Havenverordening Reimerswaal 2023

Geldend van 01-06-2023 t/m heden

Intitulé

Havenverordening Reimerswaal 2023

De raad van de gemeente Reimerswaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 mei 2023 D23.234835;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Havenverordening Reimerswaal 2023:

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • binnenschip: schip, niet zijnde een zeeschip;

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • exploitant: eigenaar, beheerder, rompbevrachter of ieder ander die zeggenschap heeft over het gebruik van het schip;

  • gevaarlijke stoffen: stoffen die gevaar voor explosie, brand, corrosie, vergiftiging, bedwelming of straling kunnen opleveren, zoals vermeld in de IMO Code voor het vervoer van verpakte gevaarlijke stoffen over zee (International Maritime Dangerous Goods Code), de Code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren (International Bulk Chemical Code), de Internationale Code voor de bouw en uitrusting van schepen die vloeibaar gemaakte gassen in bulk vervoeren (International Gas Carrier Code) en het in de bijlage bij het Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over binnenwateren opgenomen Reglement (ADN), met uitzondering van eetbare oliën;

  • haven: wateren die in het beheer zijn van onze gemeente en die voor de scheepvaart openstaan, alsmede alle daartoe behorende kaden, kunstwerken, meergelegenheden, trappen, scheepshellingen, dokken, scheepsreparatiewerven en los- en laadplaatsen, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 1 bij deze verordening;

  • ladingresiduen: de restanten van lading in ruimen of tanks aan boord die na het lossen en schoonmaken achterblijven, met inbegrip van restanten na lading of lossing en morsingen;

  • ontvangstvoorziening: voorziening geschikt voor de ontvangst van scheepsafval, overige schadelijke stoffen of restanten van schadelijke stoffen;

  • passant(en): een persoon of personen die niet beschikken over een vaste ligplaats en met één of meerdere vaartuigen voor onbepaalde tijd in een haven ligt of liggen, met toestemming van een van de havenmeesters en tegen het verschuldigde passantentarief;

  • pleziervaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebruikt voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding.

  • scheepsafval: afval, met inbegrip van residuen, niet zijnde ladingresiduen, en sanitair afval, dat ontstaat tijdens de bedrijfsvoering van een schip en dat valt onder de reikwijdte van bijlagen I, IV, V en VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels, en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels, alsmede ladinggebonden afval, zijnde al het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van de lading als afval overblijft, met inbegrip van stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten platen, papier, karton, draad en stalen banden;]

  • schip: elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk object, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton, een drijvend werktuig, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting;

  • schipper: degene die de feitelijke leiding over een binnenschip voert;

  • tankschip: schip, gebouwd of aangepast en gebruikt voor het vervoer van onverpakte vloeibare lading in zijn laadruimten;

  • woonschip: een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag en/of nachtverblijf van een of meer personen;

  • zeeschip: schip dat wordt gebruikt voor de vaart ter zee of dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor de vaart ter zee is bestemd en elk schip dat is voorzien van een document, afgegeven door het bevoegde gezag van het land waar het schip is ingeschreven, waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee.

Artikel 1.2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing in de havens in Yerseke met haventerreinen en alle daarbij behorende werken, welke zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Artikel 1.3 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2 Het college kan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag deze termijn eenmaal met ten hoogste 4 weken verlengen.

Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen

Het college kan aan een vergunning, vrijstelling en ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden.

Artikel 1.5 Geldigheidsduur

  • 1 Tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald, wordt een vergunning of vrijstelling verleend voor onbepaalde tijd.

  • 2 Een ontheffing voor een eenmalige gedraging of handeling wordt verleend voor de duur van die gedraging of handeling, met dien verstande dat de ontheffing voor maximaal zes maanden wordt verleend.

Artikel 1.6 Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden

Het college kan een vergunning of ontheffing in ieder geval weigeren, wijzigen of intrekken als:

  • a

    dit in het belang van de orde, de veiligheid en het milieu in of in de omgeving van de haven, of de kwaliteit van de dienstverlening in de haven noodzakelijk is;

  • b

    de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • c

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na de verlening daarvan, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan deze is vereist;

  • d

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • e

    hiervan geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

  • f

    de houder dit verzoekt.

Artikel 1.7 Verplichtingen van houders van toestemmingen

  • 1 Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend houdt deze, of een kopie hiervan, aan boord van het schip waarop deze betrekking heeft, tenzij het een schip zonder bemanningsverblijf betreft.

  • 2 Een schip zonder bemanningsverblijf wordt voorzien van een herkenbare plaatsaanduiding.

Artikel 1.8 Normadressaat

  • 1 Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de schipper verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2 Bij afwezigheid van een schipper, is de exploitant verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 1.9 Aanwijzing havenmeester

Het college wijst één of meerdere havenmeesters aan.

Artikel 1.10 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen in het kader van de orde, de veiligheid, de bescherming van het milieu, de kwaliteit van de dienstverlening in of in de omgeving van de haven of ter voorkoming van gevaar, schade of hinder, over:

  • a

    de gegevens die aan de havenmeester moeten worden gemeld voordat met een schip een haven wordt aangedaan, voordat ligplaats wordt ingenomen of voordat bepaalde activiteiten worden ondernomen;

  • b

    de wijze waarop de melding, bedoeld onder a, dient plaats te vinden;

  • c

    de wijze waarop een aanvraag om een vergunning dient plaats te vinden;

  • d

    de voorwaarden waaronder schepen zich in een door het college aangewezen gebied mogen bevinden, welke betrekking kunnen hebben op daar te ondernemen activiteiten en op eisen waaraan schepen of bemanning moeten voldoen om deze activiteiten te mogen ondernemen;

  • e

    de aanvraag van een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.3 en 3.7;

  • f

    de wijze van afmeren van schepen en het innemen van een ligplaats

§ 2 Orde in en gebruik van de haven

Artikel 2.1 Verkeerstekens

  • 1 Het college kan in de haven verkeerstekens plaatsen die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement en deze voorzien van nadere aanduidingen.

  • 2 Het is verboden te handelen in strijd met verkeerstekens of de daarbij behorende nadere aanduidingen.

  • 3 Het college kan van het in het tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 2.2 Ligplaatsenoverzicht

Het college kan een ligplaatsenoverzicht vaststellen, dat in elk geval bevat een kaart van de haven met daarop aangegeven:

  • a

    de plaatsen of gebieden die bestemd zijn om ligplaats te nemen;

  • b

    indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor bepaalde categorieën schepen;

  • c

    indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor ligplaatsvergunninghouders.

Artikel 2.3 Verbod nemen ligplaats

  • 1. Het is verboden een schip ligplaats te doen nemen of zich met een schip te bevinden op een plaats die:

    • a.

      daartoe niet is bestemd;

    • b.

      is bestemd voor schepen van een andere categorie; of

    • c.

      is bestemd voor ligplaatsvergunninghouders.

  • 2. Het verbod in het eerste lid, aanhef en onder a, geldt niet als dit geschiedt in overeenstemming met de geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen en met instemming van de eigenaar, huurder of erfpachter van het aan de plaats gelegen terrein.

  • 3. Het verbod in het eerste lid, aanhef en onder c, geldt niet voor ligplaatsvergunninghouders en passanten.

Artikel 2.4 Duur verblijf in haven

  • 1 Het is verboden met een schip langer dan 24 maanden achtereen te verblijven in de haven.

  • 2 Als een schip terugkeert in de haven zonder dat er sprake is geweest van bedrijfsmatig vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Binnenvaartwet, wordt de looptijd dan wel overschrijding van de periode, bedoeld in het eerste lid, geacht niet te zijn onderbroken dan wel beëindigd.

  • 3 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 2.5 Verbod verhuur of verhandelen van vaartuigen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college met een of meer vaartuigen een ligplaats in te nemen met het oogmerk deze vaartuigen te verhuren of te verhandelen.

