Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR696002
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR696002/1
Lokaal Educatieve Agenda 2023-2026
Geldend van 18-05-2023 t/m heden
Intitulé
Lokaal Educatieve Agenda 2023-2026Besluit College van Burgemeester en Wethouders
Hoort bij het voorstel College van Burgemeester en Wethouders van Z133239 BenW-08006
Voorstel:
Het voorstel voor het College van Burgemeester en Wethouders is besproken in het College van Burgemeester en Wethouders van 4 april 2023
- 1.
De Lokaal Educatieve Agenda 2023-2026 vast te stellen.
- 2.
Het Jaarplan 2023-2024 vast te stellen.
- 3.
Bijgaande actieve informatievoorziening vaststellen en verzenden naar de gemeenteraad.
besluit:
- 1.
De Lokaal Educatieve Agenda 2023-2026 vast te stellen.
- 2.
Het Jaarplan 2023-2024 vast te stellen.
- 3.
Bijgaande actieve informatievoorziening vaststellen en verzenden naar de gemeenteraad.
Voorwoord
GELIJKE KANSEN VOOR KINDEREN; SAMEN DE SCHOUDERS ERONDER
Ik ben trots op de Lokaal Educatieve Agenda van Bronckhorst, trots op de inhoud maar ook op de wijze waarop deze tot stand is gekomen. Hierin is voor de komende vier jaar vastgelegd wat onze kansen en uitdagingen zijn en wat we willen bereiken om elk kind de beste start te geven. We kunne n niet alles maar hebben wel duidelijk een aantal belangrijke speerpunten uitgewerkt waarop we echt resultaten willen behalen. Ik ben heel blij met het zorgvuldige en gezamenlijke proces dat we samen met de partners op het gebied van onderwijs, kinderopvang, gezondheid, jeugd en welzijn hebben doorlopen om deze educatieve agenda tot stand te brengen.
HET KIND CENTRAAL
Goed onderwijs is belangrijk om onze kinderen voor te bereiden op de toekomst. Door ze de juiste kennis en vaardig- heden te geven die ze in de maatschappij en op de arbeidsmarkt nodig hebben. Gezamenlijk zetten we er de schouders onder om kinderen gelijke kansen te geven en hun talenten te ontwikkelen. Want het moet niet uitmaken waar je geboren bent, wie je ouders zijn of dat je wel of geen beperking hebt. Onderwijs en kinderopvang willen we daarbij dichtbij huis aanbieden in de eigen woon- en leefomgeving van het kind.
Samen gaan we voor een goede start in de voorschool, een soepele overgang naar het primair en voortgezet onder- wijs en aansluitend goede kansen op de arbeidsmarkt. Een optimale doorgaande ontwikkellijn, waarbij we uitgaan van het benutten van talenten en het welzijn en welbevinden van kinderen. Met de juiste zorg en ondersteuning waar nodig. We doen dit samen, met oog voor ieders rol en verantwoordelijkheid.
De basis ligt er, nu samen aan de slag!
Antoon Peppelman Wethouder Onderwijs
1. Inleiding
Deze Lokaal Educatieve Agenda 2023-2026 geeft weer hoe we samen werken aan de ontwikkeling van kinderen in Bronckhorst. We stellen onze inhoudelijke ambities vast in deze meerjarige agenda en maken afspraken over onze werkwijze.
Aanleiding
We hebben de afgelopen jaren samen ervaring opgedaan. We constateren dat het huidige LEA daadkrachtiger en resultaatgerichter mag zijn. Daarom is een werkgroep aan de slag gegaan, om te kijken naar de structuur van het huidige LEA-overleg. Uit deze werkgroep is een voorstel gekomen voor een nieuwe structuur. Deze nieuwe structuur moet helpend zijn om onze doelen te bereiken en het LEA-overleg meer daadkracht te geven.
Het doel is dat plannen daadwerkelijk tot uitvoering komen. Door samen te bepalen welke prioriteiten we hebben, keuzes te maken en focus aan te brengen op wat belangrijk is, gaan we slagvaardiger aan de slag. We werken daarom vanuit een gezamenlijke hoofdambitie en hanteren hierbij aan een aantal uitgangspunten en principes. Op deze manier werken we aan de ontwikkeling van kinderen in Bronckhorst, zodat elk kind zich naar eigen vermogen kan ontwikkelen, we voorkomen dat kinderen uitvallen, we zorgen voor een brede ontwikkeling en een doorgaande leer- en ontwikkellijn.
2. Gezamenlijke visie
Hoofdambitie
Hoofdambitie:
Wij zorgen er samen voor dat alle kinderen en jongeren van 0-23 jaar in Bronckhorst de kans krijgen om zich optimaal te ontwikkelen. We stimuleren de ontwikkelkansen van de jeugd. Dit doen we door:
- •
We faciliteren en doorgaande leer- en ontwikkellijn
- •
We stimuleren de jeugd hun talenten te ontplooien
- •
We ondersteunen jeugd en hun ouders waar nodig door extra hulp en ondersteuning (op maat) te bieden
- •
We gaan uit van de ontwikkelkansen van de jeugdige
Elk kind krijgt de kans te leren op het niveau dat bij hem of haar past.
Uitgangspunten
We hanteren een aantal uitgangspunten en principes. Deze uitgangspunten staan centraal bij de uitvoering van het LEA en bij de uitwerking van de inhoudelijke thema’s (zie verderop). Het is de grondhouding van waaruit we samen werken aan onze hoofdambitie.
We doen het samen
We werken samen omdat we vinden dat we samen meer bereiken dan alleen. Daarmee behouden we onze eigen taken en verantwoordelijkheden.
We gaan uit van kansen
Elk kind leert op zijn of haar eigen niveau. We denken niet in (onderwijs)achterstanden maar in (onderwijs)kansen, passend bij het kind. Soms heeft een kind duwtje in de rug nodig, anderen lopen juist voor op de rest.
We werken preventief
We zorgen ervoor dat elk kind hulp en ondersteuning krijgt als dat nodig is. Naast ondersteuning op maat zetten we vooral in op preventieve activiteiten, om te voorkomen dat (specialistische) hulp en ondersteuning nodig is. We werken preventief om te zorgen dat de ontwikkeling van kinderen niet stagneert.
We passen maatwerk toe waar nodig
We weten dat geen kind hetzelfde is. Elk kind heeft een eigen (ondersteunings-) behoefte. We zien onze kinderen en weten wat zij nodig hebben. Samen zorgen we ervoor dat we aan de ondersteuningsbehoefte kunnen voldoen, of dat wij anderen inschakelen ons daarbij te helpen.
We werken vanuit vertrouwen
We werken vanuit vertrouwen. Dat betekent dat er minder focus is op controle, maar dat we vanuit vertrouwen in elkaars expertise kunnen handelen. Zeker op de momenten waarop snel en adequaat handelen noodzakelijk is, staat het belang van het kind voorop. We vertrouwen op elkaars expertise en durven over onze eigen grenzen heen te kijken. We communiceren transparant, eerlijk en open naar elkaar en naar gezinnen.
3. Inhoudelijke thema’s
Tijdens de werkconferentie van 1 februari 2023 kozen we een aantal thema’s waar we in deze Lokaal Educatieve Agenda de prioriteit aan geven. We blijven verantwoordelijk vanuit onze eigen taken en rollen en daarnaast werken we gezamenlijk aan de volgende thema’s:
- •
Kansengelijkheid & kinderarmoede
- •
Verbinding passend onderwijs-jeugdhulp
- •
Gezonde en weerbare jeugd, brede ontwikkeling
- •
Doorgaande leerlijnen en preventie ter voorkoming van uitval
We werken doorlopend samen aan onze hoofdambitie. Echter willen we door middel van een aantal concrete thema’s en bijbehorende projecten focus aanbrengen in onze samenwerking. Per thema is een projectdefinitie opgesteld. Verschillende projectgroepen gaan op basis van deze projectdefinitie aan de slag. Zij stellen een projectplan op en implementeren deze. Het LEA-overleg stuurt waar nodig bij. Bijsturing kan bijvoorbeeld nodig zijn, omdat er binnen een thema ontwikkelingen zijn die extra aandacht vragen.
Kansengelijkheid en kinderarmoede
Het thema kansengelijkheid en kinderarmoede is een veelomvattend thema (waar kinderarmoede staat kan ook bestaanszekerheid gelezen worden). Kansengelijkheid raakt verschillende onderdelen binnen het LEA (en andersom). We constateren dat door de omvangrijkheid van deze thema’s het lastig is om Kansengelijkheid te vatten in één probleem of uitdaging. Om te bepalen waar we met elkaar op willen inzetten en hoe we dit thema kunnen afbakenen tot een behapbaar begrip, moeten we eerst samen weten wat we onder Kansengelijkheid en kinderarmoede verstaan. We zien dat we als samenwerkende partners rondom het kind hier geen definitie van hebben geformuleerd. We weten op dit moment onvoldoende van elkaar wat kansengelijkheid voor de verschillende organisaties betekent.
Wat willen we bereiken?
Een gezamenlijke definitie van kansengelijkheid en bestaanszekerheid in relatie tot taal, zodat we vanuit onze gezamenlijke ambitie stappen zetten om de Kansengelijkheid voor kinderen in Bronckhorst te vergroten. We leggen hierbij de focus op taal, omdat dit vanuit het LEA onze kerntaak is. Waarbij het doel is dat ieder kind de kans heeft op optimale taalontwikkeling, door voldoende aanbod en een sluitende aanpak.
De projectdefinitie voor dit thema is te vinden in het jaarplan.
Verbinding passend onderwijs-jeugdhulp
Passend onderwijs is in 2014 ingevoerd, met als doel ieder kind een plek te geven in het onderwijs die past bij zijn of haar mogelijkheden en eventuele ondersteuningsbehoeften. In 2015 is jeugdhulp gedecentraliseerd naar gemeenten, vanuit de gedachte dat gemeenten het beste zicht hebben op kinderen en gezinnen en daardoor de best passende hulp kunnen bieden. De aansluiting tussen passend onderwijs en jeugdhulp loopt nog niet altijd naar wens. Dit komt soms door de ‘schotten’ in financiering en wet- en regelgeving, maar we ervaren soms ook een afwachtende houding. We willen een beweging in gang zetten die zorgt dat we van intentie naar actie gaan in de samenwerking. Waarbij de uitdaging is om creatief te denken, vast te houden aan het kind en gezin (zodat zij niet tussen de wal en ’t schip raken) en de samenwerking en over grenzen heen durven te kijken. Daarvoor organiseren we vanuit het LEA overleg een Multidisciplinair overleg waar we minimaal 1 casus per jaar bespreken.
Wat willen we bereiken?
Een betere samenwerking tussen onderwijs en zorg, door een beweging in gang te zetten en beter gebruik te maken van elkaars expertise. We bespreken minimaal één casus om gezamenlijk tot een doorbraak te komen op een concreet probleem/knelpunt. Deze casus benutten we om te leren en deze oplossing structureel te borgen in de onderlinge samenwerking.
De projectdefinitie voor dit thema is te vinden in het jaarplan.
Doorgaande leerlijnen en preventie ter voorkoming van uitval
We volgen de ontwikkeling van kinderen in verschillende fases van hun leven, door verschillende organisaties en op verschillende momenten. De ontwikkeling van het ene kind is beter te volgen dan van het andere kind. Dit komt omdat niet elk kind gebruik maakt van een voorschoolse voorziening. Als dat niet het geval is, dan ontbreekt er een schakel in de doorgaande leer- en ontwikkellijn.
Wat willen we bereiken?
Om de doorgaande leer- en ontwikkellijn te versterken, is ons streven om zoveel mogelijk kinderen een voorschoolse voorziening te laten bezoeken. Zodat de doorgaande lijn van consultatiebureau, voorschoolse voorziening, primair onderwijs en voortgezet onderwijs doorloopt.
De projectdefinitie voor dit thema is te vinden in het jaarplan.
Gezonde en weerbare jeugd, brede ontwikkeling
Het is onze gezamenlijke ambitie om een brede ontwikkeling van kinderen te faciliteren en ervoor te zorgen dat zij in aanraking kunnen (blijven) komen met aanbod en activiteiten op het gebied van kunst- en cultuureducatie, leesbevordering, sport en bewegen, sociale ontwikkeling en burgerschap. Zodat zij opgroeien tot gezonde en weerbare mensen die zich grotendeels weten te redden in de samenleving. Dat bevorderen we onder meer door middel van de inzet van combinatiefunctionarissen die in samenwerking met scholen, kinderopvang, culturele instellingen en (sport)verenigingen (naschoolse) activiteiten voor leerlingen in het primair onderwijs organiseren.
We zien dat er al veel gebeurt en het aanbod groot is. Echter weet niet iedereen de weg te vinden naar dit aanbod of zijn ondersteuningsmogelijkheden om van het aanbod gebruik te maken onvoldoende bekend (zowel bij ouders als bij professionals).
Wat willen we bereiken?
Optimale benutting van alle mogelijkheden die er zijn om een gezonde en weerbare ontwikkeling te faciliteren. Door het beter inzichtelijk maken van het aanbod. Daarnaast beter inzichtelijk maken van de ondersteuningsmogelijkheden en deze als één overzicht beschikbaar te maken. Bijvoorbeeld door een platform te ontwikkelen waarin deze informatie rondom de ontwikkeling van kinderen een plek krijgt.
De projectdefinitie voor dit thema is te vinden in het jaarplan.
4. Wettelijk kader
Het is een wettelijke eis dat er jaarlijks overleg is tussen gemeenten, schoolbesturen en kinderopvangorganisaties over het bevorderen van integratie, het voorkomen van segregatie, het bestrijden van onderwijsachterstanden en de inschrijving en toelating. Dit overleg staat in de praktijk bekend als het overleg over de Lokale Educatieve Agenda ofwel LEA-overleg. Door het ingestelde verplichte overleg hoopte de wetgever op een kwaliteitsdialoog tussen schoolbesturen, kinderopvang en gemeenten, waarbij zij de agenda samen en op basis van gelijkwaardigheid opstellen.
Op dit moment zijn er twee wetsartikelen die gaan over het verplichte overleg dat de gemeente moet voeren met de schoolbesturen (en de kinderopvang). Het gaat om artikel 167a in de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 118a in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). Overigens is in de Wet kinderopvang (WKO) de verplichting voor houders van een kindercentrum tot overleg met de gemeente en schoolbesturen verankerd.
De wet beoogt dat de agenda voor dit overleg in gezamenlijkheid en op basis van gelijkwaardigheid wordt opgesteld met inachtneming van de wettelijke verantwoordelijkheden van schoolbesturen en kinderopvang enerzijds en die van gemeenten anderzijds.
Vanuit deze wettelijke eis is het volgende hoofddoel geformuleerd:
Hoofdoel: Elk kind (0 – 18/23 jaar) moet de kans krijgen te leren op het niveau dat bij hem of haar past. De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is en wettelijke opdracht om voor ieder kind een passende doorstroming (van consultatiebureau, voorschoolse opvang naar PO, VO en vervolgopleiding en baan te borgen. Zodat segregatie en onderwijsachterstanden worden tegengegaan en integratie wordt bevorderd. |
LEA-overleg
Om bovenstaand doel te bereiken voeren gemeente, schoolbesturen en kinderopvang minimaal jaarlijks met elkaar overleg. In dit overleg maken zij afspraken om het bovenstaande doel te bereiken. Op dit moment voert de gemeente Bronckhorst twee keer per jaar overleg met schoolbesturen, kinderopvang (met en zonder VVE), consultatiebureau en bibliotheek.
Actuele ontwikkelingen
Een kort overzicht van de landelijke- en gemeentelijke ontwikkelingen, binnen de voor het LEA relevante thema’s is te vinden in de bijlage.
5. Structuur LEA
In dit hoofdstuk gaan we in op het ‘hoe’ en beschrijven we op welke wijze we samenwerken en hoe we onze ambities realiseren. We gaan in op onder andere: bestuurlijke verantwoordelijkheden, samenwerkingsstructuur, financiën en communicatie.
We dragen samen de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van segregatie, het bestrijden van onderwijsachterstanden en afspraken over inschrijving en toelating. Binnen dit hoofddoel zijn er verschillende thema’s waarvoor of het onderwijs eindverantwoordelijk is, of de gemeente eindverantwoordelijk en er zijn ook thema’s waar we samen verantwoordelijk voor zijn. Onderstaand is dit schematisch weergegeven:
Figuur 1: Bestuurlijke verantwoordelijkheden binnen en buiten de LEA (bron: Lokaal Educatieve Agenda gemeente Leidschendam)
In de linker kolom staan zaken waar het onderwijs over gaat, rechts de onderwerpen waar de gemeente voor verantwoordelijk is en in de middelste kolom de gezamenlijke thema’s die in het vorige hoofdstuk is besproken. Het gaat hier alleen om de bestuurlijke verantwoordelijkheden zoals door de wetgever zijn vastgelegd. De inhoud en de uitvoering van de LEA heeft betrekking op een veel breder palet aan organisaties en instellingen (in het sociaal domein). Daar gaan we in de volgende paragraaf verder op in.
Samenwerkingsstructuur
We kiezen voor een samenwerkingsstructuur van stuurgroepen met leden die beslissingsbevoegd zijn en duidelijke en afgebakende opdrachten kunnen geven aan projectgroepen waarin de relevante (uitvoerende) partijen zitting nemen. In de structuur borgen we zowel de afstemming als terugkoppeling, zodat we daadkrachtig handelen. De stuurgroep draagt zorg voor de kaders en hoofdlijnen. In de projectgroepen nemen de partijen deel die de bestuurlijke opdrachten uitvoeren.
LEA-overleg nieuwe stijl
Het LEA-overleg vindt minimaal 1x per jaar plaats. Het LEA-overleg bestaat uit de bestuurders van primair onderwijs, voortgezet onderwijs, kinderopvang (met en zonder VVE), jeugdgezondheidszorg, samenwerkingsverbanden en bibliotheek. Het LEA-overleg formuleert de opdrachten voor de projectgroepen, reageert op de bevindingen daarvan, indien nodig met besluitvorming.
- •
Wethouder onderwijs en / of technisch voorzitter
- •
Schoolbesturen Primair Onderwijs
- •
Schoolbestuur Voortgezet Onderwijs
- •
Kinderopvangorganisaties met VVE
- •
Kinderopvangorganisaties zonder VVE
- •
Jeugdgezondheidszorg Yunio
- •
Jeugdgezondheidszorg GGD Noord- en Oost Gelderland
- •
Samenwerkingsverband PO (op afroep / agendalid)
- •
Samenwerkingsverband VO (op afroep / agenda lid)
- •
Ambtelijk secretaris
Stuurgroep
De stuurgroep bewaakt de voortgang van de LEA. De stuurgroep bespreekt welke nieuwe ontwikkelingen zich voordoen en hoe deze geagendeerd worden op de LEA. We denken dat er per jaar ongeveer 3 momenten zijn waarop de stuurgroep bij elkaar komt. De stuurgroep leden dragen er zelf zorg voor dat zij hun sector breed vertegenwoordigen en namens alle betrokken partijen kunnen spreken en inbreng leveren. Overige partijen zullen daar waar nodig worden uitgenodigd om aan te sluiten op specifieke agendapunten van de stuurgroep.
De stuurgroep bestaat uit:
- •
De wethouder onderwijs en/of technisch voorzitter (dezelfde als die in het LEA-overleg voor de verbinding tussen LEA-overleg, Stuurgroep en verschillende projectgroepen.)
- •
Voorzitters uit de verschillende projectgroepen.
- •
Ambtelijk secretaris.
Projectgroep
De uitvoering van de LEA vindt plaats middels concrete projectopdrachten die worden belegd bij de projectgroepen. De projectgroepen worden opgericht naar aanleiding van een besluit om op één van de genoemde thema’s actie te ondernemen (werkagenda). De projectgroepen worden samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen die nodig zijn om het resultaat te realiseren. De projectgroep krijgt een bestuurlijke opdracht en een tijdpad mee waarbinnen zij het resultaat opleveren. De projectgroepen zijn tijdelijk van aard (3 à 6 maanden). De opbrengst van de projectgroepen is een voorstel voor maatregelen of activiteiten dat ter besluitvorming aan het LEA-overleg wordt voorgelegd. De projectgroep kan het LEA-overleg ook adviseren over vervolgacties en eventuele nieuwe bestuurlijke opdrachten.
Faciliteren van stuurgroep en projectgroepen
Gezamenlijk is besloten dat de gemeente voor de facilitering van de LEA-structuur twee taken op zich neemt. De gemeente levert de voorzitter van de stuurgroep. Dit kan de wethouder zijn of een technisch voorzitter vanuit de gemeente. De gemeente levert ook een ambtelijk LEA-secretaris.
Zie op de volgende pagina de samenwerkingsstructuur schematisch weergegeven.
Opzet van het jaarplan
Het jaarplan zal per kalenderjaar worden vastgesteld, het eerste jaarplan betreft 2023-2024. Voor de inhoud wordt gekeken naar de evaluatie van de voortgang en resultaten van de LEA in het voorafgaande jaar en de bestuurlijke opdrachten voor het komende jaar.
Werken met een jaarplan
De uitvoering van de LEA wordt elk jaar vastgelegd en gestuurd door middel van een jaarplan. In het jaarplan worden de bestuurlijke opdrachten voor dat jaar opgenomen en voorzien van een planning. Daarmee ondersteunt het jaarplan de verwezenlijking van de gezamenlijke ambities opgenomen in de LEA.
Jaarlijkse evaluatie
Ieder jaar stellen de deelnemers aan de LEA een jaarverslag op. Er wordt teruggekeken op wat er in de stuurgroep is afgesproken en wat er door de projectgroepen is gerealiseerd en opgeleverd. Ook worden beknopte kengetallen en sturingsinformatie verzameld bij onderwijs, gemeente en overige betrokken partijen. Op basis daarvan wordt de voortgang en de uitvoering van de LEA en de nieuwe structuur geëvalueerd, eventueel worden voorstellen voor aanpassing gedaan. De evaluatie wordt gecoördineerd door de ambtelijk secretaris op basis van de input vanuit de stuur- en projectgroepen. De evaluatie vormt het sluitstuk van het jaarplan van het betreffende jaar en dient in een cyclisch proces weer als input voor de vormgeving van de volgende jaarplan.
Dashboard onderwijs
Om de evaluatie van de projectplannen te ondersteunen met data is het dashboard onderwijs beschikbaar. Deze is te raadplegen via: https://app.powerbi.com/view?r=eyJrIjoiMTRlN2U1ZTItOWMzNi00ZWI3LThhMmEtNDQ5YjEwYzI1YmQyIiwidCI6IjI1ZmU4OTNmLTQxZjgtNDlmOS05YzA4LWU5NmQwOGQ0Y2JmZSIsImMiOjl9Dashboard onderwijs.
6. Randvoorwaarden
We maken gebruik van een aantal randvoorwaarden bij de uitvoering van de verschillende projecten:
- •
Alle organisaties zetten zich in om capaciteit vrij te maken in de vorm van bemensing in de projectgroepen die bij de thema’s horen.
- •
Alle organisaties zijn bereid om naar vermogen in (co)financiering te voorzien als dat nodig is.
- •
De monitoring van de verschillende projecten is zowel kwalitatief als kwantitatief. De evaluatie is onderdeel van het projectplan. De projectgroepen maken gebruik van indicatoren en vooraf bepaalde methodes voor een kwalitatieve monitoring.
Afspraken over financiën
We dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het behalen van ons hoofddoel. Om die reden dragen de partners in het LEA naar vermogen bij aan de activiteiten die we uitvoeren om onze ambitie waar te maken, dit kan zijn in het ter beschikking stellen van middelen, maar ook van menskracht. Op deze wijze is er altijd sprake van cofinanciering. We kiezen ervoor om geen financiële kaders mee te geven aan de projectgroepen, zodat zij vanuit de inhoud bepalen wat er nodig is. In het projectplan geven de projectgroepen weer welke bijdrage er nodig is voor de uitvoering van het project. Het LEA beslist over de (financiële) inzet van de ingediende projectplannen, waarbij de Lokaal Educatieve Agenda hiervoor het kader is. Indien directe dekking ontbreekt, zoekt het LEA naar aanvullende (externe) financiering, zoals subsidies, om het project doorgang te kunnen laten vinden.
De gemeente draagt bij door het leveren van een ambtelijk secretaris, inzet in de projectgroepen en een financiële bijdrage aan het hoofddoel. De Rijksmiddelen (€ 109.923,00 in 2023) gaan volledig op aan de uitvoering van het creëren van het aanbod van peuteropvang en VVE (op basis van OAB-wetgeving). De subsidieaanvragen voor 2023 bedragen: € 285.076,40. Het verschil hiertussen wordt opgevangen door gemeentelijke financiering. Daarnaast stelt de gemeente jaarlijks tot en met 2026 € 100.000 ter beschikking voor het opstellen en uitvoeren van nieuw onderwijsachterstandenbeleid. Ook hiervoor geldt dat de Lokaal Educatieve Agenda het kader is voor dit beleid en dat het LEA op basis van de projectplannen een besluit neemt over de financiering. Waarbij voor de inzet van de gemeentelijke middelen het college hierover apart kan beslissen.
Communicatie
We spreken af dat iedere partij zelf verantwoordelijk is voor afstemming met en binnen de eigen organisatie. Het doel is dat de betrokkenen geïnformeerd worden over de besluiten en acties.
We stemmen de communicatie naar buiten met elkaar af op de onderwerpen waarvoor dat zinvol is. Dit is een besluit dat binnen het LEA genomen wordt. We zien dat het belangrijk is om samen één taal te spreken en dezelfde waarden uit te dragen in onze communicatie.
Ondertekening
BIJLAGE 1 - Overzicht samenwerkingspartners
In onderstaand overzicht zijn de samenwerkende organisaties binnen het LEA schematisch weergegeven.
Sector |
Organisatie |
Doelgroep |
Overheid |
Gemeente Bronckhorst |
Alle |
Jeugdgezondheidszorg |
Yunio |
0-4 jaar |
Jeugdgezondheidszorg |
GGD Noord- en Oost Gelderland |
4-18 jaar |
Kinderopvang |
Peuteropvang
Kinderopvang
|
0-4 jaar |
Onderwijs |
Schoolbesturen primair onderwijs
|
4-12 jaar |
Voortgezet onderwijs |
Schoolbestuur Voortgezet Onderwijs
|
12-18 jaar |
Passend Onderwijs Primair Onderwijs |
|
4-12 jaar |
Passend onderwijs Voortgezet Onderwijs |
|
12-18 jaar |
Kunst en cultuur |
|
Alle |
Sociaal domein |
|
Alle |
BIJLAGE 2 - Landelijke ontwikkelingen
Naar inclusiever onderwijs – Landelijke routekaart
Naar inclusiever onderwijs (NIO) is een beweging, ambitie en visie richting inclusief onderwijs. Het streven is een onderwijssysteem waar alle kinderen zoveel mogelijk samen naar dezelfde school gaan. Dus ook leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, ontwikkelingsachterstanden, gedrags- en emotionele problemen of specifieke leermoeilijkheden.
Sinds de komst van de Wet passend onderwijs in 2014 wordt in het onderwijs verplicht gewerkt aan passend onderwijs: alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Alle samenwerkende scholen in een regio bepalen samen wat er onder hun basisondersteuning passend onderwijs valt en zorgen samen voor een dekkend aanbod in de regio. Een kind gaat naar een gewone school als dat kan en naar het speciaal onderwijs als er intensieve begeleiding nodig is.
Het uitgangspunt van inclusief onderwijs is dat zoveel mogelijk leerlingen 'thuisnabij' naar dezelfde school gaan, en hier onderwijs, en waar nodig zorg, op maat krijgen. Het kabinet wil hier de komende vijftien jaar verder naar toewerken. Met alle betrokkenen wil het ministerie van OCW tot een 'routekaart inclusief onderwijs' komen.
Als het gaat om leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte is het streven om te komen tot 'inclusievere onderwijsvoorzieningen waar kinderen met en zonder beperking of ziekte samen naar school gaan, met behoud van het speciaal onderwijs voor leerlingen die dit nodig hebben'.
Scholen voor speciaal onderwijs moeten zich uiteindelijk doorontwikkelen naar specialistische netwerken die hun expertise in reguliere scholen inzetten.
Routekaart
Het ministerie van OCW werkt momenteel met verschillende partners aan een routekaart naar inclusief onderwijs. Deze routekaart zal bijdragen aan de realisatie van inclusiever onderwijs.
(https://www.nji.nl/verbinding-onderwijs-en-jeugdhulp/wat-speelt-er-rond-inclusiever-onderwijs)
Naar een sterke pedagogische basis voor kinderen en jongeren
Kinderen en jongeren bijstaan vanuit de vanzelfsprekende dagelijkse relaties. Door buurt en familie, op school, vanuit de kinderopvang en via wijkactiviteiten. Dat bepleiten VNG, PO-, VO- en MBO-raad en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang in 'Een sterke basis door een krachtige samenwerking'.
Hoe sterker de pedagogische basis, hoe beter vragen en problemen die bij opgroeien horen in het gewone leven kunnen worden opgepakt.
Gezamenlijke notitie 'Een sterke basis door een krachtige samenwerking' (pdf, 385 kB)
Enorme druk op individuele jeugdhulptrajecten
Te lang lag de focus op de ontwikkeling van het individuele kind. In de economische ratrace en de prestatiesamenleving is het steeds het individu dat zich moet aanpassen om mee te kunnen doen. Dat heeft onder andere geleid tot een enorme druk op individuele, volgens het medisch model gerichte jeugdhulptrajecten.
Omgeving aanpassen
In plaats van kinderen en jongeren aan te passen aan de omgeving, moeten we gaan werken aan die omgeving. Dit doen we door - gezamenlijk - meer te investeren in de versterking van de pedagogische basis rondom het kind en de jongere. Volgens 3 lijnen:
- 1.
Anders samenwerken
-
Anders samenwerken tussen jeugd- en onderwijsprofessionals betekent niet langer jongeren in een jeugdhulptraject ‘apart’ zetten, maar vanuit school en kinderopvang een inclusieve en preventieve aanpak voor álle kinderen ontwikkelen.
- 2.
Anders organiseren
-
Anders organiseren betekent collectief gefinancierde, integrale basisvoorzieningen (school- én kinderopvang) waar iéder kind en iedere jongere kan meedoen aan sport, cultuur en andere activiteiten.
- 3.
Anders opleiden
-
Anders opleiden betekent dat er meer aandacht moet komen voor breed opgeleide en omgevingsgerichte professionals, zodat ook in het onderwijs en de kinderopvang de juiste professionals op de juiste plek beschikbaar zijn.
In de 3 lijnen liggen aanknopingspunten voor een meer omgevingsgerichte aanpak. Met de aanpak willen we niet alleen problemen anders oplossen, maar we hebben ook de ambitie om problemen te voorkomen.
(https://vng.nl/nieuws/naar-een-sterke-pedagogische-basis-voor-kinderen-en-jongerenhttps://vng.nl/nieuws/naar-een-sterke-pedagogische-basis-voor-kinderen-en-jongeren)
Nieuwe afspraken over de 3F-taaleis en aantoonbaarheidseisen
Per 1 januari 2025 moeten alle pedagogisch medewerkers in de kinderopvang voldoen aan de taaleis IKK. De taaleis houdt in dat pedagogisch medewerkers Mondelinge taalvaardigheid, bestaande uit Spreken, Luisteren en Gesprekken voeren, op taalniveau 3F moeten beheersen. Maar wanneer voldoe je hieraan en hoe toon je dit aan? Om duidelijkheid te scheppen over deze aantoonbaarheidseisen zijn er eenduidige afspraken gemaakt door de brancheorganisaties, cao-partijen, de MBO Raad, FNV en de ministeries van SZW en OCW.
De afspraken en de richtlijnen worden beschreven in het document ‘De taaleis in de knderopvang. Aantoonbaarheidseisen taaleis IKK en taaleis VE’, geschreven door de Brancheorganisatie Kinderopvang. Daarin staat allereerst dat er vanaf 1 januari 2025 één hoofdregel geldt voor de taaleis IKK, VE en de diploma’s voor (gespecialiseerd) pedagogisch medewerker. De hoofdregel houdt in dat pedagogisch medewerkers gemiddeld een 5,5 of hoger hebben behaald voor de drie deelvaardigheden Spreken, Gesprekken voeren en Luisteren, én minimaal een 5,0 hebben behaald voor elke afzonderlijke deelvaardigheid.
Daarnaast is afgesproken dat er een overgangsregeling komt voor medewerkers die voor 1 januari 2025 al in dienst zijn. Hierbij geldt dat zij aan de taaleis blijven voldoen als zij op basis van de huidige aantoonbaarheidseisen in de cao kinderopvang voldoen aan de taaleis IKK. Huidige medewerkers met bijvoorbeeld een havodiploma of ouder mbo4 diploma hoeven dus niet opnieuw aan te tonen dat zij taalniveau 3F beheersen. Overigens geldt de taaleis al sinds 1 augustus 2019 voor alle pedagogisch medewerkers in de VE.
(https://goab.eu/nieuws/nieuwe-afspraken-over-de-3f-taaleis-en-aantoonbaarheidseisen/)
Gezond en Actief Leven Akkoord
In het GALA, dat 3 februari 2023 is ondertekend, hebben de VNG, GGD GHOR Nederland, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het ministerie van VWS gezamenlijk afspraken gemaakt op het gebied van gezondheid en welbevinden. Daarmee bouwen we aan het fundament voor een gerichte lokale en regionale aanpak van preventie, gezondheid en sociale basis. We geven op samenhangende wijze uitvoering aan de doelstellingen uit het regeerakkoord en het Nationaal Preventieakkoord.
Met de in het GALA gemaakte afspraken geven we een impuls aan het verbeteren van de gezondheid van alle inwoners van Nederland, met in het bijzonder aandacht voor het verbeteren van de situatie van mensen met gezondheidsachterstanden en mensen in een kwetsbare situatie. De stip op de horizon is een gezonde generatie in 2040 met weerbare gezonde mensen die opgroeien, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving met een sterke sociale basis.
Financiering via SPUK
Door middel van een specifieke uitkering (SPUK) wordt geld geoormerkt beschikbaar gesteld, waarmee het ook gegarandeerd wordt ingezet voor preventie en gezondheidsbevordering. In deze SPUK wordt de financiering voor 15 onderdelen op de thema’s sport- en beweegstimulering, cultuurparticipatie, gezondheidsbevordering en het versterken van de sociale basis gebundeld in één (nieuwe) uitkering. Hiermee stimuleren we de samenhang en integraliteit.
Gezondheid op diverse beleidsterreinen agenderen
Het ministerie van VWS neemt het initiatief om samen met andere departementen een agenda op te stellen om gezondheid op diverse beleidsterreinen te agenderen en tot een integrale afweging te komen van beleidskeuzes waarin gezondheid wordt meegenomen. Een gezonde fysieke leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en ontmoeten, is dan ook 1 van de doelen uit het GALA. En het thema gezondheidsachterstanden loopt als een rode draad door het GALA.
Verminderen gezondheidsachterstanden
Het verminderen van gezondheidsachterstanden vergt meer dan alleen de inzet op gezondheid. Mensen met schulden, zonder baan of zorgen over hun woning kunnen het zich niet veroorloven om gezond te leven of hebben hier geen mentale ruimte voor. Een bredere blik op gezondheid en een integrale langdurige aanpak gericht op de wijken en mensen die kampen met gezondheidsachterstanden is nodig.
https://vng.nl/artikelen/gezond-en-actief-leven-akkoordhttps://vng.nl/artikelen/gezond-en-actief-leven-akkoord
BIJLAGE 3 - Gemeentelijke ontwikkelingen
Aanpak beleidskader sociaal domein 2023-2026
In de julivergadering in 2019 van de gemeenteraad van Bronckhorst heeft de raad het beleidskader sociaal domein 2019-2022 ‘Gewoon meedoen’ vastgesteld. In dit kader, is vanuit de regionale visie, invulling gegeven aan lokale doelen door vijf pijlers vast te stellen van waaruit invulling is gegeven aan die doelen via uitvoeringsprogramma’s. Gezien de vastgestelde einddatum eind 2022 en het aantreden van een nieuw college met eigen doelstellingen, is in het najaar van 2022 kort geëvalueerd of en in hoeverre het beleidskader nog actueel is.
De conclusie is dat de visie nog staat, dat de pijlers voldoen, dat de meeste ingezette lijnen nog vervolg vragen vanuit de huidige aanpak en dat er op een aantal onderwerpen behoefte is aan verdere uitwerking. Met dat als startpunt wil het college de komende periode op basis van de huidige visie aan de slag, waarbij op een aantal actuele thema’s aanvullend en/of aangescherpt beleid gemaakt wordt.
In het coalitieakkoord ‘Bouwen aan een dienstbaar, leefbaar en sociaal Bronckhorst’ zijn een aantal doelen geformuleerd. Ook in het sociaal domein baseren we ons op de doelen uit het akkoord om invulling te geven aan ons beleid. Wij zien de volgende overkoepelende thema’s:
- 1.
Preventie en gezondheid
- 2.
Kansengelijkheid
- 3.
Een sterke samenleving
Vanuit die drie thema’s kijken we opnieuw naar het huidige beleidskader en bepalen we welke onderwerpen vanuit die blik verdere invulling en aanscherping vragen. Waar mogelijk behouden we de verbinding met de vijf pijlers uit het huidige beleidskader, om continuïteit te borgen.
Daarnaast blijven we de komende jaren uitvoering geven aan de eerdere besluiten die genomen zijn en die nog verdere inzet en uitwerking vragen. Denk hierbij aan de implementatie van de nieuwe werkwijze individuele zorg naar aanleiding van de inkoop Jeugdhulp en Wmo, de Rijkere visie op onderwijs en de Sportagenda.
Nota gezondheidsplan Bronckhorst
Om meer inwoners te ondersteunen in het maken van gezonde keuzes, is nieuw lokaal gezondheidsbeleid opgesteld. Het is een speerpunt voor de coalitie om meer aandacht te geven aan preventie en om de gezondheid van inwoners te bevorderen. Hiermee willen we bijdragen aan het welbevinden van de Bronckhorsters. We werken hierbij op lokaal en regionaal nauw samen met diverse betrokken maatschappelijke partners.
Het nieuwe beleid richt zich op positieve gezondheid en preventie. Met de 5 pijlers die we al kennen van de afgelopen jaren:
- 1.
Gezonde en weerbare jeugd
- 2.
Vitale inwoners
- 3.
Bronckhorst inclusief
- 4.
Samenredzaamheid in de kernen
- 5.
Iedereen een stevige basis.
Daarbij hebben we aandacht voor de sociale en fysieke leefomgeving en voor individueel gedrag. Het gaat om zorg, welzijnsactiviteiten en specifieke acties. Denk aan (rookvrije) buitenruimten voor bewegen en ontmoeten, opzetten van ontmoetingscentra zoals dorpskamers, uitvoering inclusieagenda en projecten als dementievriendelijke - en regenboog gemeente, aandacht voor mantelzorgers, een divers aanbod van toegankelijke zorg- en welzijnsvoorzieningen etc. Er komen jaarlijkse uitvoeringsplannen met de concrete activiteiten om in die periodes samen met inwoners, (vrijwilligers)organisaties en andere maatschappelijke partners te werken aan gezond leven.
Pijler 1: Gezonde en weerbare jeugd
De meeste kinderen komen hun jeugd probleemloos door. Huppelend naar school, spelen met vriendjes en vriendinnetjes en met veel plezier weer naar huis. Ieder op zijn of haar eigen manier. Naarmate de kinderen ouder worden, vervalt bij de meesten het huppelen en worden ze pubers. Maar over het algemeen met resultaat: de school afgerond en met diploma op zak de arbeidsmarkt op.
De omgeving waarin een kind opgroeit heeft invloed op de ontwikkeling van een kind en de mogelijke hulpvraag. Sommige kinderen hebben een klein zetje nodig, een enkeling meer. Vroegtijdige signalering speelt een belangrijke rol. Onderwijs, kinderdagverblijven, jeugdgezondheidszorg en huisartsen zijn hierin al jaren een belangrijke partner.
Als gemeente willen we alle kinderen en jongeren, faciliteren om op te groeien vanuit een stabiele basis en we willen dat ze zich ontwikkelen op een manier die bij hen past. We willen ze gelijke kansen geven, ongeacht afkomst of economische status. Dit betekent aandacht voor sociale emotionele, lichamelijke en motorische ontwikkeling van alle kinderen.
Het volledige gezondheidsbeleid is te vinden op www.bronckhorst.nl
Aanpak (energie)armoede
Door een groot aantal ontwikkelingen, waaronder de oorlog in Oekraïne, zijn de energieprijzen ten opzichte van voorgaande jaren enorm gestegen, is er sprake van inflatie en is er schaarste van grondstoffen. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de inwoners, maatschappelijke organisaties, verenigingen en bedrijven (MKB) in onze gemeente. Naar verwachting zal een deel van hen op korte termijn problemen ervaren, doordat ze hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Een deel van deze problematiek wordt door het Rijk opgevangen door ‘algemene’ compenserende maatregelen te treffen vanaf 2023. Als gemeente willen we onze verantwoordelijkheid pakken in het bestrijden van deze escalerende armoede door aanvullende maatregelen te treffen en maatwerk te bieden waar doelgroepen tussen wal en schip dreigen te vallen. Hierdoor spelen we als gemeente in op het ‘gat’ dat ontstaat tussen nu en het moment dat het Rijk met passende regelingen komt.
Aanleiding
Het vraagstuk rondom de escalerende (energie)armoede heeft impact op inwoners, maatschappelijke organisaties, verenigingen en bedrijven (MKB) in onze gemeente. Als gemeente kunnen wij hen hierin het beste ondersteunen door een samenwerking tussen het sociale domein als het fysieke domein en door de samenwerking aan te gaan met maatschappelijke organisaties, verenigingen en kerken. Op de lange termijn ligt de kern van de oplossing voor de energiearmoede in de verduurzaming van het (maatschappelijk) vastgoed en het woningbestand binnen de gemeente en in de ontwikkeling van duurzame energieopwekking. Door de escalerende armoede als gevolg van de stijgende energieprijzen en inflatie ontstaat een aanvullend vraagstuk bij het sociale domein gericht op betalings- en gezondheidsproblematiek. Er is behoefte aan een gekoppelde aanpak voor dit domein overstijgende probleem, dat zoveel mogelijk aansluit op de bestaande werkwijzen/programma’s in beide domeinen. Met behulp van deze gekoppelde aanpak worden de gelden de die gemeente vanuit het Rijk heeft ontvangen voor een preventieve en curatieve aanpak zo efficiënt en doelmatig mogelijk besteed.
https://www.bronckhorst.nl/hoge-energiekosten-klop-bij-ons-aanhttps://www.bronckhorst.nl/hoge-energiekosten-klop-bij-ons-aan
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl