ontwikkeling is wordt naar verwachting in juli 2023 vastgesteld en heeft een bindende looptijd voor de jaren 2023 tot en met 2026. Op basis van de daarin aangebrachte prioritering worden huisvestings-vraagstukken de komende jaren opgepakt en ingevuld.

Nationaal Programma Onderwijs

Speciaal aandachtspunt de komende jaren zijn te treffen maatregelen die de negatieve gevolgen van corona binnen het onderwijs met zich mee hebben gebracht. Daartoe is landelijk het Nationaal Programma Onderwijs opgesteld met de bedoeling om onderwijsvertragingen in te halen die kinderen opliepen tijdens de coronapandemie. Het rijk heeft hiervoor financiële middelen beschikbaar gesteld die hiervoor dienen te worden ingezet in de periode tot en met 31 juli 2025. De gemeenteraad heeft op 27 september 2022 de kaders voor de invulling vastgesteld. Dit zijn:

  • (Bovenschoolse) maatregelen die nodig zijn om corona vertragingen in te halen bij kinderen en waarbij de gemeente een toegevoegde waarde heeft. Te denken valt aan ouder-betrokkenheid of activiteiten op het gebied van sport/cultuur/techniek.

  • Maatregelen gericht op het inhalen van vertragingen opgelopen door corona in de voorschoolse periode, zoals het inhalen van uren voorschoolse educatie, extra begeleiding in de groep en extra inspanningen gericht op de toeleiding van kinderen.

  • Maatregelen gericht op zorg en welzijn in de school of in de verlengde leertijd om vertragingen op school en emotioneel vlak als gevolg van corona in te halen, zoals extra jeugdhulp in de school of schoolmaatschappelijk werk.

  • Maatregelen gericht op het bevorderen van lokale (en regionale) samenwerking tussen schoolbesturen, samenwerkingsverbanden passend onderwijs en andere lokale partijen ten behoeve van de aanpak van corona-vertragingen en een integrale ondersteuning van jongeren op sociaal, emotioneel, executief en cognitief vlak.

  • Maatregelen gericht op het betrekken van (dreigende) thuiszitters bij de aanpak van het inlopen van vertragingen als gevolg van corona.

Voor de nadere uitwerking van deze kaders in concrete activiteiten vindt de samenwerking met een groot aantal partners plaats.

Leerlingenvervoer en leerplicht

Om onderwijs mogelijk te houden voor kinderen die vanwege een beperking aangewezen zijn op speciale vormen van onderwijs buiten de gemeente Eersel, is in Kempenverband het (taxi)vervoer van deze kinderen via aanbesteding geregeld. In samenwerking met het Regionaal Meld en Coördinatiepunt (RMC) en andere partijen die zich bezig houden met jeugd, geven we uitvoering aan de Leerplichtwet met als voornaamste doel te voorkomen dat jeugd voortijdig de school verlaat zonder startkwalificatie. Beide onderdelen maken onderdeel uit van de reguliere werkzaamheden, waarbij we wel een toename constateren van complexe cases die veel inzet en afstemming met andere partijen vragen.

3.2 Vangnetvoorzieningen

Vangnetvoorzieningen zijn alle (individuele) voorzieningen die nodig zijn om (tijdelijk) inwoners de ondersteuning te bieden die nodig is als de sociale basis en de sociale netwerken niet voldoende zijn om mee te kunnen doen. Een groot aantal van deze voorzieningen is verankerd in wetten, waarin is vastgelegd welke rol de gemeente heeft in de uitvoering ervan. Specifiek gaat het op het sociaal domein om de verantwoordelijk voor de uitvoering van de volgende wetten:

  • Jeugdwet

  • Wet maatschappelijke ondersteuning

  • Participatiewet (inclusief regelingen inkomensondersteuning)

De uitvoering van deze wetten vindt plaats in nauwe samenwerking met afdeling Maatschappelijke Dienstverlening (voor Jeugdwet, Wmo en regelingen inkomensondersteuning/schuldhulpverlening) en KempenPlus voor de Participatiewet (inclusief onderdelen van inburgering). De uitgangspunten zijn vastgelegd in kaders, verordeningen en beleidsregels waarvan op inhoud de vormgeving grotendeels op Kempenniveau plaatsvindt.

Vangnetregelingen zijn niet alleen de regelingen die van gemeente-wege zijn getroffen. Ook andere partijen, waarmee de gemeente een (subsidie) relatie heeft, bieden met name voorliggende voorzieningen die tot doel hebben inwoners (tijdelijk) te ondersteunen. Op het terrein van welzijn gaat het onder meer om de volgende professionele organisaties:

  • WelCordaad – onder meer maatjesproject, thuisadministratie en ondersteuning mantelzorgers.

  • Lumens – maatschappelijk werk.

  • MEE De Meent groep – onafhankelijke cliëntondersteuning.

  • GGzE/De Boei – indicatievrije inloop en inzet wijk GGZ-er.

Voor wat betreft de aanpak van complexe problematiek is het Casuïstiekoverleg Zorg Eersel werkzaam. Dit is een samenwerking van onder meer zorgorganisaties, woningstichting, welzijnsorganisaties onder voorzitterschap van de gemeente om gezamenlijk integraal hulp te bieden en op elkaar af te stemmen als het gaat om casussen waarbij sprake is van multi problematiek.

Hoofdstuk 4

Wat gaan we in de jaren 2023 tot en met 2026 doen?

4.1 Inleiding

In de vorige hoofdstukken is inzichtelijk gemaakt hoe inwoners welzijnsonderwerpen ervaren, wat de trends zijn, wat vanuit het coalitieakkoord de aandachtspunten zijn en wat de inzet op het brede terrein van welzijn al is. In dit hoofdstuk gaan we in op de items waarop we concreet de aandacht in de komende jaren (verder) gaan richten. Daarbij is de inzet voor de komende jaren inzichtelijk gemaakt, waarbij we in tabelvorm (zie volgende pagina) per beleidsterrein aangeven:

  • hoe we dat gaan doen;

  • wat we willen bereiken en

  • indien van toepassing op welke manier en met wie we de verbinding aangaan.

Voor een aantal onderwerpen sluiten we zoveel als mogelijk aan bij hetgeen over deze onderwerpen al is vastgelegd in specifieke beleidsdocumenten die hierover al zijn vastgesteld.

4.2 Algemene pijlers

Algemeen

Op alle beleidsonderdelen die gezamenlijk het beleidsterrein Welzijn vormen wordt inzet gepleegd; inzet vanuit de gemeente, inzet van andere professionele partijen en inzet van de informele partijen werkzaam in de dorpen die ook een belangrijke rol in het geheel vormen. Juist de combinatie van de partijen, ieder vanuit de eigen rol is essentieel om de sociale basis in de toekomst op orde te kunnen houden en in te kunnen blijven spelen op ontwikkelingen. Ontwikkelingen die in de huidige tijd elkaar in een rap tempo opvolgen en waarbij ook telkens verwacht wordt dat hierop een antwoord komt.

In brede zin ligt de nadruk van de inzet ten aanzien van alle onderwerpen Welzijn de komende jaren met name op twee pijlers. Dit zijn:

Verbinden omdat daaruit op onderdelen nog meerwaarde te behalen is.

  • op inhoud vanuit de diverse beleidsterreinen om nog meer integraal te werken én

  • samen met de betrokken partijen (gemeente, formele en informele partijen) vanuit ieders expertise om gezamenlijk meer te bereiken dan ieder voor zich.

Communiceren en informeren om de bekendheid over specifieke onderdelen, activiteiten en voorzieningen op welzijnsterrein te vergroten, zodat inwoners uiteindelijk sneller en beter kunnen worden geholpen.

4.3 Inzet per beleidsterrein

Een passende woning voor alle doelgroepen met een zorgvraag

In relatie tot Welzijn uitvoering geven aan de kaders zoals die in de Woonzorgvisie Kempengemeenten zijn geformuleerd.

Concreet gaat het om:

  • Het ontwikkelen van een uitvoeringsprogramma met daarin:

    • de prioritering van de ambitielijnen en actiepunten;

    • concretisering van de doelstellingen;

    • invulling per actiepunt;

    • invulling proces.

  • Het ontwikkelen van een model waarop concrete initiatieven kunnen worden afgewogen.

  • Monitoren of voldoende plekken voor alle doelgroepen voorhanden zijn en blijven.

Wat willen we bereiken:

In hoofdstuk 4 van de Woonzorgvisie Kempengemeenten zijn de doelgroepen en doelen geformuleerd. De vertaling hiervan in een uitvoeringsprogramma dient nog plaats te vinden.

Verbinding:

  • Intern tussen beleidsterreinen wonen en welzijn (inclusief zorg).

  • Betrokken partijen: Kempengemeenten, zorgaanbieders, woningcorporaties en welzijnsorganisatie.

  • Invulling op dorpsniveau mogelijk samen met de dorpsraden binnen de gestelde kaders.

Een plezierige leefomgeving

  • Sociale veiligheid

  • Sociale voorzieningen

  • Sportvoorzieningen

  • Speelvoorzieningen

  • Cultuur

  • Fysieke toegankelijkheid

Een plezierige leefomgeving kan vanuit meerdere invalshoeken worden bezien. De beleidsterreinen waarop vanuit Welzijn inzet wordt gepleegd zijn als volgt:

Sociale veiligheid

Vanuit Welzijn een bijdrage leveren aan het ervaren van sociale veiligheid door het structureel inzetten van een wijk Ggz’er/GGD’er.

In de pilot is de meerwaarde van deze functie gebleken. Tevens continueren van het Casuïstiek Overleg Zorg Eersel. Dit overleg is met name gericht op de samen met andere partijen gezamenlijke aanpak van multiproblematiek, en daarmee ook van casussen die raakvlakken hebben met het ervaren van sociale veiligheid.

Wat willen we bereiken:

Inwoners voelen zich veilig.

Verbinding:

  • Intern tussen beleidsterreinen veiligheid en welzijn (inclusief zorg).

  • Betrokken partijen: alle partners die onderdeel uitmaken van het Casuïstiekoverleg zorg.

Sociale voorzieningen

Accommodatiebeleid

Onderzoeken op welke wijze het gebruik van gemeentelijke accommodaties aantrekkelijker gemaakt kan worden. Hierbij wordt ook nadrukkelijk gekeken naar de huurtarieven. De uitkomst wordt geëffectueerd in een nieuw accommodatiebeleid vanaf 2024.

Wat willen we bereiken:

Gemeentelijke accommodaties sluiten aan op de behoeften vanuit de gebruikers.

Verbinding:

  • Intern tussen het team Welzijn en het team Vastgoed als eigenaar en verantwoordelijk voor het bouwkundig onderhoud van de accommodaties en het team Uitvoering en beheer voor het onderhoud en beheer van de sportvelden.

  • Extern zijn de betrokken partijen de gebruikers van de gemeentelijke accommodaties. Dit zijn meestal stichtingen en verenigingen.

Sportvoorzieningen

De partijen die zich aan het Kempisch sport- en beweegakkoord (vertaling van de ambities uit het Nationale Sportakkoord) hebben geconfirmeerd gaan aan de slag met als doel sporten en bewegen nog beter op de kaart te zetten. Zie ook onder “een goede gezondheid”.

Wat willen we bereiken:

Een toename van het aantal inwoners dat doet aan sport en bewegen.

Verbinding:

Intern vindt de verbinding plaats met de beleidsterreinen gezondheid en onderwijs.

Betrokken externe partijen zijn Stichting Kempen in Beweging en sport, beweeg- en zorgaanbieders en scholen.

Speelvoorzieningen

Formuleren van nieuw speelbeleid, dat voorziet in het actualiseren, het aanleggen en onderhouden van speellocaties.

Bedoeling is om hiermee in 2023 te starten.

Wat willen wij bereiken:

Stimuleren van spelen, ontmoeten en bewegen in de openbare ruimte.

Verbinding:

Intern tussen het team Welzijn en het team Vastgoed als eigenaar van de openbare ruimte en het team Uitvoering en Beheer voor de realisatie en onderhoud van de speellocaties. Extern zijn buurtverenigingen, bewoners en belangen-verenigingen (onder meer Platform voor Mensen met een Beperking) betrokken.

Cultuur

Werkplan “Beeldend Bezig”

Uitvoering geven aan het werkplan “Beeldend Bezig” dat voor de jaren 2022 – 2026 is opgesteld. In het werkplan zijn onder meer opgenomen de Kunstwandelroutetentoonstelling, de werk- en ontmoetingsmarkt voor beeldende kunst en de atelierroute.

Wat willen we bereiken:

Inwoners ervaren kunst en cultuur als een belangrijke toevoeging in het leven. Het vormt ze, ze genieten ervan en het zorgt ervoor dat ze elkaar ontmoeten.

Verbinding:

  • Adviescommissie beeldende kunst, gemeente Eersel

  • Stichting LandArt Brabant

  • Betrokken partijen in het dorp waar het evenement wordt gehouden zoals horeca, dorpsraden, verenigingen e.d.

  • Visit Eersel

Kempenmuseum

We ontwikkelen het Kempenmuseum door tot hét toon-aangeven-de museum in de Kempenregio. We versterken de (museum)functie van het Kempenmuseum duurzaam door investeringen in het museaal profiel, realisatie van een bezoekerscentrum en de opwaardering van gebouwen.

Wat willen we bereiken:

Door deze impuls kunnen we het museum nog meer dan nu benutten als instrument om

  • de binding van inwoners en bezoekers met de identiteit van de regio te versterken

  • de geschiedenis van de Kempen tot leven te brengen en de verbinding met het heden inzichtelijk te maken

  • het museum als ontmoetingsplaats te laten fungeren

Verbinding:

  • gemeenten Bergeijk, Bladel, Reusel - De Mierden

  • het onderwijsveld

  • erfgoedinstellingen uit de Kempenregio

  • Heemkundeverenigingen

  • Erfgoed Brabant, Brabants Heem etc.

  • Visitorganisaties van de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel - De Mierden

Fysieke toegankelijkheid

De ambitie van de gemeente is om een inclusieve samenleving te zijn, waarbij fysieke toegankelijkheid in de voor de jaren 2022 en 2023 opgestelde inclusieagenda één van de speerpunten is. In het uitvoeringsprogramma dat aan deze agenda is gekoppeld zijn de activiteiten opgenomen die we in samenwerking met de werkgroep inclusie uitvoeren. Eind 2023 vindt de evaluatie plaats en stellen we op basis van bevindingen en ontwikkelingen het vervolg voor de jaren 2024 en 2025 op.

Wat willen we bereiken:

We willen een inclusieve samenleving zijn overeenkomstig het manifest dat we in 2019 hebben getekend om doelstellingen van het VN-verdrag te realiseren. Dat doen we gezamenlijk met de doelgroep vanuit het standpunt “niet over ons, zonder ons”.

Verbinding:

  • intern alle afdelingen.

  • Betrokken partijen zijn Platform voor Mensen met een Beperking en Adviesraad Sociaal Domein. In de uitvoering de partners die in de inclusieagenda zijn opgenomen.

Een stabiele financiële situatie

  • 1.

    We geven uitvoering aan de thema’s zoals die in de Kadernota Armoedebestrijding “Koersen op de toekomst 2021 - 2024" zijn geformuleerd, waarbij preventie en vroegsignalering hoofdthema’s zijn.

  • 2.

    Op basis van actuele en maatschappelijke ontwikkelingen en om te kunnen blijven voldoen aan de geldende wet- en regelgeving actualiseren we tussentijds (in 2023) deze Kadernota en stellen wij voor om deze Kadernota met twee jaar te verlengen (tot 2026).Eind 2023 vindt hierover besluitvorming plaats.

  • 3.

    Vangnetvoorzieningen waarop de komende jaren intensief wordt ingezet zijn:

    • Bijzondere bijstand en andere minimaregelingen;

    • Schuldhulpverlening;

    • Ondersteuningsvormen als gevolg van onder meer inflatie en stijging energieprijzen.

Wat willen we bereiken:

In de Kadernota zijn de beleidsdoelstellingen opgenomen. Doelstellingen zijn onder meer gericht op het verhogen van de financiële draagkracht.

Verbinding:

Er zijn diverse partijen die vanuit ieders opdracht actief zijn op het terrein van ondersteuning bij geldzorgen of schuldhulp-verlening.

De komende tijd wordt eveneens intensief ingezet op het verbinden van deze partijen zodat adequater en meer integraal op de behoeften van inwoners kan worden ingespeeld. Partijen zijn: gemeente, afdeling Maatschappelijke Dienstverlening, KempenPlus, Lumens en CordaadWelzijn. Samenwerking vindt ook plaats met Stichting Leergeld en de Voedselbank. Daarnaast zoeken we de verbinding met professionals en vrijwilligers die niet specifiek gericht zijn op inwoners met geldzorgen, maar deze geldzorgen wel kunnen signaleren.

Communicatie:

Punt van aandacht is en blijft de vraag hoe bereiken we zoveel mogelijk inwoners uit de doelgroep. De eenmalige energietoeslag die aan minima is verstrekt heeft een fors bredere doelgroep bereikt dan eerder via bijzondere bijstandsregelingen bij de gemeenten bekend.

Deze groep is/wordt ook geïnformeerd over andere regelingen/voorzieningen die er voor minima zijn. De verwachting is ook dat door partijen te verbinden uiteindelijk ook meer inwoners bereikt gaan worden.

Een baan, dagbesteding en vrijwillige inzet

Een baan

De uitvoering van arbeidsparticipatie voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt is in handen van het Participatiebedrijf KempenPlus.

Wat willen we bereiken:

Doel is dat iedereen die aanklopt bij KempenPlus geholpen wordt om zo snel mogelijk weer in het eigen inkomen te voorzien. Daarbij is de insteek werk in een regulier dienstverband. Als dat niet haalbaar is, komen de mogelijkheden tot gesubsidieerde arbeid op de reguliere arbeidsmarkt aan bod. Waar nodig kunnen cliënten tijdelijk of structureel aan de slag binnen de afdeling Bedrijven van KempenPlus of via individuele detachering.

Voor wie bovenstaande vormen van ondersteuning niet haalbaar is, biedt KempenPlus een beschutte werkplek. KempenPlus beperkt de instroom in de bijstand zoveel mogelijk door, voor aanvang, cliënten waarvoor dat passend is direct te bemiddelen naar werk. Zo lang dat niet mogelijk is, verstrekt KempenPlus een bijstandsuitkering conform de wettelijke kaders en binnen de gestelde termijnen. De afdeling is erop gericht om fraude en misbruik van uitkeringen zo veel mogelijk te voorkomen en bij handhaving rekening te houden met de menselijke maat. KempenPlus bepaalt voor elke cliënt een passende aanpak: cliënten zijn aan het werk, werken aan werk, participeren, werken aan participatie of hebben een zorgtraject. Door middel van het TalentPlus-programma en andere vormen van diagnose wordt de afstand van de cliënt tot arbeid in beeld gebracht en worden trajecten ingezet om de afstand tot de arbeidsmarkt te verminderen zodat uitstroom naar werk meer kansen biedt.

Verbinding:

In de huidige keten naar participatie (arbeid of geïndiceerde dagbesteding) zien we op dit moment twee gescheiden trajecten:

  • Traject naar Arbeid (vanuit de Participatiewet)

  • Traject naar Dagbesteding (vanuit de Wmo)

Er is echter een groep participanten waarvoor een betere doorstroom/terugstroom, tussen deze trajecten, wenselijk zou zijn. Namelijk de inwoners die wél kennen en kunnen maar (soms) moeite hebben met aankunnen. In de komende jaren zetten we in op het verbinden van deze trajecten om inwoners optimaal mee te laten doen in de maatschappij.

Dagbesteding

Invulling van georganiseerde dagbesteding door:

Formele partijen (professioneel)

Op grond van de Wmo bieden gecontracteerde professionele zorgpartijen op basis van indicatiestelling begeleiding dagopvang/besteding aan. Dagopvang heeft ook een functie als het gaat om het ontlasten van de mantelzorgers.

Informele partijen (vrijwilligers)

Dagbesteding zoals dat in de verschillende dorpen van de gemeente Eersel door informele partijen veelal in de vorm van ontmoetingsplekken wordt ingevuld draagt bij aan het welbevinden. Ook worden daarmee gevoelens van eenzaamheid voorkomen. Als het gaat om initiatieven voor de doelgroep ouderen dan is nog niet in alle dorpen hierin voorzien. We ondersteunen bestaande en toekomstige initiatieven uit de dorpen om hieraan (verder) invulling te geven. Voor de doelgroep mensen met een psychische kwetsbaarheid is de indicatievrije inloopfunctie van de Boei de beschikbare voorziening in de kern Eersel. Dagbestedingsactiviteiten voor inwoners uit de gemeente Eersel worden ook aangeboden door buurgemeenten, zoals Het Kompas en de Hoeksteen in Bladel voor respectievelijk mensen zonder baan en mensen met een verstandelijke beperking. De (subsidie)relatie met deze partijen zetten we de komende jaren voort.

Wat willen we bereiken:

Het bieden van een zinvolle dagbesteding, structuur en ritme aan inwoners die hierin op eigen kracht niet (helemaal) zelf in kunnen voorzien. Bij geïndiceerde dagopvang eveneens het ontlasten van mantelzorgers.

Vrijwillige inzet

De komende jaren zetten we in op vanuit een faciliterende rol bijdragen aan de (rand)voorwaarden waarbinnen vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties zo optimaal mogelijk kunnen functioneren. Daarnaast is het doel om de drempels die inwoners voelen bij hun overwegingen om zich vrijwillig in te zetten, te verlagen.

Als gemeente zien en waarderen wij de grote individuele en maatschappelijke meerwaarde van deze vrijwillige inzet. Het is dan ook niet meer dan logisch dat wij hieraan een actieve bijdrage willen leveren. ‘Faciliteren’ staat daarbij centraal. We willen faciliteren door:

  • een goede ondersteuningsstructuur te bieden, vanuit de gemeente zelf en vanuit het Steunpunt Vrijwilligerswerk Eerselvoorelkaar.

  • als gemeente en Steunpunt regelmatig contact te leggen en te houden met het brede vrijwilligersveld zodat we weten wat er leeft en we waar nodig bij veranderende inzichten flexibel kunnen handelen.

Daarbij is het belangrijk om in het oog te houden dat vrijwilligersorganisaties zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden, binden, ondersteunen, waarderen en boeien van hun vrijwilligers.

Wat willen we bereiken:

  • Drempels verlagen die mensen voelen bij hun overwegingen om zich vrijwillig in te zetten met als doel een hoger percentage mensen dat zich vrijwillig inzet en een goede ondersteuningsstructuur bieden aan vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers zodat zij zich voldoende gesteund voelen en zo optimaal mogelijk kunnen functioneren.

  • Kennis te delen over vrijwillige inzet in brede zin.

  • Vraag en aanbod zichtbaar te maken en direct contact mogelijk te maken tussen vragers en aanbieders van vrijwillige inzet via de website Eerselvoorelkaar en de meerwaarde van deze website uit te dragen via verschillende sporen.

  • Speciale aandacht te hebben voor kwetsbare doelgroepen in het kader van vrijwillige inzet.

  • Nieuwe vormen van vrijwillige inzet aan te moedigen (flexibel, eenmalig, digitaal, kortlopend etc.).

  • Imago van vrijwillige inzet waar mogelijk verbeteren door veel aandacht te hebben voor positieve communicatie over dit thema.

  • Activiteiten te organiseren die bijdragen aan het laagdrempelig kennismaken met vrijwillige inzet.

  • Persoonlijk vraag en aanbod te matchen door het Steunpunt als dit vanuit de vrijwilliger en/of organisatie gewenst is.

  • Subsidies beschikbaar te stellen voor vrijwilligersorganisaties, structureel, incidenteel en voor scholing van vrijwilligers.

  • Collectieve vrijwilligersverzekering en collectieve evenementenverzekering als vangnetregeling.

  • Cursussen en trainingen aan te bieden aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties.

  • Waardering van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties via predicaat van verdienste, jeugdlintje, vrijwilligersavond, positieve communicatie.

Verbinding:

We zoeken hiervoor samen met het Steunpunt Vrijwilligerswerk de samenwerking en verbinding op met de vele vrijwilligersorganisaties die in onze gemeente actief zijn op alle terreinen. Ook werken we samen met scholen zoals het Rythovius College en met de diverse

zorg- en welzijnsorganisaties in onze gemeente.

Een fijn sociaal netwerk

Kempisch Preventieakkoord

Het doel van het Kempisch Preventieakkoord is om te verbinden en versterken wat er al is door uitvoering van de programma’s

Eén tegen eenzaamheid, Kempenbranie en Kansrijke Start.

In deze programma’s wordt gewerkt aan het versterken van sociale netwerken, zowel voor inwoners individueel als op organisatieniveau tussen organisaties op sociaal en medisch gebied. Dat gebeurt in Kempenbrede coalities waarin verschillende organisaties de verbinding met elkaar aangaan en samenwerken. Op het niveau van vrijwilligers en inwoners gebeurt dit door individuele hulp en groepstrainingen gericht op meedoen, zingeving en het ontwikkelen van interpersoonlijke vaardigheden.

In het jaar 2024 vindt de evaluatie van het Kempisch Preventieakkoord plaats. Daarbij wordt ook gekeken of het Kempisch Preventieakkoord geïntegreerd kan worden in het brede sport- en gezondheidsbeleid waarmee we lokaal, Kempisch en regionaal aan de slag gaan (zie ook “een goede gezondheid").

Wat willen we bereiken:

Een belangrijk doel van het Kempisch Preventieakkoord is dat mensen en sociaal-medische organisaties in de Kempen zich nog meer verbonden voelen met elkaar. Concrete ambities hierbij zijn dat meer mensen zich psychisch gezond voelen, minder eenzaam zijn en minder stress ervaren.

Verbinding:

Betrokken partijen binnen het thema “Eén tegen eenzaamheid” zijn onder meer GGD, MEE, Lumens, GGZe, Cordaad Welzijn en Bibliotheek. De coalitie van Kansrijke Start bestaat uit professionals die betrokken zijn bij preconceptie, zwangerschap en eerste kinderjaren zowel uit het medische als sociale domein gericht op kinderen en volwassenen. Denk aan GGD, verloskundigen, kinderfysiotherapeuten, CJG+, MEE, Lumens.

#Kempenbranie

#Kempenbranie richt zich op het terugdringen van middelen-gebruik bij jongeren door in te zetten op een positieve omgeving waarin jongeren gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien. De Kempische speerpunten zijn welbevinden, ouderbetrokkenheid en zinvolle vrijetijdsbesteding. De programma’s en projecten die nu lopen zijn The Spot (Rythovius) Join Us, Lab of Life, ouder-avonden op de middelbare scholen, Skip de Trip en voorlich-tingen door Novadic Kentron. Deze programma’s en projecten lopen in 2023 nog door. Voor de jaren hierna wordt op basis van evaluatie en monitoring een vervolg voor 2024 en verder geformuleerd.

Wat willen we bereiken:

#Kempenbranie is een groeimodel waarbij de aanpak gericht is op duurzame verandering in het middelengebruik bij jongeren. Door in te zetten op een integrale aanpak wordt gewerkt aan netwerkversterking bij jongeren, hun ouders en hun sociale omgeving (school, sport etc.).

Verbinding:

  • #Kempenbranie is sterk gelinkt aan het jeugd-, sport- en gezondheidsbeleid en de verbinding tussen deze beleidsterreinen wordt dan ook actief gemaakt.

  • Een werkgroep en stuurgroep zijn actief voor Kempenbranie. De stuurgroep bestaat uit gemeentelijke organisaties, scholen en GGD Brabant-Zuidoost. De werkgroep bestaat uit jeugdcoaches, scholen, Novadic-Kentron, GGD Brabant-Zuidoost en waar nodig worden andere partners betrokken zoals bibliotheek of sport- en cultuuraanbieders.

Mantelzorgondersteuning

We gaan mogelijkheden onderzoeken of mantelzorgers beter kunnen worden ondersteund. In het onderzoek betrekken we de organisaties die werkzaam zijn op het terrein van mantelzorg-ondersteuning, zoals CordaadWelzijn.

Wat willen we bereiken:

Mantelzorgers voelen zich voldoende ondersteund om hun taken als mantelzorgers te kunnen (blijven) uitvoeren.

Verbinding:

Intern met de uitvoering Wmo en extern met onder meer zorgaanbieders en CordaadWelzijn.

Meerjarenbeleidskader Jeugd 2020 – 2024

Binnen het Meerjarenbeleidskader Jeugd zijn zes actielijnen opgenomen waaraan uitvoering wordt gegeven. Deze actielijnen zijn ook de komende jaren nog actueel, waarbij aansluiting plaatsvindt met de nog in 2023 vast te stellen Regiovisie Samen voor Jeugd en de Hervormingsagenda. In 2023 vindt over de verlenging van het Meerjarenbeleidskader tot 2026 besluitvorming plaats.

Wat willen we bereiken:

Er zijn zes actielijnen geformuleerd:

  • 1.

    Betere toegang (vraag om afbakening “toegang”)

  • 2.

    Dicht bij huis hulp bieden (afbouwen verblijf)

  • 3.

    Ontwikkelkansen voor alle kinderen (samenwerking onderwijs)

  • 4.

    Van kwetsbaar naar zelfstandig (integraliteit/samenwerking tussen leefgebieden)

  • 5.

    Beter beschermen (samenwerking justitiële ketenpartners)

  • 6.

    Vakmanschap jeugdprofessionals

Verbinding:

Zoals in de actielijnen vermeld vindt de verbinding plaats met alle partijen die met en voor jeugd en jongeren werken.

Bij een gemeenschap horen

Inclusieve maatschappij

In samenwerking met diverse partijen geven we uitvoering aan de inclusieagenda die voor de jaren 2022 en 2023 is vastgesteld.

Eind 2023 vindt de evaluatie plaats en stellen we samen met het Platform Mensen met een Beperking en de Adviesraad Sociaal Domein een nieuwe inclusieagenda voor de jaren 2024 en 2025 op.

Wat willen we bereiken:

We willen een inclusieve samenleving zijn overeenkomstig het manifest dat we in 2019 hebben getekend om doelstellingen van het VN-verdrag te realiseren. Dat doen we gezamenlijk met de doelgroep vanuit het standpunt “niet over ons, zonder ons”.

Verbinding:

  • intern alle afdelingen.

  • Betrokken partijen zijn Platform voor Mensen met een Beperking en Adviesraad Sociaal Domein. In de uitvoering de partners die in de inclusieagenda zijn opgenomen.

Participatieprogramma “dorpen maken het verschil”

Het participatieprogramma “dorpen maken het verschil” loopt in de komende jaren door. Daardoor blijven er mogelijkheden om initiatieven van inwoners of verenigingen die bijdragen aan de leefbaarheid te ondersteunen.

Wat willen we bereiken:

Het versterken van de kracht van een dorp met initiatieven waar juist dat dorp behoefte aan heeft.

Verbinding:

Met alle inwoners, al dan niet georganiseerd.

Dorpsondersteuners

In de tweede helft van 2024 vindt de evaluatie van de dorps-ondersteuner in Steensel plaats.

Op basis van deze evaluatie vindt besluitvorming plaats over het mogelijke vervolg.

Wat willen we bereiken:

Dorpsondersteuners worden ingezet als schakel tussen vrijwilligers en professionals om de realisatie en continuïteit van initiatieven in de dorpen te stimuleren en te verzekeren.

Verbinding:

In de dorpen met dorpsraden en de in dat dorp werkzame formele en informele partijen.

Laaggeletterdheid (taal-, reken- en digitale vaardigheden)

Iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving. Daarvoor is een basisniveau aan taal- en rekenvaardigheden nodig. Daarnaast zijn in de moderne samenleving ook digitale vaardigheden erg belangrijk. Daarom investeert gemeente Eersel in de aanpak van laaggeletterdheid. In 2023 gaan we van start met het formuleren van beleid op het terrein van laaggeletterdheid, op basis waarvan ook de rol van het DigiTaalhuis wordt bezien.

Wat willen we bereiken:

Voor iedereen die zijn taal-, reken- en digitale vaardigheden wil verbeteren is er een aanbod van goede kwaliteit in de buurt bereikbaar.

Verbinding:

Het DigiTaalhuis is gevestigd in de bibliotheek, zodat mensen makkelijk door de medewerkers hiervan naar het onderwijs-aanbod doorverwezen kunnen worden. Het DigiTaalhuis heeft verbinding gezocht met lokale werkgevers zoals KempenPlus om de NT1 doelgroep (Nederlands als eerste taal) op de werkvloer te bereiken en uit te nodigen om deel te nemen aan het onderwijsaanbod.

Inburgering

We geven in samenwerking met andere partijen (waaronder KempenPlus) uitvoering aan de werkzaamheden die op grond van de

Wet Inburgering vanaf 1 januari 2022 aan de gemeente vanuit haar centrale regierol zijn opgelegd. De ambities zijn:

  • Duurzame uitstroom naar betaald werk

  • Participatie naar vermogen (indien 1 niet haalbaar is)

  • Sociale integratie met respect voor ieders cultuur/achtergrond

  • Doorgaande lijn voor het ontwikkeltraject (het inburgeringstraject)

  • Integrale aanpak op alle leefgebieden

  • Zelfredzaamheid op alle leefgebieden

  • Inburgeren is een wederkerig proces

Wat willen we bereiken:

Het doel van de Wet inburgering is om inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk te laten meedoen

in de Nederlandse samenleving, het liefst met betaald werk.

Verbinding:

Alle partijen die bij het inburgeringsproces zijn betrokken, waaronder KempenPlus en Vluchtelingenwerk.

Een goede gezondheid

De komende jaren wordt ingezet op integraal sport- en gezondheidsbeleid waarin de verbinding tussen verschillende beleidsdomeinen centraal staat. Met de Brede Spuk aanvraag die in 2023 wordt gedaan wordt een breed plan van aanpak of breed sport- en gezondheidsbeleid gemaakt. Dit is in voorbereiding en wordt zowel lokaal, sub regionaal in de Kempen als regionaal met de 21 gemeenten aangepakt.

Wat willen we bereiken:

Een integrale aanpak op het gebied van brede verbetering van gezondheid, actieve deelname aan sport en bewegen en daarmee het versterken van de sociale basis voor alle inwoners en in het bijzonder mensen in kwetsbare situaties.

Verbinding:

  • Interne samenwerking tussen gezondheid, jeugd, cultuur, omgeving, sport- en bewegen en sociale basisvoorzieningen.

  • Organisaties in het sociale, medische, culturele en sport/beweegdomein werken al samen aan verschillende programma’s. De onderlinge verbinding tussen deze domeinen wordt verstevigd.

Voldoende gelegenheid tot het volgen van onderwijs/opleidingen

Integraal Huisvestingsplan

In de jaren 2023 tot en met 2026 geven we uitvoering aan het Integraal Huisvestingsplan (IHP) Onderwijs. Met het IHP geven we invulling aan de gemeentelijke zorgplicht voor onderwijs-huisvesting en de wens om dat op basis van een meerjarenplanning met een langere termijnvisie en beleidsrijk aan te pakken. Dit IHP wordt vastgesteld in 2023 en wordt vierjaarlijks geactualiseerd. De eerste vier jaren worden samen met de schoolbesturen bindend vastgesteld. In het IHP staan alle voorzieningen voor huisvesting opgenomen. Voorzieningen zijn bijvoorbeeld uitbreiding, nieuwbouw of renovatie maar ook voor calamiteiten zijn we als gemeente verantwoordelijk.

Wat willen we bereiken:

De gemeente Eersel, onderwijs en kinderopvang willen voorwaarden bieden zodat jeugdigen zich optimaal kunnen ontwikkelen tot gezonde, evenwichtige, verantwoordelijke en sociale volwassenen. Van elementair belang daarvoor is een doorlopend, sterk en samenhangend aanbod van voorzieningen van onderwijs, opvang, welzijn, gezondheidszorg, sport en cultuur.

Het zorgen voor passende en toekomstbestendige huisvesting van onderwijs en kinderopvang draagt bij aan de gezamenlijke visie. In de basis is een IHP voor onderwijshuisvesting maar kinderopvang zit veelal onder één dak met het onderwijs. Een sterke verbinding tussen kinderopvang en onderwijs heeft een grote meerwaarde voor de ontwikkeling van kinderen. Ook wordt er gekeken naar afstemming met andere partners.

Verbinding:

Intern zijn hierbij verschillende teams betrokken: welzijn (onderwijs, jeugd, kinderopvang), financiën, vastgoed en economie. Extern zijn de schoolbesturen RBOB De Kempen, KempenKind, Veldvest en Ons Middelbaar Onderwijs betrokken en in het verlengde daarvan de basisscholen, het (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. Ook de kinderopvang-organisaties zijn betrokken. De samenwerking tussen deze partners maakt integraal onderdeel uit van het IHP en de uitvoering daarvan.

Nationaal Programma Onderwijs

De gemeentelijke NPO middelen gaan we inzetten op 3 ontwikkelgebieden: sociaal-emotioneel, motorisch en cultureel. Deze 3 gebieden zijn voortgekomen uit de behoeften die er lokaal zijn geconstateerd door onze scholen voor basis, voortgezet en speciaal onderwijs en vve locatie Nummereen. Deze partijen dienen bij de gemeente hun bestedingsvoorstellen in. Indien de voorstellen voldoen aan de door het Ministerie van OCW gestelde criteria en de criteria die door de gemeente zijn toegevoegd, kunnen ze uitgevoerd gaan worden. De grootte van het te besteden bedrag per ontwikkelgebied is vooraf d.m.v. een verdeelsleutel bepaald.

Wat willen we bereiken:

De impuls die door de gemeentelijke NPO middelen gegeven wordt aan de 3 ontwikkelgebieden, draagt bij aan het inhalen van de tijdens de coronapandemie opgelopen onderwijsvertragingen.

Verbinding:

Het proces om tot bestedingsdoelen en werkafspraken te komen, heeft ervoor gezorgd dat er intensief is samengewerkt door de scholen voor basis, voortgezet en speciaal onderwijs en vve locatie NummerEen.

4.4 Hoe gaan we meten?

We gebruiken de volgende instrumenten om te meten:

  • Inwonerspeiling Waarstaatjegemeente? om te monitoren hoe inwoners onderdelen van welzijn ervaren.

  • Cliëntervaringsonderzoeken voor de vangnetvoorzieningen sociaal domein.

  • Gezondheidsmonitor leeftijdscategorieën van de GGD Brabant-Zuidoost.

Het Welzijnsplan is een dynamisch document. Bijsturing vindt plaats als onderzoeken, wensen, (maatschappelijke) ontwikkelingen en veranderingen in de wetgeving daartoe aanleiding geven.

Hoofdstuk 5

De schaalsprong

De op handen zijnde schaalsprong Zuidoost-Brabant heeft grote impact op de fysieke en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van de regio Zuidoost-Brabant en daarmee ook voor de gemeente Eersel. De beoogde toename van het aantal benodigd aantal woningen brengt behalve ruimtelijke- en mobiliteitsvraagstukken ook uitdagingen met zich mee die betrekking hebben op welzijn en zorg (als belangrijke onderdelen van de brede welvaart).

Met de uitbreiding in fysieke zin (aantal woningen) dient daarom tegelijkertijd aandacht te zijn voor de gevolgen voor de onderdelen die behoren tot het sociaal – maatschappelijk terrein; specifiek in het kader van deze nota de beleidsterreinen die vallen onder het brede terrein van welzijn en zorg. Juist ook om te voorkomen dat voorzieningen (nog verder) onder druk komen te staan. Daarbij gaat het niet alleen om de bouwkundige invulling van maatschappelijke voorzieningen (bijvoorbeeld rondom onderwijs), maar met name ook om de (personeelsmatige)

invulling van deze voorzieningen, inclusief de rol van inwoners en informele organisaties daarin. Op het terrein van welzijn en met name ook in de zorg is nu al sprake van grote tekorten. Een toename van het aantal inwoners zorgt voor nog grotere tekorten, als binnen de plannen hierin niet wordt voorzien. Belangrijk dus om integraal te werken waarbij ruimtelijke vraagstukken gelijk oplopen met sociaal-maatschappelijke vraagstukken.

Ten tijde van het opstellen van dit Welzijnsplan staan we nog bij het begin van de ontwikkelingen met betrekking tot deze schaalsprong. De komende jaren zal duidelijk worden voor welke opgave we staan en wat de impact hiervan is op het brede terrein van welzijn.

Oude beleidsregel

Welzijnsplan gemeente Eersel 2023 tot en met 2026 volgt de beleidsregel “Welzijnskader Eersel 2017 tot en met 2020; "De kracht van contact" op.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Welzijnsplan gemeente Eersel 2023 tot en met 2026.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 mei 2023

De raad van de gemeente Eersel

de griffier, J.W.G. van Bree

de voorzitter, drs. W.A.C.M. Wouters