  • 2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt verleend voor maximaal 3 jaar.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen voor het innemen van een ligplaats voor de verhuur of het verhandelen van vaartuigen.

Artikel 2.6 Verbod nachtverblijf vaartuigen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college met een of meer vaartuigen een ligplaats in te nemen met het oogmerk met deze vaartuigen aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf te verschaffen.

  • 2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt verleend voor maximaal 3 jaar.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen voor het innemen van een ligplaats voor vaartuigen met het oogmerk met deze vaartuigen aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf te verschaffen.

  • 4. De bepalingen uit afdeling 9, Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf, van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) van de gemeente Reimerswaal zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.7 Verbod woonschepen

Het is verboden zonder vergunning van het college een ligplaats in te nemen met een woonschip.

Artikel 2.8 Verbod opvijzelen boor- of werkeiland

  • 1 Het is verboden een boorinstallatie, werkeiland of soortgelijk object op te vijzelen.

  • 2 Het verbod is niet van toepassing als de boorinstallatie, het werkeiland of een soortgelijk object zich bevindt op een scheepswerf of bij een herstellingsinrichting, waarvoor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend.

  • 3 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

  • 4 De aanvraag voor een ontheffing bevat in ieder geval:

    • a

      de naam en technische gegevens van het op te vijzelen object;

    • b

      de naam van de scheepsagent;

    • c

      het resultaat van het bodemonderzoek; en

    • d

      de aard en tijdsduur van de uit te voeren activiteiten.

  • 5 Het college kan gebieden aanwijzen waar het in het eerste lid bedoelde verbod niet van toepassing is.

Artikel 2.9 voorzieningen en voorwerpen

  • 1 Het is eenieder verboden voorzieningen of voorwerpen in, op, onder of boven water te hebben, te plaatsen of aan te brengen, als daardoor gevaar, schade of hinder kan ontstaan.

  • 2 Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het hebben, plaatsen of aanbrengen van scheepstoebehoren en voorzieningen die dienen, en als zodanig in gebruik zijn, voor het laden en lossen van schepen.

  • 3 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 2.10 Verhalen van schepen

  • 1 Het college kan een exploitant of schipper schriftelijk opdragen een schip te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van de bescherming van de orde, de veiligheid of het milieu in of in de omgeving van de haven noodzakelijk is.

  • 2 Als geen gevolg wordt gegeven aan de opdracht een schip te verhalen kan het college het schip voor rekening en risico van de exploitant verhalen of doen verhalen.

  • 3 In spoedeisende gevallen of als de exploitant onbekend is, kan het college het schip voor rekening en risico van de exploitant direct verhalen of doen verhalen.

Artikel 2.11 Gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven

  • 1 Het is verboden voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven te gebruiken als het schip:

    • a

      aan de grond zit;

    • b

      gemeerd, ten anker of op spudpalen ligt; of

    • c

      er hoogte van de kade of oever wordt gaande gehouden of tegen de kade of oever wordt gedrukt, anders dan noodzakelijk voor het ontmeren of afmeren.

  • 2 Tijdens het gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven is een persoon die bekend is met de bediening van het schip in de stuurhut aanwezig.

  • 3 Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing als het een aan een ander schip gemeerd bunker- of bevoorradingsschip betreft, dat moet bij- of afdraaien ter voorkoming van schade.

  • 4 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.

Artikel 2.12 Plezier- en zeilvaart in de haven

  • 1 Het is verboden zich met een pleziervaartuig, waarmee al dan niet eveneens bedrijfsmatig wordt gevaren, in de haven te bevinden, tenzij:

    • a

      het schip ligplaats heeft genomen in overeenstemming met het ligplaatsenoverzicht, de geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen of met instemming van de eigenaar, huurder of erfpachter van het aan de plaats gelegen terrein; of

    • b

      het schip zich rechtstreeks en zonder onderbreking begeeft naar een in de haven gelegen ligplaats waar het in overeenstemming met het ligplaatsenoverzicht, de geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen of met instemming van de eigenaar, huurder of erfpachter van het aan de plaats gelegen terrein ligplaats zal nemen.

  • 2 Het is verboden met een schip dat uitsluitend door middel van zeilen wordt voortbewogen te varen in de haven.

  • 3 Het college kan in geval van een evenement als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) van de gemeente Reimerswaal vrijstelling verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden.

  • 4 Het college kan van de in het eerste en derde lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

    [Artikel 2.12 lid 4 bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.]

Artikel 2.13 Regeling vertrek

De ligplaatsvergunninghouder is verplicht een tijdelijke afwezigheid van de ligplaats van één nacht of langer te melden aan de havenmeester. De havenmeester is bevoegd deze ligplaats gedurende de afwezigheid van de ligplaatsvergunninghouder door derden in te laten nemen.

Artikel 2.14 Overlast aan vaartuigen

Tenzij bij of krachtens deze verordening anders bepaald is het anderen dan de eigenaar of schipper van een schip niet toegestaan, zonder goedkeuring van de eigenaar of schipper dat schip vast te houden, zich daarop te begeven, zich daarop te bevinden of los te maken.

Artikel 2.15 Melding bedrijfsstoring, gebrek of schade

  • 1 Bedrijfsstoringen, gebreken of schades aan of aan boord van een schip die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken aan het schip of de omgeving, worden direct aan de havenmeester gemeld.

  • 2 De melding bedoeld in het eerste lid vindt plaats per telefoon of per marifoon op het daarvoor bestemde kanaal.

Artikel 2.16 Maatregelen bij ijsgang of dichtgevroren water

Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de schipper verplicht, als hij met zijn schip een ligplaats wenst in te nemen of te verlaten, dan wel een aanwijzing als bedoeld in artikel 5.1 daartoe ontvangt, voor zijn rekening en risico zo nodig het ijs te breken of een sleepboot te gebruiken.

[Artikel 2.16 bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de schipper verplicht, als hij met zijn schip een ligplaats wenst in te nemen of te verlaten, dan wel een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.1 daartoe ontvangt, voor zijn rekening en risico zo nodig het ijs te breken of een sleepboot te gebruiken.]

Artikel 2.17 Aanwijzen gebieden

Het college kan gebieden aanwijzen waar schepen zich alleen mogen bevinden onder de door het college nader te bepalen voorwaarden, bedoeld in artikel 4.1, onder d.

[Artikel 2.17 bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: Het college kan gebieden aanwijzen waar schepen zich alleen mogen bevinden onder de door het college nader te bepalen voorwaarden, bedoeld in artikel 1.10, onder d.]

Artikel 2.18 Verboden gedrag in de haven of in gebouwen bij de haven

  • 1. Het is verboden zonder redelijk doel:

    • a.

      zich in of op een steiger in de haven op te houden;

    • b.

      in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw in de haven te zitten of te liggen.

  • 2. Het is aan anderen dan gebruikers van gebouwen bij de haven, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van dat gebouw.

§ 3 Veiligheid en bescherming milieu in en in de omgeving van de haven

Artikel 3.1 Verontreiniging van lucht; stank, hinder of risico veroorzakende stoffen

  • 1 Het is verboden stoffen uit een schip te laten ontsnappen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan.

  • 2 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 3.2 Gebruik afvalverbrandingsoven

Het is eenieder verboden aan boord van een schip een afvalverbrandingsoven in gebruik te hebben.

Artikel 3.3 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen

Degene door wiens toedoen een voorwerp of stof vrijkomt of in het water terechtkomt, waardoor gevaar, schade of hinder wordt of kan worden veroorzaakt, draagt ervoor zorg dat:

  • a

    daarvan onmiddellijk kennis wordt gegeven aan de havenmeester; en

  • b

    de stof of het voorwerp onmiddellijk wordt verwijderd, tenzij dit redelijkerwijs niet uitvoerbaar is.

Artikel 3.4 Veilige toegang

  • 1 Een afgemeerd schip beschikt over een toegang welke geen gevaar of schade aan personen kan veroorzaken.

  • 2 Het eerste lid geldt niet met betrekking tot binnenschepen waarbij:

    • a

      de feitelijke situatie dit onmogelijk maakt ten gevolge van laad- of loshandelingen; of

    • b

      het afmeren van korte duur is.

Artikel 3.5 Verbod gebruik hoofdmotor

  • 1 Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op een afgemeerd schip de hoofdmotor in werking te hebben, met uitzondering van direct voor vertrek van het schip.

  • 2 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 3.6 Bunkeren

  • 1. Het is verboden om een zeeschip te bunkeren, tenzij:

    • a.

      de daarbij betrokken schepen beschikken over een bunkercontrolelijst die volledig, positief en naar waarheid is ingevuld;

    • b.

      deze bunkerlijst is ondertekend door de voor het bunkeren verantwoordelijke personen;

    • c.

      tijdens het bunkeren het daarover in de bunkercontrolelijst gestelde wordt nageleefd.

  • 2. De bunkercontrolelijst wordt tijdens en tot vierentwintig uur na het einde van de bunkering aan boord van de daarbij betrokken schepen gehouden.

  • 3. Als meer dan één bunkerlichter betrokken is bij de aanlevering van een partij bunkerolie vult iedere bunkerlichter voor zich een afzonderlijke bunkercontrolelijst in, die wordt ondertekend door bij de bunkering betrokken partijen.

Artikel 3.7 Vergunning ontvangstvoorzieningen

[gereserveerd]

Artikel 3.8 Deugdelijk afmeren

  • a

    Het is eenieder verboden te laden of te lossen op een schip dat op ondeugdelijke wijze is afgemeerd.

  • b

    Het is verboden om de Safe Working Load van aan de wal geplaatste bolders te overschrijden. De Safe Working Load van bolders geldt bij een verticale troshoek van maximaal 45 graden.

  • c

    Het college kan van het in dit artikel bepaalde ontheffing of vrijstelling verlenen.

Artikel 3.9 Gebruik van ankers

  • 1 Het is verboden een anker te gebruiken, tenzij:

    • a

      ligplaats wordt genomen in een boeienspan of een palenligplaats; of

    • b

      dit geschiedt door een drijvende kraan, waarbij zeker is gesteld dat gebruik van een anker geen schade toebrengt aan de in de onderwaterbodem aangebrachte leidingen, kabels, duikers of oever- of kadeverdedigingswerken en het voornemen daartoe overeenkomstig het tweede lid aan de havenmeester is gemeld.

  • 2 De melding bedoeld in het eerste lid, onder b, vindt plaats per telefoon of per marifoon op het daarvoor bestemde kanaal.

  • 3 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.

Artikel 3.10 Gebruik van spudpalen

  • 1. Het is verboden een spudpaal te gebruiken, tenzij dit geschiedt in overeenstemming met ter plaatse aangebrachte verkeerstekens en nadere aanduidingen als bedoeld in artikel 2.1.

  • 2. Onder spudpaal wordt verstaan een voorziening waarmee een schip zichzelf in de bodem kan verankeren door middel van verticale meerpalen waarmee het schip zelf is uitgerust;

  • 3. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.

Artikel 3.11 Vast- en losmaken zeeschepen

[gereserveerd]

Artikel 3.12 Gebruik generatoren door binnenschepen

  • 1 Het is verboden om in door het college aangewezen gebieden aan boord van een binnenschip een generator te gebruiken.

  • 2 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.

Artikel 3.13 Verrichten van werkzaamheden

  • 1 Het is eenieder verboden om aan, buitenboord of onder een schip of aan een voorwerp aan boord van een schip werkzaamheden te verrichten of doen verrichten, die verband houden met de bedrijfsgereedheid, de aanpassing, het herstel of de verbetering van het schip of het voorwerp, tenzij:

    • a

      het schip ligplaats heeft op of bij een scheepswerf of herstellingsinrichting waarvoor een vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend; of

    • b

      per scheepsbezoek aan de haven de te verrichten werkzaamheden ten hoogste drie dagen in beslag nemen en er door de werkzaamheden geen gevaar, schade of hinder kan ontstaan, en:

      • i

        als de werkzaamheden plaatsvinden op een tankschip of aan of in een brandstoftank van een schip, er voor de reparatiewerkzaamheden door een gasdeskundige als bedoeld in artikel 4.1 van de Arbeidsomstandighedenregeling een Veiligheids- en Gezondheidsverklaring is afgegeven voor de uit te voeren werkzaamheden;

      • ii

        dat doelmatige brandblusmiddelen en personen die met het gebruik van die middelen bekend zijn beschikbaar zijn, en;

      • iii

        de werkzaamheden plaatsvinden op ten minste 25 meter van gevaarlijke stoffen of brandbaar materiaal.

  • 2 Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 3.14 Ontsmetten van schepen

  • 1 Het is verboden een schip of de lading te ontsmetten door het te behandelen met gassen of stoffen die gassen afstaan.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is het verboden een schip, geladen met losgestorte bulklading in vaste vorm die is behandeld met gassen of stoffen die gassen afstaan, te ontsmetten, tenzij dit wordt gedaan door een gasmeetdeskundige die in het bezit is van een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 71, tweede en vierde lid, van de Wet gewasbescherming en biociden, en voor het schip een verklaring is afgegeven dat het schip en de lading voldoende vrij zijn van gassen of stoffen.

  • 3 Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.

Artikel 3.15 Zwemmen, sportduiken e.d.

  • 1 Het is verboden in de havens te zwemmen, te spelevaren, te windsurfen of te sportduiken.

  • 2 Het college kan van het in lid 1 gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 3.16 Gebruik geluidsapparatuur

  • 1 Onverminderd het bepaalde in de Algemene plaatselijke verordening (Apv) van de gemeente Reimerswaal is het verboden in de havens aan boord van een schip een radio en andere geluidsapparatuur zodanig te gebruiken dat dit ernstige geluidhinder oplevert voor de omgeving.

  • 2 Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op geluidsversterkers, voor zover deze gebruikt worden voor het veilig manoeuvreren van een vaartuig of geven van aanwijzingen hiertoe.

Artikel 3.17 Overlast en geluidhinder

  • 1 Het is verboden in de haven, al dan niet aan boord van een vaartuig, de orde te verstoren, geluidshinder te veroorzaken, of zich anderszins hinderlijk voor de omgeving te gedragen.

  • 2 De schipper van een vaartuig, waarop zich feiten als in lid 1 bedoeld, voordoen dan wel hebben voorgedaan, is verplicht op eerste aanzegging van het college met zijn vaartuig de haven onmiddellijk langs de kortste weg te verlaten.

§ 4 Handhaving

Artikel 4.1 Aanwijzingen

  • 1 Het college kan mondeling of schriftelijk aanwijzingen geven in het belang van de orde en veiligheid in de haven, in het bijzonder ter regeling van het scheepvaartverkeer, het nemen van ligplaats en ter voorkoming van gevaar, schade of hinder.

  • 2 Degene tot wie een aanwijzing is gericht, is gehouden de aanwijzing onmiddellijk op te volgen.

Artikel 4.2 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 4.3 Toezichthoudende ambtenaren

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen havenmeesters.

  • 2 Het college kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

Artikel 4.4 Betreden van woonruimten

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

§ 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1 Overgangsrecht

  • 1 De Havenverordening gemeente Reimerswaal 2009 wordt ingetrokken.

  • 2 Een krachtens de Havenverordening gemeente Reimerswaal 2009 verleende vergunning, ontheffing, vrijstelling of toewijzing van een ligplaats geldt als vergunning, ontheffing of vrijstelling verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning, ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3 Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Havenverordening gemeente Reimerswaal 2009 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2023.

  • 2 Deze verordening wordt aangehaald als: Havenverordening Reimerswaal 2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 mei 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling